gepubliceerd op 08 maart 2023
Besluit van de Vlaamse Regering over de kwaliteit, kwantiteit en levering van water bestemd voor menselijke consumptie
20 JANUARI 2023. - Besluit van de Vlaamse Regering over de kwaliteit, kwantiteit en levering van water bestemd voor menselijke consumptie
Rechtsgrond Dit besluit is gebaseerd op: - de bijzondere
wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
08/08/1980
pub.
11/12/2007
numac
2007000980
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits
sluiten tot hervorming der instellingen, artikel 20 en artikel 87, § 1; - het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, artikel 10.2.3, § 1, 14° en artikel 10.2.4, § 5; - het
decreet van 18 juli 2003Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
18/07/2003
pub.
14/11/2003
numac
2003201696
bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
Decreet betreffende het integraal waterbeleid
sluiten betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018, artikel 1.7.6.1, eerste lid, artikel 2.1.1, § 2, artikel 2.2.1, § 1, artikel 2.3.1, artikel 2.5.1.1, § 1, 1°, 2°, 4°, 5°, 6°, artikel 2.5.2.3.1, § 2, 1° ; - het
decreet van 21 november 2003Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
21/11/2003
pub.
03/02/2004
numac
2004035090
bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
Decreet betreffende het preventieve gezondheidsbeleid
sluiten betreffende het preventieve gezondheidsbeleid, artikel 1, artikel 3, artikel 4, artikel 5, artikel 39, artikel 44, artikel 51, artikel 53, artikel 67, artikel 68, artikel 69, artikel 70, artikel 71, artikel 72, artikel 73, artikel 74, artikel 75.
Vormvereiste(n) De volgende vormvereiste(n) is / zijn vervuld: - de Inspectie van Financiën heeft advies gegeven op 22 juni 2022; - de WaterRegulator heeft advies gegeven op 12 augustus 2022; - het Interfederaal Steunpunt tot bestrijding van armoede, SAAMO en het Netwerk tegen Armoede hebben advies gegeven op 29 augustus 2022; - de strategische adviesraden SERV en Minaraad hebben advies gegeven op 26 september 2022; - de Raad van State, Afdeling Wetgeving heeft advies nr. 72.603 gegeven op 30 december 2022.
Initiatiefnemers Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en de Vlaamse minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme.
Na beraadslaging, DE VLAAMSE REGERING BESLUIT: HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepalingen
Artikel 1.§ 1. Dit besluit voorziet in de gedeeltelijke omzetting van richtlijn 2020/2184 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2020 betreffende de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water. § 2. Dit besluit heeft betrekking op de productie, levering en kwaliteit van het water bestemd voor menselijke consumptie voor iedereen in Vlaanderen.
Dit besluit heeft tot doel de gezondheid van de mens te beschermen tegen de schadelijke gevolgen van verontreiniging van water bestemd voor menselijke consumptie of van een gebrek aan toegang tot dergelijk water door ervoor te zorgen dat het gezond en schoon is en dat de collectieve bevoorrading verzekerd wordt, en door de toegang tot water bestemd voor menselijke consumptie te verbeteren. § 3. De minister kan, na consultatie van de WaterRegulator en met het oog op de aansturing, de evaluatie en de opvolging van de openbare waterleverancier en de private waterleverancier, voor zover deze gebruik maakt van een privaat waterdistributienetwerk, voor wat betreft de uitvoering en invulling van de taken en verplichtingen die hem in dit besluit worden toegewezen: 1° kritische prestatie-indicatoren vastleggen;2° de frequentie en wijze van rapportering over de kritische prestatie-indicatoren vastleggen;3° indicatieve doelstellingen alsook indicatieve tussentijdse doelstellingen voor de betreffende kritische prestatie-indicatoren vastleggen;
Art. 2.In dit besluit wordt verstaan onder: 1° bevoegde entiteit Leefmilieu: de personeelsleden van de Vlaamse Milieumaatschappij die de leidend ambtenaar daartoe aanstelt;2° bevoegde entiteit Volksgezondheid: de afdeling Preventie van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid die conform het decreet integraal waterbeleid en het preventiedecreet bevoegd is voor het toezicht op de volksgezondheid,;3° controleambtenaar: de ambtenaar die aangeduid is bij besluit van de Vlaamse van 13 mei 2011 tot uitvoering van diverse bepalingen van het decreet van 18 juli 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/07/2003 pub. 14/11/2003 numac 2003201696 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het integraal waterbeleid sluiten betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018, en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 december 2002Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 13/12/2002 pub. 28/01/2003 numac 2003035094 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering houdende reglementering inzake de kwaliteit en levering van water, bestemd voor menselijke consumptie sluiten houdende reglementering inzake de kwaliteit en levering van water, bestemd voor menselijke consumptie;4° eigen waterleverancier: de titularis van een private waterwinning die water bestemd voor menselijke consumptie produceert en levert buiten het kader van een commerciële of openbare activiteit, zonder daarbij gebruik te maken van een openbaar waterdistributienetwerk;5° gevaar: een biologisch, chemisch, fysisch of radiologisch agens in water, of een ander aspect van de toestand van water met mogelijk nadelige gevolgen voor de gezondheid van de mens;6° gevaarlijke gebeurtenis: een gebeurtenis als gevolg waarvan gevaren worden geïntroduceerd in, of niet worden verwijderd uit het watervoorzieningssysteem;7° het decreet: het decreet van 18 juli 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/07/2003 pub. 14/11/2003 numac 2003201696 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het integraal waterbeleid sluiten betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018;8° levering van water: elke vorm van terbeschikkingstelling van water bestemd voor menselijke consumptie, al dan niet tegen betaling, ook als onderdeel van het verhuren, het verpachten of het op enige andere wijze ter beschikking stellen in onroerende goederen, zelfs als de verbruiker en de waterleverancier dezelfde persoon zijn;9° minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor het leefmilieu en het waterbeleid;10° nooddrinkwatervoorziening: de levering van water bestemd voor menselijke consumptie tijdens een geplande of ongeplande onderbreking van de levering van water bestemd voor menselijke consumptie;11° noodwatervoorziening: de levering van water, uitsluitend voor sanitaire doeleinden, tijdens een geplande of ongeplande onderbreking van de levering van water bestemd voor menselijke consumptie;12° openbaar waterdistributienetwerk: openbaar leidingnetwerk en alle toebehoren voor de levering van water bestemd voor menselijke consumptie;13° openbare waterleverancier: de exploitant van een openbaar waterdistributienetwerk voor water bestemd voor menselijke consumptie;14° privaat waterdistributienetwerk: een niet-openbaar leidingnetwerk en alle toebehoren voor de levering van water bestemd voor menselijke consumptie;15° private waterleverancier: de titularis van een private waterwinning, die water bestemd voor menselijke consumptie produceert en/of levert in het kader van een commerciële of openbare activiteit, al dan niet via een privaat waterdistributienetwerk;16° risico: een combinatie van de kans dat een gevaarlijke gebeurtenis zich voordoet en de ernst van de gevolgen ervan als het gevaar en de gevaarlijke gebeurtenis zich in het watervoorzieningssysteem voordoen;17° titularis: elke persoon die beschikt over een recht van eigendom, van vruchtgebruik of van opstal of die enig zakelijk recht geniet op het onderscheiden deel van het onroerend goed dat aangesloten is of wordt op het openbaar waterdistributienetwerk, waardoor hij de verplichtingen die inherent zijn aan de leveringen en diensten door de openbare waterleverancier, mee moet naleven;18° VLAREM II: Besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne;19° waterleverancier: een openbare waterleverancier, een private waterleverancier of een eigen waterleverancier; 20° watervoorzieningssysteem: de inrichting, vermeld in artikel 2.1.2, 19°, van het decreet.
Art. 3.Als de waterleverancier water levert dat niet geschikt is voor menselijke consumptie, zoals tweedecircuitwater, neemt hij afdoende voorzorgen om de menselijke consumptie ervan te beletten, of ziekte- of gezondheidseffecten te voorkomen bij blootstelling. HOOFDSTUK 2. - Kwaliteitsaspecten van de levering van water bestemd voor menselijke consumptie Afdeling 1. - Algemene bepalingen over de kwaliteit
Art. 4.§ 1. Behoudens de afwijkingen die toegestaan zijn overeenkomstig afdeling 6, mag geen water bestemd voor menselijke consumptie geleverd worden dat niet gezond en schoon is of ziekte veroorzaakt. § 2. Overeenkomstig de minimumvereisten is water bestemd voor menselijke consumptie gezond en schoon, als aan al de volgende voorwaarden is voldaan: 1° het bevat geen micro-organismen, parasieten of andere stoffen in hoeveelheden of concentraties die gevaar kunnen opleveren voor de gezondheid van de mens;2° het voldoet aan de minimumvereisten, vermeld in bijlage Ia, deel A, B en E, die bij dit besluit is gevoegd;3° het wordt geproduceerd en gedistribueerd overeenkomstig het decreet en zijn uitvoeringsbesluiten. § 3. De maatregelen ter uitvoering van het decreet en zijn uitvoeringsbesluiten zijn gebaseerd op het voorzorgsbeginsel en leiden er in geen geval, direct of indirect, toe dat de huidige kwaliteit van water bestemd voor menselijke consumptie achteruitgaat, of dat de verontreiniging van water dat gebruikt wordt voor de productie van water bestemd voor menselijke consumptie, toeneemt.
Art. 5.§ 1. De minimale kwaliteitseisen voor water bestemd voor menselijke consumptie worden uitgedrukt in parameterwaarden. De minimale kwaliteitseisen voor water bestemd voor menselijke consumptie uit bijlage I, die bij dit besluit is gevoegd, zijn van toepassing.
De parameters, vermeld in bijlage Ia, deel C, die bij dit besluit is gevoegd, worden uitsluitend vastgesteld voor monitoringsdoeleinden en om te verzekeren dat voldaan wordt aan de vereisten, vermeld in afdeling 5. § 2. Naast parameterwaarden kunnen ook richtwaarden vastgelegd worden.
Richtwaarden worden gebruikt voor micro-organismen, parasieten of andere stoffen waarvoor geen parameterwaarden zijn of kunnen worden vastgesteld, en die hetzij in het kader van de risicobeoordeling en het risicobeheer, vermeld in artikel 7, 8 en 9, hetzij door de bevoegde entiteit Leefmilieu en de bevoegde entiteit Volksgezondheid, hetzij door de Europese Commissie, als relevant worden beschouwd. § 3. Als de waterleverancier stoffen of micro-organismen, parasieten of chemische stoffen waarvoor geen parameterwaarde of geen richtwaarde is vastgelegd, vaststelt in het water bestemd voor menselijke consumptie, meldt de waterleverancier dat aan de bevoegde entiteit Leefmilieu. § 4. De bevoegde entiteit Leefmilieu en de bevoegde entiteit Volksgezondheid evalueren in onderling overleg de noodzaak om een parameterwaarde of een richtwaarde vast te leggen waarbij de vastgestelde concentratie in water bestemd voor menselijke consumptie getoetst wordt aan een gezondheidskundige voorzorgwaarde.
De bevoegde entiteiten rapporteren hun bevindingen aan de bevoegde ministers en maken die bekend aan de waterleveranciers.
Als het is aangewezen om een parameterwaarde of richtwaarde vast te leggen, leggen de bevoegde entiteiten een voorstel van parameterwaarde of richtwaarde voor aan de bevoegde ministers.
In het tweede en derde lid wordt verstaan onder bevoegde ministers: de minister en de Vlaamse minister, bevoegd voor het gezondheidsbeleid. § 5. Parameterwaarden en richtwaarden worden vastgesteld door de Vlaamse Regering op gezamenlijke voordracht van de minister en de Vlaamse minister, bevoegd voor het gezondheidsbeleid.
De parameterwaarden zijn opgenomen in de lijsten met microbiologische parameters, chemische parameters en indicatorparameters, die opgenomen zijn in bijlage Ia, die bij dit besluit is gevoegd. De richtwaarden zijn opgenomen in de lijst met aandachtsparameters, die opgenomen zijn in bijlage Ib, die bij dit besluit is gevoegd. Afdeling 2. - Aanleg en eerste ingebruikname van nieuwe
watervoorzieningssystemen
Art. 6.§ 1. Voor de aanleg en de eerste ingebruikname van nieuwe watervoorzieningssystemen, met uitzondering van infrastructuur voor de opslag en distributie van het water bestemd voor menselijke consumptie, geldt een voorafgaandelijke meldingsplicht.
De melding gebeurt bij de bevoegde entiteit Leefmilieu uiterlijk 30 dagen voorafgaand aan de start van de werken voor de aanleg. De bevoegde entiteit Leefmilieu kan de meldingsplichtige infrastructuur vanuit technisch oogpunt nader specifiëren en nadere technische richtlijnen opstellen over de wijze waarop de melding moet gebeuren. § 2. Voor wat betreft de aanleg van infrastructuur als vermeld in paragraaf 1, die gebruikt wordt in het kader van een openbare activiteit of een commerciële activiteit, die meer dan 10 m3 per dag levert of waarvan meer dan vijftig personen per dag gebruik maken, bevat de melding minimaal de volgende informatie: 1° een algemene beschrijving van het beoogde watervoorzieningssysteem, met specificering van: a) de beoogde toepassingen voor het te produceren water bestemd voor menselijke consumptie;b) het beoogde aantal gebruikers;c) het beoogde productievolume, uitgedrukt in m3/dag;d) de bron die wordt aangewend met de locatie van de onttrekkingspunten en in het geval van het grondwater, de specificering van de diepte van de winningsput;e) de eventueel geplande behandeling;2° de eventuele aanwezigheid van andere watervoorzieningssystemen in het onroerend goed;3° een risicobeoordeling en een voorstel van risicobeheer voor het beoogde watervoorzieningssysteem voor water bestemd voor menselijke consumptie, opgemaakt overeenkomstig artikel 7, § 2;4° een voorstel van controleprogramma voor de monitoring die van toepassing is overeenkomstig artikel 13; 5° een bewijs dat de winning is gemeld overeenkomstig artikel 4.2.4.2. van het decreet, als dat van toepassing is.
