gepubliceerd op 11 januari 2006
Besluit van de Vlaamse Regering houdende de toewijzing van de personeelsleden van de diensten, instellingen en rechtspersonen die afhangen van de Vlaamse Gemeenschap en/of van het Vlaamse Gewest aan de strategische adviesraden
16 DECEMBER 2005. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende de toewijzing van de personeelsleden van de diensten, instellingen en rechtspersonen die afhangen van de Vlaamse Gemeenschap en/of van het Vlaamse Gewest aan de strategische adviesraden
De Vlaamse Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 20, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993;
Gelet op het decreet van 18 juli 2003 tot regeling van strategische adviesraden;
Gelet op het decreet van 30 april 2004 houdende de oprichting van de Mobiliteitsraad van Vlaanderen, inzonderheid op artikel 23;
Gelet op het decreet van 30 april 2004 tot aanvulling van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid met een titel « Strategische adviesraad » en tot wijziging van diverse andere decreten, inzonderheid op artikel 7;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Begroting, gegeven op 16 september 2005;
Gelet op protocol nr. 225.718 van 17 oktober 2005 van het Sectorcomité XVIII Vlaamse Gemeenschap-Vlaams Gewest;
Gelet op het advies van de Raad van State nr. 39.339/3, gegeven op 22 november 2005, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op het gezamenlijke voorstel van de leden van de Vlaamse Regering;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de personeelsleden van de diensten, instellingen en rechtspersonen die afhangen van de Vlaamse Gemeenschap en/of van het Vlaamse Gewest.
Dit besluit regelt de overgang van de in het eerste lid vermelde personeelsleden naar de strategische adviesraden, opgericht ter uitvoering van artikel 3 van het decreet van 18 juli 2003 tot regeling van strategische adviesraden, met uitzondering van de Vlaamse Onderwijsraad.
Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° diensten, instellingen en rechtspersonen die afhangen van de Vlaamse Gemeenschap en/of van het Vlaamse Gewest : a) het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap;b) de Vlaamse wetenschappelijke instellingen, met inbegrip van de eigen vermogens en rechtspersoonlijkheid van die instellingen;c) de Vlaamse openbare instellingen, met uitzondering van het Universitair Ziekenhuis Gent, de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening, het Gemeenschapsonderwijs en de Vlaamse Onderwijsraad;d) de private rechtspersonen, waarvan de Vlaamse Regering beslist dat ze zullen worden geïntegreerd in de nieuwe structuur ingevolge het kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003;2° personeelsleden : de ambtenaren en contractuele personeelsleden die zijn tewerkgesteld bij de diensten, instellingen en rechtspersonen die afhangen van de Vlaamse Gemeenschap en/of van het Vlaamse Gewest.
Art. 3.De taakinhoud van de strategische adviesraad is het bepalend criterium voor de overgang van de personeelsleden.
Als de taken van de personeelsleden volledig of grotendeels worden overgenomen door een strategische adviesraad, worden de personeelsleden van de organismen, vermeld in artikel 2, 1°, van ambtswege toegewezen aan de strategische adviesraad die deze taken in zijn bevoegdheid heeft.
Art. 4.Als de personeelsleden met toepassing van artikel 5, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 mei 2005 houdende toewijzing van de personeelsleden van de diensten, instellingen en rechtspersonen die afhangen van de Vlaamse Gemeenschap en/of van het Vlaamse Gewest aan de departementen en de verzelfstandigde agentschappen van ambtswege worden toegewezen aan een beleidsdomein, verdeelt de beleidsraad, in overleg met het hoofd van het secretariaatspersoneel van de betrokken strategische adviesraad, de personeelsleden tussen de strategische adviesraden enerzijds en het departement en de verzelfstandigde agentschappen anderzijds op basis van de volgende criteria in orde van belangrijkheid : 1° de organisatorische behoeften;2° de competenties van de personeelsleden;3° de motivatie of persoonlijke voorkeur.
Art. 5.Als het herplaatsingsorgaan de personeelsleden met toepassing van artikel 6, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 mei 2005 houdende toewijzing van de personeelsleden van de diensten, instellingen en rechtspersonen die afhangen van de Vlaamse Gemeenschap en/of van het Vlaamse Gewest aan de departementen en de verzelfstandigde agentschappen, verdeelt over de beleidsdomeinen, verdeelt de beleidsraad, in overleg met het hoofd van het secretariaatspersoneel van de betrokken strategische adviesraad, de personeelsleden binnen het toegewezen beleidsdomein tussen de strategische adviesraden enerzijds en het departement en de verzelfstandigde agentschappen anderzijds op basis van de volgende criteria in orde van belangrijkheid : 1° de competenties van de personeelsleden;2° de motivatie of persoonlijke voorkeur;3° de organisatorische behoeften.
Art. 6.De hoofden van het secretariaatspersoneel van de strategische adviesraden stellen de dienstaanwijzing en standplaats vast van de aan de strategische adviesraad toegewezen personeelsleden.
Art. 7.§ 1. Onverminderd de bevoegdheid van de Vlaamse Regering tot bepaling van de rechtspositieregeling van het secretariaatspersoneel van de strategische adviesraad wordt de loutere toewijzing op grond van dit besluit aan een strategische adviesraad niet beschouwd als een nieuwe benoeming en doet die evenmin afbreuk aan de statutaire rechten. § 2. De contractuele personeelsleden krijgen van de strategische adviesraad waaraan ze worden toegewezen een nieuwe arbeidsovereenkomst aangeboden waarvan de duur overeenstemt met het nog niet verstreken gedeelte van hun lopende arbeidsovereenkomst. § 3. De aan de strategische adviesraden toegewezen personeelsleden behouden : 1° hun hoedanigheid;2° hun graad of betrekking;3° hun functionele of geldelijke loopbaan;4° hun administratieve en/of geldelijke anciënniteit;5° hun rechten inzake bevordering en hun aanspraken op bevordering;6° het salaris en de salarisschaal waarop zij recht hadden volgens de bestaande reglementering op het ogenblik van hun overdracht;7° de toelagen, vergoedingen en sociale voordelen die op reglementaire en/of contractuele basis werden toegekend, in zoverre de voorwaarden van toekenning blijven bestaan, en als aan die voorwaarden blijft voldaan;8° de voordelen die verleend worden door de sociale dienst van hun entiteit van her-komst tot ze de voordelen kunnen genieten van de sociale dienst van hun nieuwe entiteit.
Art. 8.De leden van de Vlaamse Regering zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 9.De Vlaamse Regering bepaalt de datum waarop dit besluit in werking treedt.
Brussel, 16 december 2005.
De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Economie, Ondernemen, Wetenschap, Innovatie en Buitenlandse Handel, F. MOERMAN De Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming, F. VANDENBROUCKE De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, I. VERVOTTE De Vlaamse minister van Financiën en Begroting en Ruimtelijke Ordening, D. VAN MECHELEN De Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel, B. ANCIAUX De Vlaamse minister van Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media en Toerisme, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, K. PEETERS De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering, M. KEULEN De Vlaamse minister van Mobiliteit, Sociale Economie en Gelijke Kansen, K. VAN BREMPT