gepubliceerd op 21 maart 2014
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 juli 2000 tot uitvoering van het decreet van 26 juni 1991 houdende erkenning en subsidiëring van het maatschappelijk opbouwwerk
24 JANUARI 2014. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 juli 2000Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 17/07/2000 pub. 11/01/2001 numac 2000036204 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering tot uitvoering van het decreet van 26 juni 1991 houdende erkenning en subsidiëring van het maatschappelijk opbouwwerk sluiten tot uitvoering van het decreet van 26 juni 1991 houdende erkenning en subsidiëring van het maatschappelijk opbouwwerk
De Vlaamse Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid artikel 20;
Gelet op het decreet van 26 juni 1991 betreffende de erkenning en subsidiëring van het maatschappelijk opbouwwerk, inzonderheid de artikelen 3, §§ 2, 3 en 4, en 5, §§ 2 en 3;
Gelet op het decreet van 17 oktober 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/10/2003 pub. 10/11/2003 numac 2003201693 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de kwaliteit van de gezondheids- en welzijnsvoorzieningen sluiten betreffende de kwaliteit van de gezondheids- en welzijnsvoorzieningen, inzonderheid de artikelen 6, §§ 1 en 2, 2°, en 7, § 1;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 17 juli 2000Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 17/07/2000 pub. 11/01/2001 numac 2000036204 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering tot uitvoering van het decreet van 26 juni 1991 houdende erkenning en subsidiëring van het maatschappelijk opbouwwerk sluiten tot uitvoering van het decreet van 26 juni 1991 houdende erkenning en subsidiëring van het maatschappelijk opbouwwerk;
Gelet op de adviezen van de Inspectie van Financiën, gegeven op 7 oktober 2013 en 21 november 2013;
Gelet op advies 54.666/1 van de Raad van State, gegeven op 30 december 2013, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 juli 2000Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 17/07/2000 pub. 11/01/2001 numac 2000036204 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering tot uitvoering van het decreet van 26 juni 1991 houdende erkenning en subsidiëring van het maatschappelijk opbouwwerk sluiten tot uitvoering van het decreet van 26 juni 1991 houdende erkenning en subsidiëring van het maatschappelijk opbouwwerk, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 4 juli 2008 en 24 september 2010, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1) punten 5°, 6°, 7° en 8° worden vervangen door wat volgt: "5° strategisch meerjarenplan: het document waarin de werking ter uitvoering van de opdrachten als een geïntegreerd geheel wordt voorgesteld en verantwoord.Het bevat de beschrijving van de missie van de organisatie, de omgevingsanalyse, de externe en interne strategische doelstellingen en de onderliggende operationele doelstellingen. Het strategisch meerjarenplan wordt voor vijf jaar opgemaakt; 6° strategische doelstelling: de doelstelling ter uitvoering van het strategisch meerjarenplan die wordt geformuleerd in termen van effecten die men wil bereiken in de externe of interne omgeving. Externe strategische doelstellingen bevatten een beschrijving en voorstel van aanpak van een bepaalde problematiek met betrekking tot maatschappelijke achterstelling en sociale uitsluiting, met aanduiding van doelgroepen of werkgebieden. De interne strategische doelstellingen beschrijven de wijze waarop de organisatie de nodige randvoorwaarden zal creëren om de externe strategische doelstellingen te verwezenlijken; 7° operationele doelstelling: de doelstelling die de wijze beschrijft waarop de instituten de strategische doelstellingen omzetten via specifieke, meer tijdsgebonden en realistische prestaties; 8° strategische actie: een samenhangend geheel van projecten of andere activiteiten ter uitvoering van de operationele doelstellingen;"; 2) er wordt een punt 13° en een punt 14° toegevoegd, die luiden als volgt: "13° voortgangsrapport: het jaarlijkse document waarin de stand van zaken van de uitvoering van het strategisch meerjarenplan wordt beschreven en toegelicht.In voorkomend geval worden hierin ook de wijzigingen in operationele doelstellingen of strategische acties gesitueerd en gemotiveerd; 14° deugdelijk bestuur: het waarborgen van de onderlinge samenhang van de wijze van sturen, beheersen en toezicht houden van een organisatie, gericht op een efficiënte en effectieve realisatie van de doelstellingen, alsook het daarover op open wijze communiceren en verantwoording afleggen ten behoeve van belanghebbenden.".
