28 OKTOBER 2022. - Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de voorwaarden en de regels voor de toekenning van subsidies in de vorm van bijzondere crisissteun internationalisering en starterspakketten internationalisering voor activiteiten ter bevordering van het internationaal ondernemen

Rechtsgrond Dit besluit is gebaseerd op: - het decreet van 7 mei 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/05/2004 pub. 04/06/2004 numac 2004035840 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap « Vlaams Agentschap voor Internationaal Ondernemen » type decreet prom. 07/05/2004 pub. 09/06/2004 numac 2004035898 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap « Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen » type decreet prom. 07/05/2004 pub. 07/06/2004 numac 2004035865 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap « Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding » sluiten tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap "Vlaams Agentschap voor Internationaal Ondernemen", artikel 6bis, tweede lid, ingevoegd bij het decreet van 28 april 2006.

Vormvereisten De volgende vormvereisten zijn vervuld: - De Inspectie van Financiën heeft advies gegeven op 13 oktober 2022.

Er wordt geen advies gevraagd aan de Raad van State, met toepassing van artikel 3, § 1, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973. Er is een dringende noodzakelijkheid om ondernemingen die economisch getroffen worden door de opeenvolgende crisissen en de gevolgen van de Brexit financieel te steunen.

Motivering Dit besluit is gebaseerd op het volgende motief: Ondernemingen die in Vlaanderen liggen, ondervinden economisch een negatieve impact van de gevolgen van de opeenvolgende crisissen en de Brexit. Daarom is het noodzakelijk om voor die ondernemingen een nieuwe ondersteuningsmaatregel te nemen. De getroffen ondernemingen kunnen tot en met 31 december 2023 een beroep doen op de Brexit Adjustment Reserve (BAR) indien zij schade ondervinden ten gevolge van de Brexit. Om die reden is het noodzakelijk om de voorliggende subsidiemaatregel zo snel mogelijk te implementeren, teneinde de concurrentiepositie van Vlaamse bedrijven in de internationale context te behouden .

De raad van bestuur van het Vlaams Agentschap voor Internationaal Ondernemen heeft dringend advies gegeven op 29 september 2022.

Juridisch kader Dit besluit sluit aan bij de volgende regelgeving: - het besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2016Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 11/03/2016 pub. 27/04/2016 numac 2016035717 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de voorwaarden en de regels voor de toekenning van subsidies voor activiteiten ter bevordering van het internationaal ondernemen sluiten tot vaststelling van de voorwaarden en de regels voor de toekenning van subsidies voor activiteiten ter bevordering van het internationaal ondernemen.

Initiatiefnemer Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Buitenlandse Zaken, Cultuur, Digitalisering en Facilitair Management.

