Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 25 mei 2018
gepubliceerd op 10 juli 2018

Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van steun aan projecten van collectief onderzoek en ontwikkeling en collectieve kennisverspreiding

bron
vlaamse overheid
numac
2018040160
pub.
10/07/2018
prom.
25/05/2018
ELI
eli/besluit/2018/05/25/2018040160/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

25 MEI 2018. - Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van steun aan projecten van collectief onderzoek en ontwikkeling en collectieve kennisverspreiding


DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 21 december 2001Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/12/2001 pub. 29/12/2001 numac 2001036491 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2002 type decreet prom. 21/12/2001 pub. 22/08/2002 numac 2002035711 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2002 sluiten houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2002, artikel 41ter, § 2, ingevoegd bij het decreet van 20 november 2015;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 2015Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 18/12/2015 pub. 31/12/2015 numac 2015036617 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende het beheer en de werking van het Fonds voor Flankerend Economisch en Innovatiebeleid en de werking van het beslissingscomité bij dat fonds sluiten houdende het beheer en de werking van het Fonds voor Flankerend Economisch en Innovatiebeleid en de werking van het beslissingscomité bij dat fonds;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 15 januari 2018;

Gelet op het advies van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen, gegeven op 26 februari 2018;

Gelet op advies 63.225/1 van de Raad van State, gegeven op 26 april 2018, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende de Kaderregeling betreffende staatssteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie (EU Publicatieblad van 27 juni 2014, C 198/1);

Op voorstel van de Vlaamse minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder: 1° beslissingscomité bij het Hermesfonds: het comité, vermeld in artikel 41ter, § 1, van het decreet van 21 december 2001Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/12/2001 pub. 29/12/2001 numac 2001036491 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2002 type decreet prom. 21/12/2001 pub. 22/08/2002 numac 2002035711 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2002 sluiten houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2002;2° collectief O&O: de activiteiten van industrieel onderzoek, experimentele ontwikkeling en haalbaarheidsstudies met het oog op projectresultaten die kunnen worden aangewend door een zo ruim mogelijke groep ondernemingen in de Europese Unie, die het individuele belang van ondernemingen overstijgen, en die breed toegankelijk zijn voor een zo ruim mogelijke groep van ondernemingen in de Europese Unie;3° collectieve kennisverspreiding: de activiteiten van verspreiding van kennis met het oog op aanwending door een zo ruim mogelijke groep ondernemingen in de Europese Unie, die het individuele belang van ondernemingen overstijgen, en die breed toegankelijk zijn voor een zo ruim mogelijke groep van ondernemingen in de Europese Unie;4° daadwerkelijke samenwerking: de daadwerkelijke samenwerking, vermeld in punt 15, h), van de kaderregeling;decreet van 21 december 2001Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/12/2001 pub. 29/12/2001 numac 2001036491 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2002 type decreet prom. 21/12/2001 pub. 22/08/2002 numac 2002035711 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2002 sluiten: het decreet van 21 december 2001Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/12/2001 pub. 29/12/2001 numac 2001036491 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2002 type decreet prom. 21/12/2001 pub. 22/08/2002 numac 2002035711 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2002 sluiten houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2002;6° experimentele ontwikkeling: de experimentele ontwikkeling, vermeld in punt 15, j), van de kaderregeling;7° haalbaarheidsstudie: de haalbaarheidsstudie, vermeld in punt 15, k), van de kaderregeling;8° industrieel onderzoek: het industrieel onderzoek, vermeld in punt 15, q), van de kaderregeling;9° innovatieproject algemeen belang: activiteiten van industrieel onderzoek, experimentele ontwikkeling en haalbaarheidsstudies met het oog op het verwerven van meer kennis en een beter inzicht, die aangewend worden door Vlaamse overheidsorganisaties in hun dienstverlening en regelgeving;10° kaderregeling: de Kaderregeling betreffende staatssteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie (EU Publicatieblad van 27 juni 2014, C 198/1) en alle latere wijzigingen;11° kleine en middelgrote ondernemingen, afgekort kmo's: de ondernemingen die voldoen aan de criteria, vermeld in punt 15, hh), van de kaderregeling;12° projectconsortium: een samenwerkingsverband van meer dan één uitvoerder;13° Vlaamse overheidsorganisatie: een overheidsbestuur, -instelling of een organisatie met een duidelijk afgebakende opdracht van publieke dienstverlening binnen het Vlaamse Gewest respectievelijk de Vlaamse Gemeenschap, die voor de toepassing van dit besluit handelt vanuit die opdracht. HOOFDSTUK 2. - Toepassingsgebied

