20 JULI 2006. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 2001 houdende de aanduiding van de maritieme toegangswegen en de bestanddelen van de haveninfrastructuur

De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 2 maart 1999 houdende het beleid en het beheer van de zeehavens, inzonderheid op artikel 3, § 2, gewijzigd bij decreet van 22 december 1999 en decreet van 21 december 2001;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 2001 houdende de aanduiding van de maritieme toegangswegen en de bestanddelen van de haveninfrastructuur, inzonderheid artikel 12;

Overwegende dat de overeenkomst - decreet omtrent de afschaffing van de gemeenschappelijke rekening van de voorhaven te Zeebrugge - afgesloten tussen het Vlaamse gewest en de Maatschappij van de Brugse Zeevaartinrichtingen d.d. 4 oktober 1991, in het bijzonder artikel 2 van deze overeenkomst, stelt dat de Maatschappij zich ertoe verbindt zich te schikken naar elke regeling die door het Vlaamse gewest wordt opgelegd aan alle zeehavens voor het uitvoeren van onderhoudsbaggerwerken en dat in afwachting van een eventuele nieuwe regeling, de onderhoudsbaggerwerken in de aan getij onderworpen gedeelten ten laste van het Vlaamse Gewest blijven;

Overwegende dat de overeenkomst aangaande het beheer en de exploitatie van het containergetijdedok, afgesloten tussen het Vlaamse gewest en het Havenbedrijf Antwerpen d.d. 1 juni 1999 met betrekking tot het beheer en de exploitatie van het Deurganckdok, in het bijzonder artikel 3 van deze overeenkomst, stelt dat de onderhoudsbaggerwerken voor het op peil houden van het dok een last zijn van het Vlaamse gewest;

Overwegende dat artikel 2, 16°, van het decreet van 2 maart 1999 met betrekking tot maritieme toegangswegen, geen duidelijkheid verschaft over de uitgestrektheid van de vaarwegen in de aan getij onderworpen gedeelten van de havens;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Begroting, gegeven op 4 februari 2005;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 2001 houdende de aanduiding van de maritieme toegangswegen en bestanddelen van de haveninfrastructuur worden in punt 6° de woorden «, vermeerderd met de maximale breedte van een binnenschip dat aan deze kaai kan aanmeren » geschrapt.

Art. 2.In artikel 2 van hetzelfde besluit wordt aan punt 5° volgende zin toegevoegd : « Als overgangsmaatregel worden met ingang van het in werking treden van dit besluit, tot 31 december 2004, de ligplaatsen ter hoogte van de Europaterminal en de Noordzeeterminal tot de maritieme toegang gerekend; ».

Art. 3.In artikel 2 van hetzelfde besluit worden in punt 6° volgende wijzigingen aangebracht : 1° in punt a) worden tussen de woorden « ... en het LNG-dok) » en de woorden « alle opgesomde gebieden met uitzondering van de ligplaatsen; » de woorden « de vaarweg in het Wielingendok, de vaarweg in het Albert II dok, de vaarweg in het insteekdok gelegen tussen de Môle en het Westerschiereiland, de vaarweg in het Brittaniadok en de vaarweg in het LNG-dok » ingevoegd; 2° in punt b) worden de woorden « voor alle vaargeulen en de voormelde zwaaiplaats, » vervangen door de woorden « de vaargeul in het Tijdok, de vaargeul in het Zeewezendok en de vaargeul van de voorhaven opwaarts de verbindingslijn kaainummers 604-201, alle opgesomde gebieden »;3° aan punt c) worden volgende woorden toegevoegd : « en de vaargeul in het Deurganckdok met uitzondering van de ligplaatsen;».

Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2005.

Art. 5.De Vlaamse minister, bevoegd voor de Openbare Werken, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 20 juli 2006.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, K. PEETERS