Art. 2.In artikel 3 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 juli 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1) in het eerste lid wordt punt 1° vervangen door wat volgt: "1° geleid worden door een bestuurslichaam dat de beginselen van deugdelijk bestuur voor de social profit toepast;"; 2) in het eerste lid, 3°, wordt tussen het woord "goedgekeurd" en het woord "meerjarenplan" het woord "`strategisch"' ingevoegd;3) het tweede lid wordt opgeheven.
Art. 3.In hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 september 2010Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 24/09/2010 pub. 03/11/2010 numac 2010205592 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 juli 2000 tot uitvoering van het decreet van 26 juni 1991 houdende erkenning en subsidiëring van het maatschappelijk opbouwwerk sluiten, worden een artikel 3bis en 3ter ingevoegd, die luiden als volgt: "
Art. 3bis.De regionale instituten pakken situaties van maatschappelijke achterstelling en sociale uitsluiting aan om een menswaardig leven voor iedereen te realiseren. Ze organiseren maatschappelijk kwetsbare groepen. Samen met hen pakken ze gemeenschappelijke problemen aan die te maken hebben met grondrechten of de leefbaarheid in hun buurt, stad, dorp of streek. De kernprocessen met de doelgroep(en) worden gerealiseerd op het niveau van de strategische acties en omvatten: 1° het opsporen, samenbrengen en organiseren van mensen in maatschappelijk kwetsbare posities in verband met de gemeenschappelijke problemen die ze ervaren;2° samen met de doelgroep de structurele problemen die de leden van de doelgroep ervaren, verkennen en definiëren, een omgevingsanalyse opmaken, aan dossieropbouw doen en oplossingen formuleren;3° samen met de doelgroep de belangen van de doelgroep zichtbaar maken en die belangen behartigen. De regionale instituten ondersteunen de leden van de doelgroep bij de kernprocessen zodat ze in staat zijn zelf meer greep te krijgen op hun eigen situatie en op hun omgeving. Dat moet leiden tot het versterken van de doelgroep en het realiseren van structurele veranderingen in functie van de verbetering van hun situatie en positie. De kernprocessen zijn ondeelbaar. "
Art. 3ter.§ 1. Elk regionaal instituut voert een kwaliteitsbeleid overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 17 oktober 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/10/2003 pub. 10/11/2003 numac 2003201693 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de kwaliteit van de gezondheids- en welzijnsvoorzieningen sluiten betreffende de kwaliteit van de gezondheids- en welzijnsvoorzieningen en in functie van de eigen opdrachten. De regionale instituten tonen daarbij door middel van zelfevaluatie aan hoe ze een verantwoord aanbod realiseren bij de realisatie van de kernprocessen. De zelfevaluatie heeft minstens betrekking op de volgende zorgaspecten: 1° het aanbod sluit aan bij de behoeftes van de doelgroep;2° het aanbod is toegankelijk;3° de doelgroep participeert actief in de vormgeving van de strategische actie;4° er wordt methodisch gedifferentieerd gewerkt;5° het aanbod is effectief. § 2. Het kwaliteitsbeleid, vermeld in paragraaf 1, wordt beschreven in een kwaliteitshandboek als vermeld in artikel 5, § 4, van het decreet van 17 oktober 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/10/2003 pub. 10/11/2003 numac 2003201693 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de kwaliteit van de gezondheids- en welzijnsvoorzieningen sluiten betreffende de kwaliteit van de gezondheids- en welzijnsvoorzieningen.
