gepubliceerd op 30 november 2005
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 april 1990 betreffende het verlof voor verminderde prestaties gewettigd door sociale of familiale redenen en de afwezigheid voor verminderde prestaties wegens persoonlijke aangelegenheid ten gunste van de personeelsleden van het onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding
23 SEPTEMBER 2005. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 april 1990 betreffende het verlof voor verminderde prestaties gewettigd door sociale of familiale redenen en de afwezigheid voor verminderde prestaties wegens persoonlijke aangelegenheid ten gunste van de personeelsleden van het onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding
De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van bepaalde personeelsleden van het gemeenschapsonderwijs, inzonderheid op artikel 77, eerste lid, en artikel 80, eerste lid, c) ;
Gelet op het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding, inzonderheid op artikel 51, eerste lid, en op artikel 54, eerste lid, c) ;
Gelet op het decreet van 17 juli 1991 betreffende inspectie, Dienst voor Onderwijsontwikkeling en pedagogische begeleidingsdiensten, inzonderheid op artikel 68, eerste lid, op artikel 71, eerste lid, 3°, op artikel 93, eerste lid, gewijzigd bij de decreten van 8 juli 1996 en 1 december 1998;
Gelet op het decreet van 1 december 1993 betreffende de inspectie en de begeleiding van de levensbeschouwelijke vakken, inzonderheid op artikel 21;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 26 april 1990 betreffende het verlof voor verminderde prestaties gewettigd door sociale of familiale redenen en de afwezigheid voor verminderde prestaties wegens persoonlijke aangelegenheid ten gunste van de personeelsleden van het onderwijs en de psycho-medisch-sociale centra, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 13 november 1991, 19 december 1991, 12 mei 1993 en 3 maart 2000;
Gelet op protocol nr. 551 van 3 mei 2005 houdende de conclusies van de onderhandelingen die werden gevoerd in de gemeenschappelijke vergaderingen van Sectorcomité X en van onderafdeling "Vlaamse Gemeenschap" van afdeling 2 van het Comité voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten;
Gelet op protocol nr. 316 van 3 mei 2005 houdende de conclusies van de onderhandelingen die werden gevoerd in het overkoepelend onderhandelingscomité, vermeld in het decreet van 5 april 1995 tot oprichting van onderhandelingscomités in het vrij gesubsidieerd onderwijs;
Gelet op het advies 38.642/1/V van de Raad van State, gegeven op 19 juli 2005, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.In het opschrift van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 april 1990 betreffende het verlof voor verminderde prestaties gewettigd door sociale of familiale redenen en de afwezigheid voor verminderde prestaties wegens persoonlijke aangelegenheid ten gunste van de personeelsleden van het onderwijs en de psycho-medisch-sociale centra, worden de woorden « psycho-medisch-sociale centra » vervangen door de woorden« centra voor leerlingenbegeleiding ».
Art. 2.In artikel 1 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 3 maart 2000, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in punt 2° worden de woorden « psycho-medisch-sociale centra » vervangen door de woorden « centra voor leerlingenbegeleiding »;2° in punt 4° worden de woorden « PMS-centra » vervangen door de woorden « centra voor leerlingenbegeleiding ».
