Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 19 maart 2021
gepubliceerd op 20 april 2021

Besluit van de Vlaamse Regering houdende de regeling van subsidies aan gemeenten in het kader van veilige schoolroutes op gemeentewegen

bron
vlaamse overheid
numac
2021020744
pub.
20/04/2021
prom.
19/03/2021
ELI
eli/besluit/2021/03/19/2021020744/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

19 MAART 2021. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende de regeling van subsidies aan gemeenten in het kader van veilige schoolroutes op gemeentewegen


Rechtsgrond Dit besluit is gebaseerd op: - het decreet van 3 juli 2015Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/07/2015 pub. 15/07/2015 numac 2015035896 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2015 type decreet prom. 03/07/2015 pub. 28/12/2015 numac 2015036536 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2015 sluiten houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2015, artikel 42, § 6, ingevoegd bij het decreet van 21 december 2018, gewijzigd bij het decreet van 18 december 2020 Vormvereisten De volgende vormvereisten zijn vervuld: - De Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, heeft zijn akkoord gegeven op 25 januari 2021. - De Raad van State heeft advies 68.789/3 gegeven op 26 februari 2021, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

Initiatiefnemer Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Mobiliteit en Openbare Werken.

Na beraadslaging, DE VLAAMSE REGERING BESLUIT:

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder: 1° departement: het Departement Mobiliteit en Openbare Werken, vermeld in artikel 28, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 03/06/2005 pub. 22/09/2005 numac 2005036144 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse Regering met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie sluiten met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie;2° school: elke vestigingsplaats van een onderwijsinstelling voor basisonderwijs of secundair onderwijs;3° schooltoegang: in- of uitgang die een groot deel van de scholieren elke schooldag gebruikt om de school binnen te gaan of te verlaten. Een school kan een of meer schooltoegangen hebben; 4° schoolomgeving: een straal van honderd meter rond de schooltoegang of tot het eerste kruispunt aan weerszijden als dat verder dan honderd meter van de schooltoegang ligt;5° schoolroute: een route die verschillende scholieren te voet of met de fiets of bromfiets op het woon-schooltraject gebruiken tijdens de uren die voorafgaan aan de opening van de school en die volgen op de sluiting van de school.De schoolroute eindigt waar de schoolomgeving van de school begint en ligt op een of meer gemeentewegen.

Art. 2.§ 1. Een gemeente kan een subsidie aanvragen voor projecten die erop gericht zijn een schoolroute door infrastructurele ingrepen veiliger te maken.

De projecten, vermeld in het eerste lid, zijn subsidiabel als aan de volgende voorwaarden is voldaan: 1° ze worden uitgevoerd op een schoolroute;2° ze zijn erop gericht de verkeersveiligheid van schoolkinderen te verbeteren. Het betreft projecten die er prioritair op gericht zijn gevaarlijke locaties weg te werken voor de kwetsbare weggebruikers, namelijk voetgangers en fietsers, langs die route. § 2. De gemeente is de opdrachtgever voor de projecten, vermeld in paragraaf 1. § 3. De projecten, vermeld in paragraaf 1, worden uitgevoerd binnen twaalf maanden na de dag van de beslissing tot toekenning van de subsidie, vermeld in artikel 7, vierde lid. § 4. Als aan projecten die op basis van dit besluit een subsidie krijgen, ook op basis van een andere grondslag een subsidie wordt toegekend, wordt het subsidiebedrag waarin op basis van dit besluit is voorzien, beperkt tot het verschil tussen de subsidie die is toegekend op basis van de andere grondslag, en de subsidie die is toegekend op basis van dit besluit.

Art. 3.De volgende uitgaven komen in aanmerking voor de subsidie op voorwaarde dat ze na de goedkeuring van de subsidieaanvraag zijn gedaan: 1° de uitgaven voor verkeerssignalisatie;2° de uitgaven voor infrastructurele maatregelen die de verkeersveiligheid op de schoolroute verhogen. Toezichtkosten komen niet in aanmerking voor de subsidie.

