gepubliceerd op 03 oktober 2006
Besluit van de Vlaamse Regering houdende het bepalen van de culturele thema's op basis waarvan archief- en documentatiecentra van landelijk belang een aanvraag voor subsidiëring kunnen indienen
20 JULI 2006. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende het bepalen van de culturele thema's op basis waarvan archief- en documentatiecentra van landelijk belang een aanvraag voor subsidiëring kunnen indienen
De Vlaamse Regering, Gelet op de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991, inzonderheid op artikel 55 tot en met 58;
Gelet op het decreet van 19 juli 2002 houdende de privaatrechtelijke culturele archiefwerking, gewijzigd bij de decreten van 19 december 2003, 7 mei 2004, 15 juli 2005 en 23 december 2005;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 13 december 2002 houdende de uitvoering van het decreet van 19 juli 2002 houdende de privaatrechtelijke archiefwerking;
Advies van Inspectie van Financiën werd gegeven op 21 juni 2006;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.De lijst op basis waarvan archief- en documentatiecentra een werkingssubsidie kunnen aanvragen voor de beleidsperiode 2008 - 2012, bevat de volgende thema's : 1° de archiefwerking met betrekking tot het literaire erfgoed;2° de archiefwerking met betrekking tot het muzikale erfgoed;3° de archiefwerking met betrekking tot het architecturale erfgoed;4° de archiefwerking met betrekking tot de deportatie en het verzet;5° de archiefwerking met betrekking tot het kerkelijk erfgoed.
Art. 2.§ 1. Een archief- en documentatiecentrum op basis van een cultureel thema heeft volgende kerntaken : 1° het archivalisch cultureel erfgoed dat aan het thema verwant is, in kaart brengen;2° de behoeften in kaart brengen en oplossingen uitwerken binnen een netwerkmodel;3° potentiële archiefvormers sensibiliseren voor de culturele waarde van het archivalisch erfgoed dat ze beheren;4° het archivalisch erfgoed onder de aandacht van het publiek brengen en het publiek wijzen op het belang van het cultureel erfgoed;5° een dienstverlenende en kennisdelende functie op zich nemen. § 2. Voor de archiefwerking met betrekking tot het literaire erfgoed worden de volgende prioritaire doelstellingen meegegeven : 1° literaire archiefcollecties en literaire erfgoedbeheerders in kaart brengen;2° een platformfunctie vervullen en een coördinerende taak op zich nemen in een netwerk van literaire archief- en erfgoedbeheerders;3° een inventarisatieplan opstellen en implementeren;4° archiefvormers zoals schrijvers, dichters en uitgevers sensibiliseren voor de culturele waarde van hun archieven. § 3. Voor de archiefwerking met betrekking tot het muzikale erfgoed worden de volgende prioritaire doelstellingen meegegeven : 1° de muzikale archieven in kaart brengen, zowel voor de klassieke muziek en de volksmuziek als voor de moderne muziek en de hedendaagse muziekstijlen;2° uitvoerders, componisten en uitgevers van de verschillende muziekstijlen sensibiliseren voor de culturele waarde van het archivalisch erfgoed. § 4. Voor de archiefwerking met betrekking tot het architecturale erfgoed worden volgende prioritaire doelstellingen meegegeven : 1° archiefvormers zoals architecten, uitvoerders en opdrachtgevers sensibiliseren voor de culturele waarde van hun archieven;2° naar oplossingen zoeken voor het behoud en het beheer van het architecturaal archivalisch erfgoed vanuit een netwerkmodel met private en publieke partners. § 5. Voor de archiefwerking met betrekking tot de deportatie en verzet worden de volgende prioritaire doelstellingen meegegeven : 1° sensibiliseren en waarschuwen voor de gevaren van een totalitair regime;2° alle mogelijke archieven over deportatie en verzet in kaart brengen;3° voor haar sensibiliserende opdracht verbanden leggen met verschillende thema's, waaronder genocide, extremisme en mensenrechten. § 6. Voor de archiefwerking met betrekking tot het kerkelijk erfgoed worden de volgende prioritaire doelstellingen meegegeven : 1° het kerkelijk erfgoed inventariseren, wat van groot belang is, gelet op de toenemende secularisering en ontkerkelijking;2° de behoeften voor selectie, het behoud en het beheer en de ontsluiting van dit erfgoed in kaart brengen.
Art. 3.De Vlaamse minister, bevoegd voor de culturele aangelegenheden, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 20 juli 2006.
De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister voor Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel, B. ANCIAUX