gepubliceerd op 16 december 2004
Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het project « Huis van het Nederlands »
27 AUGUSTUS 2004. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het project « Huis van het Nederlands »
De Vlaamse Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming van de instellingen, inzonderheid op artikel 4, 11 ° tot 16°, en artikel 20, gewijzigd bij de wet van 8 augustus 1988 en de bijzondere wetten van 12 januari 1989 en 16 januari 1989 en de bijzondere wet van 5 mei 1993;
Gelet op de wetten op de Rijkscomptabiliteit gecoördineerd op 17 juli 1991, inzonderheid de artikelen 55 tot 58;
Gelet op het decreet van 7 mei 2004 houdende de aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2004;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 19 januari 2001 tot regeling van de begrotingscontrole en -opmaak;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juli 2004 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister bevoegd voor Begroting, gegeven op 26 augustus 2004;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Doelstelling, organisatie en opdracht
Artikel 1.De Huizen van het Nederlands hebben als doelstelling : 1° Het optimaliseren van de dienstverlening ten aanzien van anderstaligen die aan de voltijdse leerplicht voldaan hebben en die Nederlands willen leren gericht op sociale, professionele of educatieve redzaamheid. De Huizen van het Nederlands oriënteren deze anderstaligen op een deskundige en neutrale wijze naar het meest gepaste aanbod Nederlands als tweede taal en dragen zo bij tot de integratie van anderstalige volwassenen en tot de inburgering van de anderstalige nieuwkomers in de Vlaamse samenleving; 2° Het bijdragen tot het optimaliseren van het aanbod, door : a) Het verwerven van een zo volledig mogelijk overzicht van vraag, aanbod, uitval (en reden tot uitval), doorstroom en wachtlijsten;b) Het signaleren van knelpunten, behoeften en oplossingen aan de overheid;c) Het optimaliseren van de afstemming van het aanbod NT2 tussen de verschillende centra.
Art. 2.§ 1. Er zijn tien Huizen van het Nederlands met als werkingsgebied het grondgebied van : 1° de stad Antwerpen;2° het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad;3° de stad Gent;4° de regio Aalst;5° de regio Sint-Niklaas;6° de regio De Kempen;7° de regio Mechelen;8° de provincie Limburg;9° de provincie Vlaams-Brabant;10° de provincie West-Vlaanderen. § 2. De Huizen van het Nederlands worden georganiseerd door een projectdrager, aangeduid door de partners vermeld in artikel 3.
Art. 3.De Huizen van het Nederlands zijn samenwerkingsverbanden bestaande uit tenminste volgende partners : 1° Alle centra werkzaam binnen het werkingsgebied van het betreffende Huis van het Nederlands.Hiermee worden volgende entiteiten bedoeld, in zoverre zij NT2 aanbieden : - een centrum voor basiseducatie, bedoeld in het decreet van 12 juli 1990 houdende de regeling van basiseducatie voor laaggeschoolde volwassenen; - een centrum voor volwassenenonderwijs, bedoeld in het decreet van 2 maart 1999 tot regeling van een aantal aangelegenheden van het volwassenenonderwijs; - een talencentrum ingericht bij een universiteit in de zin van het decreet van 13 juli 1991 betreffende de universiteiten van de Vlaamse Gemeenschap; - een SYNTRA-opleidingsplaats, zijnde een centrum voor vorming van zelfstandigen en kleine en middelgrote ondernemingen, bedoeld in de artikelen 57 tot en met 61 van het decreet van 23 januari 1991 betreffende de vorming en de begeleiding van de zelfstandigen en kleine en middelgrote ondernemingen; - een centrum voor beroepsopleiding van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling, bedoeld in artikel 85 van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 1988 houdende de organisatie van de arbeidsbemiddeling en de beroepsopleiding. 2° Het onthaalbureau gevestigd binnen het werkingsgebied van het betreffende Huis van het Nederlands;3° De betrokken provincies voor de Huizen van het Nederlands vermeld in artikel 2, 8° tot en met 10°;4° De betrokken steden voor de Huizen van het Nederlands vermeld in artikel 2, 1° en 3°;5° De Vlaamse Gemeenschapscommissie voor wat betreft het Huis van het Nederlands vermeld in artikel 2, 2°.