Voor wat betreft de aanleg van installaties als vermeld in paragraaf 1, die niet gebruikt worden in het kader van een openbare activiteit of een commerciële activiteit, die minder dan 10 m3 per dag leveren of waarvan minder dan vijftig personen per dag gebruik maken, bevat de melding minimaal de volgende informatie: 1° een algemene beschrijving van het beoogde watervoorzieningssysteem, met specificering van: a) de beoogde toepassingen voor het te produceren water bestemd voor menselijke consumptie;b) het beoogde aantal gebruikers;c) het beoogde productievolume, uitgedrukt in m3/dag;d) de bron die wordt aangewend met de locatie van de onttrekkingspunten en in het geval van het grondwater, de specificering van de diepte van de winningsput;e) de eventueel geplande behandeling;2° de eventuele aanwezigheid van andere watervoorzieningssystemen in het onroerend goed; 3° een bewijs dat de winning is gemeld conform artikel 4.2.4.2, § 1, van het decreet, als dat van toepassing is.
De bevoegde entiteit Leefmilieu kan, in voorkomend geval in onderling overleg met de bevoegde entiteit Volksgezondheid, te allen tijde passend advies verstrekken als uit de aangeleverde informatie blijkt dat de kwaliteit van het water bestemd voor menselijke consumptie gevaar kan opleveren voor de gezondheid van de gebruikers. § 3. De melding van de eerste ingebruikname van installaties als vermeld in paragraaf 1, bevat de volgende informatie: 1° de resultaten van de monitoring van de microbiologische parameters, chemische parameters, indicatorparameters en aanvullende parameters, vermeld in bijlage Ia, die bij dit besluit is gevoegd;2° de resultaten van de monitoring van de volgende stoffen of micro-organismen, als er reden is om aan te nemen dat ze aanwezig kunnen zijn in het geproduceerde water bestemd voor menselijke consumptie: a) stoffen of micro-organismen waarvoor een richtwaarde is vastgelegd ter uitvoering van artikel 5, § 5;b) stoffen of micro-organismen waarvoor een gezondheidskundige voorzorgswaarde is vastgelegd ter uitvoering van artikel 5, § 4;c) overige stoffen of micro-organismen als er redenen zijn om aan te nemen dat ze aanwezig zijn in aantallen of concentraties die een mogelijk gevaar vormen voor de volksgezondheid;3° een definitief controleprogramma voor de monitoring die van toepassing is conform artikel 13. De bevoegde entiteit Leefmilieu kan, in voorkomend geval in onderling overleg met de bevoegde entiteit Volksgezondheid, te allen tijde passend advies verstrekken als uit de aangeleverde informatie blijkt dat de kwaliteit van het water bestemd voor menselijke consumptie een gevaar kan opleveren voor de gezondheid van de gebruiker.
De bevoegde entiteit Leefmilieu kan, als dat noodzakelijk is, na raadpleging van met de indiener het controleprogramma voor de monitoring die van toepassing is overeenkomstig artikel 13, aanpassen. Afdeling 3. - Risico-gebaseerde benadering
Art. 7.§ 1. De waterleverancier zorgt ervoor dat een risico-gebaseerde benadering wordt toegepast op de levering, behandeling, opslag en distributie van water bestemd voor menselijke consumptie. De risico-gebaseerde benadering omvat het hele systeem voor de bevoorrading van water bestemd voor menselijke consumptie tot het punt, vermeld in artikel 2.3.2 van het decreet, waar moet worden voldaan aan de parameterwaarden. § 2. Voor een watervoorzieningssysteem dat gebruikt wordt in het kader van een openbare of een commerciële activiteit, dat meer dan 10 m3 per dag levert of waarvan meer dan vijftig personen per dag gebruik maken, omvat de risico-gebaseerde benadering, vermeld in paragraaf 1, de volgende elementen: 1° een risicobeoordeling en risicobeheer van de onttrekkingsgebieden voor onttrekkingspunten of andere bronnen voor water bestemd voor menselijke consumptie, overeenkomstig artikel 8;2° een risicobeoordeling en risicobeheer, die uitgevoerd worden overeenkomstig artikel 9, voor elk watervoorzieningssysteem, met inbegrip van de onttrekking, behandeling, opslag en distributie van water bestemd voor menselijke consumptie tot het leveringspunt. De risicobeoordeling en het risicobeheer van de onttrekkingsgebieden voor onttrekkingspunten of andere bronnen voor water bestemd voor menselijke consumptie, die actief geëxploiteerd worden op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit, worden voor de eerste keer uitgevoerd uiterlijk op 12 juli 2026. De risicobeoordeling en het risicobeheer van de onttrekkingsgebieden voor onttrekkingspunten of andere bronnen voor water bestemd voor menselijke consumptie, vermeld in het eerste lid, 1°, worden met regelmatige tussenpozen van niet langer dan zes jaar geëvalueerd, en waar nodig bijgewerkt.
De risicobeoordeling en het risicobeheer van de watervoorzieningssystemen, zoals omschreven in het eerste lid, die actief geëxploiteerd worden op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit, worden voor de eerste keer uitgevoerd uiterlijk op 12 januari 2028. De risicobeoordeling en dat risicobeheer worden met regelmatige tussenpozen van niet langer dan zes jaar geëvalueerd, en waar nodig bijgewerkt.
Voor watervoorzieningssystemen als vermeld in het eerste lid, waarvan de exploitatie opgestart wordt na de inwerkingtreding van dit besluit, wordt de risicobeoordeling en het risicobeheer van de onttrekkingsgebieden voor onttrekkingspunten of andere bronnen voor water bestemd voor menselijke consumptie en de risicobeoordeling en het risicobeheer van het watervoorzieningssysteem uitgevoerd voor de aanleg overeenkomstig artikel 6. De risicobeoordeling en het risicobeheer wordt één jaar na de indienstname en vervolgens met regelmatige tussenpozen van niet langer dan zes jaar geëvalueerd, en waar nodig bijgewerkt. § 3. De openbare waterleverancier en de private waterleverancier, voor zover deze gebruikt maakt van een privaat waterdistributienetwerk, maakt in onderling overleg met de bevoegde entiteit Leefmilieu een planning op, inclusief een plan van aanpak, voor de opmaak en de rapportering van de risicobeoordeling en het risicobeheer, vermeld in paragraaf 2. Die planning wordt uiterlijk zes maanden na de inwerkingtreding van dit besluit opgesteld en overgemaakt aan de bevoegde entiteit Leefmilieu. Alle wijzigingen aan die planning worden overgemaakt aan de bevoegde entiteit Leefmilieu.
De openbare waterleverancier borgt in afwachting van de uitvoering van de risico-gebaseerde benadering, vermeld in paragraaf 2, de kwaliteit van het productie- en distributieproces en het geleverde water bestemd voor menselijke consumptie via de risico-evaluatie- en beheerstrategie die hij al heeft geïmplementeerd voor de inwerkingtreding van dit besluit, met name op basis van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 december 2002Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 13/12/2002 pub. 28/01/2003 numac 2003035094 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering houdende reglementering inzake de kwaliteit en levering van water, bestemd voor menselijke consumptie sluiten houdende reglementering inzake de kwaliteit en levering van water bestemd voor menselijke consumptie. § 4. Een watervoorzieningssysteem dat niet gebruikt wordt in het kader van een openbare activiteit of commerciële activiteit, dat minder dan 10 m3 per dag levert of waarvan minder dan vijftig personen per dag gebruik maken, voldoet aan de bepalingen van paragraaf 1 als rekening gehouden wordt met de richtlijnen inzake risicobeoordeling en risicobeheer van de bevoegde entiteit Leefmilieu. § 5. De volgende informatie over de uitgevoerde risicobeoordeling en het risicobeheer van de onttrekkingsgebieden voor onttrekkingspunten of andere bronnen voor water bestemd voor menselijke consumptie, vermeld in paragraaf 2, wordt gerapporteerd aan de bevoegde entiteit Leefmilieu: 1° een beschrijving van de methodologie die gebruikt wordt voor de risicobeoordeling en het risicobeheer;2° een samenvatting van de risicobeoordeling en het risicobeheer, vermeld in paragraaf 2, inclusief: a) een samenvatting van de resultaten van de monitoring, vermeld in artikel 8, § 2, 3° ;b) een samenvatting van de preventieve en mitigerende maatregelen, vermeld in artikel 8, § 4;3° een stand van zaken met betrekking tot de implementatie van de preventieve en mitigerende maatregelen die in beheer van de waterleverancier zijn genomen of zullen worden genomen. De volgende informatie over de uitgevoerde risicobeoordeling en het risicobeheer van het watervoorzieningssysteem, vermeld in paragraaf 2, wordt gerapporteerd bij de bevoegde entiteit Leefmilieu: 1° een beschrijving van de methodologie die gebruikt wordt voor de risicobeoordeling en het risicobeheer;2° een samenvatting van de risicobeoordeling en het risicobeheer, vermeld in paragraaf 2;3° een overzicht van de significante risico's met een negatieve impact op de kwaliteit van het geleverde water bestemd voor menselijke consumptie, en op de volksgezondheid of in voorkomend geval een gemotiveerde verklaring die bevestigt dat de risicobeoordeling of de herziening ervan aangeeft dat er geen significante risico's zijn op een negatieve impact op de kwaliteit van het geleverde water bestemd voor menselijke consumptie, en op de volksgezondheid;4° de herstelmaatregelen die genomen of gepland zijn om een risico op een negatieve impact op de kwaliteit van het geleverde water bestemd voor menselijke consumptie, en op de volksgezondheid weg te nemen: a) een beschrijving van de genomen herstelmaatregelen;b) bewijsstukken die aantonen dat het risico is weggenomen;c) een beschrijving van de vastgelegde herstelmaatregelen met tijdpad voor de uitvoering en de wijze van opvolging van de effectiviteit;5° als de risicobeoordeling aangeeft dat er na het nemen van herstelmaatregelen nog een significant risico blijft bestaan op een negatieve impact op de kwaliteit van het geleverde water bestemd voor menselijke consumptie, en op de volksgezondheid: a) de beschrijving van de significante risico's;b) de herstelmaatregelen die al zijn genomen;c) de herstelmaatregelen die volgens waterleverancier bijkomend door hem moeten worden genomen, inclusief een tijdpad voor de uitvoering ervan. De gegevens, vermeld in het eerste en tweede lid, worden, met het oog op het nakomen van de rapporteringsverplichtingen, vermeld in artikel 32, uiterlijk op 12 juli 2026 gerapporteerd aan de bevoegde entiteit Leefmilieu. De stand van zaken van de preventieve en mitigerende maatregelen, vermeld in paragraaf 5, eerste lid, 3°, en de herstelmaatregelen, vermeld in paragraaf 5, tweede lid, 5°, c), wordt daarna jaarlijks gerapporteerd aan de bevoegde entiteit Leefmilieu. De overige van de gegevens, vermeld in het eerste en tweede lid, worden daarna ten minste om de zes jaar of bij een eerdere actualisatie gerapporteerd, beide ter uitvoering van paragraaf 2, tweede en derde lid.
De bevoegde entiteit Leefmilieu kan, voor het (volks)gezondheidskundig aspect in samenspraak met de bevoegde entiteit Volksgezondheid, nadere richtlijnen opstellen over de wijze van rapportering van de gegevens, vermeld in het eerste lid tot en met het vierde lid.
De bevoegde entiteiten Leefmilieu en Volksgezondheid hebben te allen tijde inzage in de risicobeoordeling en het risicobeheer van de onttrekkingsgebieden voor onttrekkingspunten of andere bronnen voor water bestemd voor menselijke consumptie en van het watervoorzieningssysteem, en ze heeft het recht om relevante gegevens op te vragen. § 6. De risicobeoordeling en het risicobeheer van de onttrekkingsgebieden voor onttrekkingspunten of andere bronnen voor water bestemd voor menselijke consumptie en de risicobeoordeling van het watervoorzieningssysteem wordt georganiseerd en uitgevoerd volgens de NBN EN 15975-2.
De bevoegde entiteit Leefmilieu kan in onderling overleg met de openbare waterleveranciers en na raadpleging van de private waterleveranciers, richtlijnen opstellen voor de risicobeoordeling en het risicobeheer van de onttrekkingsgebieden voor onttrekkingspunten of andere bronnen voor water bestemd voor menselijke consumptie en de risicobeoordeling van het watervoorzieningssysteem.
De verslagen van de verificatie van het risicobeheer, uitgevoerd in het kader van de implementatie van de NBN EN 15975-2, worden overgemaakt aan de bevoegde entiteit Leefmilieu.
