22 MAART 2002. - Besluit van de Vlaamse regering houdende toekenning van een tegemoetkoming in het kader van het Herplaatsingsfonds

De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 18 mei 1999 houdende oprichting van een Herplaatsingsfonds;

Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, zoals gewijzigd;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 26 mei 2000 tot uitvoering van het decreet van 18 mei 1999 houdende oprichting van een Herplaatsingsfonds;

Gelet op het advies van de begeleidingscommissie gegeven op 20 december 2001;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën gegeven op 30 januari 2002;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor begroting, gegeven op 22 maart 2002;

Besluit :

Artikel 1.Ten laste van de begroting van het Herplaatsingsfonds voor het begrotingsjaar 2002 wordt een tegemoetkoming ten bedrage van maximaal 6.282.842,94 euro toegekend aan de curatele van de N.V. Sabena, vertegenwoordigd in de persoon van meester Bayart Jean, curator te Brussel.

Voormelde onderneming, waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd was te 1200 Brussel, E. Mounierlaan 2, werd bij vonnis d.d. 7 november 2001 van de rechtbank van koophandel te Brussel in staat van faillissement verklaard.

Art. 2.De tegemoetkoming mag enkel aangewend worden voor het betalen van de kosten van outplacementbegeleiding, die aan de ex-werknemers en gelijkgestelde personen van de in artikel 1 genoemde onderneming worden verstrekt om deze in staat te stellen zo vlug mogelijk een betrekking bij een nieuwe werkgever te vinden of, in geval van overname van een gefailleerde firma, hun betrekking te behouden, of voor werknemers, een beroepsactiviteit als zelfstandige te ontplooien: - maximaal 2065 personen hebben recht op de premie van 2.028,52 euro; - maximaal 516 personen hebben recht op de verhoogde premie van 4.057,05 euro, zijnde maximaal 20 % van de begeleide werknemers of gelijkgestelde personen, waarvan werd vastgesteld dat het personen betreft die bijkomende om- of bijscholing nodig hebben omwille van het feit dat hun herplaatsing in het reguliere arbeidscircuit het moeilijkst verloopt omwille van de toestand van de subregionale arbeidsmarkt, in concreto: de oudere (40 jaar en meer) en lagergeschoolde ex-werknemers.

Een forfaitair bedrag van 507,13 euro wordt, ter vergoeding van haar werkingskosten, aan de curatele uitgekeerd.

Art. 3.De outplacementbegeleiding bedoeld in artikel 2 wordt als volgt uitgewerkt: een stuurgroep op bedrijfsniveau beslist enerzijds, na verschillende aanbieders te hebben geraadpleegd, aan welk door het Vlaams Gewest erkend bedrijf de opdracht dient te worden toevertrouwd en anderzijds, duidt ze nominatief de werknemers aan waarvoor een tegemoetkoming wordt toegekend, met afzonderlijke vermelding van de werknemers die recht hebben op het verhoogd premiebedrag.

Art. 4.De tegemoetkoming wordt gestort op rekeningnummer 001-3637394-67 van de faillissementsrekening van de gefailleerde onderneming, overeenkomstig de volgende modaliteiten: a) een eerste voorschot ten belope van 55 % van de maximale tegemoetkoming, inclusief het forfaitair bedrag van 507,13 euro, ter vergoeding van de werkingskosten van de curatele, wordt betaald na ondertekening van het toelagebesluit en na voorlegging van het afgesloten outplacementcontract of de weerhouden offerte;b) een tweede voorschot ten belope van 30 % van de maximale tegemoetkoming wordt betaald na voorlegging van een inhoudelijk en financieel verslag van de activiteiten van het outplacementbureau dat met de opdracht is belast;c) het saldo wordt vereffend na voorlegging van al de bewijsstukken ter verantwoording van de uitgaven gedaan in het kader van voormeld outplacementcontract;d) de in artikel 4, a), b) en c) bedoelde documenten dienen door de curator te worden ingediend bij de administratie Werkgelegenheid van het departement Economie, Werkgelegenheid, Binnenlandse Aangelegenheden en Landbouw van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, p/a Markiesstraat 1, 1000 Brussel, verder genoemd 'de administratie'.

Art. 5.Na ontvangst van de in artikel 4 genoemde documenten wordt de totaal verschuldigde tegemoetkoming, steeds met een maximum van 6.282.842,94 euro bepaald aan de hand van de aanvaarde uitgavenbewijzen en de bewezen activiteiten in het kader van de voorziene outplacementbegeleiding.

De curator verbindt er zich toe eventueel te veel betaalde of ten onrechte betaalde bedragen, op eenvoudig verzoek van de administratie en overeenkomstig de vastgelegde modaliteiten, terug te storten.

Art. 6.De Vlaamse overheid draagt door dit besluit geen enkele verantwoordelijkheid en/of aansprakelijkheid ten overstaan van de verbintenissen die voortvloeien uit het outplacementcontract afgesloten tussen de curator en het betrokken outplacementbureau.

Art. 7.De minister bevoegd voor het tewerkstellingsbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 22 maart 2002.

De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Werkgelegenheid en Toerisme, R. LANDUYT