gepubliceerd op 29 december 2004
Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de rechtsopvolging naar aanleiding van de omzetting van de Dienst voor de Scheepvaart in een publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap De Scheepvaart, en naar aanleiding van de kwalificatie van de N.V. Zeekanaal en Watergebonden Grondbeheer Vlaanderen waarvan de naam wordt gewijzigd in Waterwegen en Zeekanaal als publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap
19 NOVEMBER 2004. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de rechtsopvolging naar aanleiding van de omzetting van de Dienst voor de Scheepvaart in een publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap De Scheepvaart, en naar aanleiding van de kwalificatie van de N.V. Zeekanaal en Watergebonden Grondbeheer Vlaanderen waarvan de naam wordt gewijzigd in Waterwegen en Zeekanaal als publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap
De Vlaamse Regering, Gelet op het kaderdecreet Bestuurlijk Beleid van 18 juli 2003, inzonderheid op artikel 35;
Gelet op het decreet van 4 mei 1994 betreffende het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschap Waterwegen en Zeekanaal, naamloze vennootschap van publiek recht, gewijzigd bij de decreten van 8 juli 1997, 7 juli 1998, 8 december 2000 en 2 april 2004;
Gelet op het decreet van 2 april 2004 betreffende de omzetting van de Dienst voor de Scheepvaart in het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap De Scheepvaart;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Begroting, gegeven op 5 mei 2004;
Gelet op het advies 37.69413 van de Raad van State, gegeven op 19 oktober 2004, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Financiën en Begroting en Ruimtelijke Ordening en van de Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Definities
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° het kaderdecreet : het kaderdecreet Bestuurlijk Beleid van 18 juli 2003;2° De Scheepvaart : het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap, bedoeld in artikel 3, § 1, van het decreet van 2 april 2004 betreffende de omzetting van de Dienst voor de Scheepvaart in het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap De Scheepvaart;3° Waterwegen en Zeekanaal : het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap, bedoeld in artikel 3 van het decreet van 4 mei 1994 betreffende het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap Waterwegen en Zeekanaal, naamloze vennootschap van publiek recht;4° het decreet De Scheepvaart : het decreet van 2 april 2004 betreffende de omzetting van de Dienst voor de Sçheepvaart in het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschap De Scheepvaart;5° het decreet Waterwegen en Zeekanaal : het decreet van 4 mei 1994 betreffende het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap Waterwegen en Zeekanaal, naamloze vennootschap van publiek recht;6° het beheer : alle daden in functie van artikel 5 van het decreet Waterwegen en Zeekanaal en artikel 5 van het decreet van De Scheepvaart, behoudens daden van vervreemding. HOOFDSTUK II. - Overdracht van roerende en onroerende goederen Afdeling I. - Waterwegen en Zeekanaal
Art. 2.§ 1. In de mate dat zij nodig zijn om het doel van het agentschap zoals bepaald in het decreet Waterwegen en Zeekanaal, inzonderheid artikel 5, te realiseren, worden de niet-watergebonden onroerende goederen die op 30 juni 2004 tot het Vlaamse Gewest, administratie Waterwegen en Zeewezen behoorden, door het Vlaamse Gewest, zonder vergoeding, in beheer gegeven aan Waterwegen en Zeekanaal.
De Vlaamse Regering stelt de lijst van deze onroerende goederen bij besluit vast. § 2. Overeenkomstig artikel 5, § 1, eerste lid, 1°, van het decreet Waterwegen en Zeekanaal zijn de bevaarbare waterwegen en hun aanhorigheden, zoals vermeld in het besluit van 4 juni 2004 houdende de omschrijving van de territoriale bevoegdheid van Waterwegen en Zeekanaal, die op 30 juni 2004 tot het Vlaamse Gewest, administratie Waterwegen en Zeewezen behoorden, door het Vlaamse Gewest, zonder vergoeding, in beheer gegeven aan Waterwegen en Zeekanaal. § 3. In de mate dat zij nodig zijn om het doel van het agentschap zoals bepaald in het decreet Waterwegen en Zeekanaal, inzonderheid artikel 5, te realiseren, worden de roerende goederen die op 30 juni 2004 tot het Vlaamse Gewest, administratie Waterwegen en Zeewezen behoorden en die niet rechtstreeks door het personeel in de uitoefening van zijn taken gebruikt worden, door het Vlaamse Gewest, zonder vergoeding, in eigendom overgedragen aan Waterwegen en Zeekanaal.
De Vlaamse Regering stelt de lijst van deze roerende goederen bij besluit vast. § 4. De in beheer gegeven onroerende goederen, bedoeld in § 1 en § 2, en de in eigendom overgedragen roerende goederen, bedoeld in § 3, worden in beheer gegeven respectievelijk overgedragen in de staat waarin ze zich bevinden, met de actieve en passieve erfdienstbaarheden, de eventueel aan derden toegestane rechten, evenals in voorkomend geval de bijzondere lasten en verplichtingen die verbonden zijn aan de verwerving ervan. Afdeling II. - De Scheepvaart
Art. 3.§ 1. In de mate dat zij nodig zijn om het doel van het agentschap zoals bepaald in het decreet De Scheepvaart, inzonderheid artikel 5, te realiseren, worden de niet-watergebonden onroerende goederen die op 30 juni 2004 tot het Vlaamse Gewest, administratie Waterwegen en Zeewezen behoorden, door het Vlaamse Gewest, zonder vergoeding, in beheer gegeven aan De Scheepvaart.
De Vlaamse Regering stelt de lijst van deze onroerende goederen bij besluit vast. § 2. Overeenkomstig artikel 5, 1, van het decreet De Scheepvaart zijn de bevaarbare waterwegen en hun aanhorigheden, zoals vermeld in het besluit van 4 juni 2004 houdende de omschrijving van de territoriale bevoegdheid van De Scheepvaart, die op 30 juni 2004 tot het Vlaamse Gewest, administratie Waterwegen en Zeewezen behoorden, door het Vlaamse Gewest, zonder vergoeding, in beheer gegeven aan De Scheepvaart. § 3. In de mate dat zij nodig zijn om het doel van het agentschap zoals bepaald in het decreet De Scheepvaart, inzonderheid artikel 5, te realiseren, worden de roerende goederen die op 30 juni 2004 tot het Vlaamse Gewest, administratie Waterwegen en Zeewezen behoorden, en die niet rechtstreeks door het personeel in de uitoefening van zijn taken gebruikt worden, door het Vlaamse Gewest, zonder vergoeding, in eigendom overgedragen aan De Scheepvaart.
De Vlaamse Regering stelt de lijst van deze roerende goederen bij besluit vast. § 4. De in beheer gegeven of ingebrachte onroerende goederen, bedoeld in § 1 en § 2, en de in eigendom overgedragen roerende goederen, bedoeld in § 3, worden in beheer gegeven respectievelijk overgedragen in de staat waarin ze zich bevinden met de actieve en passieve erfdienstbaarheden, de eventueel aan derden toegestane rechten, evenals in voorkomend geval de bijzondere lasten en verplichtingen die verbonden zijn aan de verwerving ervan. HOOFDSTUK III. - Overdracht van rechten en verplichtingen Afdeling I. - Waterwegen en Zeekanaal
Art. 4.Waterwegen en Zeekanaal treedt van rechtswege in de rechten en verplichtingen van het Vlaamse Gewest, die betrekking hebben op de overgedragen opdrachten, taken en bevoegdheden, bedoeld in het decreet Waterwegen en Zeekanaal, evenals in de rechten en verplichtingen die betrekking hebben op de op grond van artikel 5 van het decreet Waterwegen en Zeekanaal overgedragen opdrachten, taken en bevoegdheden, met inbegrip van de rechten en verplichtingen die voortvloeien uit de hangende en toekomstige gerechtelijke procedures met betrekking tot die opdrachten, taken, bevoegdheden en goederen. Afdeling II. - De Scheepvaart
Art. 5.De Scheepvaart treedt van rechtswege in de rechten en verplichtingen van het Vlaamse Gewest, die betrekking hebben op de op grond van artikel 5 van het decreet De Scheepvaart overgedragen opdrachten, taken en bevoegdheden, met inbegrip van de rechten en verplichtingen die voortvloeien uit de hangende en toekomstige gerechtelijke procedures met betrekking tot die opdrachten, taken, bevoegdheden en goederen.
Hoofdstuk IV. - Slotbepalingen
Art. 6.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2005.
De artikelen 2, § 2 en 3, § 2 evenals de bepalingen van de artikelen 4 en 5, die betrekking hebben op de overdrachten van de in respectievelijk artikel 2, § 2 en 3, § 2 bedoelde waterwegen en hun aanhorigheden, hebben uitwerking met ingang van 30 juni 2004.
Art. 7.De Vlaamse minister van Openbare Werken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 19 november 2004.
De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Openbare Werken Energie, Leefmilieu en Natuur, K. PEETERS De Vlaamse minister van Financiën en Begroting en Ruimtelijke Ordening, D. VAN MECHELEN