gepubliceerd op 18 september 2019
Besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van artikel 15/2 van het koninklijk besluit van 9 maart 2006 betreffende het activerend beleid bij herstructureringen
24 MEI 2019. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van artikel 15/2 van het koninklijk besluit van 9 maart 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 09/03/2006 pub. 31/03/2006 numac 2006200961 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit betreffende het activerend beleid bij herstructureringen sluiten betreffende het activerend beleid bij herstructureringen
DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 6, § 1, IX, gewijzigd bij de wet van 8 augustus 1988 en de bijzondere wetten van 16 januari 1989, 16 juli 1993, 13 januari 2001 en 6 januari 2014;
Gelet op de wet van 23 december 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/12/2005 pub. 30/12/2005 numac 2005021175 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende het generatiepact sluiten betreffende het generatiepact, het laatst gewijzigd bij de decreten van 24 april 2015 en 4 maart 2016 en bij de wet van 5 maart 2017;
Gelet op het decreet van 7 mei 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/05/2004 pub. 07/06/2004 numac 2004035865 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap « Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding » sluiten tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap "Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding", artikel 5, § 1, 11°, gewijzigd bij decreet van 29 maart 2019, en § 2;
Gelet op het koninklijk besluit van 9 maart 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 09/03/2006 pub. 31/03/2006 numac 2006200961 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit betreffende het activerend beleid bij herstructureringen sluiten betreffende het activerend beleid bij herstructureringen;
Gelet op het advies van de raad van bestuur van de VDAB van 7 februari 2018;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 3 september 2018;
Gelet op advies 65.771/1 van de Raad van State, gegeven op 25 april 2019, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Artikel 15/2 van het koninklijk besluit van 9 maart 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 09/03/2006 pub. 31/03/2006 numac 2006200961 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit betreffende het activerend beleid bij herstructureringen sluiten betreffende het activerend beleid bij herstructureringen, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 22 april 2009, wordt vervangen door wat volgt: "
Art. 15/2.§ 1. De werkgever in herstructurering of de sectorale instantie, vermeld in paragraaf 2, derde lid, waaronder de werkgever in herstructurering ressorteert kan een tegemoetkoming in de outplacementkosten krijgen voor een werknemer die ontslagen is in het kader van de herstructurering en aan wie een verminderingskaart is uitgereikt, als die werknemer zich in een van de volgende situaties bevindt : 1° de werknemer heeft tijdens de periode van inschrijving bij de tewerkstellingscel, vermeld in artikel 10, § 8, eerste of tweede lid, outplacement aangeboden gekregen;2° de werknemer is tijdens de geldigheidsperiode van de verminderingskaart uitgestroomd binnen drie maanden na het einde van het outplacement en heeft gedurende de periode tussen de inschrijving bij de tewerkstellingscel en de werkhervatting outplacement aangeboden gekregen. Voor de werknemer gelden de volgende voorwaarden: 1° de werknemer is ingeschreven bij de VDAB;2° er is een attest van het outplacement geregistreerd in het dossier van de werknemer. Voor de werkgever in herstructurering gelden de volgende voorwaarden: 1° er vindt een collectief ontslag plaats in een vestiging van het bedrijf in het Vlaamse Gewest;2° de technische bedrijfseenheid blijft bestaan met tewerkstelling in het Vlaamse Gewest. § 2. De tegemoetkoming in de outplacementkosten, vermeld in paragraaf 1, is beperkt tot de outplacementkosten voor de outplacementbegeleiding die plaatsvond tussen de datum van de inschrijving van de werknemer bij de tewerkstellingscel en de laatste dag waarop de verminderingskaart geldig was.
Met behoud van de toepassing van het eerste lid is de tegemoetkoming in de outplacementkosten beperkt tot de werkelijk gemaakte outplacementkosten, waaronder de outplacementkosten verstaan worden die de dienstverlener via de tewerkstellingscel aan de werkgever factureert, en die de werkgever niet kan verhalen op een andere instantie of een ander orgaan, privaat of publiek, Belgisch of internationaal, inzonderheid een gewest, een gemeenschap, een sectorfonds, een fonds voor bestaanszekerheid of een Europees fonds.
Voor de toepassing van het tweede lid kan de tegemoetkoming in de outplacementkosten ook betrekking hebben op de outplacementkosten die, in het kader van de herstructurering, op basis van een collectieve arbeidsovereenkomst die gesloten is in een paritair comité of onder één paritair subcomité van dat paritair Comité, gedragen worden door een sectorale instantie waaronder de werkgever in herstructurering ressorteert, en die de sectorale instantie niet kan verhalen op een andere instantie of een ander orgaan, privaat of publiek, Belgisch of internationaal, inzonderheid een gewest, een gemeenschap of een Europees fonds. § 3. De tegemoetkoming in de outplacementkosten, vermeld in paragraaf 1, is voor elke werknemer, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, 1°, die op het moment van de aankondiging van het collectieve ontslag minder dan vijfenveertig jaar is, beperkt tot maximaal 360 euro.
De tegemoetkoming in de outplacementkosten, vermeld in paragraaf 1, is voor elke werknemer, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, 1°, die op het moment van de aankondiging van het collectieve ontslag minstens vijfenveertig jaar is, beperkt tot maximaal 720 euro.
De tegemoetkoming in de outplacementkosten, vermeld in paragraaf 1, is voor elke werknemer, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, 2°, die op het moment van de aankondiging van het collectieve ontslag minder dan vijfenveertig jaar is, beperkt tot maximaal 90 euro.
De tegemoetkoming in de outplacementkosten, vermeld in paragraaf 1, is voor elke werknemer, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, 2°, die op het moment van de aankondiging van het collectieve ontslag minstens vijfenveertig jaar is, beperkt tot maximaal 180 euro.
Eenzelfde werknemer kan recht geven op zowel de tegemoetkoming voor de werknemer, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, 1°, als de tegemoetkoming voor de werknemer, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, 2°. § 4. Na afloop van de outplacementbegeleiding doet de werkgever in herstructurering of de sectorale instantie, vermeld in paragraaf 2, derde lid, waaronder de werkgever in herstructurering ressorteert een aanvraag minimaal zes maanden en maximaal twaalf maanden na het einde van de outplacementbegeleiding. De VDAB stelt een aanvraagformulier ter beschikking waarop de werkgever in herstructurering of de sectorale instantie, vermeld in paragraaf 2, derde lid, waaronder de werkgever in herstructurering ressorteert kan aangeven voor welke personen hij de terugbetaling van de outplacementkosten vraagt. De VDAB gaat na of elke werknemer die op het formulier vermeld staat, voldoet aan de voorwaarden, vermeld in paragraaf 1.
De aanvraag vermeldt voor elke werknemer de volgende gegevens : 1° het bewijs dat de werknemer voldoet aan de voorwaarden, vermeld in paragraaf 1;2° het terug te betalen bedrag aan outplacementkosten, vastgesteld overeenkomstig de paragraaf 1 en 2;3° de inhoud van de acties die hebben geleid tot de outplacementkosten, vermeld in 2°. § 5. De VDAB gaat voor de werknemers voor wie de terugbetaling wordt gevraagd, na of ze voldoen aan de voorwaarden voor terugbetaling. De VDAB gaat na of het teruggevorderde bedrag aan outplacementkosten is vastgesteld overeenkomstig paragraaf 1 en 2.
De dienstverlener moet de VDAB, op eenvoudig verzoek, voor elke werknemer die ontslagen is in het kader van een herstructurering, een afschrift bezorgen van de outplacementkosten die aan de werkgever in herstructurering of aan de sectorale instantie, vermeld in paragraaf 2, derde lid, waaronder de werkgever in herstructurering ressorteert, is gefactureerd.
De tewerkstellingscel moet de VDAB, op eenvoudig verzoek, alle inlichtingen verstrekken die de VDAB van nut kunnen zijn bij de controle van de aanvraag van de werkgever in herstructurering of van de sectorale instantie, vermeld in paragraaf 2, derde lid, waaronder de werkgever in herstructurering ressorteert. § 6. Na verificatie betaalt de VDAB het terugbetaalbare bedrag terug aan de werkgever in herstructurering of aan de sectorale instantie, vermeld in paragraaf 2, derde lid, waaronder de werkgever in herstructurering ressorteert uiterlijk binnen twaalf maanden na het einde van de datum van erkenning als onderneming in herstructurering.
Als de VDAB beslist om voor bepaalde werknemers geen tegemoetkoming in de outplacementkosten te verlenen of een lager bedrag dan het bedrag dat de werkgever in herstructurering of de sectorale instantie, vermeld in paragraaf 2, derde lid, waaronder de werkgever in herstructurering ressorteert, heeft gevraagd, deelt de VDAB dat mee aan de werkgever bij gemotiveerde beslissing.
Als hij de beslissing van de VDAB betwist, kan de werkgever in herstructurering of de sectorale instantie, vermeld in paragraaf 2, derde lid, waaronder de werkgever in herstructurering ressorteert, het dossier binnen een maand nadat hij de beslissing heeft ontvangen, terugsturen naar de VDAB. Hij voegt de motieven tot betwisting bij het dossier. De VDAB neemt een definitieve beslissing binnen een maand nadat hij heeft kennisgenomen van de motieven van de werkgever in herstructurering of van de sectorale instantie, vermeld in paragraaf 2, derde lid, waaronder de werkgever in herstructurering ressorteert.".
Art. 2.De aanvraagdossiers tot terugbetaling van de outplacementkosten die de werkgevers in herstructurering ingediend hebben bij de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening vóór de inwerkingtreding van dit besluit, worden verder behandeld volgens de regelgeving die van kracht was op de dag vóór de inwerkingtreding van dit besluit.
Art. 3.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 4.De Vlaamse minister, bevoegd voor het tewerkstellingsbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 24 mei 2019.
De minister-president van de Vlaamse Regering, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport, Ph. MUYTERS