Het kwaliteitshandboek, vermeld in het eerste lid, bevat minimaal de volgende elementen: 1° een inleiding met daarin: a) een voorwoord;b) de structuur van het kwaliteitshandboek;c) de organisatorische structuur, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van het instituut, met inbegrip van de taken en competentie- en functieprofielen van bestuurders in algemene vergadering en raad van bestuur, de verhouding tussen bestuur en management, de overleg- en inspraakorganen, en op welke wijze opvolging wordt gegeven aan een professioneel personeels- en financieel beleid;2° een weergave van het kwaliteitsbeleid waarin de volgende elementen zijn opgenomen: a) de missie en de visie;b) de opdracht en de doelstellingen;c) de strategie;3° een weergave van het kwaliteitssysteem dat voor de regionale instituten de volgende elementen omvat: 1) de werkwijzen die betrekking hebben op de kernprocessen;2) de werkwijzen om informatie over de gebruiker te verwerven, te gebruiken en door te geven;3) de werkwijze bij gevaar voor schade aan de integriteit van de gebruiker en van derden;4) de werkwijze om grensoverschrijdend gedrag ten aanzien van gebruikers te vermijden en ermee om te gaan;5) de procedure voor klachtenbehandeling en klachtenregistratie;6) de werkwijzen voor zelfevaluatie;7) een weergave van de kwaliteitsplanning op basis van zelfevaluatie: a) de aanpak en doelstellingen van de zelfevaluatie;b) de kwaliteitsplanning op basis van zelfevaluatie;c) de aanpak van de monitoring. § 3. Het Vlaams instituut en de regionale instituten voeren in het kader van deugdelijk bestuur een kwaliteitsvol en transparant beleid op het vlak van: 1° hun doelstellingen en de beoogde maatschappelijke meerwaarde;2° de strategieën om hun doelstellingen en maatschappelijke meerwaarde te verwezenlijken;3° hun structurele en maatschappelijke inbedding en positionering;4° hun bestuur en de samenstelling, bevoegdheden en taakafbakening van de verschillende bestuursorganen, namelijk de algemene vergadering, de raad van bestuur, het dagelijks bestuur en de directie;5° de procedure voor werving en ondersteuning van bestuurders en de principes inzake hun profiel, competenties, engagement, integriteit, onafhankelijkheid, vergoeding, onverenigbaarheden, belangenconflicten;6° de voorbereiding, frequentie, besluitvorming, opvolging en verslaggeving van vergaderingen van de raad van bestuur en de algemene vergadering, en de communicatie daarover;7° de regelmatige evaluatie van de werking en de realisatie van de doelstellingen;8° het algemeen beheer en het beheer van de financiële, materiële en personele middelen;9° klachtenbehandeling en klachtenregistratie;10° de betrokkenheid van en de verantwoording voor interne en externe belanghebbenden. Het instituut moet in de beleidsvoering kunnen aantonen dat het de beginselen van deugdelijk bestuur voor de social profit toepast, onder meer aan de hand van zijn statuten, huishoudelijke reglementen, verslagen van bestuursorganen, strategisch meerjarenplan, voortgangsrapporten, en ze bekendmaken bij zijn belanghebbenden. § 4. Het Vlaams instituut en de regionale instituten zorgen voor verstaanbare communicatie tussen hun medewerkers en de gebruikers. Ze voeren een taalbeleid waarin verduidelijkt wordt welke ondersteuning geboden wordt zodat anderstalige medewerkers een actieve kennis van het Nederlands kunnen verwerven.
Het instituut kan zijn taalbeleid schriftelijk aantonen en het bekendmaken bij zijn belanghebbenden.".
Art. 4.Aan artikel 3ter van hetzelfde besluit, ingevoegd bij artikel 3, wordt een paragraaf 5 toegevoegd, die luidt als volgt: " § 5. Het instituut ontwikkelt een geschreven referentiekader voor grensoverschrijdend gedrag ten aanzien van gebruikers. Het hanteert een procedure voor de preventie van grensoverschrijdend gedrag ten aanzien van gebruikers, alsook voor de detectie van en het gepast reageren op dat grensoverschrijdend gedrag. In die procedure is een registratiesysteem opgenomen dat geanonimiseerde gegevens bijhoudt over de gevallen van grensoverschrijdend gedrag ten aanzien van gebruikers.
