Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 26 maart 2004
gepubliceerd op 15 april 2004

Besluit van de Vlaamse regering tot instelling van de steunregeling in de sector zaaizaden

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2004035558
pub.
15/04/2004
prom.
26/03/2004
ELI
eli/besluit/2004/03/26/2004035558/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

26 MAART 2004. - Besluit van de Vlaamse regering tot instelling van de steunregeling in de sector zaaizaden


De Vlaamse regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 6, § 1, V, vervangen bij de bijzondere wet van 13 juli 2001 houdende overdracht van diverse bevoegdheden aan de gewesten en de gemeenschappen;

Gelet op de wet van 10 november 1967 houdende oprichting van het Belgisch Interventie- en Restitutiebureau, gecoördineerd op 3 februari 1995, zoals gewijzigd bij de wet van 7 juli 2002;

Gelet op de wet van 11 juli 1969 betreffende de bestrijdingsmiddelen en de grondstoffen voor de landbouw, tuinbouw, bosbouw en veeteelt, zoals gewijzigd bij de wetten van 21 december 1998 en 5 februari 1999;

Gelet op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten, inzonderheid artikel 3, § 1,1°, zoals gewijzigd bij de wet van 22 februari 2001;

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2358/71 van de Raad van 26 oktober 1971 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector zaaizaden, zoals tot op heden gewijzigd;

Gelet op Verordening (EEG) nr. 1674/72 van de Raad van 2 augustus 1972 tot vaststelling van de algemene voorschriften voor de toekenning en de financiering van de steun in de sector zaaizaden, zoals tot op heden gewijzigd;

Gelet op Verordening (EG) nr. 1258/1999 van de Raad van 17 mei 1999 betreffende de financiering van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid;

Gelet op Verordening (EEG) nr. 1686/72 van de Commissie van 2 augustus 1972 houdende uitvoeringsbepalingen inzake de steun in de sector zaaizaden, zoals laatst gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 800/2002 van de Commissie van 14 mei 2002;

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2514/78 van de Commissie van 26 oktober 1978 inzake de registratie in de Lidstaten van de contracten voor de vermeerdering van zaaizaad in derde landen, zoals laatst gewijzigd bij verordening (EEG) nr. 119/89 van de Commissie van 19 januari 1989;

Gelet op Verordening (EEG) nr. 3083/73 van de Commissie van 14 november 1973 betreffende het verstrekken van de nodige gegevens voor de toepassing van Verordening (EEG) nr. 2358/71 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector zaaizaden, zoals laatst gewijzigd bij verordening (EEG) nr. 1679/92 van de Commissie van 29 juni 1992;

Gelet op het koninklijk besluit van 26 juni 2000 betreffende de uitvoering van de steunregeling in de sector zaaizaden;

Gelet op het overleg tussen de gewestregeringen en de federale overheid van 8 september 2003, bekrachtigd door de Interministeriële Conferentie Landbouw van 14 november 2003;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, bekomen op 3 december 2003;

Gelet op de beraadslaging van de Vlaamse regering op 9 januari 2004, betreffende de aanvraag om advies bij de Raad van State binnen een maand, Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 3 februari 2004, met toepassing van artikel 84, eerste lid,1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Leefmilieu, Landbouw en Ontwikkelingssamenwerking;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Het verkoopseizoen voor zaaizaad begint elk jaar op 1 juli en eindigt op 30 juni van het daaropvolgende jaar.

Art. 2.In dit besluit wordt verstaan onder : 1° de dienst : de Vlaamse dienst bevoegd voor de certificering van teeltmateriaal;2° het betaalorgaan : het BIRB, derde Directie Plantaardige Producten, voor wat betreft de campagne 2002/2003 en het ALP vanaf de campagne 2003/2004, 3° de ALP : de administratie Landbouwproductiebeheer;4° de minister : de Vlaamse minister bevoegd voor het landbouwbeleid;5° de vermeerderaar : elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die zaaizaad vermeerdert en die voor de productie en de tijdelijke bewaring van het bruto zaaizaad de verantwoordelijkheid draagt;6° de handelaar-bereider : elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die zaaizaden opslaat, reinigt, droogt, bewerkt, bereidt, ontsmet en verpakt;7° de kweker : elke natuurlijke persoon of rechtspersoon waarvan een ras beantwoordt aan één van de volgende voorwaarden : a) het ras is ingeschreven op de nationale catalogus van rassen van landbouwsoorten of op de gemeenschappelijke rassenlijst voor landbouwgewassen;b) het ras is voorwerp van de nodige proeven en zal binnenkort in de nationale catalogus van rassen van landbouwsoorten of op de gemeenschappelijke rassenlijst voor landbouwgewassen te worden opgenomen;c) het ras is opgenomen op de OESO-lijst van de voor certificering toegelaten rassen.

Art. 3.De steun wordt slechts toegekend voor de productie van zaaizaad dat aan de volgende voorwaarden voldoet : 1° het is geoogst op het Belgische grondgebied tijdens het kalenderjaar waarin het verkoopsseizoen begint waarvoor de steun is vastgesteld;2° het gaat om basiszaad of gecertificeerd zaad zoals gedefinieerd in onderstaande besluiten en dat aan de in die besluiten gestelde normen en voorwaarden moet voldoen en door het AKLde dienst officieëel goedgekeurd moet zijn : a) het koninklijk besluit van 2 mei 2001 houdende reglementering van de handel in en de keuring van zaaizaad van groenvoedergewassen;b) het koninklijk besluit van 2 mei 2001 houdende reglementering van de handel in en de keuring van zaaigranen;c) het koninklijk besluit van 2 mei 2001 houdende reglementering van de handel in en de keuring van zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen;3° het is op één van de volgende wijzen geproduceerd : - op grond van een vermeerderingscontract dat is gesloten tussen een handelaar-bereider of een kweker enerzijds en een vermeerderaar anderzijds; - rechtstreeks door de handelaar-bereider of de kweker zelf. Om deze productie te staven moet een vermeerderingsaangifte gedaan worden.

