gepubliceerd op 08 mei 2003
Besluit van de Vlaamse regering tot bestrijding van de schade aan het wegdek door gewichtsoverschrijding
21 MAART 2003. - Besluit van de Vlaamse regering tot bestrijding van de schade aan het wegdek door gewichtsoverschrijding
De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 19 december 1998 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1999, inzonderheid op hoofdstuk XIV, gewijzigd bij decreet van 22 december 1999;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 29 maart 2002;
Gelet op de beraadslaging van de Vlaamse regering, op 3 mei 2002, betreffende de aanvraag om advies bij de Raad van State binnen een maand;
Gelet op het advies van de Raad van State, nummer 33.598/3, gegeven op 12 november 2002, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Definities
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder : 1° het decreet : het decreet van 19 december 1998 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1999;2° de minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor de openbare werken;3° wegeninspecteurs : de ambtenaren, bedoeld in artikel 61 van het decreet;4° wegeninspecteurs-controleurs : de ambtenaren, bedoeld in artikel 59, § 3 en § 4, 60, en 60 ter, §§ 2 en 3, eerste lid, van het decreet. HOOFDSTUK II. - Bevoegde ambtenaren
Art. 2.§ 1. De wegeninspecteurs en de wegeninspecteurs-controleurs zijn ambtenaren van de administratie Wegen en Verkeer van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. Ze worden aangewezen door de minister.
De aanstelling blijkt uit een door de minister ondertekend legitimatiebewijs, zoals beschreven in bijlage I van dit besluit. § 2. De wegeninspecteurs en de wegeninspecteurs-controleurs kunnen een administratieve geldboete opleggen overeenkomstig artikel 59 van het decreet.
De wegeninspecteurs-controleurs zijn eveneens bevoegd, overeenkomstig artikel 60, § 4, van het decreet, tot het geven en het uitvoerbaar verklaren van dwangbevelen.
Art. 3.De wegeninspecteurs dragen tijdens de uitoefening van hun functie het uniform zoals beschreven in bijlage II, gevoegd bij dit besluit, en maken zich kenbaar door middel van het legitimatiebewijs, genoemd in artikel 2, § 1.
Art. 4.De wegeninspecteurs verplaatsen zich in een dienstvoertuig, voorzien van de kentekens en uitgerust met de geluids- en lichtinstallatie, zoals beschreven in bijlage III van bij dit besluit. HOOFDSTUK III. - Onmiddellijke inning en consignatie Afdeling I. - Algemeen
Art. 5.De onmiddellijke inning, bedoeld in artikel 59, § 6, en artikel 60bis , § 1, van het decreet, wordt contant verricht. Als een betaalterminal aanwezig is, kunnen de bevoegde personen die aan de overtreder ter beschikking stellen.
Indien de overtreder de som niet kan betalen in euro, kan worden betaald in pond sterling of in US dollar.
De minister stelt op geregelde tijdstippen voor iedere som de bedragen vast van de hiervóór vermelde deviezen, met het oog op de betaling in speciën. De eerste maal worden deze bedragen vastgesteld binnen een maand na de bekendmaking van dit besluit.
De wisselkoers stemt overeen met de wisselkoers die gehanteerd wordt door de federale minister van Financiën, ter uitvoering van het koninklijk besluit van 10 juni 1985 betreffende de inning en de consignatie van een som bij de vaststelling van de overtredingen van het algemeen reglement voor de politie van het wegverkeer.
Art. 6.§ 1. Bij onmiddellijke inningen en consignaties wordt gebruikgemaakt van genummerde formulieren die samengevoegd zijn in genummerde boekjes en die overeenstemmen met het model dat als bijlage IV bij dit besluit gevoegd is.
De bevoegde persoon vult het formulier in. Daarbij let hij op de volgende aspecten. Eén strook blijft aan het boekje vast. Eén strook is bestemd voor de procureur des Konings. Eén strook wordt onmiddellijk aan de overtreder overhandigd als ontvangstbewijs. Eén strook wordt aan de wegeninspecteur-controleur verstuurd met de nodige inlichtingen over het vastgestelde misdrijf. § 2. Indien dat vereist is, kan de bevoegde persoon het formulier ongeldig maken door een gedagtekende en ondertekende vermelding op alle stroken te schrijven. § 3. De verbaliserende overheid houdt de volle boekjes bij.
Art. 7.De ontvangen sommen worden op geregelde tijdstippen aan de wegeninspecteur-controleur overgemaakt met een gedetailleerd overzicht van de vaststelling van het overgeschreven bedrag en met vermelding van de identiteit van de overtreders, de data van de inbreuken, de nummers van de ontvangstbewijzen, de ontvangen bedragen en de referenties van de eventuele bankverrichtingen. Afdeling II. - Onmiddellijke inning bij buitenlandse overtreders
Art. 8.Als de overtreder of zijn werkgever geen woonplaats of vaste verblijfplaats heeft in België, wordt het bedrag van de onmiddellijk te innen administratieve geldboete vermeerderd met een som, bestemd om de eventuele geldboete en de forfaitaire bijdrage, bedoeld in artikel 58, § 1, van het decreet, te dekken.
Die som wordt vastgesteld op : 1° 100 euro bij overbelasting met minder dan 5 %;2° 300 euro bij overbelasting met 5 tot en met 10 %;3° 500 euro bij overbelasting met 11 tot en met 20 %;4° 750 euro bij overbelasting met meer dan 20 %. De bedragen, genoemd in het tweede lid, zijn onderworpen aan de verhoging, bedoeld in de bepalingen van de wet van 5 maart 1952 betreffende de opdeciemes op de strafrechtelijke geldboeten. HOOFDSTUK IV. - Beroep
Art. 9.De vergoeding voor dossierkosten voor de beroepsprocedure, bedoeld in artikel 60, § 3, vijfde lid, en artikel 60ter , § 4, van het decreet bedraagt 75 euro.
Art. 10.Het beroep, bedoeld in artikel 60, § 3, en artikel 60ter , § 3, van het decreet, wordt bij de minister ingediend en door hem uitgesproken. HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen
Art. 11.De Vlaamse minister, bevoegd voor de openbare werken, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 21 maart 2003.
De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, G. BOSSUYT
Bijlage I BESCHRIJVING VAN HET MODEL VAN DE LEGITIMATIEKAART VAN DE WEGENINSPECTEURS EN DE WEGENINSPECTEURS-CONTROLEURS
Artikel 1.De legitimatiekaart is een gele kaart. De kaart heeft de vorm van een rechthoek met een lengte van 100 mm en een breedte van 70 mm. De kaart is geplastificeerd heeft afgeronde hoeken.
Art. 2.§ 1. De legitimatiekaart bevat op de voorzijde de volgende gegevens : 1° het opschrift « Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap », met daaronder de titel, « LEGITIMATIEKAART Nr.» en een volgnummer, met daaronder « Administratie Wegen en Verkeer » en daaronder « Wegeninspectie »; 2° gecentreerd, onder het opschrift en de titels, genoemd in 1°, een pasfoto in kleur van de titularis van de legitimatiekaart met een minimumgrootte van 20 mm op 30 mm;3° gecentreerd, onder de pasfoto, genoemd in 2°, de voornaam en naam van de titularis en daaronder de functie van de titularis;4° links onderaan, onder de foto, de volgende cursief gedrukte tekst : « (handtekening titularis) » en een ruimte waarin de handtekening van de titularis moet worden geplaatst. De droogstempel van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap wordt aangebracht op de foto van de titularis; § 2. De achterzijde van de legitimatiekaart bevat de volgende gegevens : 1° bovenaan links : het logo van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap;2° bovenaan rechts : « Toezichthouder op de regelgeving tot bestrijding van de schade aan het wegdek door gewichtsoverschrijding. »; 3° daaronder : « Artikel 62 van het decreet houdende de bepalingen tot begeleiding van de begroting 1999 verleent de betrokken ambtenaar onder meer het recht om in het kader van zijn opdracht personen te ondervragen en de bijstand van de politie te vorderen.»; 4° onderaan : « Brussel », de datum waarop de minister de kaart heeft ondertekend, de naam en officiële titel van de Vlaamse minister, bevoegd voor de openbare werken, en een ruimte waarin de naam en de handtekening van de minister moeten worden geplaatst. § 3. Model van de voorzijde : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 4. Model van de achterzijde : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Vlaamse regering tot bestrijding van de schade aan het wegdek door gewichtsoverschrijding.
Brussel, 21 maart 2003.
De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, G. BOSSUYT
Bijlage II - Beschrijving van het model van het uniform van de wegeninspecteurs
Artikel 1.Het uniform bestaat uit : 1° een rechte, grijze stadsbroek in winter- of zomeruitvoering;2° donkergrijze kousen in winter- of zomeruitvoering;3° zwartlederen lage veiligheidsschoenen met veters;4° een wit hemd met lange mouwen, twee borstzakken en schouderpassanten;5° een witte polo met het logo van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en het opschrift Wegeninspectie;6° een grijze commandotrui, voorzien van een gele streep rond de borst, met schouderpassanten;7° een zwarte pet met het logo van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en het opschrift Wegeninspectie;8° zwarte schouderpassanten, voorzien van het grijze logo van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap;9° een broeksriem;10° een polyvalente signaalparka met als opschrift op de rug Inspectie.