Grensoverschrijdend gedrag van medewerkers van het instituut ten aanzien van gebruikers wordt op een geanonimiseerde wijze gemeld aan de administratie.".
Art. 5.In artikel 4 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 september 2010Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 24/09/2010 pub. 03/11/2010 numac 2010205592 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 juli 2000 tot uitvoering van het decreet van 26 juni 1991 houdende erkenning en subsidiëring van het maatschappelijk opbouwwerk sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1) aan punt 1° worden een punt h) en i) toegevoegd, die luiden als volgt: "h) bij de uitvoering van deze opdrachten samenwerken met relevante actoren binnen en buiten zijn werkgebied, in het bijzonder met de sector van de verenigingen waar armen het woord nemen en het algemeen welzijnswerk; i) evalueren van de werking, zowel van de uitvoering van het strategisch meerjarenplan als van de eigen werking als organisatie;"; 2) in punt 2° wordt punt d) vervangen door wat volgt: "d) bij de uitvoering van deze opdrachten samenwerken met relevante actoren binnen en buiten zijn werkgebied, in het bijzonder met de sector van de verenigingen waar armen het woord nemen en het algemeen welzijnswerk;"; 3) punt e), opgeheven door het besluit van de Vlaamse Regering van 24 september 2010Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 24/09/2010 pub. 03/11/2010 numac 2010205592 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 juli 2000 tot uitvoering van het decreet van 26 juni 1991 houdende erkenning en subsidiëring van het maatschappelijk opbouwwerk sluiten, wordt opnieuw opgenomen in de volgende lezing: "e) evalueren van de werking, zowel van de uitvoering van het `strategisch meerjarenplan' als van de eigen werking als organisatie;"; 4) in punt 2° worden punt f) tot en met h) opgeheven.
Art. 6.In artikel 6, § 1, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 september 2010Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 24/09/2010 pub. 03/11/2010 numac 2010205592 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 juli 2000 tot uitvoering van het decreet van 26 juni 1991 houdende erkenning en subsidiëring van het maatschappelijk opbouwwerk sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1) punt 1°, 2°, en 3° worden opgeheven.2) in punt 5° wordt tussen het woord "het" en het woord "meerjarenplan" het woord "strategisch "ingevoegd.
Art. 7.In artikel 9, § 5, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 november 2006Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 24/11/2006 pub. 29/12/2006 numac 2006036990 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot aanpassing van regelgeving in bepaalde sectoren van het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie in het kader van het project « Beter Bestuurlijk Beleid » type besluit van de vlaamse regering prom. 24/11/2006 pub. 05/02/2007 numac 2007035113 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het Pendelfonds type besluit van de vlaamse regering prom. 24/11/2006 pub. 15/12/2006 numac 2006036950 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 2 september 1992 betreffende de verbetering van de fokvarkens type besluit van de vlaamse regering prom. 24/11/2006 pub. 30/11/2006 numac 2006036922 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de inwerkingtreding van sommige bepalingen van het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en ter uitvoering van artikelen 160 en 179 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005 sluiten, worden de woorden "op basis van het eerste erkenningsdossier" opgeheven.