Art. 2.Binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten wordt steun toegekend voor de uitvoering van twee verschillende type projecten: 1° Aan organisaties voor onderzoek en kennisverspreiding wordt steun toegekend voor uitvoering projecten van collectief O&O, collectieve kennisverspreiding of een combinatie van beiden.Vlaamse overheidsorganisaties kunnen bijdragen aan zo'n projecten voor ondersteuning, begeleiding en facilitering van de projectuitvoering en hiervoor steun ontvangen. De resultaten hebben een aantoonbare economische en eventueel ook maatschappelijke meerwaarde en zijn te valoriseren in een zo ruim mogelijke groep van ondernemingen, in het bijzonder kmo's, en eventueel non-profitorganisaties. 2° Aan Vlaamse overheidsorganisaties en organisaties voor onderzoek en kennisverspreiding wordt steun toegekend voor uitvoering van innovatieprojecten algemeen belang.De resultaten hebben een aantoonbare maatschappelijke meerwaarde en zijn te valoriseren door aanwending in de dienstverlening en de regelgeving van de Vlaamse overheidsorganisaties met het oog op een betere implementatie van innovatieve toepassingen in de dienstverlening en een betere dienstverlening en regelgeving via innovatie.

Art. 3.Projecten kunnen uitgevoerd worden door een projectconsortium.

In het geval, vermeld in het eerste lid, wordt een hoofdaanvrager aangeduid die optreedt als contactpersoon ten aanzien van het beslissingscomité bij het Hermesfonds.

Art. 4.§ 1. In dit artikel wordt verstaan onder: 1° collectief centrum: een instelling die erkend is op basis van de besluitwet van 30 januari 1947 tot vaststelling van het statuut van oprichting en werking van de Centra, belast met de bevordering en de coördinatie van de technische vooruitgang van de verschillende takken van 's lands bedrijfsleven, door het wetenschappelijk onderzoek;2° organisatie voor onderzoek en kennisverspreiding: een organisatie voor onderzoek en kennisverspreiding als vermeld in punt 15, ee), van de kaderregeling;3° Vlaamse organisatie voor onderzoek en kennisverspreiding: een Vlaamse universiteit, een Vlaamse hogeschool of elke andere organisatie voor onderzoek en kennisverspreiding met een vestiging in het Vlaamse Gewest, of een organisatie gevestigd in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest met een publieke opdracht in Vlaanderen met het oog op versterking van het economisch weefsel op het vlak van samenwerking, netwerking en kennisverwerving; 4° Vlaamse hogeschool: de instellingen, vermeld in artikel II.3 van de Codex Hoger Onderwijs van 11 oktober 2013; 5° Vlaamse universiteit: de instellingen, vermeld in artikel II.2 van de Codex Hoger Onderwijs van 11 oktober 2013. § 2. Vlaamse organisaties voor onderzoek en kennisverspreiding komen in aanmerking voor steun.

In afwijking van het eerste lid kunnen ook organisaties voor onderzoek en kennisverspreiding die gevestigd zijn in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest of het Waalse Gewest, in aanmerking komen voor steun, als aan al de volgende voorwaarden is voldaan: 1° de organisatie is erkend als een collectief centrum of als gelijkgesteld centrum;2° het project wordt uitgevoerd in daadwerkelijke samenwerking met een Vlaamse organisatie voor onderzoek en kennisverspreiding, waarbij de organisatie die gevestigd is in het Waalse of het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, niet meer dan de helft van de in aanmerking komende kosten voor haar rekening neemt. Het beslissingscomité bij het Hermesfonds wijst de organisaties aan die voor de toepassing van dit artikel erkend worden als gelijkgesteld met een collectief centrum als vermeld in het tweede lid, 1°.

Organisaties voor onderzoek en kennisverspreiding die niet vallen onder de bepalingen van het eerste en tweede lid kunnen in aanmerking komen voor steun op voorwaarde dat het project uitgevoerd wordt in een daadwerkelijke samenwerking met een Vlaamse organisatie voor onderzoek en kennisverspreiding en bovenbedoelde organisatie niet meer dan 20 % van de in aanmerking komende kosten voor haar rekening neemt.

Art. 5.Vlaamse overheidsorganisaties kunnen in aanmerking komen voor steun.

Art. 6.De steunaanvraag vermeldt per aanvrager in welke hoedanigheid steun wordt aangevraagd.