Art. 8.§ 1. De bepalingen van dit artikel zijn van toepassing op watervoorzieningssystemen voor water bestemd voor menselijke consumptie die gebruikt worden in het kader van een openbare activiteit of een commerciële activiteit, die meer dan 10 m3 per dag leveren of waarvan meer dan vijftig personen per dag gebruik maken. § 2. De risicobeoordeling en het risicobeheer van de onttrekkingsgebieden voor onttrekkingspunten of andere bronnen voor water bestemd voor menselijke consumptie omvat de volgende elementen: 1° karakterisering met inbegrip van: a) identificatie en geografische aanduiding van de onttrekkingsgebieden voor onttrekkingspunten op een kaart;b) geografische aanduiding van de beschermingszones op een kaart;c) georeferenties voor alle onttrekkingspunten in de onttrekkingsgebieden en alle overige bronnen;d) beschrijving van landgebruik, afvloeiing en aanvullingsprocessen in de onttrekkingsgebieden voor onttrekkingspunten;2° identificatie van gevaren en gevaarlijke gebeurtenissen en een beoordeling van het risico dat ze kunnen vormen voor de kwaliteit van water bestemd voor menselijke consumptie, waarbij potentiële risico's in aanmerking worden genomen die een dermate verslechtering van de waterkwaliteit zouden kunnen veroorzaken dat ze een risico zou kunnen vormen voor de gezondheid van de mens;3° passende monitoring in het oppervlaktewater, het grondwater, een andere bron, of in het onbehandelde water, van relevante parameters, stoffen of verontreinigende stoffen die uit de volgende lijst worden geselecteerd: a) de parameters, vermeld in bijlage Ia, deel A en B, die bij dit besluit is gevoegd, of die zijn vastgesteld overeenkomstig artikel 5, § 4, van dit besluit; b) de verontreinigende stoffen in het grondwater, vermeld in bijlage I bij artikel 2.4.1.1 van het VLAREM-II besluit en de bijlage 2.4.1 van dat besluit; c) de prioritaire stoffen en bepaalde andere verontreinigende stoffen, vermeld in bijlage 2.3.1 bij VLAREM II; d) de stroomgebiedspecifieke verontreinigende stoffen zoals vastgesteld in de stroomgebiedbeheerplannen;e) de overige verontreinigende stoffen die op basis van de informatie, verzameld overeenkomstig punt 2°, relevant geacht worden voor water bestemd voor menselijke consumptie;f) in de natuur voorkomende stoffen of biologische agentia die een mogelijk gevaar kunnen vormen voor de gezondheid van de mens door het gebruik van water bestemd voor menselijke consumptie;g) stoffen en verbindingen die zijn opgenomen in de lijst met aandachtsparameters, vermeld in bijlage Ib, die bij dit besluit is gevoegd;h) stoffen en verbindingen waarvoor een gezondheidskundige voorzorgwaarde beschikbaar is gesteld ter uitvoering van artikel 5, § 4;i) stoffen en verbindingen die opgenomen zijn in de parameterlijst Zeer Zorgwekkende Stoffen, zoals bedoeld in artikel 57 van de verordening EG1907/2006 inzake registratie, evaluatie en autorisatie van chemische stoffen; j) biologische agentia die m.b.t. verspreiding via water voor menselijke consumptie als zorgwekkend voor de volksgezondheid worden aangeduid door het Europees Centrum voor Ziektepreventie en -bestrijding.
Op basis van de informatie die voortkomt uit de identificatie van gevaren en gevaarlijke gebeurtenissen, vermeld in het eerste lid, 2°, en de vastgestelde trends overeenkomstig paragraaf 3, selecteren de waterleveranciers de parameters, stoffen of verontreinigende stoffen uit het eerste lid, 3°, a) tot j), die ze relevant vinden voor monitoring.
De bevoegde entiteit Leefmilieu kan, na raadpleging van de openbare waterleveranciers en de private waterleveranciers, technische richtlijnen opstellen voor de implementatie van de risicobeoordeling en het risicobeheer van de onttrekkingsgebieden voor onttrekkingspunten of andere bronnen voor water bestemd voor menselijke consumptie. § 3. Waterleveranciers van watervoorzieningssystemen als vermeld in paragraaf 1, die de onttrekkingsgebieden voor onttrekkingspunten of onbehandeld water monitoren, melden aan de bevoegde entiteit Leefmilieu trends in en ongebruikelijke aantallen of concentraties van parameters, stoffen of verontreinigende stoffen waarop de monitoring betrekking heeft.
De bevoegde entiteit Leefmilieu kan, voor het gezondheidskundig aspect in samenspraak met de bevoegde entiteit Volksgezondheid, nadere richtlijnen voor die melding opstellen. § 4. Op basis van de resultaten van de risicobeoordeling, vermeld in paragraaf 2, analyseert de waterleverancier van de watervoorzieningssystemen, vermeld in paragraaf 1, welke preventieve en mitigerende maatregelen in de onttrekkingsgebieden voor onttrekkingspunten of andere bronnen voor water bestemd voor menselijke consumptie nodig zijn om de kwaliteit van dat water te beschermen. De waterleverancier van watervoorzieningssystemen als vermeld in paragraaf 1, bezorgt die analyse aan de bevoegde entiteit Leefmilieu.
De waterleverancier van watervoorzieningssystemen als vermeld in paragraaf 1, houdt de analyse van preventieve en mitigerende maatregelen actueel. De waterleverancier van watervoorzieningssystemen als vermeld in paragraaf 1, zorgt daarbij voor een herziening om de zes jaar en tussentijds als daar aanleiding toe is.
Op basis van de informatie, vermeld in paragraaf 2 en 3, kan de bevoegde entiteit Leefmilieu, voor het gezondheidskundig aspect in samenspraak met de bevoegde entiteit Volksgezondheid: 1° advies verstrekken over de preventieve en mitigerende maatregelen, vermeld in het eerste lid;2° eisen van waterleveranciers van watervoorzieningssystemen als vermeld in paragraaf 1, dat ze voor bepaalde parameters aanvullende monitoring of behandeling uitvoeren; 3° toestaan dat waterleveranciers van watervoorzieningssystemen als vermeld in paragraaf 1, de monitoringsfrequentie voor een parameter verlagen, of een parameter schrappen van de lijst van door de waterleverancier te monitoren parameters, overeenkomstig artikel 13, § 2, 1°, zonder dat daarbij wordt vereist dat er een risicobeoordeling van het watervoorzieningssysteem wordt uitgevoerd, op voorwaarde dat voldaan is aan al de volgende voorwaarden: a) de parameter is geen kernparameter in de zin van bijlage II, deel B.1, punt 2, die bij dit besluit is gevoegd; b) er is geen redelijkerwijs te voorziene factor aanwezig waardoor de kwaliteit van water bestemd voor menselijke consumptie achteruit zou kunnen gaan. § 5. De relevante informatie over de onttrekkingsgebieden voor onttrekkingspunten of andere bronnen voor water bestemd voor menselijke consumptie, zoals beschikbaar bij de Vlaamse overheid en alle lokale overheden, wordt op hun verzoek kosteloos ter beschikking gesteld aan de waterleveranciers van watervoorzieningssystemen als vermeld in paragraaf 1. § 6. Als de bevoegde entiteit Leefmilieu toestaat dat een waterleverancier van watervoorzieningssystemen als vermeld in paragraaf 1, de monitoringsfrequentie voor een parameter verlaagt of een parameter schrapt van de lijst van de te monitoren parameters, vermeld in paragraaf 4, derde lid, 2°, zorgen de waterleveranciers ervoor dat een passende monitoring van die parameters wordt uitgevoerd bij de evaluatie van de risicobeoordeling en het risicobeheer van de onttrekkingsgebieden voor onttrekkingspunten of andere bronnen voor water bestemd voor menselijke consumptie, overeenkomstig artikel 7, § 2, tweede lid.
Art. 9.§ 1. De bepalingen van dit artikel zijn van toepassing op watervoorzieningssystemen die gebruikt worden in het kader van een openbare activiteit of een commerciële activiteit, die meer dan 10 m3 per dag leveren of waarvan meer dan vijftig personen per dag gebruik maken. § 2. De waterleverancier van watervoorzieningssystemen als vermeld in paragraaf 1, voert een risicobeoordeling en risicobeheer van het watervoorzieningssysteem uit.
Die risicobeoordeling van het watervoorzieningssysteem: 1° houdt rekening met de resultaten van de risicobeoordeling en het risicobeheer van de onttrekkingsgebieden voor onttrekkingspunten of andere bronnen voor water bestemd voor menselijke consumptie, die zijn uitgevoerd overeenkomstig artikel 8;2° bevat een beschrijving van het watervoorzieningssysteem vanaf het onttrekkingspunt, de behandeling, de opslag en de distributie van water tot het leveringspunt;3° identificeert de gevaren en gevaarlijke gebeurtenissen in het watervoorzieningssysteem en bevat een beoordeling van de risico's die ze kunnen inhouden voor de gezondheid van de mens door het gebruik van water bestemd voor menselijke consumptie, rekening houdend met risico's als gevolg van klimaatverandering, lekken en lekkende leidingen. De bevoegde entiteit Leefmilieu kan, in na raadpleging van de openbare waterleveranciers en de private waterleveranciers, technische richtlijnen opstellen voor de implementatie van de risicobeoordeling en het risicobeheer van het watervoorzieningssysteem. § 3. Op basis van de resultaten van de risicobeoordeling, uitgevoerd overeenkomstig paragraaf 2, neemt de waterleverancier van watervoorzieningssystemen als vermeld in paragraaf 1, de volgende risicobeheersmaatregelen: 1° controlemaatregelen bepalen en uitvoeren ter preventie en beperking van de in het watervoorzieningssysteem vastgestelde risico's die de kwaliteit van water bestemd voor menselijke consumptie in het gedrang kunnen brengen;2° controlemaatregelen met betrekking tot het watervoorzieningssysteem bepalen en uitvoeren naast de maatregelen die overeenkomstig artikel 8, § 4, van dit besluit of van titel I, hoofdstuk 7, afdeling 4, en bijlage 2 van het decreet gepland of genomen zijn ter beperking van risico's die afkomstig zijn uit de onttrekkingsgebieden voor onttrekkingspunten of andere bronnen voor water bestemd voor menselijke consumptie die de kwaliteit van water bestemd voor menselijke consumptie in het gedrang kunnen brengen;3° een leveringsspecifiek programma voor operationele monitoring implementeren overeenkomstig artikel 13;4° de doelmatigheid van de toegepaste desinfectiebehandeling bekrachtigen, als water bestemd voor menselijke consumptie bij de bereiding of distributie gedesinfecteerd wordt, eventuele verontreiniging door bijproducten van desinfectie zo laag mogelijk houden zonder de desinfectie in het gedrang te brengen, eventuele verontreiniging door behandelingschemicaliën zo laag mogelijk houden en voorkomen dat eventuele resterende stoffen in het water het nakomen van de algemene verplichtingen, vermeld in artikel 4, belemmeren;5° verifiëren dat materialen, behandelingschemicaliën en filtermaterialen die in het watervoorzieningssysteem in contact komen met water bestemd voor menselijke consumptie, voldoen aan artikel 11 en 12. § 4. Op basis van de uitkomsten van de risicobeoordeling van het watervoorzieningssysteem, uitgevoerd overeenkomstig paragraaf 2: 1° kan de monitoringsfrequentie van een parameter worden verlaagd, of kan een parameter van de lijst van de te monitoren parameters, overeenkomstig artikel 13, § 2, worden geschrapt, met uitzondering van de kernparameters, vermeld in bijlage II, deel B.1, punt 2, die bij dit besluit is gevoegd, als de bevoegde entiteit Leefmilieu ervan overtuigd is dat door zo te handelen de kwaliteit van water bestemd voor menselijke consumptie niet in het gedrang wordt gebracht. Dat kan in de volgende gevallen: a) op basis van de aanwezigheid van de parameter in onbehandeld water, overeenkomstig de risicobeoordeling van de onttrekkingsgebieden voor onttrekkingspunten of andere bronnen voor water bestemd voor menselijke consumptie, vermeld in artikel 8, § 1 en § 2;b) als een parameter alleen het gevolg kan zijn van het gebruik van een bepaalde behandelingstechniek of desinfectiemethode, en die techniek of methode niet wordt gebruikt door de waterleveranciers;c) op grond van de specificaties in bijlage II, deel C, die bij dit besluit is gevoegd;2° wordt de lijst van te monitoren parameters, overeenkomstig artikel 13, in water bestemd voor menselijke consumptie uitgebreid of de monitoringsfrequentie verhoogd in de volgende gevallen: a) op basis van de aanwezigheid van een parameter in onbehandeld water, overeenkomstig de risicobeoordeling van de onttrekkingsgebieden voor onttrekkingspunten of andere bronnen voor water bestemd voor menselijke consumptie, vermeld in artikel 8, § 1 en § 2;b) op basis van de specificaties in bijlage II, deel C, die bij dit besluit is gevoegd. § 5. De risicobeoordeling van het watervoorzieningssysteem omvat: 1° de parameters die worden opgesomd in bijlage Ia, deel A, B en C, die bij dit besluit is gevoegd;2° de parameters waarvoor overeenkomstig artikel 5, § 4, gezondheidskundige voorzorgwaarden of richtwaarden zijn vastgelegd;3° stoffen of verbindingen die zijn opgenomen in de lijst van aandachtsparameters uit bijlage Ib, die bij dit besluit is gevoegd.
Art. 10.§ 1. De bevoegde entiteit Leefmilieu en de bevoegde entiteit Volksgezondheid voeren met het oog op de risicobeoordeling van huishoudelijke leidingnetten een algemene analyse uit. De openbare waterleveranciers bezorgen daarvoor de bij hen beschikbare informatie aan de bevoegde entiteiten. Die algemene analyse bevat: 1° een inschatting van de potentiële risico's in verband met huishoudelijke leidingnetten en de daarmee samenhangende producten en materialen;2° een inschatting of die potentiële risico's van invloed zijn op de kwaliteit van het water op de plaatsen waar het uit de kranen komt die normaliter worden gebruikt voor water bestemd voor menselijke consumptie. De algemene analyse houdt geen analyse van de individuele eigenschappen van individuele huishoudelijke leidingnetten in.
De algemene analyse wordt voor de eerste keer uitgevoerd uiterlijk op 12 januari 2029, om de zes jaar herzien en waar nodig bijgewerkt. § 2. De openbare waterleverancier en de private waterleverancier, voor zover deze gebruikt maakt van een privaat waterdistributienetwerk, monitort het door hem geleverde water bestemd voor menselijke consumptie in publieke gebouwen conform de bepalingen van bijlage II, deel B.2, die bij dit besluit is gevoegd.
De publieke gebouwen worden ingedeeld in twee categorieën. Categorie 1 bevat minstens de gebouwen, vermeld in artikel 2.1.2, 22°, b) tot en met e), van het decreet. Categorie 2 bevat de gebouwen vermeld in artikel 2.1.2, 22°, a), f), g), h).
De plaatsen van monsterneming worden voorgesteld door de openbare waterleverancier in het monitoringprogramma voor de conformiteitscontrole, vermeld in artikel 13, § 4.