Art. 8.In artikel 10 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 november 2006Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 24/11/2006 pub. 29/12/2006 numac 2006036990 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot aanpassing van regelgeving in bepaalde sectoren van het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie in het kader van het project « Beter Bestuurlijk Beleid » type besluit van de vlaamse regering prom. 24/11/2006 pub. 05/02/2007 numac 2007035113 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het Pendelfonds type besluit van de vlaamse regering prom. 24/11/2006 pub. 15/12/2006 numac 2006036950 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 2 september 1992 betreffende de verbetering van de fokvarkens type besluit van de vlaamse regering prom. 24/11/2006 pub. 30/11/2006 numac 2006036922 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de inwerkingtreding van sommige bepalingen van het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en ter uitvoering van artikelen 160 en 179 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005 sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1) aan paragraaf 1 wordt de volgende zin toegevoegd: "Het dossier daarvoor kan verwijzen naar de elementen van het laatst goedgekeurde dossier waaraan geen wijzigingen worden voorgesteld."; 2) in paragraaf 2 worden de woorden "door de minister of de secretaris-generaal" opgeheven.
Art. 9.Artikel 11 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 20 februari 2004 en 24 september 2010, wordt vervangen door wat volgt: "
Art. 11.De subsidiabele personeelsformatie, vermeld in artikel 9, § 3, 4°, omvat het aantal voltijds equivalenten dat bij de erkenning van het instituut is meegedeeld, aangevuld met de sindsdien toegekende uitbreidingen. Bij besluit van de minister of de secretaris-generaal kan het aantal voltijds equivalenten aangepast worden.".
Art. 10.Artikel 12 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 september 2010Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 24/09/2010 pub. 03/11/2010 numac 2010205592 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 juli 2000 tot uitvoering van het decreet van 26 juni 1991 houdende erkenning en subsidiëring van het maatschappelijk opbouwwerk sluiten, wordt vervangen door wat volgt: "
Art. 12.Uiterlijk op 15 mei van het laatste jaar van een lopend goedgekeurd strategisch meerjarenplan wordt een nieuw strategisch meerjarenplan ingediend, samen met de personeelsformatie die nodig geacht wordt om het uit te voeren. Artikel 7 tot en met 9 zijn op overeenkomstige wijze van toepassing voor de goedkeuring.
Voor de goedkeuring van de wijziging van een strategische doelstelling wordt een dossier ingediend waarin de wijziging wordt gesitueerd en gemotiveerd, en waarin in voorkomend geval de nieuwe operationele doelstellingen en strategische acties worden vermeld. Artikel 7 tot en met 9 zijn op overeenkomstige wijze van toepassing op de voormelde goedkeuring.".
Art. 11.Artikel 13 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 20 februari 2004Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 20/02/2004 pub. 23/03/2004 numac 2004035424 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 17 juli 2000 tot uitvoering van het decreet van 26 juni 1991 houdende de erkenning en subsidiëring van het maatschappelijk opbouwwerk sluiten en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 24 november 2006 en 24 september 2010, wordt vervangen door wat volgt: "
Art. 13.§ 1. Afhankelijk van de beschikbare begrotingskredieten en overeenkomstig de bepalingen van het decreet en van dit besluit, kent de secretaris-generaal aan de organisaties een subsidie-enveloppe toe voor infrastructuur, werkings- en personeelskosten, zoals bedoeld in artikel 5, § 1 van het decreet. De secretaris-generaal bepaalt binnen de perken van de begrotingskredieten jaarlijks de grootte van de subsidie-enveloppe op basis van de volgende regels: 1° voor het Vlaams instituut wordt een forfaitair bedrag bepaald, rekening houdend met de opdrachten en het aantal voltijdsequivalenten in de subsidiabele personeelsformatie, vermeld in artikel 9, § 3, 4° ;2° voor de regionale instituten wordt aan elk instituut hetzelfde forfaitaire bedrag toegekend, aangevuld met een bedrag per voltijdsequivalent in de subsidiabele personeelsformatie, vermeld in artikel 9, § 3, 4°. § 2. Bij de subsidie-enveloppen, vermeld in paragraaf 1, worden jaarlijks de middelen gevoegd voor de toepassing van het Vlaams Intersectoraal Akkoord voor de Social-Profitsector.".