De aanvrager kan voor de toepassing van dit besluit alleen in aanmerking komen voor steun op basis van artikel 4, dan wel op basis van artikel 5, maar niet op basis van beide van die voormelde artikels. HOOFDSTUK 3. - In aanmerking komende activiteiten en steunintensiteit

Art. 7.Het beslissingscomité bij het Hermesfonds kan met toepassing van dit besluit steun toekennen aan organisaties voor onderzoek en kennisverspreiding, in overeenstemming met de bepalingen gesteld in artikel 4, voor de uitvoering van projecten collectief O&O, collectieve kennisverspreiding, of innovatieprojecten algemeen belang, als steun aan niet-economische activiteiten conform punt 18, 19, 20, 21, 22 en 23 van de kaderregeling.

Onrechtstreekse steun aan ondernemingen bij de verspreiding van de projectresultaten wordt niet aanvaard.

Elke overdracht van resultaten en kennis naar de ondernemingen moet minstens voldoen aan de bepalingen van dit besluit, die worden toegepast en geïnterpreteerd conform punt 28 en 29 van de kaderregeling, om indirecte staatssteun uit te sluiten.

Art. 8.Het beslissingscomité bij het Hermesfonds kan met toepassing van dit besluit steun toekennen aan Vlaamse overheidsorganisaties voor de uitvoering van innovatieprojecten algemeen belang en voor ondersteuning, begeleiding en facilitering van de uitvoering van projecten collectief O&O en collectieve kennisverspreiding door organisaties voor onderzoek en kennisverspreiding in een daadwerkelijke samenwerking.

De steun wordt toegekend als steun aan de uitvoering van diensten algemeen belang, waarbij de overheid geen rechtstreekse economische exploitatie beoogt, maar wel samenwerking met ondernemingen respectievelijk non-profitorganisaties, waarbij de nodige clausules opgenomen worden om de niet-economische aard van de activiteiten te bewaken en te voorkomen dat er indirecte staatssteun wordt verleend aan de betrokken ondernemingen. Dit wordt geïnterpreteerd naar analogie van de bepalingen die gelden voor overheidsfinanciering voor niet-economische activiteiten van organisaties voor onderzoek en kennisverspreiding geformuleerd in punt 18, 19, 20, 28 en 29 van de kaderregeling.

Art. 9.Het steunpercentage bedraagt maximaal 100 % van de kosten, vermeld in de bijlage die bij dit besluit is gevoegd, die aanvaard kunnen worden voor een steunbaar project.

Het steunpercentage, vermeld in het eerste lid, is het brutosteunbedrag, uitgedrukt als percentage van de in aanmerking komende kosten van het project. Als de steun in een andere vorm dan een subsidie wordt verleend, is het steunbedrag het brutosubsidie-equivalent van de steun.

Het beslissingscomité bij het Hermesfonds beslist per programma met steuntoekenning op basis van dit besluit over het concreet toepasselijke steunpercentage of in geval van onderscheid tussen het type aanvrager, vermeld in artikel 4 en 5, over de concreet toepasselijke steunpercentages.

Het beslissingscomité bij het Hermesfonds kan per programma de in aanmerking komende kosten, vermeld in de bijlage die bij dit besluit is gevoegd, beperken. HOOFDSTUK 4. - Procedure voor de behandeling van aanvragen en de beslissing tot steuntoekenning Afdeling 1. - Toepassingsgebied

Art. 10.Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder werkdagen: de werkdagen zoals ze gelden voor de Vlaamse overheid.

Art. 11.De procedure, vermeld in dit hoofdstuk, is van toepassing op de steunaanvragen, vermeld in dit besluit. Het beslissingscomité bij het Hermesfonds kan aanvullende procedurele voorschriften opleggen. Afdeling 2. - Indiening van de steunaanvraag

Art. 12.De steunaanvrager, de steunaanvraag en de activiteiten waarvoor steun aangevraagd wordt, moeten voldoen aan de modaliteiten voor de indiening, bepaald door het beslissingscomité bij het Hermesfonds, die publiek kenbaar gemaakt worden aan potentiële aanvragers.

Art. 13.Het beslissingscomité bij het Hermesfonds kan voorzien in een gebundelde behandeling van aanvragen. In dat geval legt het beslissingscomité bij het Hermesfonds de uiterste indieningsdata per werkjaar vast en maakt ze die publiek kenbaar aan potentiële aanvragers.