Art. 3.In artikel 3 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 3 maart 2000, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid wordt punt 3° vervangen door wat volgt : « 3° wekelijks prestaties blijft verrichten die ten minste een volledige prestatie-eenheid bedragen;en voor wat de centra voor leerlingenbegeleiding betreft, wekelijks prestaties blijft verrichten die ten minste 10 % van een volledige opdracht bedragen; » 2° het tweede lid wordt vervangen door wat volgt : « Voor de toepassing van het eerste lid, 3°, worden eveneens als wekelijkse prestaties beschouwd : 1° de prestaties verstrekt door personeelsleden met verlof wegens bijzondere opdracht of verlof wegens opdracht, zoals bedoeld in artikel 51quater, § 2 en § 3, van het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding en artikel 77quater, § 2 en § 3, van het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van bepaalde personeelsleden van het Gemeenschapsonderwijs;2° de prestaties verstrekt door de personeelsleden met verlof wegens vakbondsopdracht, zoals bedoeld in artikel 17 van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel en artikel 77 van het koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel; 3° de prestaties verstrekt in het kader van de begeleiding en ondersteuning van de scholen en de centra voor leerlingenbegeleiding bij de implementatie van het decreet van 28 juni 2002 betreffende gelijke onderwijskansen I, zoals bedoeld in artikel VI.21 van dit decreet; 4° de prestaties verstrekt ten behoeve van in de wetgevende vergaderingen van de Staat en van de Gemeenschappen of de Gewesten erkende politieke groepen, respectievelijk ten behoeve van de voorzitters van die groepen, zoals bedoeld in artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 1991 betreffende het verlof dat aan de personeelsleden van het onderwijs en de psycho-medisch-sociale centra wordt verleend voor het verrichten van bepaalde prestaties ten behoeve van in de wetgevende vergaderingen van de Staat en van de Gemeenschappen of de Gewesten erkende politieke groepen, respectievelijk ten behoeve van de voorzitters van die groepen;5° de prestaties verstrekt door de personeelsleden met verlof, zoals bedoeld in artikel 2 van het koninklijk besluit van 21 november 1980 betreffende het verlof toegekend aan bepaalde, ter beschikking van de Koning gestelde personeelsleden van de Rijksdiensten;6° de prestaties verstrekt door personeelsleden in een ministerieel kabinet van een lid van een gemeenschaps- of gewestregering, van een lid van de federale regering of van een gewestelijk staatssecretaris, en bij een secretariaat, de cel algemene beleidscoördinatie en een cel algemeen beleid bij een lid van de federale regering, zoals bedoeld in artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 28 juli 1995 betreffende het verlof om een ambt uit te oefenen in een ministerieel kabinet van een lid van een gemeenschaps- of gewestregering, van een lid van de federale regering of van een gewestelijk staatssecretaris, en bij een secretariaat, de cel algemene beleidscoördinatie en een cel algemeen beleid bij een lid van de federale regering door personeelsleden van het onderwijs en van de centra voor leerlingenbegeleiding;7° de prestaties verstrekt door personeelsleden als medewerker, door een regeringslid ter beschikking gesteld van zijn voorganger, zoals bedoeld in artikel 8, derde lid, van het koninklijk besluit van 19 juli 2001 betreffende de invulling van de beleidsorganen van de federale overheidsdiensten en betreffende de personeelsleden van de federale overheidsdiensten aangewezen om deel uit te maken van een kabinet van een lid van een regering of van een college van een gemeenschap of een gewest;8° de prestaties verstrekt door een personeelslid ter ondersteuning van het college van commissarissen van de Vlaamse regering bij de hogescholen, zoals bedoeld in artikel 245, § 2, van het decreet van 13 juli 1994 betreffende de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap.».
