Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 26 juni 2000
gepubliceerd op 26 juli 2000

Koninklijk besluit betreffende de uitvoering van de steunregeling in de sector zaaizaden

bron
ministerie van middenstand en landbouw
numac
2000016190
pub.
26/07/2000
prom.
26/06/2000
ELI
eli/besluit/2000/06/26/2000016190/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

26 JUNI 2000. - Koninklijk besluit betreffende de uitvoering van de steunregeling in de sector zaaizaden


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten, inzonderheid artikel 3, 1e §, 1°, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 5 februari 1999;

Gelet op de wet van 11 juli 1969 betreffende de bestrijdingsmiddelen en de grondstoffen voor de landbouw, tuinbouw, bosbouw en veeteelt, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 5 februari 1999;

Gelet op de verordening (EEG) nr. 2358/71 van de Raad van 26 oktober 1971 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector zaaizaden, laatstelijk gewijzigd bij verordening (EG) nr.1405/1999 van de Raad van 24 juni 1999;

Gelet op verordening (EEG) nr. 1674/72 van de Raad van 2 augustus 1972 tot vaststelling van de algemene voorschriften voor de toekenning en de financiering van de steun in de sector zaaizaad, laatstelijk gewijzigd bij verordening (EEG) nr. 1659/81 van de Raad van 19 mei 1981;

Gelet op verordening (EEG) nr. 729/70 van de Raad van 21 april 1970 betreffende de financiering van het Gemeenschappelijk landbouwbeleid, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1287/95;

Gelet op verordening (EG) nr. 1258/1999 van de Raad van 17 mei 1999 betreffende de financiering van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid;

Gelet op de verordening (EEG) nr. 1686/72 van de Commissie van 2 augustus 1972 houdende uitvoeringsbepalingen inzake de steun in de sector zaaizaad, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 709/98 van de Commissie van 30 maart 1998;

Gelet op verordening (EEG) nr. 2514/78 van de Commissie van 26 oktober 1978 inzake de registratie in de Lid-Staten van de contracten voor de vermeerdering van zaaizaad in derde landen, laatstelijk gewijzigd bij verordening (EEG) nr. 119/89 van de Commissie van 19 januari 1989;

Gelet op verordening (EEG) nr. 1718/93 van de Commissie van 30 juni 1993 betreffende het ontstaansfeit voor de landbouwomrekeningskoers in de sector zaaizaad;

Gelet op Verordening (EEG) nr. 3083/73 van de Commissie van 14 november 1973 betreffende het verstrekken van de nodige gegevens voor de toepassing van Verordening (EEG) nr. 2358/71 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector zaaizaad, laatstelijk gewijzigd bij verordening (EEG) nr. 1679/92 van de Commissie van 29 juni 1992;

Gelet op Verordening (EG) nr. 1663/95 van de Commissie van 7 juli 1995 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 729/70 van de Raad aangaande de procedure inzake de goedkeuring van de rekeningen van het EOGFL, afdeling Garantie;

Gelet op het koninklijk besluit van 28 november 1994 houdende oprichting, organisatie en vastlegging van de personeelsformatie van het Ministerie van Middenstand en Landbouw;

Gelet op het koninklijk besluit van 3 februari 1995 houdende coördinatie van de wet van 10 november 1967 houdende oprichting van het Belgisch Interventie- en Restitutiebureau;

Gelet op het overleg met de Gewestregeringen;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat zo snel mogelijk nationale maatregelen moeten genomen worden voor de uitvoering van de hogergenoemde verordeningen van de Raad en van de Commissie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Dit besluit stelt de nationale uitvoeringsbepalingen vast voor de toekenning van de Europese steun voor bepaalde soorten zaaizaad en voor bepaalde rassengroepen in een verkoopsseizoen.

Het verkoopsseizoen voor zaaizaad begint elk jaar op 1 juli en eindigt op 30 juni van het daaropvolgende jaar.