Na beraadslaging, DE VLAAMSE REGERING BESLUIT: HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder: 1° aanvrager: de kleine, middelgrote of grotere onderneming die initiatieven neemt om het internationaal ondernemen te bevorderen en daarvoor een aanvraag tot subsidiëring indient;2° agentschap: het agentschap, vermeld in artikel 2 van het decreet van 7 mei 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/05/2004 pub. 04/06/2004 numac 2004035840 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap « Vlaams Agentschap voor Internationaal Ondernemen » type decreet prom. 07/05/2004 pub. 09/06/2004 numac 2004035898 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap « Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen » type decreet prom. 07/05/2004 pub. 07/06/2004 numac 2004035865 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap « Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding » sluiten tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap "Vlaams Agentschap voor Internationaal Ondernemen";3° administratie: de administratie, vermeld in artikel 1, 12°, van het besluit van 11 maart 2016;4° besluit van 11 maart 2016: het besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2016Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 11/03/2016 pub. 27/04/2016 numac 2016035717 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de voorwaarden en de regels voor de toekenning van subsidies voor activiteiten ter bevordering van het internationaal ondernemen sluiten tot vaststelling van de voorwaarden en de regels voor de toekenning van subsidies voor activiteiten ter bevordering van het internationaal ondernemen;5° binnenlands netwerk: de afgevaardigden van het agentschap in de verschillende Vlaamse provincies en op de hoofdzetel;6° buitenlands netwerk: de afgevaardigden van het agentschap in het buitenland;7° gedelegeerd bestuurder: de gedelegeerd bestuurder, vermeld in artikel 1, 11°, van het besluit van 11 maart 2016;8° grotere onderneming: de grotere onderneming, vermeld in artikel 1, 3°, van het besluit van 11 maart 2016;9° kleine en middelgrote onderneming: de onderneming die voldoet aan de definitie van kleine en middelgrote onderneming, vermeld in bijlage 1 van verordening (EU) nr.651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard; 10° kostenraming: een overzicht van de geplande uitgaven voor het project, inclusief personeelskosten, maar met uitzondering van investeringen in onroerend goed en van kosten die betrekking hebben op de klassieke bedrijfsinterne werking van de onderneming;11° market fit: product market fit is een model tussen het businessmodel, het product en de klant, en bepaalt de mate waarin het product voldoet aan een sterke behoefte in de markt;12° minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor het internationaal ondernemen;13° onderneming: een onderneming als vermeld in artikel 1, 1°, van het besluit van 11 maart 2016;14° personeelskosten: de personeelskosten van personeelsleden die ingeschreven zijn op de loonlijst van de aanvrager die rechtstreeks betrokken zijn bij de uitvoering van het project.De personeelskosten worden berekend op basis van het uurtarief en het aantal gepresteerde uren. De standaard uur tarief methode (SUT) wordt toegepast. De SUT-factor bedraagt 1,2. Het bruto maandloon is het loon dat vermeld is op de loonstrook van de maand januari van het kalenderjaar waarin de prestaties worden geleverd; 15° project: een initiatief of geheel van initiatieven dat de aanvrager onderneemt ter bevordering van het internationaal ondernemen;16° selectiecommissie: de personeelsleden van het agentschap die de gedelegeerd bestuurder aanwijst om de subsidieaanvragen te beoordelen 17° voltijdse equivalenten: het gemiddeld aantal werknemers op de loonlijst van het laatst afgesloten boekjaar uitgedrukt in deze rekeneenheid.

Art. 2.Dit besluit valt onder de toepassing van verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun.

Art. 3.De volgende ondernemingen komen niet in aanmerking voor een subsidie als vermeld in artikel 4: 1° ondernemingen die zich in een van de volgende rechtstoestanden bevinden: a) ontbinding;b) stopzetting;c) faillissement;d) vereffening; 2° de ondernemingen die behoren tot de volgende groepen in de NACE-BEL-code 2008: 01.1, 01.2, 01.3, 01.4, 01.6, 01.7, 03.1, 25.4, 30.4, 45.1, 46.2, 55.1, 55.2, 55.3, 56.1, 56.2, 56.3, 64.1, 64.2, 64.3, 64.9, 65.1, 65.2, 65.3, 66.3, 68.1, 68.2, 68.3, 78.2, 79.1; 3° de openbare besturen, verenigingen van openbare besturen en ondernemingen waarvan het aandelenkapitaal rechtstreeks of onrechtstreeks voor meer dan 50% in handen van de overheid is. De minister kan de lijst van NACE-BEL-codes, vermeld in het eerste lid, 2°, aanpassen naargelang de steunregimes waarop de groepen, vermeld in het eerste lid, 2°, respectievelijk een beroep kunnen doen of bij wijziging van de Europese regelgeving.

Als een onderneming tegelijk onder een uitgesloten en een toegelaten NACE-BEL-code valt, primeert het laatste als het project betrekking heeft op de activiteiten van die toegelaten NACE-BEL-code. HOOFDSTUK 2. - Subsidies

Art. 4.Binnen de perken van de jaarlijkse begrotingskredieten, kunnen aan kleine en middelgrote ondernemingen de volgende subsidies worden toegekend voor de volgende projecten om het internationaal ondernemen te bevorderen: 1° bijzondere crisissteun internationalisering;2° starterspakket internationalisering. Voor de subsidie vermeld in het eerste lid, 1°, kunnen ook grotere ondernemingen een aanvraag indienen.

De forfaitaire subsidie of projectsubsidie vermeld in het eerste lid, 1°, bedraagt 90% van de kostenraming die de administratie aanvaardt.

Het aandeel personeelskosten in de aanvaarde kostenraming kan maximaal 20% bedragen. De administratie behoudt zich het recht voor om gebudgetteerde kosten die buiten de scope of de doelstelling van het project vallen, te weigeren.