Art. 2.Het betrokken personeelslid kan over het uniform beschikken na indiensttreding en eedaflegging en voor hij met zijn inspectietaken begint.
Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Vlaamse regering tot bestrijding van de schade aan het wegdek door gewichtsoverschrijding.
Brussel, 21 maart 2003.
De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, G. BOSSUYT
Bijlage III Beschrijving van de uiterlijke kenmerken van de voertuigen van de wegeninspecteurs
Artikel 1.De voertuigen die ingezet worden bij de controle op de schade aan het wegdek door gewichtsoverschrijding zijn geel van kleur.
De gebruikte kleurcode is RAL 1021.
Art. 2.Het koetswerk van de in artikel 1 genoemde voertuigen moet bovendien voldoen aan de kenmerken die worden vastgesteld door de Vlaamse minister, bevoegd voor de openbare werken.
Art. 3.Op beide voordeuren worden conform de huisstijl van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, het logo van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en het opschrift ministerie van de Vlaamse Gemeenschap aangebracht.
Dat opschrift wordt aangebracht op basis van zelfklevend materiaal. De keuze van het materiaal wordt gespecificeerd door de Vlaamse minister, bevoegd voor de openbare werken.
Het opschrift zelf wordt uitgevoerd in het lettertype Garamond Bold.
Het logo en het opschrift hebben samen een lengte van ongeveer 700 millimeter. Ze worden op ongeveer 80 millimeter onder de zijruit aangebracht en op ongeveer 120 millimeter van de linkerkant van de voordeur.
Art. 4.In het midden van de motorkap wordt het opschrift Inspectie aangebracht.
Het opschrift is uitgevoerd in het lettertype Arial Bold en is ongeveer 700 millimeter breed.
Het opschrift wordt tevens in spiegelbeeld aangebracht tegenover het opschrift Inspectie.
Art. 5.Op beide voordeuren wordt onder het logo van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en het opschrift ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, het opschrift Wegeninspectie geplaatst.
Het opschrift wordt aangebracht op basis van zelfklevend materiaal. De keuze van het materiaal wordt gespecificeerd door de Vlaamse minister, bevoegd voor de openbare werken.
Het opschrift zelf is uitgevoerd in het lettertype Arial Bold en is ongeveer 800 millimeter breed.
Art. 6.Op het dak van het voertuig wordt het opschrift "Wegeninspectie" aangebracht.
Het opschrift wordt aangebracht op basis van zelfklevend materiaal. De keuze van het materiaal wordt gespecificeerd door de Vlaamse minister, bevoegd voor de openbare werken.
Het opschrift is uitgevoerd in het lettertype Arial Bold en is ongeveer 700 millimeter breed.
Art. 7.Achteraan op het voertuig wordt het opschrift "Wegeninspectie" aangebracht.
Het opschrift wordt aangebracht op basis van zelfklevend materiaal. De keuze van het materiaal wordt gespecificeerd door de Vlaamse minister, bevoegd voor de openbare werken.
Het opschrift is uitgevoerd in hoofdletters, in het lettertype Arial Bold en is ongeveer 700 millimeter breed.
Naast het opschrift wordt het logo van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap aangebracht, conform de huisstijl van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.
Art. 8.Bovenaan het voertuig wordt een geluidsinstallatie en een balk met blauwe knipperlichten en oranjegele knipperlichten aangebracht zoals bepaald door de Vlaamse minister, bevoegd voor de openbare werken. Op het voertuig wordt een lichtkrant geplaatst.
Art. 9.Op de linker- en rechtervoorvleugel van het voertuig wordt conform de huisstijl van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap een blauw-geel ruitpatroon aangebracht.
Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Vlaamse regering tot bestrijding van de schade aan het wegdek door gewichtsoverschrijding.
Brussel, 21 maart 2003.
De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, G. BOSSUYT
Bijlage IV Beschrijving van de uiterlijke kenmerken van de boekjes die gebruikt worden bij de onmiddellijke inning en consignatie De formulieren worden gebundeld in een boekje en hebben het formaat A4.
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Vlaamse regering tot bestrijding van de schade aan het wegdek door gewichtsoverschrijding.
Brussel, 21 maart 2003.
De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, G. BOSSUYT