Art. 2.In de zin van dit besluit wordt verstaan onder : « DG4 » : het Bestuur voor de Kwaliteit van de Grondstoffen en de Plantaardige sector van het Ministerie van Middenstand en Landbouw en de Dienst Teeltmateriaal in het bijzonder; « het BIRB » : het Belgisch Interventie- en Restitutiebureau; « de Minister » : de Minister die de Landbouw onder zijn bevoegdheid heeft; « de vermeerderaar » : elke natuurlijke- of rechtspersoon die zaaizaad vermeerdert en die voor de productie en de tijdelijke bewaring van het bruto zaaizaad de verantwoordelijkheid draagt; « de handelaar-bereider » : elke natuurlijke of rechtspersoon die zaaizaden opslaat, reinigt, droogt, bewerkt, bereidt, ontsmet en verpakt. « de kweker » : elke natuurlijke of rechtspersoon waarvan een ras beant- woordt aan één van de volgende voorwaarden : - het ras is ingeschreven op de nationale catalogus van rassen van landbouwsoorten of op de gemeenschappelijke rassenlijst voor landbouwgewassen; - het ras neemt deel aan de nodige proeven om weldra in de nationale catalogus van rassen van landbouwsoorten of op de gemeenschappelijke rassenlijst voor landbouwgewassen te worden opgenomen; - het ras is opgenomen op de OESO-lijst van de voor certificering toegelaten rassen.

Art. 3.De steun wordt slechts toegekend voor de productie van zaaizaad dat 1° geoogst is op het Belgisch grondgebied tijdens het kalenderjaar waarin het verkoopsseizoen begint waarvoor de steun is vastgesteld;2° basiszaad of gecertificeerd zaad is, zoals gedefinieerd in - het koninklijk besluit van 23 juli 1977 houdende reglementering van de handel in zaaizaad van groenvoedergewassen, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 4 maart 1998; - het koninklijk besluit van 3 november 1980 houdende reglementering van de handel in zaaigranen, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 4 maart 1998; - het koninklijk besluit van 21 mei 1982 houdende reglementering van de handel in zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 4 maart 1998; dit basiszaad of gecertificeerd zaad moet aan de in die besluiten gestelde normen en voorwaarden voldoen en door DG4 officieel goedgekeurd zijn; 3° geproduceerd is - hetzij op grond van een vermeerderingscontract dat is gesloten tussen een handelaar-bereider of een kweker, enerzijds, en een vermeerderaar, anderzijds; - hetzij rechtstreeks door de handelaar-bereider of de kweker zelf; tot staving van deze productie moet een vermeerderingsaangifte gedaan worden.

Art. 4.De in artikel 3, 3°, bedoelde handelaar-bereiders en kwekers die op het Belgische grondgebied zijn gevestigd moeten door DG4 erkend of geregistreerd zijn overeenkomstig het ministerieel besluit van 3 september 1979 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen van het koninklijk besluit van 3 september 1979 houdende inrichting van de keuring van zaaizaad van landbouwgewassen, te verrichten door de Nationale Dienst voor de afzet van land-en tuinbouwproducten, zoals laatstelijk gewijzigd door het ministerieel besluit van 9 november 1982.

Art. 5.DG4 wordt belast met de registratie van de in artikel 3, 3° bedoelde vermeerderingscontracten en -aangiften overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EEG) nr. 1674/72.

De vermeerderingscontracten en -aangiften moeten samen met de inschrijvingsformulieren voor de keuring worden ingediend bij DG4, Dienst Teeltmateriaal, WTC III, S. Bolivarlaan 30 in 1000 Brussel.

Een vermeerderingscontract of -aangifte wordt geregistreerd onder het « registratienummer » dat aan het vermeerderingsperceel wordt toegekend.

DG4 wordt eveneens belast met de registratie van de vermeerderingscontracten van zaaizaad in derde landen overeenkomstig artikel 3bis, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2358/71 en artikel 4 van Verordening (EEG) nr. 2514/78.

Art. 6.Het BIRB wordt belast met de uitbetaling van de steun bij de productie van zaaizaad.