Art. 5.Het subsidiebedrag voor het project vermeld in artikel 4, eerste lid, 1°, is afhankelijk van de grootte van de aanvrager en wordt op de volgende wijze gedifferentieerd: 1° 2 tot en met 4 voltijdse equivalenten: een forfaitaire subsidie van 10 000 euro per aanvraag;2° 5 tot en met 9 voltijdse equivalenten: een maximale projectsubsidie van 20 000 euro per aanvraag;3° 10 tot en met 49 voltijdse equivalenten: een maximale projectsubsidie van 30 000 euro per aanvraag;4° 50 tot en met 99 voltijdse equivalenten: een maximale projectsubsidie van 30 000 euro per aanvraag;5° Vanaf 100 voltijdse equivalenten: een maximale projectsubsidie van 50 000 euro per aanvraag. Per aanvrager kunnen maximaal drie subsidies als vermeld in artikel 4, eerste lid, 1°, per finaliteit zoals vermeld in dit besluit worden toegekend.

Aan ondernemingen die in het kader van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 september 2020Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 04/09/2020 pub. 15/09/2020 numac 2020015522 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de voorwaarden en de regels voor de toekenning van subsidies in de vorm van bijzondere exportsteun en starterspakketten internationalisering voor activiteiten ter bevordering van het internationaal ondernemen sluiten tot vaststelling van de voorwaarden en de regels voor de toekenning van subsidies in de vorm van bijzondere exportsteun en starterspakketten internationalisering voor activiteiten ter bevordering van het internationaal ondernemen, gewijzigd bij ministerieel uitvoeringsbesluit van 25 januari 2021, reeds een forfaitaire subsidie van 10 000 euro ontvingen kunnen nog maximaal twee subsidies zoals vermeld in artikel 4, 1° worden toegekend.

Nieuwe steun kan alleen toegewezen worden als de vorige goedgekeurde aanvraag tussentijds positief wordt geëvalueerd. De gedelegeerd bestuurder bepaalt de modaliteiten voor de tussentijdse evaluatie.

Ondernemingen die een sanctie hebben gekregen kunnen in de periode dat die sanctie loopt geen nieuwe aanvraag voor steun voor het project vermeld in artikel 4, eerste lid, 1°, indienen.

Art. 6.In artikel 4, 2°, wordt verstaan onder starterspakket internationalisering: een eenmalige forfaitaire subsidie van 9 000 euro.

Art. 7.De minister kan de subsidiebedragen en subsidiepercentages, vermeld in artikel 4, 5 en 6, verlagen, verhogen of diversifiëren op basis van de subsidiedotatie van het agentschap en naargelang het aantal voltijdse equivalenten tewerkgesteld bij de aanvrager.

Art. 8.Een aanvrager die aan al de volgende voorwaarden voldoet, komt in aanmerking voor de subsidie, vermeld in artikel 4, eerste lid, 1° : 1° zich registreren via de website van het agentschap;2° een ondernemingsnummer hebben;3° in het laatst afgesloten boekjaar minstens twee voltijds equivalenten ingeschreven personeel tewerkstellen;4° voor dezelfde kosten geen andere financiële tegemoetkoming aangevraagd of verkregen hebben bij een internationale, federale, gewestelijke, regionale of lokale overheid;5° al zijn verbintenissen naleven tegenover het agentschap.Als de aanvrager die verbintenissen niet naleeft, kan de gedelegeerd bestuurder de subsidie weigeren; 6° in orde zijn met de sociale en fiscale wetgeving;7° een projectdoelstelling hebben die past in de finaliteit van dit besluit. De minister kan de context waarin de doelstelling van het project moet passen, vermeld in het eerste lid, 7°, wijzigen naargelang andere geopolitieke, economische- of financiële crisissen dat noodzakelijk maken. Er kunnen meerdere crisissen en finaliteiten tegelijk gedefinieerd worden.

De huidige finaliteit van de subsidies, vermeld in artikel 4, eerste lid, 1°, is de BAR-verordening (EU) 2021/1755 van het Europees Parlement en de Raad van 6 oktober 2021 tot oprichting van de reserve voor aanpassing aan de Brexit.

Bij de beoordeling van de projecten vermeld in artikel 4, eerste lid, 1° kan het agentschap een beroep doen op het advies van zijn binnen- en buitenlands netwerk.