Art. 4.De subsidie per schoolroute bedraagt maximaal honderdduizend euro.

Art. 5.De subsidie bedraagt maximaal 50 % van de uitgaven die voor subsidie in aanmerking komen conform artikel 3.

Art. 6.De gemeente kan één subsidieaanvraag per kalenderjaar indienen. De subsidieaanvraag voor het kalenderjaar 2022 moet ingediend zijn voor 1 november 2022.

Elke gemeente kan subsidieaanvragen indienen voor vijf schoolroutes over de twee kalenderjaren heen.

In afwijking van het tweede lid, kunnen de gemeenten op wiens grondgebied er zich meer dan veertig vestigingsplaatsen van scholen bevinden, per volledige schijf van twintig vestigingsplaatsen één bijkomende schoolroute aanvragen.

Art. 7.De subsidieaanvraag wordt ingediend bij het departement en bevat minstens de volgende informatie: 1° de omschrijving van het project;2° de raming van de kosten;3° de voorziene start- en einddatum van de werken;4° het akkoord van de domeinbeheerder op het domein van wie de werken worden uitgevoerd als de gemeente dat domein niet beheert;5° de gemeenteraadsbeslissing of de beslissing van het college van burgemeester en schepenen tot aanvraag van de subsidie;6° een overzichtelijk plan op schaal waarop duidelijk aangegeven is welke scholen deel uitmaken van het project en waar de geplande maatregelen voor de schoolroute of schoolroutes zullen worden uitgevoerd;7° een motivering voor de keuze van de geselecteerde schoolroute of schoolroutes: een beschrijving van de lokale verkeersveiligheidsproblematiek op de schoolroute voor de scholieren, die met het project zal worden aangepakt;8° de gegevens van de aanvrager, met inbegrip van het rekeningnummer waarop de subsidie moet worden gestort;9° een verklaring op erewoord of er voor het project al dan niet al een andere subsidie is toegekend of wordt aangevraagd. De subsidieaanvragen worden behandeld in de volgorde waarin ze zijn binnengekomen bij het departement.

Het departement onderzoekt de naleving van de voorwaarden, vermeld in artikel 42, § 6, van het decreet van 3 juli 2015Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/07/2015 pub. 15/07/2015 numac 2015035896 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2015 type decreet prom. 03/07/2015 pub. 28/12/2015 numac 2015036536 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2015 sluiten houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2015, en van de voorwaarden van dit besluit.

Nadat het departement heeft gemeld dat de aanvraag volledig is en voldoet aan de subsidievoorwaarden, beslist de Vlaamse minister, bevoegd voor de weginfrastructuur en het wegenbeleid, binnen de perken van de kredieten van de begroting of de subsidie wordt toegekend.

Art. 8.§ 1. Na de toekenning van de subsidie wordt 50% van het subsidiebedrag uitbetaald. § 2. Uiterlijk drie maanden na de uitvoering van het project bezorgt de gemeente aan het departement een afrekening van de kosten met de nodige bewijsstukken.

Op basis van de afrekening, vermeld in het eerste lid, wordt het saldo van de subsidie bepaald en uitbetaald. § 3. De totale subsidie per schoolroute kan nooit meer bedragen dan: 1° 10 % meer dan de raming, vermeld in artikel 7, eerste lid, 2° ;2° het maximumbedrag, vermeld in artikel 4. § 4. Als de gemeente vijftien maanden na de toekenning van de subsidie geen afrekening bezorgd heeft aan het departement, vordert het departement de subsidie die al is uitbetaald terug van de gemeente, behalve als in geval van overmacht de werken niet zijn uitgevoerd binnen twaalf maanden, als vermeld in artikel 2, § 3.

Art. 9.De Vlaamse minister, bevoegd voor de weginfrastructuur en het wegenbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 19 maart 2021.

De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Bestuurszaken, Inburgering en Gelijke Kansen, B. SOMERS De Vlaamse minister van Mobiliteit en Openbare Werken, L. PEETERS

^