Art. 12.In artikel 16 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 20 februari 2004Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 20/02/2004 pub. 23/03/2004 numac 2004035424 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 17 juli 2000 tot uitvoering van het decreet van 26 juni 1991 houdende de erkenning en subsidiëring van het maatschappelijk opbouwwerk sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1) het tweede lid wordt vervangen door wat volgt: "Maximaal 20% van de jaarlijkse subsidie-enveloppe mag als reserve worden overgedragen naar het volgende jaar.De in het boekjaar opgebouwde reserves die meer bedragen dan 20% van de jaarlijkse subsidie-enveloppe, worden voor het bedrag dat 20% van de jaarlijkse subsidie-enveloppe overschrijdt, teruggestort aan de Vlaamse Gemeenschap."; 2) er worden een derde tot en met een vijfde lid toegevoegd, die luiden als volgt: "De gecumuleerde reserve, opgebouwd uit de jaarlijkse subsidie-enveloppe, mag niet meer bedragen dan de helft van de jaarlijkse subsidie-enveloppe vanuit de Vlaamse Gemeenschap. De minister kan ad hoc een uitzondering maken op de reservebepaling, vermeld in het derde lid, op basis van een aanwendingsplan waaruit blijkt dat het betreffende instituut de middelen moet aanwenden in het kader van een investeringsproject. Het voorafgaande advies van de Inspectie van Financiën is daarbij verplicht.
Bij het overschrijden van de reservebepaling, vermeld in het derde lid, en als de voorwaarden, vermeld in het vierde lid, niet vervuld zijn, worden de reserves die op het ogenblik van afsluiten van het boekjaar meer bedragen dan 50% van de jaarlijkse subsidie-enveloppe voor het bedrag dat de 50% van de jaarlijkse subsidie-enveloppe overschrijdt, teruggestort aan de Vlaamse Gemeenschap.".
Art. 13.In artikel 17 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 20 februari 2004Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 20/02/2004 pub. 23/03/2004 numac 2004035424 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 17 juli 2000 tot uitvoering van het decreet van 26 juni 1991 houdende de erkenning en subsidiëring van het maatschappelijk opbouwwerk sluiten en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 september 2010Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 24/09/2010 pub. 03/11/2010 numac 2010205592 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 juli 2000 tot uitvoering van het decreet van 26 juni 1991 houdende erkenning en subsidiëring van het maatschappelijk opbouwwerk sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1) paragraaf 1 wordt vervangen door wat volgt: " § 1.De subsidie wordt aan het Vlaams instituut en het regionaal instituut toegekend op voorwaarde dat aan de erkenningsvoorwaarden, vermeld in het decreet, en in hoofdstuk II van dit besluit, wordt voldaan."; 2) in paragraaf 2 worden punt 1° en 2° vervangen door wat volgt: "1° de subsidie besteden aan de infrastructuur, werkings- en personeelskosten van de organisatie, onder voorbehoud van artikel 16; 2° bij de uitbetaling van de personeelskosten de wettelijke verplichtingen als werkgever naleven;";
Art. 14.In artikel 17 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 20 februari 2004Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 20/02/2004 pub. 23/03/2004 numac 2004035424 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 17 juli 2000 tot uitvoering van het decreet van 26 juni 1991 houdende de erkenning en subsidiëring van het maatschappelijk opbouwwerk sluiten en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 september 2010Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 24/09/2010 pub. 03/11/2010 numac 2010205592 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 juli 2000 tot uitvoering van het decreet van 26 juni 1991 houdende erkenning en subsidiëring van het maatschappelijk opbouwwerk sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1) aan paragraaf 2 wordt een punt 3° toegevoegd, dat luidt als volgt: "3° elk jaar uiterlijk op 30 april de subsidie-enveloppe aanvragen. Daarvoor dienen ze bij de administratie een dossier in, dat wordt opgesteld aan de hand van het door de administratie uitgewerkte model dat minimaal de volgende elementen bevat: a) het voortgangsrapport, met resultaatgerichte indicatoren;b) een overzicht van de personeelsleden met de taakverdeling en de tijdsbesteding; c) een begroting met postgewijze toelichting."; 2) aan paragraaf 2 worden een tweede en een derde lid toegevoegd, die luiden als volgt: "In het eerste lid, 3°, a), wordt verstaan onder resultaatgerichte indicatoren: de gegevens waarmee de resultaten van de werking worden beschreven en weergegeven.De gegevens kunnen zowel kwantitatief als kwalitatief van aard zijn.