Art. 4.In artikel 6 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 13 november 1991 en 19 december 1991, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1 wordt vervangen door wat volgt : « § 1.Het verlof voor verminderde prestaties, gewettigd door sociale of familiale redenen, wordt opgeschort zodra het personeelslid, binnen de statutaire bepalingen die op hem van toepassing zijn, de volgende verloven of terbeschikkingstelling verkrijgt : 1° bevallingsverlof;2° borstvoedingsverlof;3° onbezoldigd ouderschapsverlof;4° verlof om dwingende redenen van familiaal belang;5° verlof om een stage te vervullen in een andere betrekking van de staat, een gemeenschap, een gewest, een provincie, een gemeente, een daarmee gelijkgestelde openbare instelling, een officiële of een gesubsidieerde vrije school of een officieel of gesubsidieerd centrum;6° verlof om zijn kandidatuur voor de wetgevende of provinciale verkiezingen voor te dragen;7° verlof om de cursussen bij te wonen van de school voor burgerlijke bescherming, hetzij als vrijwillige dienstnemer bij dit korps, hetzij als niet tot dit korps behorende leerling;8° verlof om in vredestijd prestaties te verrichten bij het korps voor burgerlijke bescherming als vrijwillige dienstnemer bij dit korps;9° opvangverlof;10° verlof voor de opvang met het oog op adoptie en pleegvoogdij;11° verlof voor het vervullen van sommige militaire prestaties in vredestijd en van diensten bij de civiele bescherming of van taken van openbaar nut op grond van de wetten houdende het statuut van de gewetensbezwaarden, gecoördineerd op 20 februari 1980;12° verlof om een ambt uit te oefenen bij het kabinet van een lid van de regering van een gemeenschap of van een gewest of bij het kabinet van een minister, een staatssecretaris of een gewestelijk staatssecretaris;13° verlof voor vakbondsopdrachten;14° verlof wegens (bijzondere) opdracht;15° verlof voor het verrichten van bepaalde prestaties ten behoeve van de in de wetgevende vergaderingen van de staat en van de gemeenschappen of de gewesten erkende politieke groepen, respectievelijk ten behoeve van de voorzitters van die groepen;16° verlof om van het kabinet van de koning deel uit te maken;17° ouderschapsverlof in het kader van loopbaanonderbreking;18° palliatief verlof in het kader van loopbaanonderbreking;19° vaderschapsverlof;20° terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden.»; 2° § 2 wordt geschrapt.
Art. 5.In artikel 9 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 3 maart 2000, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid wordt punt 3° vervangen door wat volgt : « 3° wekelijks prestaties blijft verrichten die ten minste een volledige prestatie-eenheid bedragen of wat de centra voor leerlingenbegeleiding betreft, wekelijks prestaties blijft verrichten die ten minste 10 % van een volledige opdracht bedragen;» 2° het tweede lid wordt vervangen door wat volgt : « Voor de toepassing van het eerste lid, 3°, worden eveneens als wekelijkse prestaties beschouwd : 1° de prestaties verstrekt door personeelsleden met verlof wegens bijzondere opdracht of verlof wegens opdracht, zoals bedoeld in artikel 51quater, § 2 en § 3, van het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding en artikel 77quater, § 2 en § 3, van het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van bepaalde personeelsleden van het Gemeenschapsonderwijs;2° de prestaties verstrekt door de personeelsleden met verlof wegens vakbondsopdracht, zoals bedoeld in artikel 17 van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel en artikel 77 van het koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel; 3° de prestaties verstrekt in het kader van de begeleiding en ondersteuning van de scholen en de centra voor leerlingenbegeleiding bij de implementatie van het decreet van 28 juni 2002 betreffende gelijke onderwijskansen I, zoals bedoeld in artikel VI.21 van dit decreet; 4° de prestaties verstrekt ten behoeve van in de wetgevende vergaderingen van de Staat en van de Gemeenschappen of de Gewesten erkende politieke groepen, respectievelijk ten behoeve van de voorzitters van die groepen, zoals bedoeld in artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 1991 betreffende het verlof dat aan de personeelsleden van het onderwijs en de psycho-medisch-sociale centra wordt verleend voor het verrichten van bepaalde prestaties ten behoeve van in de wetgevende vergaderingen van de Staat en van de Gemeenschappen of de Gewesten erkende politieke groepen, respectievelijk ten behoeve van de voorzitters van die groepen;5° de prestaties verstrekt door de personeelsleden met verlof, zoals bedoeld in artikel 2 van het koninklijk besluit van 21 november 1980 betreffende het verlof toegekend aan bepaalde, ter beschikking van de Koning gestelde personeelsleden van de Rijksdiensten;6° de prestaties verstrekt door personeelsleden in een ministerieel kabinet van een lid van een gemeenschaps- of gewestregering, van een lid van de federale Regering of van een gewestelijk staatssecretaris, en bij een secretariaat, de cel algemene beleidscoördinatie en een cel algemeen beleid bij een lid van de federale regering, zoals bedoeld in artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 28 juli 1995 betreffende het verlof om een ambt uit te oefenen in een ministerieel kabinet van een lid van een gemeenschaps- of gewestregering, van een lid van de federale regering of van een gewestelijk staatssecretaris, en bij een secretariaat, de cel algemene beleidscoördinatie en een cel algemeen beleid bij een lid van de federale regering door personeelsleden van het onderwijs en van de centra voor leerlingenbegeleiding;7° de prestaties verstrekt door personeelsleden als medewerker, door een regeringslid ter beschikking gesteld van zijn voorganger, zoals bedoeld in artikel 8, derde lid, van het koninklijk besluit van 19 juli 2001 betreffende de invulling van de beleidsorganen van de federale overheidsdiensten en betreffende de personeelsleden van de federale overheidsdiensten aangewezen om deel uit te maken van een kabinet van een lid van een regering of van een college van een gemeenschap of een gewest;8° de prestaties verstrekt door een personeelslid ter ondersteuning van het college van commissarissen van de Vlaamse Regering bij de hogescholen, zoals bedoeld in artikel 245, § 2, van het decreet van 13 juli 1994 betreffende de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap.»
