Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 28 april 2000
gepubliceerd op 17 juni 2000

Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 17 maart 1998 betreffende steun aan de bedrijfsbegeleiding van land- en tuinbouwbedrijven in financiële moeilijkheden

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2000035582
pub.
17/06/2000
prom.
28/04/2000
ELI
eli/besluit/2000/04/28/2000035582/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

28 APRIL 2000. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 17 maart 1998 betreffende steun aan de bedrijfsbegeleiding van land- en tuinbouwbedrijven in financiële moeilijkheden


De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 20 december 1996 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1997, inzonderheid op artikel 76;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 17 maart 1998 betreffende steun aan de bedrijfsbegeleiding van land- en tuinbouwbedrijven in financiële moeilijkheden, inzonderheid op artikel 4 en 8;

Overwegende dat er overleg is geweest op 5 juli 1999 waarvan het verslag op 22 oktober 1999 door de Interministeriële Conferentie Landbouw is goedgekeurd;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Begroting, gegeven op 28 juni 1999;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende de noodzaak om onverwijld maatregelen te nemen om de gevolgen van buitengewone gebeurtenissen zoals de contaminatie van landbouwgrondstoffen, voor de landbouwbedrijven in te perken;

Op de voordracht van de Vlaamse minister van Leefmilieu en Landbouw;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Artikel 4 van het besluit van de Vlaamse regering betreffende steun aan de bedrijfsbegeleiding van land- en tuinbouwbedrijven in financiële moeilijkheden wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 4.De erkende centra kunnen binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten een vergoeding krijgen voor de begeleiding van landbouwers in financiële moeilijkheden ten gevolge van onvoldoende rendabiliteit van het landbouw- of tuinbouwbedrijf en die aan de volgende voorwaarden voldoen : hetzij een achterstand hebben van meer dan 6 maanden op de aflossingen in kapitaal en intresten op hun lopende kredieten aangewend voor de financiering van het bedrijf of de bedrijfsactiviteiten, al dan niet met overheidstegemoetkoming of een betalingsregeling verkregen hebben die minimaal bestaat uit een uitstel van aflossing in kapitaal en een herschikking van de lopende kredieten voor de financiering van het bedrijf; hetzij een beschikbaar inkomen hebben sedert minstens 2 jaar dat lager is dan het referentie-inkomen, bedoeld in artikel 4 van het besluit van de Vlaamse regering van 4juli 1996 betreffende steun aan de investeringen en aan de installatie in de landbouw, vermenigvuldigd met een door de minister vastgestelde coëfficiënt. Deze coëfficiënt wordt bepaald rekening houdend met de beschikbare begrotingskredieten.

De minister bepaalt de modaliteiten voor de berekening van het beschikbaar inkomen; hetzij erkend als bedrijf in financiële moeilijkheden ten gevolge van door de Vlaamse regering erkende gevallen van overmacht en waarbij het normaal functioneren van de bedrijvigheid ernstig gestoord is of dreigt gestoord te worden. »

Art. 2.Artikel 8 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 8.Op het ogenblik van de aanvraag mag de betrokken landbouwer de leeftijd van 59 jaar niet bereikt hebben, behoudens in de gevallen waar de financiële moeilijkheden het gevolg zijn van door de Vlaamse regering erkende gevallen van overmacht en mogen de kredieten niet opgezegd zijn. Per bedrijf kan de steun slechts eenmaal toegekend worden, behoudens in de door de Vlaamse regering erkende gevallen van overmacht en behoudens de verlenging zoals bedoeld in artikel 15. »

Art. 3.Dit besluit treedt in werking op 1 juni 1999.

Art. 4.De Vlaamse minister, bevoegd voor het Landbouwbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 28 april 2000.

De minister-president van de Vlaamse regering en Vlaamse minister van Financiën, Begroting, Buitenlands Beleid en Europese Aangelegenheden, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Leefmilieu en Landbouw, Mevr. V. DUA

^