Art. 9.Een aanvrager die aan al de volgende voorwaarden voldoet, komt in aanmerking voor de subsidie, vermeld in artikel 4, eerste lid, 2° : 1° zich registreren via de website van het agentschap;2° een ondernemingsnummer hebben;3° een startende exporteur zijn;4° voor dezelfde kosten geen andere financiële tegemoetkoming aangevraagd of verkregen hebben bij een internationale, federale, gewestelijke, regionale of lokale overheid;5° al zijn verbintenissen naleven tegenover het agentschap.Als de aanvrager die verbintenissen niet naleeft, kan de gedelegeerd bestuurder de subsidie weigeren; 6° in orde zijn met de sociale en fiscale wetgeving. In het eerste lid, 3°, wordt verstaan onder startende exporteur: een kleine en middelgrote onderneming die nog nooit van het agentschap een subsidie toegekend heeft gekregen.

Art. 10.Voor alle projecten, vermeld in artikel 4, kunnen alleen de kosten die gemaakt zijn vanaf de dag die volgt op de datum van de indiening van de aanvraag, in aanmerking genomen worden voor een subsidie als vermeld in artikel 4.

Art. 11.De gedelegeerd bestuurder bepaalt de datum van de oproep en de periode waarin de subsidieaanvragen voor de projecten, vermeld in artikel 4, kunnen worden ingediend. Er kunnen verschillende indieningsperiodes zijn, afhankelijk van de kredieten die op de begroting van het agentschap zijn ingeschreven voor de subsidies vermeld in artikel 4.

De gedelegeerd bestuurder kan de oproep vroegtijdig beëindigen als het aantal ingediende subsidieaanvragen voor een project als vermeld in artikel 4, eerste lid, 2°, het aantal toe te kennen subsidies met minstens 20% overschrijdt.

De gedelegeerd bestuurder kan de oproep vroegtijdig beëindigen als de budgettaire enveloppe per oproep voor een project als vermeld in artikel 4, eerste lid, 1°, overschreden wordt met 20%.

Er wordt een absolute voorrang toegekend aan de dossiers in de volgorde van het moment waarop de subsidieaanvraag is ingediend voor een project als vermeld in artikel 4, eerste lid, 1°.

In het vierde lid wordt verstaan onder absolute voorrang: de ontvankelijke dossiers die eerst zijn ingediend, komen eerst in aanmerking voor een subsidie als vermeld in artikel 4, eerste lid, 1°.

Voor de projecten vermeld in artikel 4, eerste lid, 2° worden de dossiers eerst gerangschikt op basis van de scores die behaald zijn op de beoordelingscriteria vermeld in artikel 16. Ontvankelijke dossiers met een hogere score krijgen voorrang op dossiers met een lagere score. Er wordt bij een gelijke score een relatieve voorrang toegekend aan de dossiers in de volgorde van het moment waarop de subsidieaanvraag is ingediend.

In het zesde lid wordt verstaan onder relatieve voorrang: de ontvankelijke dossiers die eerst zijn ingediend, komen bij een gelijke score eerst in aanmerking voor een subsidie als vermeld in artikel 4, eerste lid, 2°.

Art. 12.De subsidieaanvraag voor een project als vermeld in artikel 4, eerste lid, 1°, bevat al de volgende elementen: 1° het volledige elektronisch ingevulde aanvraagformulier;2° een motivatie van de aanvraag met duidelijke beschrijving van de mate waarin de aanvrager geïmpacteerd is, de doelstellingen en het uitvoeringsplan van het project over een periode van maximaal negen maanden;3° een kostenraming met gedetailleerde uitsplitsing van de kostensoorten, in voorkomend geval inclusief de functies en een unieke identificatie van de eigen personeelsleden die op het project ingezet worden. De elementen, vermeld in het eerste lid, 2° en 3°, maken integraal deel uit van de aanvraag.

De aanvrager is ervoor verantwoordelijk dat hij alle vereiste elementen bij de aanvraag voegt. De aanvrager duidt zelf aan via het elektronisch aanvraagformulier wanneer het dossier voor hem als volledig wordt beschouwd. De aanvrager beschikt over maximaal tien dagen na de datum waarop hij het dossier als volledig heeft verklaard, om het dossier eventueel nog te vervolledigen. Na afloop van die periode wordt een onvolledig dossier als niet ontvankelijk verklaard.

De gedelegeerd bestuurder stelt het aanvraagformulier op.