Art. 6.In artikel 13 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 13 november 1991 en 19 december 1991, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1. § 1 wordt vervangen door wat volgt : « § 1.De afwezigheid voor verminderde prestaties wegens persoonlijke aangelegenheid wordt opgeschort zodra het personeelslid, binnen de statutaire bepalingen die op hem van toepassing zijn, de volgende verloven of terbeschikkingstelling verkrijgt : 1° bevallingsverlof;2° borstvoedingsverlof;3° onbezoldigd ouderschapsverlof;4° verlof om dwingende redenen van familiaal belang;5° verlof om een stage te vervullen in een andere betrekking van de staat, een gemeenschap, een gewest, een provincie, een gemeente, een daarmee gelijkgestelde openbare instelling, een officiële of een gesubsidieerde vrije school of een officieel of gesubsidieerd centrum;6° verlof om zijn kandidatuur voor de wetgevende of provinciale verkiezingen voor te dragen;7° verlof om de cursussen bij te wonen van de school voor burgerlijke bescherming, hetzij als vrijwillige dienstnemer bij dit korps, hetzij als niet tot dit korps behorende leerling;8° verlof om in vredestijd prestaties te verrichten bij het korps voor burgerlijke bescherming als vrijwillige dienstnemer bij dit korps;9° opvangverlof;10° verlof voor de opvang met het oog op adoptie en pleegvoogdij;11° verlof voor het vervullen van sommige militaire prestaties in vredestijd en van diensten bij de civiele bescherming of van taken van openbaar nut op grond van de wetten houdende het statuut van de gewetensbezwaarden, gecoördineerd op 20 februari 1980;12° verlof om een ambt uit te oefenen bij het kabinet van een lid van de regering van een gemeenschap of van een gewest of bij het kabinet van een minister, een staatssecretaris of een gewestelijk staatssecretaris;13° verlof voor vakbondsopdrachten;14° verlof wegens (bijzondere) opdracht;15° verlof voor het verrichten van bepaalde prestaties ten behoeve van de in de wetgevende vergaderingen van de staat en van de gemeenschappen of de gewesten erkende politieke groepen, respectievelijk ten behoeve van de voorzitters van die groepen;16° verlof om van het kabinet van de koning deel uit te maken;17° ouderschapsverlof in het kader van loopbaanonderbreking;18° palliatief verlof in het kader van loopbaanonderbreking;19° vaderschapsverlof;20° terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden.»; 2. § 2 wordt geschrapt.
Art. 7.In artikel 15 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 3 maart 2000, worden in het derde lid de woorden « voor zover zijn opdracht niet minder dan de helft bedraagt van de duur van de volledige prestaties die normaal bepaald zijn voor het door hem uitgeoefende ambt » geschrapt.
Art. 8.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 2005.
Art. 9.De Vlaamse minister, bevoegd voor het Onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 23 september 2005.
De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming, F. VANDENBROUCKE