gepubliceerd op 16 juni 2005
Besluit van de Vlaamse Regering houdende toewijzing van de personeelsleden van de diensten, instellingen en rechtspersonen die afhangen van de Vlaamse Gemeenschap en/of van het Vlaamse Gewest, aan de departementen en de verzelfstandigde agentschappen
20 MEI 2005. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende toewijzing van de personeelsleden van de diensten, instellingen en rechtspersonen die afhangen van de Vlaamse Gemeenschap en/of van het Vlaamse Gewest, aan de departementen en de verzelfstandigde agentschappen
De Vlaamse Regering, Gelet op het kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003, inzonderheid op artikel 35;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister bevoegd voor Begroting gegeven op 13 april 2004;
Gelet op het protocol nr. 208.656 van 28 juni 2004 van het Sectorcomité XVIII Vlaamse Gemeenschap - Vlaams Gewest;
Gelet op het advies nr. 37.380/3 van de Raad van State, gegeven op 22 juni 2004, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op het gezamenlijk voorstel van de leden van de Vlaamse Regering;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.§ 1. Dit besluit is van toepassing op de personeelsleden van de diensten, instellingen en rechtspersonen die afhangen van de Vlaamse Gemeenschap en/of van het Vlaamse Gewest. § 2. Dit besluit regelt de overgang van de in § 1 vermelde personeelsleden naar de departementen en verzelfstandigde agentschappen.
Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° diensten, instellingen en rechtspersonen die afhangen van de Vlaamse Gemeenschap en/of van het Vlaamse Gewest : a) het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap;b) de Vlaamse wetenschappelijke instellingen, met inbegrip van de eigen vermogens en rechtspersoonlijkheid van deze instellingen;c) de Vlaamse openbare instellingen, met uitzondering van het Universitair Ziekenhuis Gent, de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening, het Gemeenschapsonderwijs, de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen en de Vlaamse Onderwijsraad;d) de private rechtspersonen, waarvan de Vlaamse Regering beslist dat ze zullen worden geïntegreerd in de nieuwe structuur ingevolge het kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003;2° personeelsleden : de ambtenaren en contractuele personeelsleden die zijn tewerkgesteld bij de diensten, instellingen en rechtspersonen die afhangen van de Vlaamse Gemeenschap en/of van het Vlaamse Gewest;3° departementen en verzelfstandigde agentschappen : de departementen en intern en extern verzelfstandigde agentschappen die werden opgericht in uitvoering van het kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003.
Art. 3.De Vlaamse Regering wijst de personeelsleden van de private rechtspersonen bedoeld in artikel 2, 1°, d, toe aan de departementen en verzelfstandigde agentschappen op voorwaarde dat de bevoegde organen van deze rechtspersonen daartoe de beslissing hebben genomen.
Art. 4.§ 1. De taakinhoud van het departement of het verzelfstandigd agentschap is het bepalend criterium voor de overgang van de personeelsleden. § 2. Indien de taken van de personeelsleden volledig of grotendeels worden overgenomen door een departement of verzelfstandigd agentschap worden de personeelsleden van de organismen bedoeld in artikel 2, 1°, van ambtswege toegewezen aan het departement of verzelfstandigd agentschap dat deze taken in zijn bevoegdheid heeft.
Art. 5.§ 1. Indien de taken van de personeelsleden volledig of grotendeels worden overgenomen door een beleidsdomein, maar nog niet zijn toegewezen aan een departement of verzelfstandigd agentschap van dit beleidsdomein, worden de met die taken overeenstemmende personeelsleden van ambtswege toegewezen aan dit beleidsdomein. § 2. De beleidsraad van het beleidsdomein zal de in § 1 vermelde personeelsleden verdelen over het departement en de verzelfstandigde agentschappen van dit beleidsdomein op basis van volgende criteria : - de organisatorische behoeften; - de competenties van de personeelsleden; - de motivatie of persoonlijke voorkeur.
Art. 6.§ 1. Indien de personeelsleden niet kunnen worden toegewezen aan een beleidsdomein op basis van hun taak, worden de personeelsleden verdeeld over de beleidsdomeinen door het herplaatsingsorgaan op basis van volgende criteria : - de competenties van de personeelsleden; - de motivatie of persoonlijke voorkeur; - de organisatorische behoeften.
Het herplaatsingsorgaan wordt voorgezeten door de minister bevoëgd voor het algemeen beleid inzake personeel en organisatieontwïkkeling of zijn gemachtigde, en is samengesteld uit minstens één afgevaardigde per beleidsdomein. § 2. De beleidsraad van het beleidsdomein zal de in § 1 vermelde personeelsleden verdelen over het departement en de verzelfstandigde agentschappen van dit beleidsdomein op basis van de criteria vermeld in § 1.
Art. 7.De hoofden van de departementen en verzelfstandigde agentschappen stellen de dienstaanwijzing en standplaats vast van de aan hun entiteit toegewezen personeelsleden.
Art. 8.§ 1. Onverminderd de bevoegdheid van de Vlaamse Regering tot bepaling van de rechtspositieregeling van het personeel van de departementen en agentschappen, wordt de loutere toewijzing op grond van dit besluit aan een departement of agentschap niet beschouwd als een nieuwe benoeming en doet deze evenmin afbreuk aan de statutaire rechten. § 2. De contractuele personeelsleden krijgen van de rechtspersoon van het departement of agentschap waaraan ze worden toegewezen een nieuwe arbeidsovereenkomst aangeboden waarvan de duur overeenstemt met het nog niet verstreken gedeelte van hun lopende arbeidsovereenkomst. § 3. De aan de departementen of verzelfstandigde agentschappen toegewezen personeelsleden behouden : - hun hoedanigheid; - hun graad of betrekking; - hun functionele of geldelijke loopbaan; - hun administratieve en/of geldelijke anciënniteit; - hun rechten inzake bevordering en hun aanspraken op bevordering; - het salaris en de salarisschaal waarop zij recht hadden volgens de bestaande reglementering op het ogenblik van hun overdracht; - de toelagen, vergoedingen en sociale voordelen die op reglementaire en/of contractuele basis werden toegekend, in zoverre de voorwaarden van toekenning blijven bestaan, en dat aan deze voorwaarden blijft voldaan; - de voordelen verleend door de sociale dienst van herkomst tot ze in hun nieuwe entiteit van de voordelen van een sociale dienst kunnen genieten.
Art. 9.De leden van de Vlaamse Regering zijn ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 10.De Vlaamse Regering bepaalt de datum waarop dit besluit in werking treedt.
Brussel, 20 mei 2005.
De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De vice-minister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Economie, Ondernemen, Wetenschap en Innovatie en Buitenlands Beleid, F. MOERMAN De vice-minister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Werk, Onderwijs en Vorming, F. VANDENBROUCKE De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, I. VEROTTE De Vlaamse minister van Financiën en Begroting en Ruimtelijke Ordening, D. VAN MECHELEN De Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel, B. ANCIAUX De Vlaamse minister van Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media en Toerisme, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, K. PEETERS De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering, M. KEULEN De Vlaamse minister van Mobiliteit, Sociale Economie en Gelijke Kansen, K. VAN BREMPT