gepubliceerd op 12 september 2018
Besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 februari 2013 tot uitvoering van de wet van 1 juli 1954 op de riviervisserij
20 JULI 2018. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 februari 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 01/02/2013 pub. 05/03/2013 numac 2013035218 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de wet van 1 juli 1954 op de riviervisserij type besluit van de vlaamse regering prom. 01/02/2013 pub. 27/03/2013 numac 2013201647 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de uitvoering van het Cultureel-erfgoeddecreet van 6 juli 2012 sluiten tot uitvoering van de wet van 1 juli 1954 op de riviervisserij
De Vlaamse Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20, zoals gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993;
Gelet op de wet van 1 juli 1954 op de riviervisserij, artikel 12 en 14;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 1 februari 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 01/02/2013 pub. 05/03/2013 numac 2013035218 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de wet van 1 juli 1954 op de riviervisserij type besluit van de vlaamse regering prom. 01/02/2013 pub. 27/03/2013 numac 2013201647 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de uitvoering van het Cultureel-erfgoeddecreet van 6 juli 2012 sluiten tot uitvoering van de wet van 1 juli 1954 op de riviervisserij;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 5 september 2017;
Gelet op het advies van de Minaraad, gegeven op 25 mei 2018;
Gelet op advies 63.718/3 van de Raad van State, gegeven op 12 juli 2018, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Gelet op het overleg van de Interministeriële Conferentie Leefmilieu, gedaan op 26 april 2018;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 februari 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 01/02/2013 pub. 05/03/2013 numac 2013035218 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de wet van 1 juli 1954 op de riviervisserij type besluit van de vlaamse regering prom. 01/02/2013 pub. 27/03/2013 numac 2013201647 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de uitvoering van het Cultureel-erfgoeddecreet van 6 juli 2012 sluiten tot uitvoering van de wet van 1 juli 1954 op de riviervisserij worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° punt 2°, punt 6° en punt 7° worden opgeheven; 2° punt 11° wordt vervangen door wat volgt: "11° wedstrijd: een hengelgebeuren waarbij vijf of meer vissers op hetzelfde tijdstip starten en stoppen met hengelen, en waarbij daarna een gestandaardiseerde weging, meting of telling van de inhoud van het leefnet plaatsvindt;"; 3° er worden een een punt 13° en een punt 14° toegevoegd, die luiden als volgt: "13° aasvis: elke vis die of elk deel van een vis dat gebruikt wordt als aas om andere vissen te vangen; 14° leefnet: net waarin men vissen die met de hengel zijn gevangen levend in bezit kan houden.".
Art. 2.In hetzelfde besluit wordt het opschrift van hoofdstuk 2 vervangen door wat volgt: "Hoofdstuk 2. Delegatie aan de minister of zijn gemachtigde".
Art. 3.Artikel 3 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt: "
Art. 3.De minister of zijn gemachtigde kan: 1° een tijdelijke toelating verlenen of een tijdelijk verbod opleggen als vermeld in artikel 14 van de wet van 1 juli 1954; 2° een machtiging verlenen als vermeld in artikel 17 en 25 van de wet van 1 juli 1954.".
Art. 4.Artikel 4 tot en met 7 van hetzelfde besluit worden opgeheven.
Art. 5.In artikel 9 van hetzelfde besluit wordt het derde lid opgeheven.
Art. 6.In artikel 12 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° aan paragraaf 3 wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "In alle wateren is het gebruik van aasvissen verboden in de periode van 16 april tot en met 31 mei."; 2° in paragraaf 4 wordt de zin "Daarbij is echter elk gebruik van vis of delen ervan als aas en kunstaas met een totale lengte van meer dan 2 cm, verboden." vervangen door de zin "Daarbij is echter het gebruik van aasvissen en het gebruik van kunstaas met een totale lengte van meer dan 2 cm verboden."; 3° in paragraaf 5, eerste lid, 1°, wordt de zinsnede "in alle onbevaarbare waterlopen en in waterwegen of delen daarvan, opgesomd in bijlage 3," opgeheven.
Art. 7.In artikel 13, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° punt 3° wordt vervangen doorwat volgt: "3° andere vistuigen dan een hengel, peur of schepnet gebruiken;"; 2° in punt 4° worden de woorden "vis of delen ervan als aas" vervangen door de woorden "aasvissen gebruiken"; 3° er wordt een punt 8° toegevoegd, dat luidt als volgt: "8° een leefnet gebruiken.".
Art. 8.Artikel 15 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt: "
Art. 15.§ 1. Een visser mag: 1° maximaal twintig vissen kleiner dan of gelijk aan 15 cm, waarvan maximaal vijf levende, vervoeren en tijdens het hengelen in zijn bezit houden;2° maximaal vijf dode vissen groter dan 15 cm vervoeren en tijdens het hengelen in zijn bezit houden. De vissen, vermeld in het eerste lid, mogen uitsluitend behoren tot de volgende soorten: baars, beekforel, blankvoorn, brasem, (kol)blei, paling, rietvoorn, riviergrondel, snoekbaars en winde. Alle andere vissoorten worden na de vangst onmiddellijk en voorzichtig in het water van herkomst vrijgelaten. § 2. Levende vissen mogen uitsluitend in een visemmer bewaard en vervoerd worden.
In het eerste lid wordt verstaan onder visemmer: een emmer of recipiënt die gevuld is met water waarin vissen levend in bezit gehouden en vervoerd kunnen worden. § 3. Voor de volgende vissoorten gelden beperkingen voor de maten bij het in bezit houden overeenkomstig paragraaf 1: 1° beekforel, paling: minimummaat 30 cm;2° snoekbaars: minimummaat 45 cm en maximummaat 70 cm. Vissen kleiner dan de minimummaten of groter dan de maximummaat, vermeld in het eerste lid, worden na de vangst onmiddellijk en voorzichtig in het water van herkomst vrijgelaten. § 4. Met behoud van de toepassing van paragraaf 1, 2 en 3 gelden voor de volgende vissoorten beperkingen voor het bezit of vervoer ervan: 1° snoekbaars: een visser mag maximaal drie stuks vervoeren en tijdens het hengelen in zijn bezit houden;2° paling: een visser mag maximaal drie stuks vervoeren en tijdens het hengelen in zijn bezit houden. § 5. De lengte van de vis wordt gemeten in rechte lijn van de punt van de bek tot het uiteinde van de staartvin. Gevangen vissen mogen ter plaatse niet ontdaan worden van kop of staart en mogen niet ter plaatse geconsumeerd worden. § 6. In afwijking van paragraaf 1, 2°, en met behoud van de toepassing van paragraaf 2, 3, 4 en 5 mag een visser levende paling vervoeren en tijdens het hengelen in zijn bezit houden. § 7. In afwijking van paragraaf 1 en 5, en artikel 12, § 3, mag een visser het hele jaar door, zowel overdag als tijdens de nachtvisserij, een onbeperkt aantal dode zeevissoorten vervoeren en tijdens het hengelen in zijn bezit houden.
In het eerste lid wordt verstaan onder zeevissoorten: de vissoorten waarvan de voortplanting plaatsvindt op zee, met uitzondering van paling.".
Art. 9.Artikel 16 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt: "
Art. 16.§ 1. Wedstrijden moeten voldoen aan de volgende voorwaarden: 1° minstens één maand vooraf wordt meldingsbewijs gedaan aan het agentschap.Dit meldingsbewijs wordt door de wedstrijdverantwoordelijke getoond op elk verzoek van de officieren van de gerechtelijke politie en van de toezichthouders die belast zijn met het toezicht op de naleving van de regelgeving over de riviervisserij; 2° het voederen wordt beperkt tot maximaal 10 liter klaargemaakt voer per deelnemer per wedstrijd;3° de hengelvangstgegevens van elke wedstrijd worden geregistreerd en jaarlijks aan het agentschap bezorgd. § 2. In afwijking van artikel 12, § 3, artikel 13, eerste lid, 8°, en artikel 15, §§ 1 tot 4, mogen vissen het hele jaar door zonder beperking in aantal bewaard worden in een leefnet tijdens een wedstrijd die voldoet aan de voorwaarden, vermeld in paragraaf 1.
Alle gevangen vissen worden in voldoende grote leefnetten bewaard tot na de weging of meting. Snoek, snoekbaars en de soorten, opgenomen in bijlage 1, die bij dit besluit is gevoegd, mogen niet in een leefnet bewaard worden.
Na weging, meting of telling wordt elke vis onmiddellijk en voorzichtig in het water van herkomst vrijgelaten.".
Art. 10.Artikel 17 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art. 11.In bijlage 3 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in punt 1°, a), wordt punt 4) opgeheven;2° in punt 1°, b), 8), wordt het woord "Spetterkaai" vervangen door het woord "Spettekraai";3° in punt 1°, b), wordt punt 18) opgeheven;4° in punt 2°, c), worden punt 1) tot en met 7), punt 9), en punt 12) opgeheven; 5° aan punt 2°, c), wordt een punt 13) toegevoegd, dat luidt als volgt: "13) geul Zalegemdijk in Meerdonk;"; 6° aan punt 2°, d), wordt een punt 10) toegevoegd, dat luidt als volgt: "10) grote vijver van Zevenbronnen;"; 7° in punt 2°, e), 3), wordt het woord "Roeslare" vervangen door het woord "Roeselare".
Art. 12.De Vlaamse minister, bevoegd voor de landinrichting en het natuurbehoud, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 20 juli 2018.
De minister-president van de Vlaamse Regering, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw, J. SCHAUVLIEGE