De resultaten van de monitoring, vermeld in het eerste lid, worden door de waterleverancier, vermeld in het eerste lid, schriftelijk of via mail overgemaakt aan de abonnee, hetzij de verbruiker, hetzij de titularis. § 3. Om de risico's die samenhangen met het huishoudelijke leidingnet te beperken zorgen de waterleveranciers ervoor dat al de volgende maatregelen overwogen worden en dat de relevant geachte maatregelen doorgevoerd worden: 1° de titularissen van publieke en particuliere gebouwen en terreinen aanmoedigen om een risicobeoordeling en risicobeheer van het huishoudelijke leidingnet uit te voeren volgens de richtlijnen van de bevoegde entiteit Leefmilieu;2° de verbruikers in en titularissen van publieke en particuliere gebouwen en terreinen informeren over de maatregelen om het risico op de niet-naleving van de kwaliteitseisen van water bestemd voor menselijke consumptie als gevolg van het huishoudelijk leidingnet weg te nemen of te beperken;3° de verbruikers adviseren over de voorwaarden voor consumptie en gebruik van water bestemd voor menselijke consumptie en over mogelijke maatregelen om te voorkomen dat het risico zich voordoet;4° bijscholing bevorderen van loodgieters en andere beroepsgroepen die zich bezighouden met huishoudelijke leidingnetten en de installatie van bouwproducten en materialen die in contact komen met water bestemd voor menselijke consumptie;5° wat betreft lood, gericht sensibiliseren over de problematiek en informatie verstrekken over de maatregelen die genomen kunnen worden. De bevoegde entiteit Leefmilieu stelt, in samenwerking met de bevoegde entiteit Volksgezondheid en na raadpleging van de openbare waterleveranciers en de private waterleverancier, technische richtlijnen op voor de risicobeoordeling en het risicobeheer van het huishoudelijk leidingnet.
De openbare waterleverancier en de private waterleverancier, voor zover die gebruik maakt van een privaat waterdistributienetwerk, stelt daarvoor een actieprogramma op uiterlijk één jaar na de inwerkingtreding van dit besluit en bezorgt dat aan de bevoegde entiteit Leefmilieu, die op elk moment advies kan geven. Het actieplan wordt actueel gehouden, om de drie jaar herzien en tussentijds als daar aanleiding toe is.
Het actieplan van de openbare waterleveranciers bevat minimaal een kostenraming en een evaluatie van de impact op de kostprijs en kwaliteit aan het tappunt van het water. De openbare waterleverancier kan de acties die opgenomen zijn in het actieprogramma uitvoeren via een samenwerkingsverband met derden. Dat ontslaat de openbare waterleverancier niet van zijn verantwoordelijkheid om de acties die opgenomen zijn in zijn actieprogramma, uit te voeren.
Art. 11.Voor de toepassing van artikel 4 zorgen de waterleveranciers ervoor dat materialen die bestemd zijn voor gebruik in nieuwe installaties of, in geval van herstellings- of verbouwingswerken, in bestaande installaties voor de onttrekking, behandeling, opslag of distributie voor menselijke consumptie bestemd water, en die in contact komen met dat water: 1° de bescherming van de gezondheid van de mens waarin dit besluit voorziet, niet op directe of indirecte wijze in het gedrang brengen;2° de kleur, geur of smaak van het water niet negatief beïnvloeden;3° de microbiële ontwikkeling in het water niet vergroten;4° niet meer verontreinigende stoffen in het water afgeven dan nodig is voor het beoogde doel van het materiaal. De bevoegde entiteit Leefmilieu kan voor de toepassing van het eerste lid, 1° tot en met 4° nadere technische richtlijnen opstellen.
Art. 12.Voor de toepassing van artikel 4 zorgen de waterleveranciers ervoor dat voorkomen wordt dat behandelingschemicaliën en filtermaterialen die in contact komen met water bestemd voor menselijke consumptie: 1° op directe of indirecte wijze de bescherming van de gezondheid van de mens waarin dit besluit voorziet, in het gedrang brengen;2° de kleur, geur of smaak van het water negatief beïnvloeden;3° de microbiële ontwikkeling in het water niet vergroten;4° het water meer verontreinigen dan nodig is voor het beoogde doel. De waterleveranciers gebruiken daarvoor alleen behandelingschemicaliën die gecertificeerd zijn voor water bestemd voor menselijke consumptie en filtermaterialen die voldoen aan de NBN-EN-normen of andere relevante Europese normen.
De minister kan met het oog op het garanderen van het eerste lid, 1° tot 4°, op advies van de bevoegde entiteit Leefmilieu en na advies ingewonnen te hebben van de bevoegde entiteit Volksgezondheid: 1° bijkomende bepalingen vaststellen voor het gebruik van behandelingschemicaliën en filtermaterialen, de maximaal toelaatbare dosering en de minimale eisen op het vlak van zuiverheid;2° in het licht van de technologische vooruitgang toelating verlenen en de voorwaarden voor het gebruik vastleggen aan behandelingschemicaliën en filtermaterialen waarvoor nog geen NBN-EN-normen beschikbaar zijn. Afdeling 4. - Monitoring
Art. 13.§ 1. Voor een watervoorzieningssysteem dat gebruikt wordt in het kader van een openbare activiteit of een commerciële activiteit, dat meer dan 10 m3 per dag levert of waarvan meer dan vijftig personen per dag gebruik maken, voert de waterleverancier de volgende monitoring uit: 1° een conformiteitsmonitoring op het door hem geleverde water bestemd voor menselijke consumptie;2° een operationele monitoring. § 2. De conformiteitsmonitoring heeft als doel om de kwaliteit van het water te bepalen op het punt waar aan de parameterwaarde moet worden voldaan, vermeld in artikel 2.3.2 van het decreet, zodanig dat het water dat geleverd wordt aan de verbruiker, voldoet aan de bepalingen, vermeld in artikel 4, § 2. Die monitoring bestaat uit de volgende elementen: 1° monitoring van de parameters die opgenomen zijn in de lijsten in bijlage Ia, deel A, B en C, die bij dit besluit is gevoegd, overeenkomstig de bepalingen van bijlage II, deel A en B.1, die bij dit besluit is gevoegd, en als een risicobeoordeling van het watervoorzieningssysteem is uitgevoerd, overeenkomstig artikel 9 en deel C van bijlage II, die bij dit besluit is gevoegd, tenzij een van die parameters op grond van artikel 8, § 4, tweede lid, of op grond van artikel 9, § 5, kan worden geschrapt uit de lijst van de te monitoren parameters; 2° monitoring van de volgende stoffen of micro-organismen, als er reden is om aan te nemen dat ze aanwezig kunnen zijn in het geleverde water bestemd voor menselijke consumptie: a) stoffen of micro-organismen waarvoor een richtwaarde is vastgelegd ter uitvoering van artikel 5, § 5;b) stoffen of micro-organismen waarvoor een gezondheidskundige voorzorgwaarde is vastgelegd ter uitvoering van artikel 5, § 4;c) overige stoffen of micro-organismen als er redenen zijn om aan te nemen dat ze aanwezig zijn in aantallen of concentraties die een mogelijk gevaar voor de volksgezondheid vormen. De monitoring, inclusief de te meten parameters en frequenties, wordt afgestemd op al de volgende elementen: 1° de resultaten van de risicobeoordeling van de onttrekkingsgebieden voor de onttrekkingspunten, vermeld in artikel 8, en van het watervoorzieningssysteem, vermeld in artikel 9, zodra die beschikbaar zijn;2° de resultaten van de operationele controles, vermeld in paragraaf 3;3° de monitoringsvoorschriften die opgesteld zijn door de bevoegde entiteit Leefmilieu voor de monitoring van stoffen of micro-organismen op de lijst met aandachtsparameters uit bijlage Ib, die bij dit besluit is gevoegd. De monsters worden zodanig genomen dat ze representatief zijn voor de kwaliteit van het gedurende het jaar verbruikte water in het leveringsgebied en voldoen aan de desbetreffende vereisten van bijlage II, deel D, die bij dit besluit is gevoegd.
De plaatsen van monsterneming worden voorgesteld door de betrokken waterleverancier in het controleprogramma, zodat aangetoond wordt dat het water bestemd voor menselijke consumptie gezond en schoon is op de plaatsen, vermeld in artikel 2.3.2 van het decreet.
De bevoegde entiteit Leefmilieu kan nadere technische richtlijnen opstellen over de inhoud van het controleprogramma voor de conformiteitsmonitoring en monitoringsvoorschriften opstellen voor de monitoring van stoffen of micro-organismen van de lijst met aandachtsparameters uit bijlage Ib, die bij dit besluit is gevoegd. § 3. De operationele monitoring heeft als doel op te volgen of zowel het onttrokken water dat gebruikt wordt voor de productie van water bestemd voor menselijke consumptie, het water na het zuiveringsproces als het water in het distributiesysteem van die aard is dat het water dat geleverd wordt aan de verbruiker, voldoet aan de bepalingen, vermeld in artikel 4. De operationele monitoring bestaat uit: 1° een monitoring van het afgewerkte water bestemd voor menselijke consumptie overeenkomstig de bepalingen van bijlage II, deel B.5, die bij dit besluit is gevoegd; 2° een monitoring van het grondwater of oppervlaktewater in de onttrekkingsgebieden of het onbehandelde onttrokken water. De operationele monitoring neemt de volgende stoffen en micro-organismen in rekening: 1° de parameters, vermeld in bijlage Ia, deel A, B, C en D, die bij dit besluit is gevoegd;2° de stoffen of micro-organismen waarvoor een richtwaarde is vastgelegd ter uitvoering van artikel 5, § 5;3° de stoffen of micro-organismen waarvoor een gezondheidskundige voorzorgwaarde is vastgelegd ter uitvoering van artikel 5, § 4;4° overige stoffen of micro-organismen als er redenen zijn om aan te nemen dat ze aanwezig zijn in aantallen of concentraties die een mogelijk gevaar voor de volksgezondheid vormen. De waterleverancier stelt een operationeel monitoringsprogramma op waarin de operationele monitoring wordt beschreven. Daarbij worden de resultaten van de risicobeoordeling en het risicobeheer van de onttrekkingsgebieden voor onttrekkingspunten of andere bronnen voor water bestemd voor menselijke consumptie, vermeld in artikel 8, en van het watervoorzieningssysteem, vermeld in artikel 9, in rekening genomen zodra die beschikbaar zijn. De openbare waterleveranciers houden bijkomend rekening met de risico-evaluatie- en beheerstrategie die ze al geïmplementeerd hebben voor de inwerkingtreding van dit besluit, met name op basis van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 december 2002Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 13/12/2002 pub. 28/01/2003 numac 2003035094 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering houdende reglementering inzake de kwaliteit en levering van water, bestemd voor menselijke consumptie sluiten houdende reglementering inzake de kwaliteit en levering van water bestemd voor menselijke consumptie.
De bevoegde entiteit Leefmilieu kan nadere richtlijnen opstellen voor de inhoud van het operationele monitoringsprogramma. Het operationele monitoringsprogramma wordt op die richtlijnen afgestemd. § 4. De waterleverancier deelt uiterlijk op 1 september van elk jaar, voor akkoord of opmerkingen, een controleprogramma voor zowel de conformiteitsmonitoring als voor de operationele monitoring, voor het volgende jaar mee aan de bevoegde entiteit Leefmilieu. Als de bevoegde entiteit Leefmilieu, binnen drie maanden nadat ze het controleprogramma heeft ontvangen, het controleprogramma niet weigert of er geen opmerkingen over maakt, wordt het controleprogramma geacht goedgekeurd te zijn. De bevoegde entiteit Leefmilieu kan, als dat noodzakelijk is, na raadpleging van de indiener een controleprogramma aanpassen.
De waterleverancier verstrekt de volledige resultaten van de volgens de controleprogramma's uitgevoerde monitoring minstens jaarlijks aan de bevoegde entiteit Leefmilieu. Indien maar een keer per jaar gerapporteerd wordt, bezorgt de waterleverancier de resultaten vóór 1 april van het daaropvolgende jaar aan de bevoegde entiteit Leefmilieu.
De bevoegde entiteit Leefmilieu kan, gekoppeld aan de informatie, vermeld in artikel 30, aan het publiek, na raadpleging van de waterleverancier de wijze en de frequentie van rapportering nader bepalen.
Art. 14.§ 1. Voor een watervoorzieningssysteem dat niet gebruikt wordt in het kader van een openbare activiteit of een commerciële activiteit, dat minder dan 10 m3 per dag levert of waarvan minder dan vijftig personen per dag gebruik maken, voert de waterleverancier een conformiteitsmonitoring uit op het door hem geleverde water bestemd voor menselijke consumptie conform de bepalingen van bijlage II, deel B.1, die bij dit besluit is gevoegd. § 2. De resultaten worden, zodra ze beschikbaar zijn, meegedeeld aan de bevoegde entiteit Leefmilieu die, in afstemming met de bevoegde entiteit Volksgezondheid, de waterleverancier en de betrokken verbruikers zo spoedig mogelijk passend advies geven over: 1° het gebruik van het water als blijkt dat de kwaliteit van het water gevaar kan opleveren voor de volksgezondheid van de verbruikers;2° de kwaliteitsbewaking en kwaliteitscontrole van het water. De bevoegde entiteit Leefmilieu kan de wijze van rapportering nader bepalen.
Art. 15.§ 1. De abonnee, hetzij de verbruiker, hetzij de titularis, is in geval van een tijdelijke opslag van het water bestemd voor menselijke consumptie zelf verantwoordelijk voor een passende bijkomende monitoring, die de impact evalueert van die tijdelijke opslag op de conformiteit van het water bestemd voor menselijke consumptie met de voorwaarden, vermeld in artikel 4, § 2.
De abonnee, hetzij de verbruiker, hetzij de titularis, die water bestemd voor menselijk consumptie tijdelijk opslaat, voert de nodige monitoring uit conform de bepalingen van bijlage II, deel B.3, die bij dit besluit is gevoegd.