Art. 14.De steunaanvrager krijgt een schriftelijke ontvangstmelding binnen vijf werkdagen na de ontvangst van de steunaanvraag. Afdeling 3. - Ontvankelijkheid

Art. 15.§ 1. Het beslissingscomité bij het Hermesfonds kan een steunaanvraag onontvankelijk verklaren op basis van een van de volgende elementen: 1° de steunaanvrager voldoet niet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 4 en 5;2° de steunaanvrager of de leden van het projectconsortium voldoen niet aan de verplichtingen of vergunningen van de overheid;3° de steunaanvrager of de leden van het projectconsortium hebben blijk gegeven van niet-correct gedrag naar aanleiding van vorige aanvragen;4° de steunaanvraag is identiek aan een steunaanvraag die eerder onontvankelijk is verklaard of geweigerd is door het beslissingscomité bij het Hermesfonds, uitgezonderd als de eerdere weigering het gevolg is van budgettaire beperkingen;5° de steunaanvraag bevat niet voldoende informatie om beoordeeld te kunnen worden op basis van de beoordelingsdimensies, vermeld in artikel 25;6° bij een prima-faciebeoordeling voldoen de activiteiten in de aanvraag niet aan de volgende vereisten: a) voor activiteiten die worden uitgevoerd door organisaties voor onderzoek en kennisverspreiding: de minimale vereisten om in aanmerking te komen als steunbare activiteiten, vermeld in artikel 7;b) voor activiteiten die worden uitgevoerd door Vlaamse overheidsorganisaties: de minimale vereisten om in aanmerking te komen als steunbare activiteiten, vermeld in artikel 8;7° de steunaanvrager of de leden van het projectconsortium hebben op de datum van de toekenning van de steun achterstallige schulden bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, waarbij het beslissingscomité bij het Hermesfonds bepaalt wat er wordt begrepen onder het begrip achterstallige schulden, dat algemeen toepasbaar is op alle aanvragers die een project indienen;8° de aanvraag voldoet niet aan de modaliteiten, vermeld in artikel 12;9° de aanvraag bevat geen informatie over eigen budgettaire inbreng. § 2. In geval van een steunaanvraag voor een project collectief O&O en collectieve kennisverspreiding geldt volgend additioneel element: 10° de steunaanvraag wordt onvoldoende ondersteund door intentiebrieven van ondernemingen met o.a. een engagement tot cofinanciering die vereist is om het project uit te voeren of te doen slagen, als het steunpercentage lager is dan 100 %.

Art. 16.Het beslissingscomité bij het Hermesfonds beslist binnen vijftien werkdagen na de ontvangst van de steunaanvraag of de steunaanvraag al dan niet ontvankelijk is.

Art. 17.De steunaanvrager wordt schriftelijk op de hoogte gebracht van de beslissing tot onontvankelijkheid binnen twee werkdagen na de beslissing, vermeld in artikel 16. Afdeling 4. - Onvolledige steunaanvraag

Art. 18.Als de steunaanvraag onvolledig is, kan het beslissingscomité bij het Hermesfonds aan de steunaanvrager vragen de steunaanvraag te vervolledigen.

In het geval, vermeld in het eerste lid, worden de termijnen, vermeld in artikel 17 en 26, verlengd met een termijn die vastgesteld wordt door het beslissingscomité bij het Hermesfonds.

De steunaanvraag wordt als onontvankelijk beschouwd als de steunaanvraag niet is vervolledigd binnen de termijn, vermeld in het tweede lid. Afdeling 5. - Voorafgaande preselectie

Art. 19.Het beslissingscomité bij het Hermesfonds kan een voorafgaande preselectie van de steunaanvragen organiseren conform de voorwaarden, vermeld in dit besluit.

In het geval, vermeld in het eerste lid, wordt de termijn, vermeld in artikel 26, verlengd met een termijn die vastgesteld is door het beslissingscomité bij het Hermesfonds.

Art. 20.Het beslissingscomité bij het Hermesfonds beslist of de steunaanvraag al dan niet geselecteerd wordt in de preselectie.

Art. 21.De steunaanvrager wordt schriftelijk op de hoogte gebracht van de selectiebeslissing binnen vijf werkdagen na de beslissing, vermeld in artikel 20. Afdeling 6. - Evaluatie van steunaanvragen

Art. 22.Het beslissingscomité bij het Hermesfonds toetst de ontvankelijke steunaanvragen aan de beoordelingsdimensies, vermeld in artikel 25, en in voorkomend geval de elementen, vermeld in artikel 27.

Art. 23.Het beslissingscomité bij het Hermesfonds kan een of meer externe deskundigen aanstellen bij wie een advies ingewonnen wordt conform de beoordelingsdimensies, vermeld in artikel 25, en in voorkomend geval de elementen, vermeld in artikel 27.

Art. 24.Het beslissingscomité bij het Hermesfonds kan bijkomende informatie opvragen bij de steunaanvrager.

In het geval, vermeld in het eerste lid, wordt de termijn, vermeld in artikel 26, verlengd met een termijn die vastgesteld wordt door het beslissingscomité bij het Hermesfonds.

Als de bijkomende informatie niet wordt verleend binnen de termijn die is vastgesteld, beslist het beslissingscomité bij het Hermesfonds op basis van de ingediende steunaanvraag. Afdeling 7. - Beoordeling

Art. 25.§ 1. Het beslissingscomité bij het Hermesfonds steunt zijn beslissing om aan een project collectief O&O en collectieve kennisverspreiding al dan niet steun te verlenen op de volgende beoordelingsdimensies: 1° de kwaliteit van de doelstellingen en de uitvoering van het project.Vooral de volgende aspecten worden daarbij beoordeeld: a) de relevantie en het ambitieniveau van de doelstellingen en het draagvlak;b) de kennis- en de competentieverhoging bij de ondernemingen waarnaar de aanvrager de projectresultaten wil overdragen, met focus op vernieuwing en uitdagingen;c) de relevantie en de kwaliteit van de aanpak;d) de kwaliteit van het aanvragende projectconsortium: expertise en middelen, track record en samenwerking.2° het valorisatiepotentieel (impact) van het project.Vooral de volgende aspecten worden daarbij beoordeeld: a) het collectieve bereik, alsook de absorptiecapaciteit bij en de betrokkenheid van de ondernemingen in het project, in het bijzonder kmo's;b) de economische impact en het belang voor Vlaanderen;c) de haalbaarheid, de kwaliteit en de geloofwaardigheid van de valorisatiestrategie en valorisatieplannen, inclusief de strategie voor kennisverspreiding, met het oog op valorisatie op korte of middellange termijn;d) de track record van eerder uitgevoerde projecten en valorisatietrajecten;e) de toegevoegde waarde en additionaliteit van het project ten opzichte van de projecten die al lopen en de projecten die al uitgevoerd zijn, met aandacht voor eventuele internationale mogelijkheden;f) de aansluiting bij maatschappelijke uitdagingen. § 2. Het beslissingscomité bij het Hermesfonds steunt zijn beslissing om aan een innovatieproject algemeen belang al dan niet steun te verlenen op de volgende beoordelingsdimensies: 1° de kwaliteit van de doelstellingen en de uitvoering van het project.Vooral de volgende aspecten worden daarbij beoordeeld: a) de relevantie en het ambitieniveau van de doelstellingen en het draagvlak;b) de kennis- en de competentieverhoging bij de Vlaamse overheidsorganisaties die instaan voor aanwending van de resultaten, met focus op vernieuwing en uitdagingen;c) de relevantie en de kwaliteit van de aanpak;d) de kwaliteit van het aanvragende projectconsortium: expertise en middelen, track record en samenwerking.2° het valorisatiepotentieel (impact) van het project.Vooral de volgende aspecten worden daarbij beoordeeld: a) mate dat het inspeelt op noden en opportuniteiten van Vlaamse overheidsorganisaties;b) betrokkenheid van de stakeholders in ruime zin;c) de impact en het belang voor Vlaanderen;d) de haalbaarheid, de kwaliteit en de geloofwaardigheid van de valorisatiestrategie en valorisatieplannen;e) de track record van eerder uitgevoerde projecten en valorisatietrajecten;f) de toegevoegde waarde en additionaliteit van het project ten opzichte van de projecten die al lopen en de projecten die al uitgevoerd zijn, met aandacht voor eventuele internationale mogelijkheden;g) de aansluiting bij maatschappelijke uitdagingen;h) de schaalbaarheid van het project: voorziene deliverables waarmee het project kan uitgerold worden bij andere Vlaamse overheidsorganisaties. § 3. Het beslissingscomité bij het Hermesfonds kan bij zijn beslissing om al dan niet steun te verlenen bij beide projecttypes, vermeld in bovenstaande paragrafen, daarenboven steunen op al de volgende overwegingen: 1° de complementariteit van de projecten onderling;2° de spreiding van de projecten over sector- of technologiedomeinen of geografische spreiding. § 4. Het beslissingscomité bij het Hermesfonds staat in voor de verdere invulling en verfijning van de criteria, vermeld in paragrafen 1, 2 en 3.