Art. 13.De subsidieaanvraag voor projecten als vermeld in artikel 4, eerste lid, 2°, bevat al de volgende elementen: 1° het volledige elektronisch ingevulde aanvraagformulier;2° een voorstelling van het bedrijf, de activiteiten en het businessplan;3° een beknopt exportplan met het geplande uitvoeringsplan over een periode van maximaal negen maanden en de daaraan gekoppelde kostenraming van minimaal het bedrag van het eenmalige forfait. De elementen, vermeld in het eerste lid, 2° en 3°, maken integraal deel uit van de aanvraag.

De aanvrager is ervoor verantwoordelijk dat hij alle vereiste elementen bij de aanvraag voegt. De aanvrager duidt zelf aan via het elektronisch aanvraagformulier wanneer het dossier voor hem als volledig wordt beschouwd. De aanvrager beschikt over maximaal tien dagen na de datum waarop hij het dossier als volledig heeft verklaard, om het dossier eventueel nog te vervolledigen. Na afloop van die periode wordt een onvolledig dossier als niet ontvankelijk verklaard.

De gedelegeerd bestuurder stelt het aanvraagformulier op.

Art. 14.De gedelegeerd bestuurder beslist over de toekenning van de subsidies, vermeld in artikel 4, eerste lid, 1°, op advies van de administratie en van de directieraad van het agentschap, uiterlijk negentig kalenderdagen na de beëindiging van de oproepperiode.

De gedelegeerd bestuurder beslist over de toekenning van de subsidies, vermeld in artikel 4, eerste lid, 2°, op advies van de selectiecommissie en van de directieraad van het agentschap, uiterlijk negentig kalenderdagen na de beëindiging van de oproepperiode.

De beslissing van de gedelegeerd bestuurder wordt elektronisch aan de aanvrager meegedeeld.

Art. 15.De gedelegeerd bestuurder stelt een selectiecommissie samen die de subsidieaanvragen voor projecten als vermeld in artikel 4, eerste lid, 2°, beoordeelt, en de gedelegeerd bestuurder bepaalt de werking ervan.

De selectiecommissie bestaat uit minstens vier afgevaardigden van de administratie.

Art. 16.De selectiecommissie, vermeld in artikel 15, beoordeelt de subsidieaanvragen voor de projecten, vermeld in artikel 4, eerste lid, 2°, op basis van verschillende beoordelingscriteria die de gedelegeerd bestuurder kiest uit de criteria, vermeld in het tweede lid. De gedelegeerd bestuurder bepaalt het wegings- en scoremechanisme.

Voor de start van de oproep worden alle beoordelingscriteria bekendgemaakt. De volgende criteria kunnen bevraagd en beoordeeld worden: 1° het potentieel om internationaal te schalen;2° innovatie;3° duurzaamheid en ethisch verantwoord ondernemen;4° de tewerkstelling;5° de beschikbare kennis;6° de kapitaalstructuur;7° het business- en exportplan en het geplande uitvoeringsplan;8° de omzet en de export die al gerealiseerd is;9° market fit in Vlaanderen, voorbereidend marktonderzoek en marktstudie;10° de eigen inbreng van financiële middelen in het project door de aanvrager.

Art. 17.De selectiecommissie, vermeld in artikel 15, stelt een lijst op van de projecten die het meest aan de voorwaarden voldoen voor de projecten, vermeld in artikel 4, eerste lid, 2°, op basis van de beschikbare kredieten in de begroting.

Art. 18.In geval van een gunstige beslissing over de subsidieaanvraag wordt de toegekende subsidie uiterlijk zestig kalenderdagen na de datum van de kennisgeving van de beslissing uitbetaald.

Art. 19.De begunstigde van een subsidie, als vermeld in artikel 4, levert inspanningen om Vlaanderen en het agentschap tijdens de uitvoering van het project in de kijker te plaatsen. De gedelegeerd bestuurder bepaalt de nadere modaliteiten daarvan. HOOFDSTUK 3. - Controle en begeleiding

Art. 20.Het agentschap begeleidt en volgt de begunstigde van de subsidie, vermeld in artikel 4, eerste lid, 2°, tijdens de uitvoering van het project op. De begunstigde verleent medewerking aan die begeleiding.

Het agentschap kan de begunstigde van de subsidie, vermeld in artikel 4, eerste lid, 1° begeleiden en opvolgen.

De gedelegeerd bestuurder organiseert de begeleiding en opvolging.

Art. 21.De begunstigde van de subsidie, vermeld in artikel 4, eerste lid, 1°, bezorgt uiterlijk negen maanden na de kennisgeving van de beslissing, vermeld in artikel 14, elektronisch het commerciële verslag met de resultaten van het gesubsidieerde project. Het agentschap stelt een model van commercieel verslag ter beschikking.