De bevoegde entiteit Leefmilieu kan nadere richtlijnen opstellen voor de passende bijkomende monitoring. § 2. De abonnee, hetzij de verbruiker, hetzij de titularis, is in geval van een nabehandeling van het water bestemd voor menselijke consumptie zelf verantwoordelijk voor een passende bijkomende monitoring, die de impact evalueert van die nabehandeling op de conformiteit van het water bestemd voor menselijke consumptie met de voorwaarden, vermeld in artikel 4, § 2.
Onder nabehandeling wordt verstaan de behandeling van water bestemd voor menselijke consumptie na levering.
De bevoegde entiteit Leefmilieu kan nadere richtlijnen opstellen voor de passende bijkomende monitoring.
Art. 16.De controleambtenaren kunnen op eigen initiatief of op verzoek van de bevoegde ministers op elk moment aanvullende controles van het water bestemd voor menselijke consumptie uitvoeren. Voor de bemonstering en analyses kunnen ze een beroep doen op een laboratorium dat erkend is voor de desbetreffende monsternemingen en analyses volgens het besluit van de Vlaamse Regering van 19 november 2010Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 19/11/2010 pub. 01/02/2011 numac 2011035078 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van het Vlaams reglement inzake erkenningen met betrekking tot het leefmilieu sluiten tot vaststelling van het Vlaams reglement inzake erkenningen met betrekking tot het leefmilieu. Ze brengen onmiddellijk de waterleverancier en de bevoegde entiteiten Leefmilieu en Volksgezondheid op de hoogte van elke vaststelling van niet voldoen aan de kwaliteitseisen of overschrijding van de parameterwaarden in bijlage Ia, die bij dit besluit is gevoegd, of van de richtwaarden in bijlage Ib, die bij dit besluit is gevoegd.
Art. 17.§ 1. De monsterneming en de analyse, vermeld in artikel 13, § 2, worden gedaan door een laboratorium in de discipline water, deeldomein drinkwater, dat erkend is conform het besluit van de Vlaamse Regering van 19 november 2010Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 19/11/2010 pub. 01/02/2011 numac 2011035078 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van het Vlaams reglement inzake erkenningen met betrekking tot het leefmilieu sluiten tot vaststelling van het Vlaams reglement inzake erkenningen met betrekking tot het leefmilieu. De monsters worden geanalyseerd conform de bepalingen in bijlage III, die bij dit besluit is gevoegd. § 2. Andere dan de analysemethoden, vermeld in bijlage III, deel A, die bij dit besluit is gevoegd, worden alleen gebruikt als kan worden aangetoond dat de verkregen resultaten minstens even betrouwbaar zijn als die van de methoden, vermeld in bijlage III, deel A, die bij dit besluit is gevoegd. De waterleverancier legt alle relevante inlichtingen en pertinente informatie daarover, met inbegrip van het aantonen van de gelijkwaardigheid met de gespecificeerde methoden, voor akkoord voor aan de bevoegde entiteit Leefmilieu. De waterleverancier maakt daarvoor gebruik van de norm EN ISO 17994 of, om de gelijkwaardigheid vast te stellen van methoden die op andere beginselen dan kweken zijn gebaseerd en daarmee buiten het toepassingsgebied van EN ISO 17994 vallen, van de norm EN ISO 16140 of andere soortgelijke internationaal aanvaarde protocollen. De bevoegde entiteit Leefmilieu kan nadere richtlijnen opstellen over de methode voor het evalueren van de gelijkwaardigheid.
Voor de parameters, vermeld in bijlage III, deel B, die bij dit besluit is gevoegd, mag elke analysemethode die is opgenomen in het Compendium voor de monsterneming, meting en analyse van water (WAC) worden gebruikt, als die aan de eisen voldoet die daarin vastgesteld zijn. Als er geen analysemethode bestaat die voldoet aan de minimale prestatiekenmerken, vermeld in bijlage III, deel B, die bij dit besluit is gevoegd, wordt de controle uitgevoerd met gebruikmaking van de beste beschikbare technieken die geen buitensporige kosten meebrengen. De waterleverancier legt alle relevante inlichtingen en pertinente informatie daarover, met inbegrip van het aantonen van de gelijkwaardigheid met de gespecificeerde methoden, voor akkoord voor aan de bevoegde entiteit Leefmilieu. § 3. Het akkoord van de bevoegde entiteit Leefmilieu met betrekking tot de methodes, vermeld in paragraaf 2, blijft geldig tot zolang geen andere methode opgelegd of toegelaten wordt al dan niet op verzoek van een waterleverancier. De bevoegde entiteit Leefmilieu houdt een lijst bij van de toegelaten methodes, die daar op eenvoudig verzoek te verkrijgen is.
De waterleverancier is vrijgesteld van de verplichtingen, vermeld in paragraaf 2, als de methodes bepaald zijn in het besluit van de Vlaamse Regering van 19 november 2010Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 19/11/2010 pub. 01/02/2011 numac 2011035078 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van het Vlaams reglement inzake erkenningen met betrekking tot het leefmilieu sluiten tot vaststelling van het Vlaams reglement inzake erkenningen met betrekking tot het leefmilieu of in het erkenningsbesluit van het laboratorium dat de analyses zal uitvoeren. Afdeling 5. - Herstelmaatregelen en beperkingen van het gebruik
Art. 18.§ 1. De waterleverancier onderzoekt onmiddellijk de oorzaak van elk door hem of een controleambtenaar vastgesteld geval, waarin niet wordt voldaan aan de kwaliteitseisen voor het water bestemd voor menselijke consumptie, bepaald overeenkomstig artikel 5.
De bevoegde entiteit Leefmilieu kan technische richtlijnen opstellen voor de monsterneming en analyse die in het kader van het onderzoek uit het eerste lid worden uitgevoerd. § 2. Als het water bestemd voor menselijke consumptie niet voldoet aan de kwaliteitseisen van artikel 5, inzonderheid door overschrijding van de parameterwaarden in bijlage Ia, deel A en B, die bij dit besluit is gevoegd, en dat niet te wijten is aan het huishoudelijke leidingennet, neemt de waterleverancier onmiddellijk de nodige herstelmaatregelen om de kwaliteit van het water weer op peil te brengen. Er wordt onder meer gelet op de mate waarin de parameterwaarde in kwestie is overschreden en op het mogelijke gevaar voor de volksgezondheid. § 3. Als de waterleverancier of een controleambtenaar vaststelt dat niet wordt voldaan aan de kwaliteitseisen of de specificaties in bijlage Ia, deel C, die bij dit besluit is gevoegd, en dat waarschijnlijk niet te wijten is aan het huishoudelijk leidingennet, onderzoekt de waterleverancier het mogelijke risico voor de volksgezondheid. De waterleverancier kan daarover het advies inwinnen van de bevoegde entiteit Volksgezondheid.
De waterleverancier neemt alle nodige herstelmaatregelen om de kwaliteit van het water weer op peil te brengen als de bescherming van de volksgezondheid dat vereist. § 4. Als de waterleverancier of een controleambtenaar vaststelt dat er niet aan een richtwaarde wordt voldaan, onderzoekt de waterleverancier de mogelijke risico's voor de volksgezondheid en stelt hij maatregelen voor die redelijkerwijs genomen kunnen worden om te voldoen aan de bepalingen, vermeld in artikel 4.
De bevoegde entiteit Leefmilieu en de bevoegde entiteit Volksgezondheid evalueren in onderling overleg de risico's voor de volksgezondheid en leggen na raadpleging van de waterleverancier de maatregelen vast die in voorkomend geval genomen moeten worden.
De volgende maatregelen worden daarbij in overweging genomen: 1° het nemen van preventieve maatregelen, mitigatiemaatregelen of passende monitoring in de onttrekkingsgebieden voor de onttrekkingspunten of in onbehandeld water als vermeld in artikel 8, § 4;2° van waterleveranciers eisen dat ze monitoring van die stoffen of verbindingen uitvoeren overeenkomstig artikel 8, § 4, derde lid;3° van waterleveranciers eisen dat ze controleren of een behandeling toereikend is om de richtwaarde te bereiken, en, indien nodig, dat ze de behandeling optimaliseren;4° herstelmaatregelen nemen om de kwaliteit van het water weer op peil te brengen als de bescherming van de volksgezondheid dat vereist. § 5. De waterleverancier informeert onmiddellijk de bevoegde entiteit Leefmilieu en de bevoegde entiteit Volksgezondheid over de vaststellingen, vermeld in paragraaf 2 tot 4, en houdt hen regelmatig op de hoogte van de evolutie van de situatie, zijn onderzoeken en de genomen maatregelen.
De bevoegde entiteit Leefmilieu en de bevoegde entiteit Volksgezondheid kunnen op elk moment op eigen initiatief advies verstrekken over die maatregelen. § 6. Als de waterleverancier of een controleambtenaar vaststelt dat niet aan de kwaliteitseisen wordt voldaan of dat daartoe een risico bestaat en dat waarschijnlijk te wijten is aan het huishoudelijke leidingnet of aan het onderhoud daarvan en het niet gaat om publieke gebouwen, zorgt de waterleverancier ervoor dat: 1° maatregelen worden genomen om het niet voldoen aan de kwaliteitseisen of het risico daarop te verkleinen of weg te nemen, zoals het adviseren van de titularissen of abonnees over mogelijke herstelmaatregelen die ze kunnen nemen, en raadgevingen over de verbetering aan het huishoudelijk leidingnet.De waterleverancier kan ook adequate behandelingstechnieken toepassen om de eigenschappen van het water zodanig te veranderen dat het risico voor het niet voldoen aan de kwaliteitseisen te wijten aan het huishoudelijke net wordt verkleind of weggenomen. Dat gebeurt alleen als het verantwoord is door de omvang van het probleem bij een groot aantal huishoudelijke leidingnetten in een leveringsgebied en bij overwegingen van efficiëntie; 2° de betrokken verbruikers naar behoren worden geïnformeerd over de mogelijke gevolgen voor de volksgezondheid en dat de abonnees of de titularissen worden geadviseerd over mogelijke aanvullende herstelmaatregelen die ze moeten nemen. § 7. Als de waterleverancier of een controleambtenaar in een publiek gebouw vaststelt dat het water bestemd voor menselijke consumptie niet voldoet aan de kwaliteitseisen, licht hij de eigenaar van het gebouw, de abonnee, de bevoegde entiteit Leefmilieu en de bevoegde entiteit Volksgezondheid in en adviseert hen over mogelijke herstelmaatregelen.
De abonnee licht de titularis van het huishoudelijke leidingnet in. De abonnee of de titularis op verzoek van de abonnee neemt de nodige herstelmaatregelen zodat het water bestemd voor menselijke consumptie, voldoet aan de kwaliteitseisen.
De abonnee licht de verbruikers in behalve als de bevoegde entiteit Leefmilieu, na advies van de bevoegde entiteit Volksgezondheid, oordeelt dat de overschrijding van de kwaliteitseisen geen gevaar oplevert voor de volksgezondheid. De bevoegde entiteit Leefmilieu en de bevoegde entiteit Volksgezondheid kunnen op eigen initiatief te allen tijde advies verstrekken aan de titularis of de abonnee over de te nemen herstelmaatregelen. § 8. Bij situaties als vermeld in paragraaf 2 en 3, bepalen de bevoegde entiteit Leefmilieu en de bevoegde entiteit Volksgezondheid in onderling overleg en na raadpleging van de betrokken openbare of private waterleverancier de noodzaak om een nooddrinkwatervoorziening of een noodwatervoorziening te organiseren conform artikel 25, § 1. § 9. De bevoegde entiteit Leefmilieu en de bevoegde entiteit Volksgezondheid kunnen samen richtlijnen voor de informatieoverdracht en crisiscommunicatie opstellen om de waterleverancier bij de vervulling van de door dit artikel opgelegde verplichtingen te ondersteunen.
Art. 19.§ 1. In het geval van een onmiddellijke en ernstige bedreiging voor de volksgezondheid, ongeacht of al dan niet aan de kwaliteitseisen wordt voldaan, onderbreekt de waterleverancier de levering van water bestemd voor menselijke consumptie, beperkt hij het gebruik ervan of neemt hij andere maatregelen om de volksgezondheid te beschermen.
De waterleverancier beslist welke maatregelen noodzakelijk zijn en houdt daarbij rekening met de risico's die de onderbreking van de levering of de inperking van het gebruik van water bestemd voor menselijke consumptie kunnen opleveren voor de volksgezondheid. Die beslissing wordt onmiddellijk ter informatie bezorgd aan de bevoegde entiteit Leefmilieu en de bevoegde entiteit Volksgezondheid, die ook te allen tijde op eigen initiatief advies kunnen verstrekken over die maatregelen.
De waterleverancier informeert de abonnees en de verbruikers onmiddellijk over de situatie en geeft hun het nodige advies. De abonnee verleent zijn medewerking aan de waterleverancier voor het informeren van de verbruikers. § 2. De bevoegde entiteit Leefmilieu en de bevoegde entiteit Volksgezondheid kunnen samen richtlijnen voor de informatieoverdracht en crisiscommunicatie opstellen om de waterleverancier bij de vervulling van de door dit artikel opgelegde verplichtingen te ondersteunen.
De bevoegde entiteit Leefmilieu en de bevoegde entiteit Volksgezondheid bepalen in onderling overleg en na raadpleging van de waterleverancier de noodzaak om een nooddrinkwatervoorziening of een noodwatervoorziening te organiseren.
