Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 21 maart 2003
gepubliceerd op 26 mei 2003

Besluit van de Vlaamse regering tot oprichting van de Geschillencommissie Overheidsopdrachten Mobiliteit

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2003035508
pub.
26/05/2003
prom.
21/03/2003
ELI
eli/besluit/2003/03/21/2003035508/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

21 MAART 2003. - Besluit van de Vlaamse regering tot oprichting van de Geschillencommissie Overheidsopdrachten Mobiliteit


De Vlaamse regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 68, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1992 tot oprichting van de Geschillencommissie Overheidsopdrachten van het departement Leefmilieu en Infrastructuur;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 30 april 2002;

Gelet op de beslissing van de Vlaamse regering over het verzoek aan de Raad van State om advies te geven binnen een termijn van een maand;

Gelet op het advies 34.059/3 van de Raad van State, gegeven op 12 november 2002, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Overwegende dat een efficiënte regeling van de geschillen inzake overheidsopdrachten wordt bevorderd door de bestaande Geschillencommissie om te vormen tot een interne bemiddelingscommissie, waarin ook de tegenpartijen kunnen worden gehoord;

Overwegende dat het wenselijk is om de Geschillencommissie te organiseren binnen het bevoegdheidsdomein openbare werken en vervoer, vooruitlopende op de reorganisatie van de Vlaamse overheid en omdat de belangrijkste geschillen zich in dat domein voordoen;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Binnen het bevoegdheidsdomein van de openbare werken en het vervoer, zoals bedoeld in art. 6, § 1, X, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, wordt er voor het Vlaamse Gewest en de Vlaamse overheidsinstellingen met rechtspersoonlijkheid een Geschillencommissie Overheidsopdrachten Mobiliteit opgericht, afgekort « Gecover », hierna de Commissie te noemen.

Art. 2.§ 1. De Commissie is een interne bemiddelingscommissie die de functioneel bevoegde Vlaamse minister of de raad van bestuur van de Vlaamse overheidsinstelling adviseert over de belangrijke betwistingen die bij overheidsopdrachten kunnen ontstaan.

De Commissie verenigt daartoe alle administratieve entiteiten, overheidsinstellingen en overheden in kwestie.

Als het om individuele betwistingen met tegenpartijen gaat, hoort de Commissie die tegenpartijen in hun verdedigingsmiddelen; ze streeft dan zo mogelijk naar een minnelijke regeling. § 2. De materiële bevoegdheid van de Commissie is beperkt tot : 1° belangrijke individuele betwistingen met geweerde inschrijvers bij gunningsprocedures, doch slechts vanaf het ogenblik dat de gunningsbeslissing aan de begunstigde is betekend;2° belangrijke individuele betwistingen met aannemers, leveranciers en dienstverleners bij de uitvoering van overheidsopdrachten;3° belangrijke algemene of principiële overheidsopdrachtenkwesties, los van individuele betwistingen. § 3. Bij voorkeur oefent de Commissie haar taak preventief uit, om aanslepende geschillen of een behandeling bij een externe instantie te voorkomen.

Geschillen die al bij een externe instantie aanhangig zijn, kunnen door de Commissie worden behandeld om een minnelijke regeling ervan te onderzoeken of anderszins hun afhandeling te bespoedigen. § 4. De Commissie heeft geen rechtsprekende, noch arbitrerende bevoegdheid, in die zin dat haar adviezen noch voor de overheden, noch voor de tegenpartijen in kwestie bindend zijn. § 5. Op aanvraag van de diensten van de Vlaamse regering of van de Vlaamse overheidsinstellingen die bevoegd zijn binnen de andere bevoegdheidsdomeinen van de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest dan het in artikel 1 vermelde bevoegdheidsdomein, kan de Commissie op dezelfde wijze optreden.

Art. 3.§ 1. De Commissie bestaat uit vaste leden, wisselende leden, raadgevende leden en een secretaris.

Voor elk vast lid en de secretaris is er een plaatsvervanger, die zitting neemt in geval van verhindering van de titularis.

Enkel de vaste en de wisselende leden hebben stemrecht. § 2. De vaste leden zijn : 1° een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter, beiden ambtenaar van minstens rang A3 en bevoegd voor het in artikel 1 vermelde bevoegdheidsdomein;2° drie leden en drie plaatsvervangende leden, allen ambtenaren van minstens rang A1 en bevoegd voor het in artikel 1 vermelde bevoegdheidsdomein;3° twee leden en twee plaatsvervangende leden, allen ambtenaren van minstens rang A1 en bevoegd voor de juridische ondersteuning inzake overheidsopdrachten. § 3. De wisselende leden zijn : 1° drie vertegenwoordigers van de administratieve entiteit of overheidsinstelling in kwestie, waaronder de ambtenaar die de overheidsopdracht heeft geleid of zijn vervanger;2° op facultatieve basis, twee vertegenwoordigers per andere overheid in kwestie, in geval van een samengevoegde opdracht in de zin van art. 19 van de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten. § 4. De raadgevende leden zijn : 1° een vertegenwoordiger van het Rekenhof;2° een vertegenwoordiger van de Inspectie van Financiën;3° een vertegenwoordiger van de functioneel bevoegde Vlaamse minister;4° de dossierbehandelaars die bevoegd zijn voor de juridische en de technische ondersteuning inzake overheidsopdrachten;5° andere personen die uitgenodigd worden door de voorzitter, in zoverre ze geen vertegenwoordiger zijn van een bij de individuele betwisting betrokken tegenpartij;6° andere personen die uitgenodigd worden door de voorzitter, bij de behandeling van belangrijke algemene of principiële overheidsopdrachtenkwesties, los van individuele betwistingen in de zin van art.2, § 2, 3° van dit besluit. § 5. De secretaris en de plaatsvervangend secretaris zijn beiden ambtenaar van minstens rang A1 en bevoegd voor de juridische ondersteuning inzake overheidsopdrachten. § 6. De vaste leden, de secretaris en hun plaatsvervangers worden aangesteld door de Vlaamse minister, bevoegd voor de openbare werken en het vervoer. § 7. De vaste leden, de secretaris en hun plaatsvervangers worden aangesteld voor een periode van 6 jaar, die hernieuwbaar is. § 8. Het lidmaatschap van de Commissie is onbezoldigd.

Art. 4.De Vlaamse minister, bevoegd voor de openbare werken en het vervoer, stelt het huishoudelijk reglement van de Commissie vast.

Art. 5.Het besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1992 tot oprichting van de Geschillencommissie Overheidsopdrachten van het departement Leefmilieu en Infrastructuur wordt opgeheven.

Art. 6.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 februari 2003.

Art. 7.De Vlaamse minister, bevoegd voor de Openbare Werken en het Vervoer, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 21 maart 2003.

De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, G. BOSSUYT

^