De minister bepaalt de resultaatgerichte indicatoren, na overleg met de sector. De eerste set van indicatoren zal worden geëvalueerd twee jaar na de invoering ervan.".
Art. 15.Artikel 18 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 20 februari 2004Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 20/02/2004 pub. 23/03/2004 numac 2004035424 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 17 juli 2000 tot uitvoering van het decreet van 26 juni 1991 houdende de erkenning en subsidiëring van het maatschappelijk opbouwwerk sluiten en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 september 2010Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 24/09/2010 pub. 03/11/2010 numac 2010205592 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 juli 2000 tot uitvoering van het decreet van 26 juni 1991 houdende erkenning en subsidiëring van het maatschappelijk opbouwwerk sluiten, wordt opgeheven.
Art. 16.In artikel 19, paragraaf 1 van hetzelfde besluit wordt "artikel 18" vervangen door "artikel 17".
Art. 17.In artikel 22 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 20 februari 2004Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 20/02/2004 pub. 23/03/2004 numac 2004035424 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 17 juli 2000 tot uitvoering van het decreet van 26 juni 1991 houdende de erkenning en subsidiëring van het maatschappelijk opbouwwerk sluiten en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 september 2010Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 24/09/2010 pub. 03/11/2010 numac 2010205592 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 juli 2000 tot uitvoering van het decreet van 26 juni 1991 houdende erkenning en subsidiëring van het maatschappelijk opbouwwerk sluiten, wordt paragraaf 1 vervangen door wat volgt: " § 1. Uiterlijk op 30 april van elk jaar dienen het Vlaams instituut en de regionale instituten een financieel verslag over het voorgaande jaar in bij de administratie. Dat verslag wordt opgesteld aan de hand van het door de administratie uitgewerkte model.
Het financiële verslag bevat alle documenten, vermeld in artikel 13 van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 januari 2006Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 13/01/2006 pub. 16/05/2006 numac 2006035728 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de boekhouding en het financieel verslag voor de voorzieningen in bepaalde sectoren van het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin sluiten betreffende de boekhouding en het financieel verslag voor de voorzieningen in bepaalde sectoren van het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin.
Elk instituut stelt een natuurlijke persoon of een rechtspersoon, die lid is van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren, als commissaris aan. Die commissaris wordt belast met de controle op de financiële toestand, op de jaarrekening en op de regelmatigheid ten aanzien van de wet en de statuten, en van de verrichtingen die zijn opgenomen in de jaarrekening.".
Art. 18.Artikel 24 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art. 19.In artikel 26, § 1, van hetzelfde besluit wordt de zinsnede "ten opzichte van de ingediende jaarprogramma's en projecten, hetzij op grond van een inspectie, hetzij op grond van een jaarverslag of andere vaststellingen" vervangen door de woorden "in de uitvoering van het strategisch meerjarenplan".
Art. 20.Artikel 28 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt: "
Art. 28.Door de organisaties zullen alle relevante stukken die betrekking hebben op de uitvoering van de opdrachten, gedurende minstens tien jaar bewaard worden. De minister kan daarvoor na overleg met de sector regelingen opleggen over welke soort documenten het gaat, en op welke wijze en hoe lang ze moeten bewaard worden.".
Art. 21.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2014.
Art. 22.In afwijking van artikel 21 treedt artikel 4 in werking op 1 juli 2014.
Art. 23.In afwijking van artikel 21 treedt artikel 14 in werking op 1 januari 2015.
Art. 24.In afwijking van artikel 21 treedt artikel 3 in werking op 1 januari 2016.
Art. 25.De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 24 januari 2014.
De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, J. VANDEURZEN