gepubliceerd op 31 december 2002
Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 24 juni 1997 houdende regeling van de melding aan de instelling Kind en Gezin van de opvang op bestendige wijze van kinderen
22 NOVEMBER 2002. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 24 juni 1997 houdende regeling van de melding aan de instelling Kind en Gezin van de opvang op bestendige wijze van kinderen
De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 29 mei 1984 houdende de oprichting van de instelling Kind en Gezin, gewijzigd bij de decreten van 3 mei 1989, 23 februari 1994, 24 juni 1997,15 juli, 7 juli 1998 en 9 maart 2001;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 24 juni 1997 houdende regeling van de melding aan de instelling Kind en Gezin van de opvang op bestendige wijze van kinderen;
Gelet op het advies van de raad van bestuur van Kind en Gezin, gegeven op 10 juli 2002;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 6 november 2002;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wetten van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat het noodzakelijk is om het regelgevende kader zowel te concretiseren wat het aspect melding betreft, als aan te passen aan de evolutie op het terrein die een particuliere opvangsector genereert die bestaat uit particuliere onthaalouders, mini-crèches en zelfstandige kinderdagverblijven;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid, Gelijke Kansen en Ontwikkelingssamenwerking;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse regering van 24 juni 1997 houdende regeling van de melding aan de instelling Kind en Gezin van de opvang op bestendige wijze van kinderen worden 6° tot en met 10° vervangen door wat volgt : « 6° zelfstandige onthaalouder : de persoon die op bestendige wijze zorgt voor de gelijktijdige opvang van maximaal zeven kinderen beneden de twaalf jaar, eigen kinderen beneden de zes jaar meegerekend; 7° mini-crèche : één of meer personen, een vereniging of instantie die op bestendige wijze zorg(t)(en) voor de gelijktijdige opvang van minstens acht kinderen en maximaal 22 kinderen;8° zelfstandig kinderdagverblijf : twee of meer personen, een vereniging of instantie die op bestendige wijze zorgen voor de gelijktijdige opvang van minstens 23 kinderen;9° meldingsplicht : de verplichting tot melding van opvang op bestendige wijze zoals bedoeld in artikel 7 van het decreet van 29 mei 1984 houdende oprichting van de instelling Kind en Gezin, gewijzigd bij het decreet van 24 juni 1997;10° opvang op bestendige wijze : de gewone, geregeld georganiseerde en niet-occasionele opvang buitenshuis van kinderen beneden de twaalf jaar tijdens de gehele of een gedeelte van de dag en lof nacht, en lof tijdens het gehele of een gedeelte van het weekend.»
Art. 2.Aan artikel 1 van hetzelfde besluit wordt een 11° toegevoegd, dat luidt als volgt : « 11° Vlaamse minister : de Vlaamse minister bevoegd voor de Bijstand aan Personen. »
Art. 3.In artikel 5, 7, 14, 19 en 20 van hetzelfde besluit worden de woorden "(het) particuliere opvanggezin(nen) of particuliere opvanginstelling(en)" vervangen door de woorden "(de) zelfstandige onthaalouder(s), (de) mini-crèche(s) of (het) zelfstandige kinderdagverblijf(ven)".
Art. 4.Artikel 8 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «
Art. 8.Als Kind en Gezin van een niet-gemelde opvangactiviteit op de hoogte wordt gebracht, wordt aan de betrokkenen de gelegenheid gegeven zich binnen de termijn van veertien dagen in orde te stellen.
Als dat niet gebeurt deelt Kind en Gezin dat mee aan het plaatselijk gemeentebestuur en aan de bevoegde gerechtelijke instanties. »
Art. 5.Artikel 10 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «
Art. 10.Kind en Gezin waarschuwt indien mogelijk alle ouders van de kinderen in de niet gemelde opvang van de onreglementaire toestand waarin de niet-gemelde opvangvoorziening zich bevindt, en van de door Kind en Gezin ondernomen acties. »
Art. 6.Artikel 13 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «
Art. 13.Het bezoek door personeelsleden van Kind en Gezin vindt plaats tijdens de opvangmomenten, en geldt voor alle plaatsen of ruimten die voor de opvang bestemd zijn of die ermee in verband staan.
Het bezoek van de personeelsleden van Kind en Gezin heeft betrekking op de veiligheid, de hygiëne, de voeding, het spel, de omgang met kinderen en de communicatie met de ouders. De personeelsleden die het bezoek afleggen krijgen inzage in alle documenten die hiermee verband houden. »
Art. 7.Artikel 15 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «
Art. 15.Kind en Gezin maakt een verslag op van de vaststellingen en brengt de gemelde opvangvoorziening, het plaatselijk gemeentebestuur en de bevoegde gerechtelijke instanties binnen 30 dagen schriftelijk op de hoogte van de onaanvaardbare bevindingen van het bezoek. »
Art. 8.Artikel 16 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «
Art. 16.Kind en Gezin brengt indien mogelijk de ouders op de hoogte van haar bevindingen, als de instelling van oordeel is dat de opvangsituatie voor de kinderen niet aanvaardbaar is. Kind en Gezin expliciteert en motiveert haar houding ten aanzien van de ouders. »
Art. 9.Artikel 21 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «
Art. 21.De ouders van de opgevangen, of eventueel tot de opvang geweigerde kinderen van de gemelde voorzieningen, of van de voorzieningen met een attest van toezicht, kunnen te allen tijde een klacht indienen bij de klachtendienst van Kind en Gezin. Die mogelijkheid wordt door de zelfstandige onthaalouder, de mini-crèche of het zelfstandige kinderdagverblijf schriftelijk meegedeeld aan de ouders voor of bij het begin van de opvangperiode. »
Art. 10.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2003.
Art. 11.De Vlaamse minister bevoegd voor de Bijstand aan Personen, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 22 november 2002.
De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid, Gelijke Kansen en Ontwikkelingssamenwerking, M. VOGELS