Art. 20.De openbare en de private waterleverancier stelt voor de volgende situaties een evaluatienota op: 1° een afwijking van de kwaliteitseisen als vermeld in artikel 18, § 2;2° een onmiddellijke en ernstige bedreiging voor de volksgezondheid als vermeld in artikel 19. Die evaluatienota wordt binnen dertig dagen na de volgende gebeurtenissen opgesteld en bezorgd aan de bevoegde entiteit Leefmilieu: 1° de afwijkingen van de kwaliteit van het water bestemd voor menselijke consumptie als vermeld in artikel 18, § 2, zijn verdwenen;2° de onmiddellijke en ernstige bedreiging voor de volksgezondheid, vermeld in artikel 19, valt weg. Die evaluatienota wordt opgesteld in het kader van hetzij de risicobeoordeling en het risicobeheer, vermeld in artikel 9, hetzij het verzekeren van de waterlevering, vermeld in artikel 26, en bevat altijd: 1° een analyse van de oorzaak van de situatie;2° het verloop en de evaluatie van de genomen acties en herstelmaatregelen en in voorkomend geval de bijbehorende communicatie;3° maatregelen die in voorkomend geval genomen worden om gelijkaardige situaties in de toekomst te voorkomen of te beperken. De openbare en private waterleverancier kan ook andere gegevens opnemen in de evaluatienota. Afdeling 6. - Afwijkingen
Art. 21.§ 1. De minister kan, op verzoek van de waterleverancier en na advies van de bevoegde entiteit Leefmilieu en de bevoegde entiteit Volksgezondheid, afwijkingen op de parameterwaarden van bijlage Ia, deel B, die bij dit besluit gevoegd is, toestaan als de afwijking geen gevaar vormt voor de gezondheid van de mens en de levering van het water bestemd voor menselijke consumptie in het betrokken gebied op geen enkele andere redelijke manier kan worden verzekerd.
Deze afwijkingen worden beperkt tot de volgende situaties: 1° een nieuw onttrekkingsgebied voor de onttrekking van water bestemd voor menselijke consumptie;2° een nieuwe bron van verontreiniging in het onttrekkingsgebied voor de onttrekking van water bestemd voor menselijke consumptie of nieuw opgespoorde of vastgestelde parameters;3° een onvoorziene en uitzonderlijke situatie in een bestaand onttrekkingsgebied voor de onttrekking van water bestemd voor menselijke consumptie die tot tijdelijke, beperkte overschrijdingen van de parameterwaarden kan leiden. De afwijkingen, vermeld in het eerste lid, worden beperkt tot een zo kort mogelijke termijn, die niet langer mag zijn dan drie jaar. Aan het einde van de termijn rapporteert de waterleverancier aan de bevoegde entiteit Leefmilieu over de afwijking. De rapportering bestaat uit een evaluatie om na te gaan of de situatie voldoende is verbeterd.
In uitzonderlijke omstandigheden kan de waterleverancier een tweede afwijking aanvragen ten aanzien van het tweede lid, 1° en 2°. Een dergelijke tweede afwijking geldt voor maximaal drie jaar. De minister zendt de evaluatie, vermeld in het vorige lid, en de motivatie voor het besluit tot een de tweede afwijking naar de Europese Commissie. § 2. De vraag tot afwijking wordt ingediend bij de bevoegde entiteit Leefmilieu. Elke aanvraag tot afwijking of verlenging van de toelating tot afwijking van een parameterwaarde, vermeld in paragraaf 1, omvat de volgende informatie: 1° de reden voor de vraag tot afwijking;2° de parameter waarop de afwijking betrekking heeft, voorgaande relevante monitoringsresultaten en de maximaal toelaatbare parameterwaarde ingevolge het besluit over de afwijking;3° het leveringsgebied in kwestie, de hoeveelheid geleverd water per dag, de betrokken bevolkingsgroep en de gevolgen van de afwijking voor betrokken exploitanten van een levensmiddelenbedrijf;4° een passend monitoringschema met, zo nodig, een verhoogde monitoringsfrequentie;5° een samenvatting van het plan voor de noodzakelijke herstelmaatregelen, met inbegrip van een tijdschema voor het werk, een raming van de kosten en voorzieningen voor de evaluatie;6° de duur van de afwijking. § 3. De afwijkingen worden bij ministerieel besluit toegestaan. Als geen besluit is genomen binnen een termijn van zestig dagen te rekenen vanaf de dag waarop de entiteit Leefmilieu de aanvraag heeft ontvangen, wordt de afwijking beschouwd als geweigerd. De termijn van zestig dagen wordt geschorst gedurende de termijn die nodig is voor het aanleveren van extra informatie die wordt gevraagd door de bevoegde entiteit Leefmilieu.
Het besluit vermeldt: 1° de reden voor het toestaan van de afwijking;2° de parameter waarvoor een afwijking wordt toegestaan, de voorgaande relevante monitoringsresultaten en de maximaal toelaatbare waarde;3° het leveringsgebied in kwestie, de hoeveelheid geleverd water per dag, de betrokken bevolkingsgroep en de gevolgen van de afwijking voor betrokken exploitanten van een levensmiddelenbedrijf;4° een passend monitoringschema met, indien vereist, een verhoogde monitoringsfrequentie;5° een samenvatting van het plan voor de nodige herstelmaatregelen, met inbegrip van een tijdschema voor het werk, een raming van de kosten en voorzieningen voor de evaluatie;6° de toegestane duur van de afwijking. § 4. Als de bevoegde entiteit Leefmilieu, op advies van de bevoegde entiteit Volksgezondheid, van oordeel is dat de tijdelijke overschrijding van de parameterwaarde geen gevaar oplevert voor de volksgezondheid en de voorgestelde herstelmaatregelen, vermeld in artikel 18, het probleem binnen maximaal dertig dagen kunnen oplossen, hoeft de informatie, vermeld in paragraaf 3, tweede lid van dit artikel, niet te worden vermeld in de afwijking.
In dat geval stelt de bevoegde entiteit Leefmilieu alleen de maximaal toelaatbare parameterwaarde en de tijd waarin het probleem moet worden opgelost, vast in het besluit tot afwijking.
Dat kan alleen gebeuren als voor de parameter in het leveringsgebied in kwestie de maximaal toegelaten waarde gedurende de voorafgaande twaalf maanden in totaal niet meer dan dertig dagen is overschreden.
Als voldaan is aan de voorwaarden, vermeld in het eerste en het derde lid, wordt de afwijking verleend door de bevoegde entiteit Leefmilieu.
Die rapporteert onmiddellijk aan de minister over de toegestane afwijkingen. § 5. De waterleverancier informeert de betrokken verbruikers zo spoedig mogelijk naar behoren over die afwijking en de daaraan verbonden voorwaarden. Bovendien verstrekt de waterleverancier op basis van concrete richtlijnen van de bevoegde entiteit Leefmilieu en de bevoegde entiteit Volksgezondheid advies aan specifieke bevolkingsgroepen waarvoor de afwijking een bijzonder risico kan opleveren.
De waterleverancier brengt de bevoegde entiteit Leefmilieu en de bevoegde entiteit Volksgezondheid onmiddellijk op de hoogte van de informatie en adviezen die hij in dit verband heeft verstrekt.
Als een afwijking verleend worden met toepassing van paragraaf 4, oordeelt de bevoegde entiteit Leefmilieu, in onderling overleg met de bevoegde entiteit Volksgezondheid, of de bepalingen van het eerste en het tweede lid van toepassing zijn op de betreffende afwijking. HOOFDSTUK 3. - Kwantiteitsaspecten van de levering van water bestemd voor menselijke consumptie Afdeling 1. - Toegang tot water bestemd voor menselijke consumptie
Art. 22.§ 1. Om de toegang tot water bestemd voor menselijk consumptie te verbeteren voor iedereen, inclusief de kwetsbare en gemarginaliseerde groepen zoals vluchtelingen, nomadische gemeenschappen, dak- en thuislozen en minderheidsculturen, bezorgt de openbare waterleverancier voor zijn distributiegebied en binnen zijn bevoegdheden om de vijf jaar een evaluatie van de toegang tot water bestemd voor menselijke consumptie aan de bevoegde entiteit Leefmilieu. Een eerste evaluatie wordt opgemaakt uiterlijk één jaar na de inwerkingtreding van dit besluit.
De evaluatie bevat: 1° een algemene analyse van zowel de aansluitingsgraad als de aansluitbaarheid op het openbaar waterdistributienetwerk met daarin: a) een inventarisatie van gebouwen en van bebouwbare percelen waar het gebruik van water bestemd voor menselijke consumptie voor natuurlijke persoon beoogd wordt, die niet aangesloten zijn op het openbaar waterdistributienetwerk en welke daarvan niet aansluitbaar zijn op het openbaar waterdistributienetwerk;b) een analyse en beschrijving van de mogelijkheden om, rekening houdend met eventuele technische, juridische of economische beperkingen, het openbaar waterdistributienetwerk gericht uit te breiden;c) een analyse en beschrijving van de mogelijkheden om de beheerders van niet-aangesloten gebouwen te informeren over de mogelijkheden om te worden aangesloten op het distributienet of over alternatieve manieren om toegang te krijgen tot water bestemd voor menselijke consumptie;2° een algemene analyse over de toegang tot water bestemd voor menselijke consumptie voor de kwetsbare en gemarginaliseerde groepen met daarin: a) een analyse en beschrijving van de reeds bestaande mogelijkheden voor toegang tot water bestemd voor menselijke consumptie;b) een analyse en beschrijving van de mogelijkheden om de toegang tot water bestemd voor menselijke consumptie te verbeteren. Die analyse start met een identificatie van relevante overheden, diensten, verenigingen enzovoort en wordt gevolgd door een bevraging van de relevante stakeholders. De analyse wordt mee ondersteund door de gemeenten en door de bevoegde entiteit Leefmilieu voor wat betreft de bevraging van bovenlokale overheden en organisaties.
De bevoegde entiteit Leefmilieu kan via richtlijnen de inhoud van de evaluatie vanuit technisch oogpunt verder specifiëren. De bevoegde entiteit Leefmilieu stelt richtlijnen op voor het aanleveren van de evaluatie. § 2. Op basis van de informatie aangeleverd door de openbare waterleveranciers stelt de bevoegde entiteit Leefmilieu, in samenwerking met de openbare waterleveranciers, de betrokken overheden en stakeholders, een actieprogramma op met daarin acties ter bevordering van de toegang tot water bestemd voor menselijke consumptie.
Het actieprogramma, met inbegrip van een kostenraming en een evaluatie van de impact op de kostprijs van het water voorzien voor de openbare waterleverancier, wordt uiterlijk twaalf maanden na ontvangst van de evaluaties, vermeld in paragraaf 1, voorgelegd aan de Vlaamse Regering en heeft een looptijd van vijf jaar. De Vlaamse Regering kan het actieprogramma of delen ervan als bindend vaststellen via besluit. § 3. De openbare waterleverancier voert de acties die binnen zijn bevoegdheden vallen, uit binnen de timing zoals bepaald in het actieprogramma en rapporteert jaarlijks voor 1 april over het voorbije jaar aan de bevoegde entiteit Leefmilieu.
De openbare waterleverancier kan de acties die opgenomen zijn in het actieprogramma uitvoeren via een samenwerkingsverband met derden.
De bevoegde entiteit Leefmilieu kan na raadpleging van de openbare waterleveranciers de wijze van rapporteren nader bepalen. § 4. Om het gebruik van water bestemd voor menselijke consumptie te bevorderen, zorgt de openbare waterleverancier voor, zover technisch mogelijk en op een wijze die in verhouding staat tot de noodzaak ervan, het plaatsen van buiten- of binnenwatertappunten in openbare ruimten. Om af te wegen of het plaatsen van de tappunten aangewezen en haalbaar is, houden de openbare waterleveranciers rekening met de evaluatie als vermeld in paragraaf 1, en wordt rekening gehouden met plaatselijke omstandigheden zoals klimatologische en geografische omstandigheden.
De openbare waterleveranciers kunnen de volgende maatregelen ter bevordering van het gebruik van water bestemd voor menselijke consumptie nemen: 1° het lanceren van campagnes om burgers te informeren over de kwaliteit van dergelijk water;2° het aanbieden van dergelijk water in openbare gebouwen en overheidsgebouwen aanmoedigen;3° het aanmoedigen van het gratis of tegen een lage vergoeding aanbieden van dergelijk water aan de klanten van restaurants, kantines en cateringdiensten;4° het opzetten van bewustmakingsacties over de dichtstbijzijnde buiten- of binnenwatertappunten die ze beheren. De openbare waterleverancier stelt daarvoor een actieprogramma met inbegrip van een kostenraming en een evaluatie van de impact op de kostprijs van het water op uiterlijk één jaar na de inwerkingtreding van dit besluit en bezorgt dat aan de bevoegde entiteit Leefmilieu, die te allen tijde advies kan geven. De openbare waterleverancier houdt dat actieprogramma actueel. De openbare waterleverancier zorgt voor een herziening van het actieprogramma om de drie jaar en tussentijds als daar aanleiding toe is.
De uitrol van het actieprogramma gebeurt in samenspraak met de bevoegde entiteit Leefmilieu en de bevoegde entiteit Volksgezondheid.
De openbare waterleverancier rapporteert jaarlijks voor 1 april over de uitvoering van het actieprogramma.
De openbare waterleverancier kan de acties die opgenomen zijn in het actieprogramma uitvoeren via een samenwerkingsverband met derden.
De bevoegde entiteit Leefmilieu kan na raadpleging van de openbare waterleveranciers de wijze van rapporteren nader bepalen. § 5. De bevoegde entiteit Leefmilieu kan in onderling overleg met de bevoegde entiteit Volksgezondheid en na raadpleging van de openbare waterleveranciers technische richtlijnen opstellen over de plaatsing, de controle en het onderhoud van tappunten.
Art. 23.§ 1. De openbare waterleverancier, of indien van toepassing de gemeente, kan alleen om technische, juridische of economische redenen de aansluiting op het bestaande openbare waterdistributienetwerk weigeren, onder meer als niet kan worden gegarandeerd dat het geleverde water te allen tijde schoon en gezond blijft.
In geval van weigering stelt de openbare waterleverancier de aanvrager in kennis van de weigering binnen drie weken na de aanvraag. De weigering wordt gemotiveerd. § 2. De titularis kan tegen de weigering binnen drie weken na kennisgeving van de weigering met een ter post aangetekende brief beroep aantekenen bij de minister.
De minister neemt een beslissing binnen zestig dagen na ontvangst van het bezwaar. Die termijn wordt geschorst gedurende de tijd die nodig is voor het ontvangen van eventuele aanvullende inlichtingen van de partij die beroep aantekent. Als er geen beslissing wordt genomen binnen de gestelde termijn, wordt het beroep geacht te zijn verworpen.