Het agentschap kan controle uitoefenen op het commerciële verslag en kan de overeenkomstige facturen en betaalbewijzen opvragen. De begunstigde van een subsidie als vermeld in artikel 4, bewaart de financiële verantwoordingsdocumenten minstens vijf jaar, vanaf de kennisgeving van de beslissing, vermeld in artikel 14.

Voor de controle van de bewijsstukken van subsidiebedragen vanaf 30 000 euro kan het agentschap een beroep doen op een extern fiduciair kantoor of een andere controle-instantie. De kosten die gepaard gaan met de controle van een extern fiduciair kantoor dat het agentschap heeft aangesteld zijn ten laste van de begunstigde.

In de volgende gevallen kan de gedelegeerd bestuurder beslissen dat de begunstigde geen aanspraak maakt op een subsidie met toepassing van het besluit van 11 maart 2016 en van dit besluit tijdens het kalenderjaar dat volgt op het kalenderjaar waarin de subsidie, vermeld in artikel 4, eerste lid, 1°, van dit besluit is toegekend: 1° het project wordt niet uitgevoerd;2° de begunstigde kan geen of onvoldoende bewijzen voorleggen van de uitvoering van het project;3° de begunstigde kan geen of onvoldoende kosten bewijzen. Conform de Vlaamse Codex Overheidsfinanciën van 29 maart 2019 vervalt de toekenningsbeslissing als er geen deugdelijke functionele en financiële verantwoording wordt gegeven, en wordt het deel van de subsidie teruggevorderd dat niet of niet deugdelijk is verantwoord.

Art. 22.De begunstigde van de subsidie, vermeld in artikel 4, eerste lid, 2°, bezorgt uiterlijk negen maanden na de kennisgeving van de beslissing, vermeld in artikel 14, elektronisch het commerciële verslag met de resultaten van het gesubsidieerde project. Het agentschap stelt een model van commercieel verslag ter beschikking. De voormelde termijn van negen maanden kan, op gemotiveerd verzoek van de begunstigde, eenmalig met drie maanden verlengd worden als de uitvoering van het project vertraging heeft opgelopen.

Het agentschap kan controle uitoefenen op het commerciële verslag en kan de overeenkomstige facturen en betaalbewijzen opvragen.

In de volgende gevallen kan de gedelegeerd bestuurder beslissen dat de begunstigde geen aanspraak maakt op een subsidie met toepassing van het besluit van 11 maart 2016 en van dit besluit tijdens het kalenderjaar dat volgt op het kalenderjaar waarin de subsidie, vermeld in artikel 4, eerste lid, 2°, van dit besluit is toegekend: 1° het project wordt niet uitgevoerd;2° de begunstigde kan geen of onvoldoende bewijzen voorleggen van de uitvoering van het project;3° de begunstigde kan geen of onvoldoende kosten bewijzen voor minstens het bedrag van het subsidieforfait, vermeld in artikel 4, 2°, van dit besluit;4° de begunstigde heeft geen of onvoldoende medewerking verleend bij de begeleiding en de opvolging, vermeld in artikel 20. Conform de Vlaamse Codex Overheidsfinanciën van 29 maart 2019 vervalt de toekenningsbeslissing als er geen deugdelijke functionele en financiële verantwoording wordt gegeven, en wordt het deel van de subsidie teruggevorderd dat niet of niet deugdelijk is verantwoord.

Art. 23.Ondernemingen die een subsidie als vermeld in artikel 4, eerste lid, 2°, van dit besluit, ontvangen, kunnen in hetzelfde kalenderjaar waarin die subsidie wordt toegekend, geen subsidie ontvangen op basis van het besluit van 11 maart 2016.

Art. 24.Vanaf de indiening van de subsidieaanvraag kan de administratie controleren of de voorwaarden vermeld in dit besluit worden nageleefd en of de informatie die de aanvrager verstrekt heeft, overeenstemt met de werkelijkheid.

De aanvrager geeft door zijn aanvraag de toestemming aan de administratie om voor de uitvoering van de opdrachten die aan de administratie zijn toevertrouwd met toepassing van dit besluit, bij de bevoegde overheden en instellingen en bij de lokale besturen de noodzakelijke documenten of gegevens elektronisch op te vragen, na voorafgaande machtiging van de mededeling van persoonsgegevens met toepassing van de wet van 30 juli 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/07/2018 pub. 05/09/2018 numac 2018040581 bron federale overheidsdienst justitie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken en ministerie van landsverdediging 30 JULI 2018 - Wet betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens sluiten betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens.

In het tweede lid wordt onder de bevoegde overheden en instellingen onder meer verstaan: 1° het Rijksregister van de natuurlijke personen, vermeld in de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen;2° de instellingen van sociale zekerheid, vermeld in artikel 1 en 2, eerste lid, 2°, van de wet van 15 januari 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/01/1990 pub. 08/07/2010 numac 2010000396 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, en de personen waartoe het netwerk van de sociale zekerheid met toepassing van artikel 18 van de voormelde wet is uitgebreid;3° de Federale Overheidsdienst Financiën en in het bijzonder de Algemene Administratie van de Douane en Accijnzen en de btw-administratie;4° de Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie;5° de Vlaamse administratie, vermeld in artikel 1, 5°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie. Als na de toepassing van het tweede lid geen of onvoldoende gegevens aan de administratie worden bezorgd, vraagt de administratie aan de aanvrager de nodige gegevens.

De administratie mag de gegevens, vermeld in dit artikel, ook gebruiken voor statistische verwerking en mag ze ter beschikking stellen van de andere agentschappen en entiteiten binnen de Vlaamse administratie voor statistische verwerking, met als finaliteit de bevordering van het internationaal ondernemen, en voor de oprichting en het beheer van een digitaal loket voor de aanvragers na de voorafgaande machtiging, vermeld in het tweede lid.

Art. 25.De gedelegeerd bestuurder organiseert de controle op de naleving van de bepalingen en de kosten, vermeld in dit besluit. HOOFDSTUK 4. - Administratieve afhandeling

Art. 26.De administratie wordt belast met de administratieve afhandeling van de aanvragen, de uitbetaling van de subsidies, vermeld in artikel 4, en de opvolging ervan. HOOFDSTUK 5. - Beroep

Art. 27.Tegen elke beslissing van de gedelegeerd bestuurder die wordt genomen krachtens dit besluit, kan de aanvrager met een gemotiveerd beroepschrift beroep aantekenen bij de minister.

Het beroep vermeld in het eerste lid wordt uiterlijk ingediend binnen dertig kalenderdagen na de dag waarop de beslissing is meegedeeld.

De minister doet uitspraak binnen twee maanden na de dag waarop hij het gemotiveerde beroepschrift heeft ontvangen. De aanvrager wordt schriftelijk op de hoogte gebracht van de beslissing. HOOFDSTUK 6. - Slotbepalingen

Art. 28.Het besluit van de Vlaamse Regering van 4 september 2020Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 04/09/2020 pub. 15/09/2020 numac 2020015522 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de voorwaarden en de regels voor de toekenning van subsidies in de vorm van bijzondere exportsteun en starterspakketten internationalisering voor activiteiten ter bevordering van het internationaal ondernemen sluiten tot vaststelling van de voorwaarden en de regels voor de toekenning van subsidies in de vorm van bijzondere exportsteun en starterspakketten internationalisering voor activiteiten ter bevordering van het internationaal ondernemen, gewijzigd bij ministerieel uitvoeringsbesluit van 25 januari 2021, wordt opgeheven.

Art. 29.De aanvragen die ingediend en beslist zijn conform het besluit van de Vlaamse Regering van 4 september 2020Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 04/09/2020 pub. 15/09/2020 numac 2020015522 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de voorwaarden en de regels voor de toekenning van subsidies in de vorm van bijzondere exportsteun en starterspakketten internationalisering voor activiteiten ter bevordering van het internationaal ondernemen sluiten tot vaststelling van de voorwaarden en de regels voor de toekenning van subsidies in de vorm van bijzondere exportsteun en starterspakketten internationalisering voor activiteiten ter bevordering van het internationaal ondernemen, zoals van kracht op de dag voor de datum van de inwerkingtreding van dit besluit worden afgehandeld conform de bepalingen van het voormelde besluit.

Art. 30.Dit besluit treedt in werking op 9 november 2022.

Art. 31.De Vlaamse minister, bevoegd voor het internationaal ondernemen, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 28 oktober 2022.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Buitenlandse Zaken, Cultuur, Digitalisering en Facilitair Management, J. JAMBON

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld