Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 23 oktober 2015
gepubliceerd op 03 december 2015

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de voorwaarden tot het verkrijgen van een derogatie aan de bemestingsnormen als vermeld in artikel 13 van het Mestdecreet van 22 december 2006

bron
vlaamse overheid
numac
2015036477
pub.
03/12/2015
prom.
23/10/2015
ELI
eli/besluit/2015/10/23/2015036477/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

23 OKTOBER 2015. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de voorwaarden tot het verkrijgen van een derogatie aan de bemestingsnormen als vermeld in artikel 13 van het Mest decreet van 22 december 2006Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/12/2006 pub. 29/12/2006 numac 2006037097 bron vlaamse overheid Decreet houdende de bescherming van water tegen de verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen type decreet prom. 22/12/2006 pub. 29/12/2006 numac 2006037088 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2007 sluiten


De Vlaamse Regering, Gelet op het Mest decreet van 22 december 2006Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/12/2006 pub. 29/12/2006 numac 2006037097 bron vlaamse overheid Decreet houdende de bescherming van water tegen de verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen type decreet prom. 22/12/2006 pub. 29/12/2006 numac 2006037088 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2007 sluiten, artikel 4, § 3, ingevoegd bij het decreet van 12 december 2008 en gewijzigd bij het decreet van 12 juni 2015, artikel 4, § 5, ingevoegd bij het decreet van 12 juni 2015, en artikel 13, § 4, vervangen bij het decreet van 12 juni 2015;

Gelet op het uitvoeringsbesluit (EU) 2015/1499 van de Commissie van 3 september 2015 tot verlening van een door België voor het Vlaamse Gewest gevraagde afwijking krachtens Richtlijn 91/676/EEG van de Raad inzake de bescherming van water tegen verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 13 juli 2015;

Gelet op advies 57.968/1 van de Raad van State, gegeven op 22 september 2015, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder : 1° perceelsgroep : twee of meer percelen waarop hetzelfde gewas of dezelfde gewascombinatie wordt geteeld en die qua bodemtype en bemestingspraktijk homogeen zijn.Percelen waarop een verschillende periode voor het op of in de bodem brengen van meststoffen als vermeld in artikel 8 of artikel 14, § 9, van het Mest decreet van 22 december 2006Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/12/2006 pub. 29/12/2006 numac 2006037097 bron vlaamse overheid Decreet houdende de bescherming van water tegen de verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen type decreet prom. 22/12/2006 pub. 29/12/2006 numac 2006037088 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2007 sluiten, of verschillende maximale bemestingsnormen, overeenkomstig artikel 3, § 2 en § 3, en overeenkomstig artikel 13, 14, 16, 17, 18, 41bis, 41ter, 42, en 86 van het voormelde decreet, van toepassing zijn, worden in ieder geval niet beschouwd als een perceelsgroep met een homogene bemestingspraktijk. Twee of meer percelen grasland kunnen alleen tot dezelfde perceelsgroep behoren als ze aan minstens een van de volgende voorwaarden voldoen : a) ze worden allemaal enkel gemaaid;b) ze worden allemaal begraasd, waarbij al dan niet een of meer sneden gemaaid worden;2° blijvend grasland : blijvend grasland als vermeld in artikel 4, eerste lid, h), van verordening (EU) nr.1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van voorschriften voor rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 637/2008 van de Raad en Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad; 3° derogatieperceel : perceel waarvoor derogatie is aangevraagd, overeenkomstig artikel 2;4° derogatiemest : dierlijke mest die tot een van de onderstaande types behoort : a) dierlijke mest die afkomstig is van runderen, op voorwaarde dat is voldaan aan de vereisten, vermeld in artikel 4, § 4, en met uitzondering van dierlijke mest die afkomstig is van mestkalveren;b) dierlijke mest die afkomstig is van paarden, op voorwaarde dat is voldaan aan de vereisten, vermeld in artikel 4, § 4;c) dierlijke mest die afkomstig is van geiten of schapen, op voorwaarde dat is voldaan aan de vereisten, vermeld in artikel 4, § 4;d) dunne fractie waarvoor een attest als vermeld in artikel 7, eerste lid, is verkregen;e) derogatie-effluent;5° dunne fractie : het vloeibare gedeelte van de varkensmest, na fysisch-mechanische scheiding, dat voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 7;6° dikke fractie : het niet-vloeibare gedeelte van de varkensmest, na fysisch-mechanische scheiding;7° derogatiegewas : een gewas dat of een gewascombinatie die behoort tot een van de volgende types : a) grasland;b) derogatiemaïs;c) wintertarwe met vanggewas of triticale met vanggewas;d) suikerbieten;e) voederbieten;8° grasland : een perceel waarop als hoofdteelt grassen of andere kruidachtige voedergewassen als vermeld in artikel 4, eerste lid, i), van verordening (EU) nr.1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van voorschriften voor rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 637/2008 van de Raad en Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad, worden geteeld, met inbegrip van percelen waarop als hoofdteelt een mengsel van gras en klaver geteeld wordt, waarbij er minder dan 50% klaver in het zaaigoed aanwezig was; 9° derogatiemaïs : hetzij een hoofdteelt maïs, voorafgegaan door een snede gras of door een snede snijrogge, hetzij een hoofdteelt maïs met gras als onderzaai;10° minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor het leefmilieu en het waterbeleid;11° derogatie-effluent : effluent dat afkomstig is van een verwerkingseenheid waarnaar uitsluitend zuivere varkensmest en zuivere derogatiemest worden aangevoerd en waarvoor een attest als vermeld in artikel 8, eerste lid, is verkregen;12° ministerieel besluit van 23 juni 2015Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 23/06/2015 pub. 24/07/2015 numac 2015035918 bron vlaamse overheid Ministerieel besluit houdende vaststelling van de verzamelaanvraag en de nadere regels voor de gemeenschappelijke identificatie van percelen, exploitaties en landbouwgrond in het kader van het meststoffenbeleid en van het landbouwbeleid sluiten : het ministerieel besluit van 23 juni 2015Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 23/06/2015 pub. 24/07/2015 numac 2015035918 bron vlaamse overheid Ministerieel besluit houdende vaststelling van de verzamelaanvraag en de nadere regels voor de gemeenschappelijke identificatie van percelen, exploitaties en landbouwgrond in het kader van het meststoffenbeleid en van het landbouwbeleid sluiten houdende vaststelling van de verzamelaanvraag en de nadere regels voor de gemeenschappelijke identificatie van percelen, exploitaties en landbouwgrond in het kader van het meststoffenbeleid en van het landbouwbeleid;13° een toevoeging of wijziging : een toevoeging of wijziging als vermeld in artikel 18, § 1, eerste lid, van het ministerieel besluit van 23 juni 2015Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 23/06/2015 pub. 24/07/2015 numac 2015035918 bron vlaamse overheid Ministerieel besluit houdende vaststelling van de verzamelaanvraag en de nadere regels voor de gemeenschappelijke identificatie van percelen, exploitaties en landbouwgrond in het kader van het meststoffenbeleid en van het landbouwbeleid sluiten. HOOFDSTUK 2. - De aanvraag van derogatie

Art. 2.§ 1. De landbouwer die voor een aantal percelen van zijn bedrijf een derogatie wil verkrijgen, dient, via het door de Mestbank ter beschikking gestelde internetloket, een aanvraag van derogatie in bij de Mestbank uiterlijk op 15 februari van het jaar waarvoor hij de derogatie aanvraagt. De landbouwer kan, met één aanvraag, voor verschillende kalenderjaren een derogatie aanvragen. Een ingediende aanvraag kan door de landbouwer, uiterlijk op 15 februari van het jaar waarvoor de derogatie is aangevraagd, ingetrokken worden. Als een ingediende aanvraag van derogatie op 16 februari van het jaar waarvoor de derogatie is aangevraagd, niet ingetrokken is, is de aanvraag voor dat jaar definitief.

De aanvraag, vermeld in het eerste lid, is alleen ontvankelijk als ze op tijd is ingediend en als de aanvrager verklaart dat hij op de hoogte is van de verplichtingen inzake derogatie en dat hij aan de voorwaarden zal voldoen. De aanvrager verklaart dat hij aan de volgende verplichtingen inzake derogatie zal voldoen : 1° bijkomende gegevens naar aanleiding van de verzamelaanvraag vermelden, vermeld in paragraaf 3;2° zich houden aan de maximale bemestingsnormen op de derogatiepercelen, vermeld in artikel 3;3° dierlijke mest niet opbrengen op derogatiepercelen, tenzij de dierlijke mest voor de toepassing van dit besluit als derogatiemest wordt beschouwd, als vermeld in artikel 4, § 1, en fosfaat uit kunstmest niet opbrengen op derogatiepercelen als vermeld in artikel 4, § 2;4° dierlijke mest, kunstmest of andere meststoffen op de percelen waarvoor derogatie is verleend, alleen op of in de bodem brengen van 16 februari tot en met 31 augustus als vermeld in artikel 4, § 3.In afwijking hiervan gelden, als in het Mest decreet van 22 december 2006Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/12/2006 pub. 29/12/2006 numac 2006037097 bron vlaamse overheid Decreet houdende de bescherming van water tegen de verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen type decreet prom. 22/12/2006 pub. 29/12/2006 numac 2006037088 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2007 sluiten strengere bepalingen zijn opgenomen, deze strengere bepalingen; 5° zich houden aan de bijzondere voorwaarden inzake grondbewerking en bemestingspraktijk die gelden op derogatiepercelen, vermeld in artikel 5;6° zich houden aan de bijzondere voorwaarden inzake grondbewerking en bemestingspraktijken die gelden voor alle percelen van het bedrijf, vermeld in artikel 6;7° zich houden aan de beperking van 15 ton per hectare bemesting met derogatie-effluent, vermeld in artikel 8;8° op bedrijfsniveau het bemestingsplan, vermeld in artikel 10, tijdig opmaken, bijhouden en aanvullen;9° de bodemanalyses, vermeld in artikel 12, laten uitvoeren. § 2. Derogatie kan alleen worden verleend voor percelen die voldoen aan de voorwaarden van paragraaf 1 en 3, en waarop derogatiegewassen worden geteeld. De Mestbank stelt de landbouwers, via het door de Mestbank ter beschikking gestelde internetloket, uiterlijk op 31 december van het kalenderjaar waarvoor derogatie wordt aangevraagd, een overzicht ter beschikking van alle de tot het bedrijf behorende landbouwgronden, met voor elk van de percelen landbouwgrond de vermelding of op basis van de op dat moment bekende gegevens voor het perceel in kwestie derogatie wordt verleend. § 3. De landbouwer die een aanvraag als vermeld in paragraaf 1, heeft ingediend, vermeldt uiterlijk op de datum waarop de verzamelaanvraag moet worden ingediend, vermeld in artikel 7, van het ministerieel besluit van 23 juni 2015Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 23/06/2015 pub. 24/07/2015 numac 2015035918 bron vlaamse overheid Ministerieel besluit houdende vaststelling van de verzamelaanvraag en de nadere regels voor de gemeenschappelijke identificatie van percelen, exploitaties en landbouwgrond in het kader van het meststoffenbeleid en van het landbouwbeleid sluiten, of, uiterlijk op 31 mei als de verzamelaanvraag tijdig is ingediend, naar aanleiding van een toevoeging of wijziging, op de verzamelaanvraag de volgende gegevens : 1° de percelen waarvoor derogatie wordt aangevraagd, met vermelding van het derogatiegewas dat zal worden geteeld;2° alle percelen blijvend grasland van het bedrijf die in het jaar van de aanvraag zijn of zullen worden gescheurd. Er kan geen derogatie worden aangevraagd : 1° voor percelen die onder het toepassingsgebied vallen van artikel 41bis of 41ter van het Mest decreet van 22 december 2006Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/12/2006 pub. 29/12/2006 numac 2006037097 bron vlaamse overheid Decreet houdende de bescherming van water tegen de verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen type decreet prom. 22/12/2006 pub. 29/12/2006 numac 2006037088 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2007 sluiten, en waarop geen ontheffing van toepassing is;2° voor percelen in de beschermingszone type I van de waterwingebieden, vermeld in artikel 16 van het Mest decreet van 22 december 2006Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/12/2006 pub. 29/12/2006 numac 2006037097 bron vlaamse overheid Decreet houdende de bescherming van water tegen de verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen type decreet prom. 22/12/2006 pub. 29/12/2006 numac 2006037088 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2007 sluiten;3° voor percelen in de fosfaatverzadigde gebieden, afgebakend overeenkomstig artikel 17, § 2, van het Mest decreet van 22 december 2006Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/12/2006 pub. 29/12/2006 numac 2006037097 bron vlaamse overheid Decreet houdende de bescherming van water tegen de verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen type decreet prom. 22/12/2006 pub. 29/12/2006 numac 2006037088 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2007 sluiten, met uitzondering van de percelen die met toepassing van artikel 17, § 3 en § 4, van hetzelfde decreet niet onderworpen zijn aan de fosfaatbemestingsnorm, vermeld in artikel 17, § 1, van hetzelfde decreet;4° voor percelen waarvoor beheersovereenkomsten zijn gesloten die de hoeveelheid dierlijke mest die op een perceel mag worden opgebracht, beperken;5° voor percelen waarop, ter uitvoering van artikel 13, § 4 of § 6, of artikel 14 van het voormelde decreet, in het voorgaande kalenderjaar een nitraatresidu is gemeten dat hoger is dan de overeenkomstige eerste drempelwaarde, vermeld in artikel 14, § 1, van het voormelde decreet.In afwijking daarvan wordt voor niet-focusbedrijven als vermeld in artikel 14, § 3, van het voormelde decreet, geen rekening gehouden met de resultaten van nitraatresidumetingen die het vorige kalenderjaar uitgevoerd zijn in het kader van een nitraatresidu-evaluatie op bedrijfsniveau als vermeld in artikel 15 van het voormelde decreet; 6° door een bedrijf dat een focusbedrijf is met maatregelen van categorie 2 of met maatregelen van categorie 3 als vermeld in artikel 14, § 3, van het voormelde decreet;7° voor percelen die uitgesloten zijn van de aanvraag omdat ze niet voldoen aan de voorwaarden voor derogatie in het voorgaande kalenderjaar, vermeld in artikel 13, eerste lid;8° voor derogatiegewassen die zijn uitgesloten van de aanvraag omdat ze niet voldoen aan de voorwaarden voor derogatie in het voorgaande kalenderjaar, vermeld in artikel 13, tweede lid;9° voor akkerranden als vermeld in artikel 1, 3°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 oktober 2014 tot vaststelling van de voorschriften voor de rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, die als ecologisch aandachtsgebied zijn aangelegd, ter uitvoering van artikel 38 van hetzelfde besluit;10° voor percelen waarop, ten gevolge van een doorlichting als vermeld in artikel 62, § 1, van het Mest decreet van 22 december 2006Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/12/2006 pub. 29/12/2006 numac 2006037097 bron vlaamse overheid Decreet houdende de bescherming van water tegen de verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen type decreet prom. 22/12/2006 pub. 29/12/2006 numac 2006037088 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2007 sluiten, een maatregel van kracht is die de toepassing van de derogatie op die percelen verhindert. HOOFDSTUK 3. - Voorwaarden voor de percelen Afdeling 1. - Bemesting

Art. 3.Op derogatiepercelen gelden, in afwijking van artikel 13, § 2, van het Mest decreet van 22 december 2006Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/12/2006 pub. 29/12/2006 numac 2006037097 bron vlaamse overheid Decreet houdende de bescherming van water tegen de verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen type decreet prom. 22/12/2006 pub. 29/12/2006 numac 2006037088 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2007 sluiten, de volgende bemestingsnormen voor stikstof uit dierlijke mest :

teeltgroep of teeltcombinatie

op zandgronden

op niet-zandgronden

kg N uit dierlijke mest/ha

kg N uit dierlijke mest/ha

grasland dat alleen gemaaid wordt, met inbegrip van de graszodenteelt

250

250

grasland dat niet alleen gemaaid wordt

250

250

derogatiemaïs

250

250

wintertarwe met vanggewas of triticale met vanggewas

200

200

suikerbieten

200

200

voederbieten

200

200


Art. 4.§ 1. Het is verboden dierlijke mest op derogatiepercelen op te brengen, derogatiemest uitgezonderd. § 2. Het is verboden fosfaat uit kunstmest op derogatiepercelen op te brengen. § 3. Derogatiemest, kunstmest of andere meststoffen mogen alleen op of in de bodem worden opgebracht op derogatiepercelen van 16 februari tot en met 31 augustus.

In afwijking van het eerste lid kan de minister in geval van uitzonderlijke weersomstandigheden bepalen dat de meststoffen op of in de bodem mogen worden gebracht tot en met 10 september. De minister kan extra voorwaarden aan die afwijking verbinden en kan die afwijking tot bepaalde gebieden beperken. § 4. Als dierlijke mest, dunne fractie en effluent uitgezonderd, door erkende mestvoerders wordt vervoerd of wordt vervoerd op grond van een schriftelijke overeenkomst als vermeld in artikel 49 van het Mest decreet van 22 december 2006Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/12/2006 pub. 29/12/2006 numac 2006037097 bron vlaamse overheid Decreet houdende de bescherming van water tegen de verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen type decreet prom. 22/12/2006 pub. 29/12/2006 numac 2006037088 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2007 sluiten, naar het bedrijf van een landbouwer die derogatie heeft aangevraagd, moet de landbouwer die de derogatie heeft aangevraagd, op de hoogte zijn van de reëel aangevoerde hoeveelheid dierlijke mest, uitgedrukt in kg P2O5 en in kg N, voor het vervoer van die mest plaatsvindt.

Deze paragraaf is niet van toepassing op het vervoer van dierlijke mest vanuit een exploitatie naar dezelfde exploitatie of een andere exploitatie, op voorwaarde dat beide exploitaties deel uitmaken van hetzelfde bedrijf.

Om de reëel aangevoerde hoeveelheid dierlijke mest, uitgedrukt in kg P2O5 en in kg N, te bepalen, vermeld in het eerste lid, moet gebruikgemaakt worden van een analyse van de overeenkomstige mestsoort, uitgevoerd door een erkend laboratorium, die maximaal een jaar oud is. De analyse moet minimaal vijf kalenderjaren worden bewaard door de landbouwer die de derogatie heeft aangevraagd. Afdeling 2. - Grondbewerking en bemestingspraktijk

Art. 5.De landbouwer moet op zijn derogatiepercelen de volgende bijzondere maatregelen in acht nemen : 1° bij het inzaaien of doorzaaien geen zaadmengsel gebruiken dat zaden bevat van leguminosen of van andere planten die stikstof opnemen uit de lucht.In afwijking daarvan is het gebruik van een zaaigoedmengsel van gras en klaver, waarbij er minder dan 50% klaver in het zaaigoed aanwezig is, toegestaan; 2° alle bemesting met derogatiemest, behalve die door uitscheiding door dieren bij begrazing, voor minstens twee derde uitvoeren voor 31 mei van het jaar van de derogatie;3° op een perceel derogatiemaïs : a) als de hoofdteelt maïs voorafgegaan wordt door een snede gras of door een snede snijrogge, het gras niet voor 1 april maaien en de snijrogge niet voor 15 maart oogsten.Het gras en de snijrogge worden bovendien : 1) ingezaaid uiterlijk op 30 november van het jaar dat voorafgaat aan het jaar waarvoor de derogatie wordt aangevraagd;2) gemaaid en afgevoerd in het jaar waarvoor de derogatie wordt aangevraagd;b) als de hoofdteelt maïs ondergezaaid is met gras, het gras niet omploegen of inwerken voor 15 februari van het jaar dat volgt op het jaar waarin de derogatie is aangevraagd;c) als de hoofdteelt maïs zowel voorafgegaan wordt door gras of snijrogge als ondergezaaid is met gras, de voorwaarden, vermeld in a) of b), naleven;4° als op het betreffende perceel een derogatiegewas van het type wintertarwe met vanggewas of triticale met vanggewas wordt geteeld, is het vanggewas : a) ingezaaid binnen veertien dagen na de oogst van de wintertarwe of de triticale en uiterlijk op 1 september van het jaar waarvoor de derogatie wordt aangevraagd;b) niet omgeploegd of ingewerkt voor 15 februari van het jaar dat volgt op het jaar waarin de derogatie is aangevraagd. In afwijking van het eerste lid, 4°, a), kan de minister in geval van uitzonderlijke weersomstandigheden bepalen dat het vanggewas pas uiterlijk op 10 september van het jaar waarvoor de derogatie wordt aangevraagd, hoeft te worden ingezaaid. De minister kan extra voorwaarden aan die afwijking verbinden en kan die afwijking tot bepaalde gebieden beperken.

Art. 6.De landbouwer neemt in het jaar x, voor alle percelen van het bedrijf die in het jaar x-1 grasland waren, de volgende bijzondere maatregelen in acht : 1° als grasland wordt gescheurd, gebeurt dat in de periode van 15 februari tot en met 31 mei;2° tijdens het jaar waarin blijvend grasland wordt gescheurd, worden op die percelen geen meststoffen opgebracht, uitgezonderd door uitscheiding door dieren bij begrazing;3° gescheurd grasland wordt binnen twee weken na het scheuren en uiterlijk op 31 mei ingezaaid met een gewas dat geen lage stikstofbehoefte heeft of dat geen leguminosen bevat.In afwijking daarvan mag het gescheurde grasland ingezaaid worden met een mengsel van gras en klaver op voorwaarde dat er minder dan 50% klaver in het zaaigoed aanwezig is.

In afwijking van het eerste lid, 1°, wordt voor zware kleigronden de periode verlengd tot en met 15 september.

In afwijking van het eerste lid, 3°, moet gescheurd grasland op zware kleigronden binnen twee weken na het scheuren en uiterlijk op 15 september zijn ingezaaid. HOOFDSTUK 4. - Voorwaarden voor de gebruikte meststoffen Afdeling 1. - De bewerking van meststoffen

Art. 7.De dunne fractie wordt pas beschouwd als derogatiemest als daarvoor een door de Mestbank afgeleverd dunnefractieattest is verkregen.

De Mestbank levert een dunnefractieattest af voor de dunne fractie als aan al de volgende voorwaarden voldaan is : 1° de dunne fractie bevat een verhouding N/P2O5 van minstens 3,3;2° de dunne fractie is na de scheiding niet vermengd met dierlijke mest, andere meststoffen of kunstmest;3° de dunne fractie heeft geen enkele verdere behandeling ondergaan na het scheidingsproces;4° de overeenkomstige dikke fractie wordt verwerkt in een verwerkingseenheid; 5° de dunne fractie is het resultaat van een scheiding door een mestscheider, waarbij de maatregelen, vermeld in artikel 5.28.3.4.1 van titel II van het VLAREM, worden toegepast.

Art. 8.Een effluent wordt pas beschouwd als derogatie-effluent als daarvoor een door de Mestbank afgeleverd effluentattest is verkregen.

De Mestbank levert een effluentattest af voor een effluent als aan al de volgende voorwaarden is voldaan : 1° het effluent bevat maximaal 1kg N per ton en maximaal 1 kg P2O5 per ton;2° het effluent is niet vermengd met dierlijke mest, andere meststoffen of kunstmest;3° het effluent is afkomstig van een verwerkingseenheid waarnaar uitsluitend zuivere varkensmest of zuivere derogatiemest wordt aangevoerd. Het is op derogatiepercelen verboden om meer derogatie-effluent op te brengen dan het maximum van 15 ton per hectare per jaar.

Het derogatie-effluent mag, nadat het attest verkregen is, worden vermengd met derogatiemest op het bedrijf van de landbouwer die de derogatie heeft aangevraagd, als op alle percelen van het bedrijf niet meer derogatie-effluent wordt opgebracht dan het maximum van 15 ton derogatie-effluent per hectare per jaar. Afdeling 2. - Het attest van het type dunnefractieattest en

effluentattest

Art. 9.Voor de aanvraag van een dunnefractieattest en de uitreiking ervan door de Mestbank geldt de procedure, vermeld in artikel 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 9 maart 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 09/03/2007 pub. 27/04/2007 numac 2007035582 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 22 december 2006 houdende de bescherming van water tegen de verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen sluiten tot uitvoering van het decreet van 22 december 2006Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/12/2006 pub. 29/12/2006 numac 2006037097 bron vlaamse overheid Decreet houdende de bescherming van water tegen de verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen type decreet prom. 22/12/2006 pub. 29/12/2006 numac 2006037088 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2007 sluiten houdende de bescherming van water tegen de verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen, op voorwaarde dat bij de aanvraag een analyse, uitgevoerd door een erkend laboratorium, wordt gevoegd waaruit blijkt dat de dunne fractie voldoet aan de voorwaarde, vermeld in artikel 7, tweede lid, 1°.

Voor de aanvraag van een effluentattest en de uitreiking ervan door de Mestbank geldt de procedure, vermeld in artikel 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 9 maart 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 09/03/2007 pub. 27/04/2007 numac 2007035582 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 22 december 2006 houdende de bescherming van water tegen de verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen sluiten tot uitvoering van het decreet van 22 december 2006Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/12/2006 pub. 29/12/2006 numac 2006037097 bron vlaamse overheid Decreet houdende de bescherming van water tegen de verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen type decreet prom. 22/12/2006 pub. 29/12/2006 numac 2006037088 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2007 sluiten houdende de bescherming van water tegen de verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen, op voorwaarde dat bij de aanvraag een analyse, uitgevoerd door een erkend laboratorium, wordt gevoegd waaruit blijkt dat het effluent voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 8, tweede lid, 1°. HOOFDSTUK 5. - Voorwaarden voor de landbouwer Afdeling 1. - Het bemestingsplan

Art. 10.De landbouwer die de derogatie heeft aangevraagd, moet voor alle percelen of alle perceelsgroepen die behoren tot het bedrijf, een bemestingsplan opstellen voor het kalenderjaar waarvoor de derogatie wordt aangevraagd.

Het bemestingsplan van een kalenderjaar moet uiterlijk op 15 februari van dat kalenderjaar ter controle kunnen worden voorgelegd.

Het bemestingsplan moet worden bijgehouden en aangevuld op het bedrijf.

De landbouwer mag alle nuttige documenten en bescheiden aanwenden om het bemestingsplan te onderbouwen.

Het bemestingsplan bevat ten minste : 1° per diercategorie als vermeld in artikel 27, § 1, eerste lid, van het Mest decreet van 22 december 2006Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/12/2006 pub. 29/12/2006 numac 2006037097 bron vlaamse overheid Decreet houdende de bescherming van water tegen de verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen type decreet prom. 22/12/2006 pub. 29/12/2006 numac 2006037088 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2007 sluiten : a) de te verwachten gemiddelde veebezetting in het lopende kalenderjaar;b) het staltype waarin de dieren zullen worden gehouden, vermeld in artikel 11, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 9 maart 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 09/03/2007 pub. 27/04/2007 numac 2007035582 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 22 december 2006 houdende de bescherming van water tegen de verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen sluiten tot uitvoering van het decreet van 22 december 2006Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/12/2006 pub. 29/12/2006 numac 2006037097 bron vlaamse overheid Decreet houdende de bescherming van water tegen de verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen type decreet prom. 22/12/2006 pub. 29/12/2006 numac 2006037088 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2007 sluiten houdende de bescherming van water tegen de verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen;c) de te verwachten nettoproductie aan dierlijke mest, berekend op basis van de gegevens, vermeld in punt a) en b), en uitgedrukt in kg N en in kg P2O5;2° per mestsoort die op het bedrijf in het lopende kalenderjaar geproduceerd zal worden : a) de opslagcapaciteit;b) de hoeveelheid die op het bedrijf in het lopende kalenderjaar geproduceerd zal worden, uitgedrukt in kg N, in kg P2O5 en in ton of in m®;3° voor elk perceel dat of elke perceelsgroep die behoort tot het bedrijf : a) een schets van de ligging van het perceel of de perceelsgroep;b) een opgave van de oppervlakte, de voorteelt, de hoofdteelt en de nateelt van het perceel of van de perceelsgroep;c) de vermelding of voor het perceel of voor de perceelsgroep een derogatie is aangevraagd;d) de te verwachten bemestingsbehoefte van de gewassen, uitgedrukt in kg N en kg P2O5;e) de dierlijke mest, andere meststoffen en kunstmest die de landbouwer op het perceel of de perceelsgroep plant op te brengen, gespecificeerd naar mestsoort en uitgedrukt in kg P2O5, in kg N, en in ton of m®;f) de dierlijke mest die de landbouwer op het perceel of de perceelsgroep in kwestie plant op te brengen, door uitscheiding door dieren bij begrazing, uitgedrukt in kg N en in kg P2O5;4° de hoeveelheid dierlijke mest die de landbouwer in het lopende kalenderjaar plant aan te voeren of af te voeren, berekend op basis van de gegevens, vermeld in punt 1°, 2° en 3°, gespecificeerd naar mestsoort en uitgedrukt in kg P2O5, in kg N en in ton of m®;5° de hoeveelheid andere meststoffen en kunstmest die de landbouwer in het lopende kalenderjaar plant te gebruiken, berekend op basis van de gegevens, vermeld in punt 1°, 2° en 3°, gespecificeerd naar mestsoort en uitgedrukt in kg P2O5, in kg N en in ton of m®. De landbouwer moet bij elke wijziging van zijn bedrijfsvoering overwegen of het plan gewijzigd moet worden of aangevuld moet worden met nieuwe stukken. Elke wijziging in het plan moet worden uitgevoerd binnen zeven kalenderdagen na de wijziging van de geplande bedrijfsvoering zodat het plan op permanente wijze een waarheidsgetrouw beeld geeft van de bedrijfsvoering inzake bemesting. Afdeling 2. - Overzicht van het meststoffengebruik

Art. 11.De landbouwer die voor een bepaald jaar derogatie heeft aangevraagd, zorgt dat hij tijdig zijn Mestbankaangifte, ter uitvoering van artikel 23 van het Mestdecreet, bij de Mestbank heeft ingediend, zodat de Mestbank een volledig beeld heeft van de dierlijke mestproductie, het gebruik van kunstmest, de afzet van dierlijke mest en de teelten die in het jaar van de derogatie verbouwd zijn op de percelen die tot het bedrijf behoren. Afdeling 3. - Bodemanalyse

Art. 12.§ 1. In het jaar waarin de derogatie wordt aangevraagd, is het plantbeschikbare fosforgehalte van de bodem van een aantal percelen bekend. Jaarlijks wordt per begonnen schijf van 20 ha landbouwgrond die tot het bedrijf behoort, minstens één bodemstaal genomen en geanalyseerd.

Aan de voorwaarde, vermeld in het eerste lid, is ook voldaan als de landbouwer, in het jaar waarin de derogatie wordt aangevraagd, per begonnen schijf van 5 ha landbouwgrond die tot het bedrijf behoort, minstens over één analyse ter bepaling van het plantbeschikbare fosforgehalte van de bodem beschikt, die uiterlijk in het vierde kalenderjaar dat voorafgaat aan het jaar van de aanvraag van de derogatie, is uitgevoerd. § 2. In het jaar waarin de derogatie wordt aangevraagd, is ook het gehalte aan minerale stikstof, zijnde de nitraatstikstof en ammoniakale stikstof, bekend.

Jaarlijks wordt per begonnen schijf van 20 ha landbouwgrond die behoort tot het bedrijf, minstens één bodemstaal genomen en geanalyseerd. § 3. De bodemstalen, vermeld in paragraaf 1, die worden genomen om het plantbeschikbare fosforgehalte in een bepaald jaar x vast te stellen, kunnen alleen worden genomen in de periode van 1 juni van het jaar x-1 tot en met 31 mei van het jaar x. De bodemstalen, vermeld in paragraaf 2, die worden genomen om het gehalte aan minerale stikstof in een bepaald jaar x vast te stellen, kunnen alleen worden genomen in de periode van 1 januari tot en met 31 mei van het jaar x. § 4. De Mestbank kan, ter uitvoering van dit besluit en van artikel 14, § 2, vierde lid, 1°, van het Mest decreet van 22 december 2006Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/12/2006 pub. 29/12/2006 numac 2006037097 bron vlaamse overheid Decreet houdende de bescherming van water tegen de verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen type decreet prom. 22/12/2006 pub. 29/12/2006 numac 2006037088 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2007 sluiten, bij de landbouwer die voor een bepaald kalenderjaar een derogatie heeft aangevraagd, één tot het bedrijf behorend perceel landbouwgrond aanduiden waarop de betrokken landbouwer een nitraatresidubepaling moet laten uitvoeren. § 5. De staalnames en analyses, vermeld in paragraaf 1, 2, 3 en 4, moeten worden uitgevoerd door een erkend laboratorium. HOOFDSTUK 6. - Sancties

Art. 13.De landbouwer die voor een bepaald kalenderjaar een derogatie heeft aangevraagd, maar die niet voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 4, § 4, artikel 8, vierde lid, artikel 10, 11 en 12, of die op een bepaald perceel of een bepaalde perceelsgroep niettegenstaande de aangifte, vermeld in artikel 2, § 3, 1°, geen derogatiegewas teelt, verliest voor alle percelen van het bedrijf het recht op een aanvraag van een nieuwe derogatie voor een volgend kalenderjaar.

De landbouwer die voor een bepaald kalenderjaar een derogatie heeft aangevraagd, maar die op een perceel of een perceelsgroep of voor een bepaald type derogatiegewas niet voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 3, artikel 4, § 1, § 2, § 3, artikel 5, artikel 6, artikel 8, derde lid, of die een ander derogatiegewas met een lagere bemestingsnorm op een perceel of perceelsgroep teelt dan het type derogatiegewas dat de landbouwer overeenkomstig artikel 2, § 3, 1°, heeft aangegeven te zullen telen, kan in een volgend kalenderjaar geen nieuwe derogatie aanvragen voor het type derogatiegewas waarvoor niet voldaan is aan de voorwaarden.

De Mestbank brengt de aanvrager van de derogatie via het door de Mestbank ter beschikking gestelde internetloket op de hoogte van het verlies van het recht op een aanvraag van derogatie. De landbouwer verliest het recht op een aanvraag van derogatie voor het kalenderjaar dat volgt op het kalenderjaar waarin de Mestbank haar beslissing over het verlies van het recht op een aanvraag van derogatie op het internetloket heeft geplaatst. HOOFDSTUK 7. - Bezwaarprocedures

Art. 14.De landbouwer kan tegen elke beslissing over derogatie bezwaar indienen bij het afdelingshoofd van de Mestbank.

Het bezwaar, vermeld in het eerste lid, is ontvankelijk als het via het door de Mestbank ter beschikking gestelde internetloket wordt ingediend, uiterlijk op 31 januari van het kalenderjaar dat volgt op het kalenderjaar waarin de Mestbank haar beslissing over het verlies van het recht op een aanvraag van derogatie op het internetloket heeft geplaatst.

Het afdelingshoofd van de Mestbank brengt de indiener van het bezwaar via het door de Mestbank ter beschikking gestelde internetloket op de hoogte van zijn beslissing binnen zestig kalenderdagen na de ontvangst van het bezwaar. Het afdelingshoofd van de Mestbank kan die termijn eenmalig verlengen met een periode van zestig kalenderdagen. Hij brengt de indiener van het bezwaar daarvan op de hoogte door een met redenen omklede melding op het door de Mestbank ter beschikking gesteld internetloket. De indiening van een bezwaar tegen een bepaalde beslissing schorst de beslissing in kwestie niet.

Art. 15.In geval van technische problemen kunnen, in afwijking van artikel 13 en 14, de beslissingen, vermeld in artikel 13 en 14, aan de landbouwer bezorgd worden met een aangetekende zending.

In geval van technische problemen kan, in afwijking van artikel 14, het bezwaar, vermeld in artikel 14, door de landbouwer met een aangetekende zending ingediend worden. HOOFDSTUK 8. - Wijzigingsbepalingen over het vervoer van meststoffen

Art. 16.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 februari 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 08/02/2013 pub. 24/04/2013 numac 2013035349 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van de nadere regels voor het vervoer van meststoffen en houdende uitwerking van de uitzonderingen voor educatieve demonstraties en wetenschappelijke proefnemingen in het kader van het Mestdecreet van 22 december 2006 sluiten tot bepaling van de nadere regels voor het vervoer van meststoffen en houdende uitwerking van de uitzonderingen voor educatieve demonstraties en wetenschappelijke proefnemingen in het kader van het Mest decreet van 22 december 2006Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/12/2006 pub. 29/12/2006 numac 2006037097 bron vlaamse overheid Decreet houdende de bescherming van water tegen de verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen type decreet prom. 22/12/2006 pub. 29/12/2006 numac 2006037088 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2007 sluiten wordt punt 6° vervangen door wat volgt : "6° derogatiebedrijf : een bedrijf dat met toepassing van artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 23 oktober 2015 betreffende de voorwaarden tot het verkrijgen van een derogatie aan de bemestingsnormen als vermeld in artikel 13 van het Mest decreet van 22 december 2006Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/12/2006 pub. 29/12/2006 numac 2006037097 bron vlaamse overheid Decreet houdende de bescherming van water tegen de verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen type decreet prom. 22/12/2006 pub. 29/12/2006 numac 2006037088 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2007 sluiten, een derogatie heeft aangevraagd;".

Art. 17.In artikel 20, § 3, tweede lid, 1° en 2°, en artikel 22, § 7, tweede lid, 1° en 2°, van hetzelfde besluit wordt de zinsnede "8 juli 2011" telkens vervangen door de zinsnede "23 oktober 2015". HOOFDSTUK 9. - Slotbepalingen

Art. 18.In afwijking van artikel 2, § 1, eerste lid, kan voor het kalenderjaar 2015 bij de Mestbank een derogatie worden aangevraagd tot en met 31 juli 2015.

Voor het kalenderjaar 2015 kunnen de gegevens, vermeld in artikel 2, § 3, eerste lid, in de verzamelaanvraag opgenomen worden tot en met 31 juli 2015.

Art. 19.In afwijking van artikel 84, § 10, van het Mest decreet van 22 december 2006Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/12/2006 pub. 29/12/2006 numac 2006037097 bron vlaamse overheid Decreet houdende de bescherming van water tegen de verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen type decreet prom. 22/12/2006 pub. 29/12/2006 numac 2006037088 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2007 sluiten en van artikel 3 gelden, voor een landbouwer die in het jaar 2015 kiest voor het systeem van bemestingsnormen, gebaseerd op de totale opgebrachte hoeveelheid stikstof, vermeld in artikel 13, § 1, vijfde lid, 1°, van het Mest decreet van 22 december 2006Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/12/2006 pub. 29/12/2006 numac 2006037097 bron vlaamse overheid Decreet houdende de bescherming van water tegen de verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen type decreet prom. 22/12/2006 pub. 29/12/2006 numac 2006037088 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2007 sluiten, zoals gewijzigd bij het decreet van 28 februari 2014, de maximale bemestingsnormen voor stikstof uit dierlijke mest, vermeld in artikel 3, in afwijking van artikel 13, § 2, van het Mest decreet van 22 december 2006Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/12/2006 pub. 29/12/2006 numac 2006037097 bron vlaamse overheid Decreet houdende de bescherming van water tegen de verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen type decreet prom. 22/12/2006 pub. 29/12/2006 numac 2006037088 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2007 sluiten, zoals gewijzigd bij het decreet van 28 februari 2014.

Art. 20.Voor het kalenderjaar 2015 is een derogatie niet mogelijk voor een landbouwer die voor het kalenderjaar 2014 een derogatie had aangevraagd en op basis van artikel 13, eerste lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juli 2011 betreffende de voorwaarden tot het verkrijgen van een derogatie aan de bemestingsnormen als vermeld in artikel 13 van het Mest decreet van 22 december 2006Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/12/2006 pub. 29/12/2006 numac 2006037097 bron vlaamse overheid Decreet houdende de bescherming van water tegen de verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen type decreet prom. 22/12/2006 pub. 29/12/2006 numac 2006037088 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2007 sluiten, het recht op derogatie voor het kalenderjaar 2015 heeft verloren voor alle percelen van het bedrijf.

Voor het kalenderjaar 2015 is voor de landbouwer die voor het kalenderjaar 2014 een derogatie had aangevraagd en op basis van artikel 13, tweede lid, van het voormelde besluit het recht op derogatie voor het kalenderjaar 2015 heeft verloren voor een of meer types derogatiegewassen, geen derogatie mogelijk voor de types derogatiesgewassen waarvoor de landbouwer het recht op derogatie voor het kalenderjaar 2015 heeft verloren, op basis van artikel 13, tweede lid, van het voormelde besluit.

Art. 21.In afwijking van artikel 12, § 3, kunnen de staalnames die uiterlijk op 31 mei 2015 genomen moeten worden om het plantbeschikbare fosforgehalte in het jaar 2015 vast te stellen, ook worden genomen tussen 1 juni 2015 en 31 mei 2016.

In afwijking van artikel 12, § 3, kunnen de staalnames die uiterlijk op 31 mei 2015 genomen moeten worden om het gehalte aan minerale stikstof in het jaar 2015 vast te stellen, ook worden genomen tussen 1 januari 2016 en 31 mei 2016.

Art. 22.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2015 en treedt buiten werking op 31 december 2018.

Art. 23.De Vlaamse minister, bevoegd voor het leefmilieu en het waterbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 23 oktober 2015.

De minister-president van de Vlaamse Regering, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw, J. SCHAUVLIEGE

^