De minister kan in het geval, vermeld in paragraaf 1, tweede lid, de openbare waterleverancier verplichten om op een andere wijze dan aansluiting op het openbare waterdistributienetwerk te voorzien in de noodzakelijke hoeveelheid water bestemd voor menselijke consumptie tegen dezelfde voorwaarden die de openbare waterleverancier toepast op de personen die aangesloten zijn op een openbaar waterdistributienetwerk in de gemeente. § 3. Als er geen aansluiting op het openbaar waterdistributienetwerk als vermeld in paragraaf 1, mogelijk is of als er geen openbaar waterdistributienetwerk aanwezig is ter hoogte van de rooilijn, adviseert de openbare waterleverancier de titularis op zijn vraag over alternatieve manieren om te beschikken over water bestemd voor menselijk consumptie. Dat generieke advies is kosteloos voor de aanvrager.
De bevoegde entiteit Leefmilieu kan nadere richtlijnen opstellen over de inhoud van dat advies. § 4. Als er geen aansluiting op het openbaar waterdistributienetwerk mogelijk is als vermeld in paragraaf 1, of als er geen openbaar waterdistributienetwerk aanwezig is ter hoogte van de rooilijn, en als het onroerend goed dienst doet als hoofdverblijfplaats voor de titularis en zijn gezin, voert de openbare waterleverancier op vraag van de titularis een controle uit op het door de eigen waterleverancier geproduceerde water bestemd voor menselijke consumptie conform de bepalingen van bijlage II, deel B.1, die bij dit besluit is gevoegd. De controle van de parameters uit groep B wordt uitgevoerd als uit een monitoring van parameters uit groep A blijkt dat het water bestemd voor menselijke consumptie voldoet aan de kwaliteitseisen voor die parameters. Die controle is kosteloos voor de aanvrager.
De openbare waterleverancier houdt bij de uitvoering van de controle, zoals vermeld in het eerste lid, rekening met de richtlijnen van de bevoegde entiteit Leefmilieu, vermeld in artikel 7, § 4.
De openbare waterleverancier informeert de betrokken titularis over de resultaten en verleent hem passend advies als de kwaliteit van het water bestemd voor menselijke consumptie niet voldoet aan de wettelijke kwaliteitseisen. De openbare waterleverancier kan daarover op elk moment het advies inwinnen van de bevoegde entiteit Leefmilieu.
De bevoegde entiteit Leefmilieu verleent passend advies in afstemming met de bevoegde entiteit Volksgezondheid.
De openbare waterleverancier communiceert op passende wijze over het aanbod van de kosteloze controle, zoals vermeld in het eerste lid, en maakt dit minimaal kenbaar op zijn website.
De openbare waterleverancier rapporteert jaarlijks vóór 1 april van het daaropvolgende jaar aan de bevoegde entiteit Leefmilieu de volledige resultaten van de uitgevoerde controles volgens het eerste lid.
De bevoegde entiteit Leefmilieu kan nadere richtlijnen opstellen over de wijze van rapportering. Afdeling 2. - Verzekeren van de waterlevering
Art. 24.§ 1. De openbare waterleverancier en de private waterleverancier, voor zover deze gebruikt maakt van een privaat waterdistributienetwerk, staat binnen zijn distributiegebied in voor de totstandbrenging en instandhouding van een duurzame voorziening van water bestemd voor menselijke consumptie als vermeld in artikel 2.1.1, § 2, van het decreet. § 2. De openbare waterleverancier en de private waterleverancier, voor zover deze gebruikt maakt van een privaat waterdistributienetwerk, beschikt over een leveringsplan per leveringsgebied of per andere logische eenheid dat ten minste de volgende gegevens bevat: 1° een schematisch overzicht met technische gegevens van de inrichtingen, het openbaar of privaat waterdistributienetwerk, zoals een overzicht van: a) de winnings- en productielocaties;b) het transport- en distributienetwerk, inclusief verbindingen met aangrenzende gebieden;c) de capaciteit en levering onder niet-verstoorde omstandigheden;d) de beschikbare reservecapaciteit en verbindingsmogelijkheden met andere gebieden voor gebruik bij verstoringen; 2° een synthese van de aanpak om de verplichtingen voor de levering conform artikel 2.1.1, § 2, van het decreet, in te vullen, zowel in niet-verstoorde als in verstoorde omstandigheden. Hierin krijgen kwetsbare locaties zoals zorgvoorzieningen extra aandacht.
De openbare waterleverancier en de private waterleverancier, voor zover deze gebruikt maakt van een privaat waterdistributienetwerk, houdt het leveringsplan actueel en altijd ter beschikking van de bevoegde entiteit Leefmilieu.
De bevoegde entiteit Leefmilieu, de openbare waterleverancier en de private waterleverancier, voor zover deze gebruikt maakt van een privaat waterdistributienetwerk, bepalen onderling de wijze waarop de gegevens uit het leveringsplan worden uitgewisseld en maken afspraken over de verdere verspreiding ervan. § 3. De openbare waterleverancier neemt alle passende maatregelen om te kunnen voorzien in de toekomstige behoeften van water bestemd voor menselijke consumptie in zijn distributiegebied.
De openbare waterleverancier stelt daartoe onder meer een langetermijnvoorzieningsplan op voor een periode van twintig jaar met daarin een visie en planning voor de vereiste investeringen om de voorziening van water bestemd voor menselijke consumptie te garanderen, opgesplitst in winning, zuivering, transport en distributie. Het langetermijnvoorzieningsplan bestaat uit de volgende delen: 1° een visie en een plan van aanpak voor de veiligstelling van de voorziening van water bestemd voor menselijke consumptie, opgesplitst in winning, zuivering, transport en distributie, waarbij rekening gehouden worden met de resultaten van een behoefteprognose voor water bestemd voor menselijke consumptie en beschikbare kennis over het aanbod en de draagkracht van de ruwwaterbronnen en de impact van de klimaatverandering;2° een onderbouwd en gedetailleerd investeringsprogramma voor de eerste zes jaar met daarin alle geplande investeringen ter veiligstelling van de voorziening van water bestemd voor menselijke consumptie;3° een overzicht met op langere termijn geplande en te onderzoeken investeringen ter veiligstelling van de voorziening van water bestemd voor menselijke consumptie. De bevoegde entiteit Leefmilieu kan nadere richtlijnen opstellen om de inhoud, vermeld in het tweede lid, vanuit technisch oogpunt nader te specificeren.
Het eerste langetermijnvoorzieningsplan, vermeld in het tweede lid, wordt uiterlijk één jaar na de inwerkingtreding van dit besluit opgemaakt en ter beschikking gehouden van de bevoegde entiteit Leefmilieu.
De openbare waterleverancier houdt het langetermijnvoorzieningsplan actueel en zorgt voor een actualisatie bij de aanvang van een nieuwe tarifaire periode zoals gedefinieerd in artikel 1, 8°, van het besluit van Vlaamse Regering van 5 februari 2016 houdende tariefregulering van de integrale drinkwaterfactuur of tussentijds als daar aanleiding toe is.
De bevoegde entiteit Leefmilieu kan op elk moment het langetermijnvoorzieningsplan opvragen en doorlichten om: 1° na te gaan of de plannen de minimale inhoud, vermeld in paragraaf 2 en 3 bevatten;2° de visie en de geplande en te onderzoeken investeringen te toetsen aan: a) de beleidsvisie en gekende knelpunten, zwakheden of kansen vanuit het oogpunt van leveringszekerheid;b) de beleidsvisie en gekende knelpunten, zwakheden of kansen vanuit het oogpunt van watersysteembeheer en integraal waterbeheer;3° na te gaan of opportuniteiten voor structurele samenwerking en gezamenlijke investeringen in kaart gebracht en geëvalueerd zijn en benut waar relevant;4° inhoudelijk advies te verstrekken. De bevoegde entiteit Leefmilieu en de openbare waterleverancier bepalen onderling de wijze waarop de gegevens uit het langetermijnvoorzieningsplan worden uitgewisseld en maken afspraken over de verdere verspreiding ervan.
De openbare waterleverancier rapporteert jaarlijks vóór 1 april over de in het voorgaande jaar uitgevoerde investeringen om de openbare watervoorziening te garanderen aan de bevoegde entiteit Leefmilieu.
De openbare waterleverancier waarborgt een afstemming tussen het langetermijnvoorzieningsplan en het tariefplan zoals bepaald in artikel 5 van het besluit van Vlaamse Regering van 5 februari 2016 houdende tariefregulering van de integrale drinkwaterfactuur.
Art. 25.§ 1. De openbare waterleverancier en de private waterleverancier zetten alle passende middelen in om de waterlevering waar hij de verantwoordelijkheid voor draagt, op elk moment te verzekeren, waaronder de organisatie van een nooddrinkwatervoorziening of een noodwatervoorziening. In geval van een nooddrinkwatervoorziening wordt een algemene inspanningsverbintenis aangegaan naar rato van drie liter water bestemd voor menselijke consumptie per inwoner per dag. Hierin krijgen kwetsbare locaties zoals zorgvoorzieningen extra aandacht. § 2. De openbare waterleverancier en de private waterleverancier melden onmiddellijk aan de bevoegde entiteit Leefmilieu elke onderbreking: 1° in de levering met een verwachte duur van meer dan 24 uur en met een omvang van meer dan 100 aftakkingen of wooneenheden;2° in de levering aan een publieke gebouw van categorie 1 als vermeld in artikel 10, § 2, met een verwachte duur van meer dan 24 uur. De openbare waterleverancier en de private waterleverancier houdt de bevoegde entiteit Leefmilieu op de hoogte van de evolutie van de situatie, zijn onderzoeken en de genomen maatregelen. § 3. De bevoegde entiteit Leefmilieu en de bevoegde entiteit Volksgezondheid kunnen, in onderling overleg met en na raadpleging van de openbare en de private waterleveranciers, richtlijnen opstellen voor de nooddrinkwatervoorziening en de noodwatervoorziening.
Art. 26.De openbare waterleverancier en de private waterleverancier, voor zover deze gebruikt maakt van een privaat waterdistributienetwerk, beschikt over een nood- en interventieplan en een bedrijfscontinuïteitsplan waarin het gekozen concept, de organisatie en de middelen om te voldoen aan de bepalingen, vermeld in artikel 25, worden beschreven. Het nood- en interventieplan is onder meer afgestemd op de richtlijnen, vermeld in artikel 19, § 2.
De openbare waterleverancier en de private waterleverancier, voor zover deze gebruikt maakt van een privaat waterdistributienetwerk, houdt het nood- en interventieplan en het bedrijfscontinuïteitsplan actueel.
De openbare waterleverancier en de private waterleverancier, voor zover deze gebruikt maakt van een privaat waterdistributienetwerk, houdt het nood- en interventieplan en een bedrijfscontinuïteitsplan ter inzage van de bevoegde entiteiten Leefmilieu en Volksgezondheid, die de vereiste afstemming op de richtlijnen, vermeld in artikel 19, § 2, kan nagaan en eventueel de nodige aanpassingen kan vragen. De bevoegde entiteiten Leefmilieu en Volksgezondheid kunnen ook op elk moment advies verstrekken over het nood- en interventieplan en het bedrijfscontinuïteitsplan.
Art. 27.§ 1. De openbare waterleverancier en de private waterleverancier, voor zover deze gebruikt maakt van een privaat waterdistributienetwerk, meldt aan de bevoegde entiteit Leefmilieu elke situatie die een ernstige bedreiging kan inhouden voor de continuïteit van de waterlevering vanuit kwantitatief oogpunt.
De openbare waterleverancier en de private waterleverancier, voor zover deze gebruikt maakt van een privaat waterdistributienetwerk, onderzoekt de aangemelde situatie en neemt de nodige maatregelen om de continuïteit van de waterlevering te verzekeren. De openbare waterleverancier en de private waterleverancier, voor zover deze gebruikt maakt van een privaat waterdistributienetwerk, brengt de bevoegde entiteit Leefmilieu op de hoogte van maatregelen die gepland en genomen zijn. § 2. Alleen op verzoek van de bevoegde entiteit Leefmilieu en na raadpleging van de openbare waterleverancier kunnen de volgende personen, rekening houdend met het advies van de bevoegde entiteit Leefmilieu en voor gezondheidskundige aspecten de bevoegde entiteit Volksgezondheid, beslissen om tijdelijke beperkingen op het gebruik van het water bestemd voor menselijke consumptie dat wordt geleverd vanuit het openbaar waterdistributienetwerk in een distributiegebied of in een deel van een distributiegebied op te leggen of die op te heffen: 1° de minister;2° de gouverneur, als de bedreiging voor de continuïteit van de waterlevering zich beperkt tot het provinciale niveau;3° de burgemeester, als de bedreiging voor de continuïteit van de waterlevering zich beperkt tot het gemeentelijke niveau. De personen, vermeld in het eerste lid, 1° tot 3°, kunnen op eigen initiatief en gekoppeld aan een situatie met een mogelijke impact op de continuïteit van de waterlevering vanuit kwantitatief oogpunt, de bevoegde entiteit Leefmilieu vragen om de noodzaak tot het opleggen van tijdelijke beperkingen op het gebruik van water bestemd voor menselijke consumptie te evalueren. De bevoegde entiteit Leefmilieu evalueert in samenspraak met de betrokken openbare waterleverancier de situatie en richt in voorkomend geval een verzoek tot het opleggen van tijdelijke beperkingen aan de meest gepaste persoon, vermeld in het eerste lid, 1° tot 3°.
De beslissing om een gebruiksbeperking in te stellen of op te heffen, wordt onmiddellijk bekendgemaakt door de volgende personen aan de volgende personen: 1° de minister aan de betrokken gouverneurs, burgemeesters en de openbare waterleveranciers;2° de gouverneur aan de minister en de betrokken burgemeesters en de openbare waterleveranciers;3° de burgemeester aan de minister en de betrokken gouverneur en de openbare waterleveranciers. De openbare waterleverancier maakt de beslissing om een gebruiksbeperking in te stellen of op te heffen onmiddellijk aan de gebruikers bekend via passende kanalen.