Art. 7.De steun wordt aan de vermeerderaar toegekend wanneer hij daartoe, na de oogst en vóór 25 juni van het jaar volgend op het oogstjaar een aanvraag indient bij het BIRB, 3e Directie Plantaardige producten, Trierstraat 82 in 1040 Brussel.

Art. 8.Zoals bepaald in artikel 2bis, onder 1, en in artikel 4 van Verordening (EEG) nr. 1686/72 moet de steunaanvraag vergezeld gaan van - het door DG4 afgeleverde bewijs dat de betrokken hoeveelheid zaaizaad officieel werd gecertificeerd; - het bewijs dat het zaaizaad door de begunstigde werkelijk voor de inzaai in de handel gebracht is op de datum van indiening van de steunaanvraag.

De vermeerderaar moet het bewijs van eerste commercialisatie voor zaaidoeleinden bedoeld in het vorige lid, tweede streepje, leveren aan de hand van facturen waaruit blijkt dat het zaaizaad, waarvoor de steunaanvraag wordt ingediend, werkelijk voor de inzaai aan een handelaar-bereider (of kweker) is verkocht.

De handelaar-bereider of kweker die zelf vermeerdert moet het hogergenoemde bewijs leveren aan de hand van een afschrift van zijn zaaizaad-voorraadboekhouding.

Art. 9.DG4 wordt belast met de uitvoering van de administratieve controles en de controles ter plaatse zoals bepaald in artikel 2bis, lid 2 en artikel 3ter van Verordening (EEG) nr. 1686/72.

Art. 10.De in België erkende of geregistreerde handelaar-bereider of kweker moet op het verzoek van DG4 alle nuttige gegevens verstrekken voor toepassing van Verordening (EEG) nr. 3083/73.

Art. 11.De handelaar-bereider of kweker, die in België zaaizaden vermeerdert of laat vermeerderen maar in een andere lidstaat van de Europese Unie erkend of geregistreerd is, moet op het verzoek van DG4 alle gegevens verstrekken die nodig zijn voor de controle van het recht op steun.

Art. 12.Voor toepassing van artikel 4, lid 1 van Verordening (EEG) nr. 2358/71 levert DG4, overeenkomstig het koninklijk besluit van 22 september 1993 tot regeling van de invoer en het binnenbrengen van zaaizaden en pootgoed van sommige plantensoorten en van teeltmateriaal van bosbouwsoorten, aan de belanghebbenden die daartoe verzoeken een invoercertificaat af.

Art. 13.Overtredingen van dit besluit, van de Verordeningen (EEG) nr. 2358/71 en 1674/72 van de Raad en van de verordeningen (EEG) nr. 1686/72 en 2514/78 van de Commissie worden opgespoord, vastgesteld en bestraft overeenkomstig de wet van 11 juli 1969 betreffende de bestrijdingsmiddelen en de grondstoffen voor de landbouw, tuinbouw, bosbouw en veeteelt en de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten.

Art. 14.Voor toepassing van Verordeningen (EEG) nr. 2358/71 en 1674/72 van de Raad en van Verordeningen (EEG) nr. 1686/72 en 2514/78 van de Commissie kan de Minister bijkomende bepalingen vaststellen.

Art. 15.De ministeriële besluiten van 21 maart 1973 betreffende de toekenning van een steun bij de productie van zaaizaad van sommige plantensoorten en van 1 maart 1979 betreffende de registratie van de contracten voor vermeerdering van zaaizaad in derde landen worden opgeheven vanaf het verkoopsseizoen 1999/2000.

Art. 16.Dit besluit is van toepassing vanaf het verkoopsseizoen 1999/2000. Artikelen 8 en 9 van dit besluit zijn evenwel reeds van toepassing vanaf het verkoopsseizoen 1998/1999.

Art. 17.Onze Minister van Landbouw en Middenstand is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 26 juni 2000.

ALBERT Van Koningswege : Voor de Minister van Landbouw en Middenstand, afwezig : De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN

^