Art. 4.§ 1. De Huizen van het Nederlands hebben volgende opdrachten : 1° Het verzamelen en verstrekken van informatie betreffende het aanbod NT2 van alle betrokken centra en van eventuele andere aanbieders NT2;2° Het organiseren van een gecoördineerde en geobjectiveerde intake, desgevallend testing en doorverwijzing van zowel cursisten die doorverwezen zijn door de centra en de onthaalbureaus als van degenen die zich rechtstreeks aandienen bij het Huis van het Nederlands. Hiertoe organiseren de Huizen van het Nederlands opleidingen en andere bekwaamheidsbevorderende activiteiten voor de personeelsleden belast met deze intake, testing en doorverwijzing; 3° Het registreren van de resultaten van de intake, desgevallend testing en doorverwijzing en het verder administratief opvolgen van de cursisten die zich voor een opleiding NT2 inschrijven bij één van de betrokken centra.Hiertoe dienen de Huizen van het Nederlands gebruik te maken van het door de Vlaamse Gemeenschap ter beschikking gestelde registratiesysteem; 4° Het verstrekken van informatie aan de onthaalbureaus waarover deze moeten beschikken om hun opdracht zoals bepaald in de artikelen 8 en 25, § 1 van het decreet van 28 februari 2003 betreffende het Vlaamse inburgeringsbeleid te kunnen uitoefenen;5° Het op geregelde tijdstippen rapporteren aan de overheid in verband met het aanbod NT2, de intake, desgevallend testing en doorverwijzing en administratieve opvolging van de cursisten en de werking van de Huizen van het Nederlands.Hiertoe worden er documenten door de afdeling Volwassenenonderwijs aangereikt. Daarnaast kan de overheid, met het oog op evaluatie en bijsturing van het beleid, bijkomende gegevens opvragen. § 2. De Huizen van het Nederlands realiseren deze opdrachten rekening houdend met afsprakenkader NT2 zoals goedgekeurd door de Vlaamse regering. De opdrachten beschreven in § 1 kunnen gewijzigd worden in functie van het Vlaamse afsprakenprotocol. HOOFDSTUK II. - Financiering
Art. 5.§ 1. Aan de projectdragers van de in artikel 2 vermelde Huizen van het Nederlands wordt voor de realisatie van het project "Huis van het Nederlands" voor de periode 1 september 2004 tot 31 december 2004 een experimentele toelage toegekend. De toelage bestaat uit enerzijds een forfaitaire toelage voor elke projectdrager en anderzijds een variabele toelage.
De forfaitaire toelage bestaat uit een gegarandeerd bedrag van 16.600 euro bestemd voor de algemene werking van het Huis van het Nederlands en een gegarandeerd bedrag van 3.500 euro bestemd voor het onderhoud van het geautomatiseerd registratiesysteem. § 2. In afwijking van § 1, tweede lid wordt aan de in artikel 2, § 1, 4° tot en met 7°, bedoelde samenwerkingsverbanden een gegarandeerd bedrag van 8.300 euro bestemd voor de algemene werking van het Huis van het Nederlands en een gegarandeerd bedrag van 1.750 euro bestemd voor het onderhoud van het geautomatiseerd registratiesysteem toegekend. § 3. Het variabel bedrag van 672.200 euro wordt aan de samenwerkingsverbanden toegekend. Deze toekenning gebeurt voor de samenwerkingsverbanden bedoeld in artikel 2, § 1, 1°, 3°, 8° tot en met 10°, evenredig met enerzijds het aantal lesurencursist van de betrokken Centra voor Volwassenenonderwijs tijdens de referteperiode 1 februari 2003 - 31 januari 2004 en anderzijds met het aantal deelnemersuren van de betrokken Centra voor Basiseducatie tijdens de referteperiode 1 januari 2003 - 31 december 2003.
Voor de samenwerkingsverbanden bedoeld in artikel 2, § 1, 4° tot en met 7°, wordt het variabel bedrag toegekend evenredig met het aantal lesurencursist van de Centra voor Volwassenenonderwijs tijdens de referteperiode 1 februari 2003 - 31 januari 2004 en anderzijds met het aantal deelnemersuren van de Centra voor Basiseducatie tijdens de referteperiode 1 januari 2003 - 31 december 2003 die gelegen zijn binnen de desbetreffende provincies. Elk samenwerkingsverband ontvangt de middelen in verhouding met het aantal lesurencursist en deelnemersuren van de centra voor volwassenenonderwijs en de centra voor basiseducatie gesitueerd binnen hun werkingsgebied ten aanzien van het totale aantal lesurencursist en deelnemersuren die de betrokken samenwerkingsverbanden binnen de betreffende provincie realiseren. § 4. In afwijking van § 3, wordt aan het Huis van het Nederlands met als werkingsgebied het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad een krediet toegekend ten bedrage van 15 % van het beschikbare krediet na aftrek van de forfaitaire bedragen.
