21 MEI 2021. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 juni 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 07/06/2007 pub. 11/07/2007 numac 2007201784 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit betreffende het opleidingsfonds dienstencheques sluiten betreffende het opleidingsfonds dienstencheques, wat betreft de opleidingskosten

Rechtsgrond Dit besluit is gebaseerd op: - de wet tot bevordering van buurtdiensten en -banen van 20 juli 2001, artikel 9bis, § 1, tweede lid, ingevoegd bij de wet van 27 december 2006.

Vormvereisten De volgende vormvereisten zijn vervuld: - De Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, heeft zijn akkoord gegeven op 25 maart 2021. - De Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen geen advies. Zij geeft in haar schrijven van 12 april 2021 aan dat de sociale partners akte nemen van de adviesvraag, maar hierover niet zullen adviseren met het oog op de lopende gesprekken in het sectoraal sociaal overleg. - Er is een verzoek om spoedbehandeling ingediend, gemotiveerd door de omstandigheid dat de maatregelen ter bestrijding van de COVID-19-pandemie verhinderen dat de opleidingen van de werknemers in de dienstenchequesector op de normale manier worden georganiseerd. Er is dus behoefte aan bijkomende financiële middelen om de opleidingen te kunnen laten doorgaan in veilige omstandigheden door gebruik te maken van veiligheidsmateriaal, ruimere lokalen en afstandsonderwijs.

Het is belangrijk om de opleidingsgraad in de sector op het gewenste peil te houden, in het bijzonder vanwege het moeilijke economische klimaat. Het is daarbij cruciaal dat de werkgevers zo snel mogelijk rechtszekerheid hebben over de beschikbare subsidiemiddelen in 2021.

Dan kunnen ze de administratieve afhandeling van de dossiers opstarten, zodat de middelen op korte termijn kunnen worden uitbetaald. Dit besluit is van toepassing op alle opleidingen die worden georganiseerd vanaf 1 januari 2021. De Raad van State heeft advies 69.255/1 gegeven op 26 april 2021 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

Motivering Dit besluit is gebaseerd op het volgende motief: - De Vlaamse overheid betaalt erkende opleidingen voor dienstenchequewerknemers gedeeltelijk terug via het opleidingsfonds dienstencheques. De coronacrisis heeft echter een enorme impact op het aantal georganiseerde opleidingen. Door de strikte veiligheidsvoorschriften is het heel moeilijk om opleidingen in groep te organiseren. Bovendien zijn door de pandemie de kosten om opleidingen te organiseren, gevoelig gestegen. Zo missen veel dienstenchequewerknemers de broodnodige vorming. Om ondernemingen te stimuleren op een veilige manier voldoende opleidingen te blijven organiseren gedurende de coronapandemie, beslist de Vlaamse Regering de tegemoetkomingen in het kader van het opleidingsfonds dienstencheques voor het opleidingsjaar 2021 op te trekken.

Initiatiefnemer Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale economie en Landbouw.

Na beraadslaging, DE VLAAMSE REGERING BESLUIT:

Artikel 1.In het koninklijk besluit van 7 juni 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 07/06/2007 pub. 11/07/2007 numac 2007201784 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit betreffende het opleidingsfonds dienstencheques sluiten betreffende het opleidingsfonds dienstencheques, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 2020, wordt een artikel 3bis ingevoegd, dat luidt als volgt: "

Art. 3bis.Voor opleidingen in 2021 worden de volgende opleidingskosten die in aanmerking komen voor terugbetaling, op de volgende wijze verhoogd: 1° in afwijking van artikel 3, 1° en 2°, worden de loonkosten van de werknemer tijdens de opleiding, inclusief socialezekerheidsbijdragen, forfaitair vastgesteld op 20 euro;2° in afwijking van artikel 3, 1°, worden de omkaderingskosten forfaitair vastgesteld op 50 euro per halve dag; 3° in afwijking van artikel 3, 2°, worden de kosten van het opleidingsinstituut of de externe opleider vastgelegd met een maximum van 150 euro per werknemer per dag.".

Art. 2.Dit besluit treedt in werking op de dag die volgt op de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Art. 3.De Vlaamse minister, bevoegd voor werk, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 21 mei 2021.

De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale economie en Landbouw, H. CREVITS