Het beslissingscomité bij het Hermesfonds bepaalt binnen de perken van de begrotingskredieten en de algemene beleidsprioriteiten van de politieke overheid die door de Vlaamse Regering worden vastgelegd, de selectiemechanismen voor de beoordeling van de projecten. § 5. De Vlaamse Regering machtigt de Vlaamse minister, bevoegd voor het technologisch innovatiebeleid, om de nodige afspraken te maken met het beslissingscomité bij het Hermesfonds voor de nadere invulling van de opdracht.

Het beslissingscomité bij het Hermesfonds houdt bij de nadere invulling van zijn opdracht, ook rekening met de algemene en specifieke beleidslijnen van de Vlaamse Regering, vermeld in de afspraken tussen het Agentschap Innoveren en Ondernemen en de Vlaamse minister, bevoegd voor het technologisch innovatiebeleid, conform de modaliteiten die opgenomen zijn in het kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003, of met de concrete verzoeken van de Vlaamse Regering aan het beslissingscomité bij het Hermesfonds om initiatieven te ontwikkelen voor een specifiek programma of voor een specifiek accent binnen de algemene bedrijfssteun.

In het tweede lid wordt verstaan onder Agentschap Innoveren en Ondernemen: het agentschap opgericht bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 oktober 2005 aangaande het Agentschap Innoveren en Ondernemen; Afdeling 8. - Beslissing tot steuntoekenning

Art. 26.Het beslissingscomité bij het Hermesfonds beslist binnen negentig werkdagen na de ontvangst van de steunaanvraag, onverminderd de verlenging, vermeld in artikel 18, tweede lid, artikel 19, tweede lid, en artikel 24, tweede lid, of de steunaanvraag voldoet aan de beoordelingsdimensies, vermeld in artikel 25, en verleent in voorkomend geval steun conform de voorwaarden, vermeld in dit besluit.

Het beslissingscomité bij het Hermesfonds kan de steunverlening afhankelijk maken van bijkomende concrete voorwaarden die het oplegt, zodat een project conform de bepalingen, vermeld in dit besluit, wordt uitgevoerd.

Art. 27.§ 1. Het beslissingscomité bij het Hermesfonds kan een negatieve beslissing nemen of extra voorwaarden stellen op basis van een of meer van de volgende elementen: 1° de steunaanvrager of de leden van het projectconsortium voldoen niet aan de overige verplichtingen of vergunningen van de overheid;2° de steunaanvrager of de leden van het projectconsortium hebben blijk gegeven van niet-correct gedrag naar aanleiding van vorige aanvragen, onder meer met betrekking tot de informatieverstrekking, de inhoudelijke en financiële verplichtingen of de verslaggeving;3° de uitdrukkelijke toestemming van de bevoegde overheid ontbreekt voor een steunaanvraag met militaire affiniteit of voor een steunaanvraag die projectresultaten beoogt of kan beogen voor militaire doeleinden;4° de activiteiten in de aanvraag voldoen na een evaluatie ten gronde niet aan de volgende vereisten: a) voor activiteiten die worden uitgevoerd door organisaties voor onderzoek en kennisverspreiding: de vereisten om in aanmerking te komen als steunbare activiteiten, vermeld in artikel 7;b) voor activiteiten die worden uitgevoerd door Vlaamse overheidsorganisaties: de vereisten om in aanmerking te komen als steunbare activiteiten, vermeld in artikel 8;5° de aanvraag bevat geen of onvoldoende informatie over eigen budgettaire inbreng. § 2. In geval van een steunaanvraag voor een project collectief O&O en collectieve kennisverspreiding geldt volgend additioneel element: 6° de steunaanvraag wordt onvoldoende ondersteund door intentiebrieven van ondernemingen met o.a. een engagement tot cofinanciering die vereist is om het project uit te voeren of te doen slagen, als het steunpercentage lager is dan 100 %.

Als een steunaanvraag beantwoordt aan de indieningsvoorwaarden van andere lopende steunmaatregelen, kan het beslissingscomité bij het Hermesfonds beslissen om het project binnen dat specifieke kader te behandelen, zonder dat een nieuwe aanvraag hoeft te worden ingediend.

Art. 28.De steunaanvrager wordt schriftelijk op de hoogte gebracht van de steunbeslissing, binnen vijf werkdagen na de beslissing, vermeld in artikel 26.

Art. 29.De startdatum van het project kan nooit vroeger zijn dan de datum van ontvangst van de steunaanvraag.