Art. 6.Deze toelage is uitkeerbaar op voorwaarde dat : § 1. De projectdrager rapporteert aan de minister bevoegd voor inburgering op de wijze zoals gevraagd wordt door de afdeling volwassenenonderwijs; § 2. De bepalingen van dit besluit worden nageleefd; § 3. De projectdrager aanvaardt de controle door de afdeling volwassenenonderwijs op zijn werking en zijn uitgaven voor de vervulling van de opdracht; § 4. Aan de afdeling Volwassenenonderwijs worden volgende documenten voorgelegd : 1° Een verklaring ondertekend door de partners bij het Huis van het Nederlands, bestaande uit : - een overeenkomst waaruit blijkt dat zij de opdrachten, zoals beschreven in artikel 4, gezamenlijk realiseren.Hiertoe brengen zij hun competentie inzake intake, testen, oriënteren en opvolging dermate samen dat het samenwerkingsverband haar doelstelling inzake coordinatie en centralisatie van deze activiteiten efficiënt kan uitvoeren; - een overeenkomst waaruit blijkt dat zij zich bereid verklaren via hun geautomatiseerd cursistenbeheer gegevens met het registratiesysteem van het samenwerkingsverband uitwisselbaar te maken en een gecoordineerde aanpak uit te werken inzake intake, testing en oriëntering; - een overeenkomst tussen de centra, omtrent het gezamenlijk beheer van de resultaten van de intake, het testen, de oriëntering en de opvolging met een geautomatiseerd registratiesysteem dat ter beschikking gesteld wordt door het departement onderwijs. De betrokken centra verklaren zich bereid via hun geautomatiseerd cursistenbeheer gegevens met het registratiesysteem van het samenwerkingsverband uitwisselbaar te maken; 2° Een begroting, voorgelegd door de projectdrager, waaruit blijkt dat hij over de financiële middelen beschikt om zijn opdracht en doelstellingen waar te maken;3° Een overeenkomst waarin de besturen van de betrokken instellingen hun in de begroting voorziene bijdrage - hetzij in speciën hetzij in dienstverlening hetzij in infrastructuur - realiseren.
Art. 7.§ 1. De in artikel 5, § 1, tweede lid en § 2, bedoelde gegarandeerde forfaitaire toelage wordt uitgekeerd nadat volgende gegevens aan de afdeling Volwassenenonderwijs zijn overgemaakt : 1° de naam van de projectdrager van het Huis van het Nederlands;2° de administratieve zetel van het Huis van het Nederlands;3° het rekeningnummer waarop de toelage dient gestort te worden;4° een lijst van de deelnemende partners bij het Huis van het Nederlands. § 2. De variabele toelage wordt als volgt uitgekeerd : 1° een eerste voorschot van 50 % zodra de documenten bedoeld in artikel 6, § 4, 1°, 2° en 3°, aan de afdeling volwassenenonderwijs werden bezorgd;2° het saldo nadat uit het eindrapport, uiterlijk op 31 januari 2005 door de projectdrager ingediend, gebleken is dat de volledige opdracht werd uitgevoerd.
Art. 8.De toelage, zoals bepaald in artikel 5, worden geheel of gedeeltelijk teruggevorderd indien blijkt dat deze middelen niet worden aangewend voor de realisatie van het project "Huis van het Nederlands". HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen
Art. 9.Dit besluit heft het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2003 betreffende het project "Het Huis van het Nederlands" op.
Art. 10.Dit besluit treedt in werking op 1 september 2004. Het besluit houdt op van kracht te zijn op 31 december 2004, met uitzondering van artikel 7, § 2, 2° dat ophoudt van kracht te zijn op 31 januari 2005.
Art. 11.De Vlaamse minister, bevoegd voor Inburgering, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 27 augustus 2004.
De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering, M. KEULEN