Beslissingen van de minister vervangen eventueel al eerder genomen beslissingen door een gouverneur of een burgemeester.
Beslissingen van een gouverneur vervangen eventueel al eerder genomen beslissingen door een burgemeester.
Beslissingen genomen op een lager niveau kunnen niet in minder strenge wijze afwijken van beslissingen genomen op hoger niveau. § 3. De bevoegde entiteit Leefmilieu kan richtlijnen opstellen om de openbare waterleverancier en de private waterleverancier, voor zover deze gebruikt maakt van een privaat waterdistributienetwerk, te ondersteunen bij de vervulling van verplichtingen, vermeld in paragraaf 1 en 2. Die richtlijnen hebben betrekking op de informatieoverdracht van gegevens tussen de exploitant en de bevoegde entiteit, en op het afstemmen van de communicatie.
Art. 28.De openbare waterleverancier en de private waterleverancier, voor zover deze gebruikt maakt van een privaat waterdistributienetwerk, stelt bij een ernstige bedreiging voor de continuïteit van de waterlevering als vermeld in artikel 27, een evaluatienota op.
Die evaluatienota wordt binnen dertig dagen opgesteld en bezorgd aan de bevoegde entiteit Leefmilieu.
Die evaluatienota wordt opgesteld in het kader van het verzekeren van de waterlevering, vermeld in artikel 25, en bevat altijd: 1° een analyse van de oorzaak van de situatie;2° het verloop en de evaluatie van de genomen acties en herstelmaatregelen en in voorkomend geval de bijbehorende communicatie;3° maatregelen die de waterleverancier in voorkomend geval neemt om gelijkaardige situaties in de toekomst te voorkomen of te beperken. De openbare waterleverancier en de private waterleverancier, voor zover deze gebruikt maakt van een privaat waterdistributienetwerk, kan ook andere gegevens opnemen in de evaluatienota.
Art. 29.§ 1. De openbare waterleverancier en de private waterleverancier, voor zover deze gebruikt maakt van een privaat waterdistributienetwerk, zorgt, uiterlijk zes maanden na de inwerkingtreding van dit besluit, voor een beoordeling van het lekverlies binnen zijn distributiegebied en van de mogelijkheden tot verbetering van het terugdringen van het lekverlies binnen zijn distributiegebied, waarbij gebruikgemaakt wordt van de ILI-meetmethode ("infrastructural leakage index" of "ILI") of andere geschikte methodes. Die beoordeling houdt rekening met de relevante volksgezondheids-, milieu-, technische en economische aspecten.
Gekoppeld aan de beoordeling uit het eerste lid: 1° legt de openbare waterleverancier en de private waterleverancier, voor zover deze gebruikt maakt van een privaat waterdistributienetwerk, streefdoelen voor het terugdringen van het lekverlies vast, waarbij rekening gehouden wordt met eventuele richtlijnen van de bevoegde entiteit Leefmilieu;2° stelt de openbare waterleverancier en de private waterleverancier, voor zover deze gebruikt maakt van een privaat waterdistributienetwerk, een specifiek actieplan op voor het bereiken van de streefdoelen met daarin de geplande acties inclusief een inschatting van de daaraan gekoppelde uitgaven. De streefdoelen en het actieplan worden uiterlijk zes maanden na de inwerkingtreding van dit besluit bezorgd aan de bevoegde entiteit Leefmilieu. De openbare waterleverancier en de private waterleverancier, voor zover deze gebruikt maakt van een privaat waterdistributienetwerk, houdt de streefdoelen en het actieplan actueel. § 2. De openbare waterleverancier zorgt voor een actualisatie van de streefdoelen en het actieplan bij de aanvang van een nieuwe tarifaire periode zoals gedefinieerd in artikel 1, 8°, van het besluit van Vlaamse Regering van 5 februari 2016 houdende tariefregulering van de integrale drinkwaterfactuur of tussentijds als daar aanleiding toe is.
Aanpassingen aan de streefdoelen voor het terugdringen van lekverliezen impliceren een evaluatie en in voorkomend geval een bijsturing van het tariefplan opgesteld en goedgekeurd ter uitvoering van artikel 5 van het besluit van Vlaamse Regering van 5 februari 2016 houdende tariefregulering van de integrale drinkwaterfactuur. § 3. De openbare waterleverancier en de private waterleverancier, voor zover deze gebruikt maakt van een privaat waterdistributienetwerk, maakt jaarlijks vóór 1 april de ILI en andere gebruikte indicatoren voor het begroten van lekverliezen voor het voorbije kalenderjaar over aan de bevoegde entiteit Leefmilieu, samen met een overzicht van de uitgevoerde investeringen voor het beheren van lekverliezen en, als dat van toepassing is, informatie over een bijsturing van het streefdoel of het actieplan. § 4. De bevoegde entiteit Leefmilieu kan, na raadpleging van de openbare en de private waterleverancier, richtlijnen opstellen die betrekking hebben op: 1° de meetmethode;2° het vastleggen van de streefdoelen rekening houdend met de beschikbaarheid en kwetsbaarheden van de aangewende bronnen voor de productie van water bestemd voor menselijke consumptie;3° de opmaak van het actieplan;4° de rapportering. HOOFDSTUK 4. - Informatie aan het publiek
Art. 30.§ 1. De openbare waterleverancier en de private waterleverancier, voor zover deze gebruikt maakt van een privaat waterdistributienetwerk, zorgt ervoor dat passende, actuele informatie over voor water bestemd voor menselijke consumptie, overeenkomstig bijlage IV, deel A, die bij dit besluit gevoegd is, beschikbaar is.
De bevoegde entiteit Leefmilieu kan, na raadpleging van de openbare waterleveranciers en de private waterleverancier, voor zover deze gebruikt maakt van een privaat waterdistributienetwerk, nadere richtlijnen opstellen over de inhoud en manier van informeren. § 2. De private waterleverancier die geen gebruikt maakt van een privaat waterdistributienetwerk zorgt ervoor dat passende, actuele informatie over voor water bestemd voor menselijke consumptie, overeenkomstig bijlage IV, deel B, die bij dit besluit gevoegd is, beschikbaar is.
De bevoegde entiteit Leefmilieu kan, na raadpleging van de private waterleveranciers die geen gebruikt maken van een privaat waterdistributienetwerk, nadere richtlijnen opstellen over de inhoud en de manier van informeren.
Art. 31.Elke verbruiker krijgt van de openbare waterleverancier en wanneer van toepassing de private waterleverancier op eenvoudig verzoek gratis voor hem passende en recente informatie over de kwaliteit en de levering van het water bestemd voor menselijke consumptie.
De bevoegde entiteit Leefmilieu kan, na consultatie van de openbare waterleveranciers, richtlijnen opstellen over de wijze waarop de openbare waterleverancier de abonnee of de verbruiker van informatie voorziet. HOOFDSTUK 5. - Wijzigingsbepalingen Afdeling 1. - Wijzigingen aan het besluit van de Vlaamse Regering van
8 april 2011 houdende bepalingen van rechten en plichten van de exploitanten van een openbaar waterdistributienetwerk en hun klanten met betrekking tot de levering van water bestemd voor menselijke consumptie, de uitvoering van de saneringsverplichting de niet-aangesloten binneninstallatie en installaties voor tweedecircuitwater in onroerende goederen die niet aangesloten zijn of worden op het openbaar waterdistributienetwerk, en het algemeen waterverkoopreglement
Art. 32.In het besluit van de Vlaamse Regering van 8 april 2011Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 08/04/2011 pub. 10/06/2011 numac 2011035447 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende bepalingen van rechten en plichten van de exploitanten van een openbaar waterdistributienetwerk en hun klanten met betrekking tot de levering van water bestemd voor menselijke consumptie, de uitvoering van de saneringsverplichting en het algemeen waterverkoopreglement sluiten houdende bepalingen van rechten en plichten van de exploitanten van een openbaar waterdistributienetwerk en hun klanten met betrekking tot de levering van water bestemd voor menselijke consumptie, de uitvoering van de saneringsverplichting de niet-aangesloten binneninstallatie en installaties voor tweedecircuitwater in onroerende goederen die niet aangesloten zijn of worden op het openbaar waterdistributienetwerk, en het algemeen waterverkoopreglement wordt artikel 1, 2° vervangen door: "2° het besluit van 20 januari 2023: het besluit van de Vlaamse Regering van 20 januari 2023 over de kwaliteit, kwantiteit en levering van water bestemd voor menselijke consumptie".
Art. 33.In artikel 2, § 1, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering 24 mei 2019, worden de woorden "het besluit van 13 december 2002" vervangen door de woorden "het besluit van 20 januari 2023".
Art. 34.In artikel 3, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering 6 december 2013 en 26 april 2019 worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, eerste lid, worden de woorden "artikel 2 van het besluit van 13 december 2002" telkens vervangen door de woorden "artikel 4 van het besluit van 20 januari 2023";2° in paragraaf 1, tweede lid worden de woorden "hoofdstuk III van het besluit van 13 december 2002" vervangen door de woorden "hoofdstuk 2, Afdeling 4 van het besluit van 20 januari 2023";3° in paragraaf 3, eerste lid, worden de woorden "artikel 13 en 14 van
het besluit van 13 december 2002" vervangen door de woorden "artikel 18 en 19 van het besluit van 20 januari 2023";4° in paragraaf 3, tweede lid, wordt de zinsnede "artikel 14 van het besluit van 13 december 2002" vervangen door de zinsnede "artikel 19 van het besluit van 20 januari 2023".
Art. 35.In artikel 17, paragraaf 1, vierde lid van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering 24 mei 2019, worden de punten 23° tot 25° toegevoegd die luiden als volgt: "23° de vergelijking van het vastgestelde verbruik met een gemiddeld verbruik voor een huishouden met een gelijk aantal gedomicilieerden; 24° de prijs per liter en per m3 van de drinkwatercomponent van het geleverde water bestemd voor menselijke consumptie;25° een link naar de website van de exploitant, waarin jaarlijkse informatie over de volgende zaken beschikbaar wordt gesteld: a) de eigendomsstructuur van de waterlevering door de exploitant;b) de tariefstructuur per kubieke meter water, met inbegrip van vaste en variabele componenten; c) een link naar de website die de in bijlage IV, deel A van het besluit van 20 januari 2023 vermelde informatie bevat.".
Art. 36.In artikel 22, eerste lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 6 december 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 06/12/2013 pub. 10/01/2014 numac 2013036228 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 september 1997 betreffende de samenstelling en de werking van de lokale adviescommissie omtrent de minimale levering van elektriciteit, gas en water en van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 april 2011 houdende bepalingen van rechten en plichten van de exploitanten van een openbaar waterdistributienetwerk en hun klanten met betrekking tot de levering van water bestemd voor menselijke consumptie, de uitvoering van de saneringsverplichting en het algemeen waterverkoopreglement sluiten, worden de woorden "besluit van 13 december 2002" vervangen door de woorden "het besluit van 20 januari 2023". Afdeling 2. - Wijzigingen aan het besluit van de Vlaamse Regering van
13 mei 2011 tot uitvoering van diverse bepalingen van het decreet van 18 juli 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/07/2003 pub. 14/11/2003 numac 2003201696 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het integraal waterbeleid sluiten betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 december 2002Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 13/12/2002 pub. 28/01/2003 numac 2003035094 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering houdende reglementering inzake de kwaliteit en levering van water, bestemd voor menselijke consumptie sluiten houdende reglementering inzake de kwaliteit en levering van water, bestemd voor menselijke consumptie
Art. 37.In artikel 2, § 2, tweede lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 mei 2011Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 13/05/2011 pub. 21/06/2011 numac 2011202803 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van diverse bepalingen van het decreet van 24 mei 2002 betreffende water bestemd voor menselijke aanwending, en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 december 2002 houdende reglementering inzake de kwaliteit en levering van water, bestemd voor menselijke consumptie sluiten tot uitvoering van diverse bepalingen van het decreet van 18 juli 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/07/2003 pub. 14/11/2003 numac 2003201696 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het integraal waterbeleid sluiten betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 december 2002Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 13/12/2002 pub. 28/01/2003 numac 2003035094 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering houdende reglementering inzake de kwaliteit en levering van water, bestemd voor menselijke consumptie sluiten houdende reglementering inzake de kwaliteit en levering van water, bestemd voor menselijke consumptie, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 26 april 2019, wordt de zinsnede "artikel 2, 5, § 2 en § 3, artikel 7, 13 en 14 van het besluit van 13 december 2002 houdende reglementering inzake de kwaliteit en levering van water, bestemd voor menselijke consumptie." vervangen door de zinsnede "artikel 4, artikel 5, artikel 11, artikel 12, artikel 18, artikel 19 en artikel 21.". HOOFDSTUK 6. - Slotbepalingen
Art. 38.De bevoegde entiteit Leefmilieu staat in voor de informatieoverdracht over het toezicht op de implementatie van dit besluit volgens de bepalingen van artikel 18 uit de Richtlijn EU 2020/2184 van het Europese parlement en de raad van 16 december 2020 betreffende de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water.
De informatieoverdracht gaat over de gegevens die opgenomen zijn in bijlage V, die bij dit besluit is gevoegd.
Art. 39.Het besluit van de Vlaamse Regering van 13 december 2002Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 13/12/2002 pub. 28/01/2003 numac 2003035094 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering houdende reglementering inzake de kwaliteit en levering van water, bestemd voor menselijke consumptie sluiten houdende reglementering inzake de kwaliteit en levering van water bestemd voor menselijke consumptie, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 mei 2021, wordt opgeheven.
Art. 40.De Vlaamse minister, bevoegd voor het leefmilieu en het waterbeleid en de Vlaamse minister, bevoegd voor het gezondheidsbeleid, zijn belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 20 januari 2023.
De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, H. CREVITS De Vlaamse minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme, Z. DEMIR
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld