27 APRIL 2007. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de Sociale Dienst voor het Vlaams Overheidspersoneel

De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 2 maart 2007 betreffende de vereniging zonder winstoogmerk Sociale Dienst voor het Vlaams Overheidspersoneel;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 21 november 1990 betreffende de sociale dienst van de Vlaamse Gemeenschap, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 4 december 1991, 21 mei 1997 en 12 december 2003;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Begroting, gegeven op 13 juli 2006;

Gelet op protocol nr. 237.759 van 24 juli 2006 van het Sectorcomité XVIII Vlaamse Gemeenschap - Vlaams Gewest;

Gelet op het advies van de Raad van State nr. 41.247/3, gegeven op 19 september 2006, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media en Toerisme;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemeen

Artikel 1.De Sociale Dienst voor het Vlaams Overheidspersoneel, die geldt voor de Vlaamse ministeries, valt in de taakstelling van het Agentschap voor Overheidspersoneel.

Art. 2.De werking van de Sociale Dienst strekt zich uit tot de personeelsleden van de Vlaamse ministeries en de rechtspersonen, vermeld in artikel 3, de provinciegouverneurs, de adjunct van de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant, de arrondissementscommissarissen, de adjunct-arrondissementscommissaris en de gewestelijk ontvangers, die in dienstactiviteit zijn, de gepensioneerden, de personen ten laste en de personen die het overleden personeelslid ten laste had, de echtgenoten of samenwonenden van de personeelsleden en van de overleden personeelsleden, tot de personeelsleden van de kabinetten van de leden van de Vlaamse Regering, de secretarissen of permanent vrijgestelden van de vakorganisaties van wie de loonkosten rechtstreeks of onrechtstreeks door de Vlaamse overheid ten laste worden genomen, hun echtgenoten of samenwonenden en de personen ten laste van die laatstgenoemde personeelsleden voor zover de personen, vermeld in deze paragraaf, niet onder het werkingsgebied van een andere sociale dienst ressorteren.

De raad van bestuur van de Sociale Dienst kan, bij algemene maatregel, een of meer voordelen beperken tot een of meer categorieën van begunstigden als vermeld in het eerste lid.

Art. 3.Agentschappen met rechtspersoonlijkheid, strategische adviesraden en Vlaamse openbare instellingen kunnen aansluiten bij de Sociale Dienst. Het protocol van aansluiting wordt, na advies van de raad van bestuur van de erkende vereniging zonder winstoogmerk, aan de goedkeuring van de Vlaamse Regering voorgelegd. De overeenkomst tussen de instelling en de Sociale Dienst wordt door beide partijen ondertekend.

Art. 4.De personeelsleden, bedoeld in artikel 5, § 1, 2°, van het decreet van 2 maart 2007 betreffende de vereniging zonder winstoogmerk Sociale Dienst voor het Vlaams Overheidspersoneel, onder wie het hoofd van het Agentschap voor Overheidspersoneel en de preventieadviseur-coördinator van de Gemeenschappelijke Interne Dienst voor Preventie en Bescherming, worden aangesteld door de Vlaamse minister, bevoegd voor het algemeen beleid inzake personeel en de organisatieontwikkeling.

Art. 5.De overeenkomst, bedoeld in artikel 9 van hetzelfde decreet, wordt voor advies voorgelegd aan de beleidsraad van het beleidsdomein Bestuurszaken. HOOFDSTUK II. - Personeel

Art. 6.De hoedanigheid van een personeelslid, ter beschikking gesteld van de erkende vereniging, is onverenigbaar met het lidmaatschap of met de uitoefening van een beheersmandaat in die vereniging.

Art. 7.Het hoofd van de entiteit wijst na eenparig advies van de raad van bestuur het hoofd van de administratie van de Sociale Dienst aan.

Art. 8.Onder de ter beschikking gestelde personeelsleden worden een secretaris en een penningmeester aangewezen door de raad van bestuur.

Art. 9.De raad van bestuur formuleert een voorstel van personeelsplan van de Sociale Dienst en legt dat voor aan de bevoegde instantie. HOOFDSTUK III. - Overgangs- en uitvoeringsbepalingen

Art. 10.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 1988 tot uitvoering van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 januari 1988 houdende sommige maatregelen tot harmonisatie van de toelagen en presentiegelden aan commissarissen, gemachtigden van financiën, afgevaardigden van de Vlaamse regering, voorzitters en leden van niet-adviserende commissies of van raden van bestuur van instellingen en ondernemingen die onder de Vlaamse Regering behoren, zoals gewijzigd, wordt de opsomming vermeld onder categorie I, aangevuld als volgt : « d) ressorterend onder de Vlaamse minister van Bestuurszaken : - de V.Z.W. Sociale Dienst voor het Vlaams Overheidspersoneel. »

Art. 11.Het besluit van de Vlaamse Regering van 21 november 1990 betreffende de sociale dienst van de Vlaamse Gemeenschap wordt opgeheven.

Art. 12.Dit besluit treedt in werking op datum van goedkeuring, met uitzondering van artikel 11 dat in werking treedt op een door de Vlaamse regering vast te stellen datum.

Art. 13.De Vlaamse minister, bevoegd voor het Algemeen Beleid inzake personeel en de organisatieontwikkeling, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 27 april 2007.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media en Toerisme, G. BOURGEOIS