Art. 4.De handelaar- bereiders en kwekers, genoemd in artikel 3, 3°, die op het Vlaamse grondgebied zijn gevestigd moeten door de dienst erkend of geregistreerd zijn overeenkomstig : 1° het ministerieel besluit van 21 december 2001 tot vaststelling van een keurings- en certificeringsreglement van zaaizaad van groenvoedergewassen, 2° het ministerieel besluit van 21 december 2001 tot vaststelling van een keurings- en certificeringsreglement van zaaigranen 3° het ministerieel besluit van 21 december 2001 tot vaststelling van een keurings- en certificeringsreglement van zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen.

Art. 5.De dienst wordt belast met de registratie vermeerderingscontracten en -aangiften, bedoeld in artikel 3, 3°, overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EEG) nr. 1674/72.

De vermeerderingscontracten en -aangiften moeten samen met de inschrijvingsformulieren voor de keuring worden ingediend bij de Dienst.

Een vermeerderingscontract of -aangifte wordt geregistreerd onder het registratienummer dat aan het vermeerderingsperceel wordt toegekend.

De dienst wordt eveneens belast met de registratie van de vermeerderingscontracten van zaaizaad in derde landen overeenkomstig artikel 3bis, eerste lid, van Verordening (EEG) nr. 2358/71 en artikel 4 van Verordening (EEG) nr. 2514/78.

Art. 6.Het betaalorgaan wordt belast met de uitbetaling van de steun bij de productie van zaaizaad.

Art. 7.De steun wordt aan de vermeerderaar toegekend als hij na de oogst en vóór 25 juni van het jaar dat volgt op het oogstjaar, een aanvraag indient bij het betaalorgaan.

Art. 8.Zoals bepaald in artikel 2bis, 1, en artikel 4 van Verordening (EEG) nr. 1686/72 moeten bij de steunaanvraag volgende documenten worden gevoegd : 1° het door de dienst afgeleverde bewijs dat de hoeveelheid zaaizaad in kwestie officieel werd gecertificeerd;2° het bewijs dat het zaaizaad door de begunstigde werkelijk voor de inzaai in de handel gebracht is op de datum van indiening van de steunaanvraag. De vermeerderaar moet het bewijs van eerste commercialisatie voor zaaidoeleinden, bedoeld in het eerste lid, 2°, leveren aan de hand van facturen waaruit blijkt dat het zaaizaad, waarvoor de steunaanvraag wordt ingediend, werkelijk voor de inzaai aan een handelaar-bereider (of kweker) is verkocht.

De handelaar-bereider of kweker die zelf vermeerdert moet het hogergenoemde bewijs leveren aan de hand van een afschrift van zijn zaaizaad-voorraadboekhouding.

Art. 9.De dienst wordt belast met de uitvoering van de administratieve controles en de controles ter plaatse, zoals bepaald in artikel 2bis, tweede lid en artikel 3ter van Verordening (EEG) nr. 1686/72.

Art. 10.De in Vlaanderen erkende of geregistreerde handelaar-bereider of kweker moet op verzoek van de dienst alle nuttige gegevens verstrekken voor toepassing van Verordening (EEG) nr. 3083/73.

Art. 11.De handelaar-bereider of kweker, die op het grondgebied van het Vlaamse Gewest zaaizaden vermeerdert of laat vermeerderen maar buiten het grondgebied van het Vlaamse Gewest of in een andere lidstaat van de Europese Unie erkend of geregistreerd is, moet op het verzoek van de dienst alle gegevens verstrekken die nodig zijn voor de controle van het recht op steun.

Art. 12.Ter uitvoering van artikel 4, eerste lid, van Verordening (EEG) nr. 2358/71 levert de dienst, overeenkomstig het koninklijk besluit van 22 september 1993 tot regeling van de invoer en het binnenbrengen van zaaizaden en pootgoed van sommige plantensoorten en van teeltmateriaal van bosbouwsoorten, aan de belanghebbenden die daarom verzoeken een invoercertificaat af.

Art. 13.Overtredingen van dit besluit, van de Verordeningen (EEG) nr. 2358/71 en 1674/72 van de Raad en van de Verordeningen (EEG) nr. 1686/72 en 2514/78 van de Commissie worden opgespoord, vastgesteld en bestraft overeenkomstig de wet van 11 juli 1969 betreffende de bestrijdingsmiddelen en de grondstoffen voor de landbouw, tuinbouw, bosbouw en veeteelt en de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten.

Art. 14.Ter uitvoering van Verordeningen (EEG) nr. 2358/71 en 1674/72 van de Raad en van Verordeningen (EEG) nr. 1686/72 en 2514/78 van de Commissie kan de minister extra bepalingen vaststellen.

Art. 15.Het koninklijk besluit van 26 juni 2000 betreffende de uitvoering van de steunregeling in de sector zaaizaden wordt opgeheven.

Art. 16.Dit besluit is van kracht vanaf het verkoopsseizoen 2002/2003.

Art. 17.De Vlaamse minister, bevoegd voor het Landbouwbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 26 maart 2004.

De minister-president van de Vlaamse regering, B. SOMERS De Vlaamse minister van Leefmilieu, Landbouw en Ontwikkelingssamenwerking, J. TAVERNIER

^