Art. 30.Het beslissingscomité bij het Hermesfonds sluit een steunovereenkomst met de steunaanvrager conform de voorwaarden, vermeld in dit besluit, volgens een typeovereenkomst die goedgekeurd is door het beslissingscomité bij het Hermesfonds. HOOFDSTUK 5. - Opvolging van steundossiers

Art. 31.Het beslissingscomité bij het Hermesfonds houdt toezicht op de naleving van de voorwaarden en de aanwending van de steun door de begunstigden van de steun die krachtens dit besluit wordt toegekend.

Art. 32.De begunstigde van de steun brengt op geregelde tijdstippen en telkens als het beslissingscomité bij het Hermesfonds daarom verzoekt, schriftelijk verslag uit aan het beslissingscomité bij het Hermesfonds over de vordering van het project en de aanwending van de steun. Na afloop van het project maakt hij een eindverslag op.

De begunstigde van de steun brengt het beslissingscomité bij het Hermesfonds onmiddellijk en schriftelijk op de hoogte van elke gebeurtenis of omstandigheid die een impact heeft of kan hebben op de ononderbroken en zorgvuldige uitvoering van het gesteunde project.

Art. 33.Als de voorwaarden, vermeld in het decreet van 21 december 2001Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/12/2001 pub. 29/12/2001 numac 2001036491 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2002 type decreet prom. 21/12/2001 pub. 22/08/2002 numac 2002035711 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2002 sluiten, in dit besluit, in de steunbeslissing of in de steunovereenkomst, vermeld in artikel 30 van dit besluit, niet worden nageleefd, kan het beslissingscomité bij het Hermesfonds de volgende maatregelen treffen: 1° de steunaanvrager in gebreke stellen;2° de uitbetaling van de steun opschorten voor alle projecten waarvoor het beslissingscomité bij het Hermesfonds steun heeft toegekend;3° de steun niet uitbetalen;4° de steun herzien;5° bijkomende voorwaarden opleggen.

Art. 34.Het beslissingscomité bij het Hermesfonds vordert de steun terug binnen tien jaar na de ontvangst van de steunaanvraag, met behoud van de toepassing van de bepalingen in de wet van 16 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/05/2003 pub. 25/06/2003 numac 2003003343 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole en federale overheidsdienst financien Wet tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof type wet prom. 16/05/2003 pub. 30/07/2015 numac 2015000394 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof, het decreet van 8 juli 2011 houdende regeling van de begroting, de boekhouding, de toekenning van subsidies en de controle op de aanwending ervan, en de controle door het Rekenhof en de wet van 7 juni 1994 tot wijziging van het koninklijk besluit van 31 mei 1933 betreffende de verklaringen te doen in verband met subsidies, vergoedingen en toelagen van elke aard, die geheel of gedeeltelijk ten laste van de Staat zijn, als: 1° de voorwaarden, vermeld in artikel 41ter, § 2, van het decreet van 21 december 2001Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/12/2001 pub. 29/12/2001 numac 2001036491 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2002 type decreet prom. 21/12/2001 pub. 22/08/2002 numac 2002035711 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2002 sluiten, de voorwaarden, vermeld in dit besluit, in de steunbeslissing of in de steunovereenkomst, vermeld in artikel 30 van dit besluit, gedurende de duur van de steunovereenkomst niet worden nageleefd;2° de wettelijke informatie- en raadplegingsprocedures bij collectief ontslag binnen vijf jaar na de beëindiging van het project niet worden nageleefd. In geval van terugvordering wordt de Europese referentierentevoet voor de terugvordering van onrechtmatig verleende staatssteun toegepast, die geldt op het moment van de steuntoekenning, vanaf het tijdstip van de eerste ingebrekestelling. HOOFDSTUK 6. - Georganiseerd beroep

Art. 35.De steunaanvrager of de begunstigde van steun kan beroep aantekenen bij het beslissingscomité bij het Hermesfonds tegen de volgende beslissingen: 1° de beslissing van onontvankelijkheid;2° de beslissing tot weigering van de selectie van de steunaanvraag;3° de beslissing tot weigering van de toekenning van de steun;4° de beslissing tot ingebrekestelling;5° de beslissing tot herziening van de steun;6° de beslissing tot terugvordering van steun. Het georganiseerd beroep is niet mogelijk als het beslissingscomité bij het Hermesfonds beslist tot ingebrekestelling, herziening of terugvordering van de steun op grond van feiten die direct eenvoudig vastgesteld kunnen worden. Dit betreft het niet tijdig indienen van de verslaggeving vermeld in dit besluit.

Art. 36.Het beroep wordt schriftelijk ingediend binnen dertig werkdagen na de kennisgeving van de beslissing, vermeld in artikel 35, eerste lid.

Art. 37.De verzoeker in beroep krijgt een schriftelijke ontvangstmelding binnen vijf werkdagen na de ontvangst van het beroep.

Art. 38.Het beslissingscomité bij het Hermesfonds beslist over het beroep binnen zestig werkdagen na de ontvangst ervan.

Art. 39.De verzoeker in beroep wordt schriftelijk op de hoogte gebracht van de beroepsbeslissing binnen twee werkdagen na de beslissing, vermeld in artikel 38.

Art. 40.Het beslissingscomité bij het Hermesfonds kan een of meer externe deskundigen aanstellen en een bijkomend advies inwinnen.

In het geval, vermeld in het eerste lid, wordt de termijn, vermeld in artikel 39, met dertig werkdagen verlengd.

Art. 41.Het beslissingscomité bij het Hermesfonds werkt de nadere modaliteiten uit voor de indiening en de behandeling van aanvragen voor een georganiseerd beroep. HOOFDSTUK 7. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 2015Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 18/12/2015 pub. 31/12/2015 numac 2015036617 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende het beheer en de werking van het Fonds voor Flankerend Economisch en Innovatiebeleid en de werking van het beslissingscomité bij dat fonds sluiten houdende het beheer en de werking van het Fonds voor Flankerend Economisch en Innovatiebeleid en de werking van het beslissingscomité bij dat fonds

Art. 42.Aan artikel 6, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 2015Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 18/12/2015 pub. 31/12/2015 numac 2015036617 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende het beheer en de werking van het Fonds voor Flankerend Economisch en Innovatiebeleid en de werking van het beslissingscomité bij dat fonds sluiten houdende het beheer en de werking van het Fonds voor Flankerend Economisch en Innovatiebeleid en de werking van het beslissingscomité bij dat fonds, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 4 maart 2016, 12 mei 2017 en 22 december 2017, wordt een punt 11° toegevoegd, dat luidt als volgt: "11° het besluit van de Vlaamse Regering van 25 mei 2018 tot regeling van steun aan projecten van collectief onderzoek en ontwikkeling en collectieve kennisverspreiding.". HOOFDSTUK 8. - Slotbepalingen

Art. 43.Dit besluit treedt in werking op datum van goedkeuring.

Art. 44.De Vlaamse minister, bevoegd voor het technologisch innovatiebeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 25 mei 2018.

De minister-president van de Vlaamse Regering, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport, Ph. MUYTERS

Bijlage. Kosten als vermeld in artikel 9 Als projectkosten kunnen in aanmerking worden genomen de kosten die, na de startdatum die is opgenomen in de steunovereenkomst, vermeld in artikel 30, door de projectuitvoerders worden gemaakt en betaald zijn.

Die kosten moeten noodzakelijk zijn, rechtstreeks aan het project toegerekend kunnen worden en reëel zijn.

De projectkosten omvatten de volgende kosten: 1° personeelskosten voor onderzoekers, onderzoekstechnici en projectbeheerders voor onderzoek en ontwikkeling, alsook andere personeelsleden die zich met het project bezighouden;2° overige werkingskosten, die de volgende kosten omvatten: a) kosten van apparatuur, uitrusting, land en gebouwen die uitsluitend en permanent, behalve als ze op commerciële basis worden afgestaan, voor onderzoek worden gebruikt;b) kosten die verschuldigd zijn aan derden voor advies en soortgelijke diensten, die uitsluitend voor de projectuitvoering worden gebruikt, met inbegrip van uitbestede activiteiten, aangekochte technische kennis, octrooien enzovoort;c) extra algemene kosten die rechtstreeks uit de projectuitvoering voortvloeien, maar die niet direct toewijsbaar zijn;d) andere exploitatiekosten, zoals die van materiaal, leveranties en dergelijke, die rechtstreeks uit de projectuitvoering voortvloeien. Het is toegestaan extra algemene kosten en andere exploitatiekosten forfaitair te berekenen, met een maximum van 20 % van de directe kosten.

Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 25 mei 2018 tot regeling van steun aan projecten van collectief onderzoek en ontwikkeling en collectieve kennisverspreiding.

Brussel, 25 mei 2018.

De minister-president van de Vlaamse Regering, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport, Ph. MUYTERS

^