gepubliceerd op 13 april 2010
Besluit van de Vlaamse Regering betreffende stedenbouwkundige attesten, projectvergaderingen en stedenbouwkundige inlichtingen
19 MAART 2010. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende stedenbouwkundige attesten, projectvergaderingen en stedenbouwkundige inlichtingen
De Vlaamse Regering, Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, artikel 1.1.5, 5.2.7, 5.3.1 en 5.3.2;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 18 mei 2001Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 18/05/2001 pub. 19/06/2001 numac 2001035648 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering tot uitvoering van artikel 134, §§ 2 en 3 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening sluiten tot uitvoering van artikel 134, §§ 2 en 3 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juli 2005Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 01/07/2005 pub. 23/08/2005 numac 2005035955 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van de nadere regels voor de aanvraag en de afgifte van het stedenbouwkundig attest sluiten tot bepaling van de nadere regels voor de aanvraag en de afgifte van het stedenbouwkundig attest;
Gelet op het ministerieel besluit van 7 februari 2003Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 07/02/2003 pub. 04/04/2003 numac 2003200605 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Ministerieel besluit houdende bepaling van het model van het uittreksel uit het plannenregister sluiten houdende bepaling van het model van het uittreksel uit het plannenregister;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 30 maart 2009;
Gelet op het advies van de strategische adviesraad Ruimtelijke Ordening, gegeven op 30 april 2009;
Gelet op het advies nr. 46.746/1 van de Raad van State, gegeven op 25 juni 2009, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Stedenbouwkundige attesten
Artikel 1.Het stedenbouwkundig attest doet een uitspraak op stedenbouwkundig en ruimtelijk vlak in de zin van artikel 5.3.1, § 1, eerste lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, en sorteert de rechtsgevolgen, vermeld in artikel 5.3.1, § 2, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
Het stedenbouwkundig attest kan uitdrukkelijk aangeven onder welke voorwaarden een overwogen project in redelijkheid de toets aan de stedenbouwkundige voorschriften, de eventuele verkavelingsvoorschriften en een goede ruimtelijke ordening doorstaat.
Art. 2.§ 1. Het stedenbouwkundig attest wordt aangevraagd door middel van het formulier, gevoegd als bijlage I bij dit besluit, en de bewijsstukken, vermeld op dit formulier, in tweevoud te bezorgen aan het bevoegde vergunningverlenende bestuursorgaan. Die overheid kan bijkomende exemplaren eisen, om de adviezen, bedoeld in artikel 3, § 1, in te winnen. § 2. De aanvraag gebeurt per aangetekend schrijven, via afgifte tegen ontvangstbewijs of op de wijze vermeld in paragraaf 3 en 4 van dit artikel. § 3. Gemeenten kunnen bepalen dat de aanvraagdocumenten geheel of gedeeltelijk elektronisch kunnen worden ingediend. § 4. Aanvragen bij de Vlaamse Regering, de gedelegeerde stedenbouwkundige ambtenaar of de gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar kunnen elektronisch worden ingediend.
De website van het beleidsveld ruimtelijke ordening geeft hierover nadere aanwijzingen.
Art. 3.§ 1. In de gevallen waarin krachtens artikel 4.7.16, § 1, of artikel 4.7.26, § 4, eerste lid, 2°, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening advies moet worden gevraagd over de aanvragen tot een stedenbouwkundige vergunning of een verkavelingsvergunning, wordt ook advies gevraagd bij de behandeling van de aanvraag van een stedenbouwkundig attest.
In de gevallen waarin het advies van de gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar vereist is overeenkomstig artikel 4.7.16, § 2, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, stuurt het college van burgemeester en schepenen de aanvraag van het stedenbouwkundig attest voor advies door. Het advies van de gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar wordt dan in het stedenbouwkundig attest overgenomen.
In de gevallen waarin de aanvraag bij de Vlaamse Regering, de gedelegeerde stedenbouwkundige ambtenaar of de gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar ingediend is, wint deze het advies in van het college van burgemeester en schepenen van de betrokken gemeente, tenzij de aanvraag van de gemeente uitgaat. Aan de adviesvereiste kan voorbij worden gegaan indien het advies niet wordt verleend binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat op de dag na deze van de ontvangst van de adviesvraag. § 2. De adviesprocedure, termijnen en rechtskracht van de adviezen, vermeld in paragraaf 1, zijn dezelfde als deze die gelden binnen de vergunningenprocedure.
Art. 4.Het stedenbouwkundig attest wordt binnen een ordetermijn van 75 dagen na de ontvangst van de aanvraag afgegeven door middel van het formulier, gevoegd als bijlage II bij dit besluit. HOOFDSTUK 2. - Projectvergaderingen
Art. 5.Een project is een belangrijk bouw- of verkavelingsproject in de zin van artikel 5.3.2, § 1, eerste lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening indien voldaan is aan ten minste één van de hiernavolgende voorwaarden : 1°de aanvraag is onderworpen aan de criteria, zoals vermeld in artikel 4.1.8, eerste lid of artikel 4.2.1, eerste lid, van het decreet van 27 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/03/2009 pub. 15/05/2009 numac 2009035411 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het grond- en pandenbeleid sluiten betreffende het grond- en pandenbeleid; 2° het project behoort tot één van de projectcategorieën, opgenomen als bijlage I of II bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 10/12/2004 pub. 17/02/2005 numac 2005035170 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectrapportage sluiten houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectrapportage;3° de in het kader van het project op te richten constructies hebben een totaal volume van meer dan 2 000 kubieke meter, een totale vloeroppervlakte van meer dan 500 vierkante meter of een totale lengte van meer dan 200 meter.
Art. 6.§ 1. De aanvraag voor een projectvergadering gebeurt in tweevoud per aangetekend schrijven, via afgifte tegen ontvangstbewijs of op de wijze vermeld in paragraaf 2 en 3 van dit artikel, bij het bevoegde vergunningverlenende bestuursorgaan. Die overheid kan bijkomende exemplaren eisen, om de nodige adviezen in te winnen. § 2. Gemeenten kunnen bepalen dat de aanvraagdocumenten geheel of gedeeltelijk elektronisch kunnen worden ingediend. § 3. Aanvragen bij de Vlaamse Regering, de gedelegeerde stedenbouwkundige ambtenaar of de gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar kunnen elektronisch worden ingediend.
De website van het beleidsveld ruimtelijke ordening geeft hierover nadere aanwijzingen.
Art. 7.Bij een aanvraag voor een projectvergadering wordt een realistische projectstudie gevoegd.
De projectstudie omvat ten minste : 1° administratieve gegevens betreffende de initiatiefnemers;2° de doelstellingen van het project;3° een omschrijving van de ligging en de staat van de gronden waarop het project betrekking heeft;4° een omschrijving van de ruimtelijke, structurele en financiële uitwerking van het project, met opgave van mogelijke varianten;5° een omschrijving van de meerwaarden die het project creëert op sociaal, economisch, ruimtelijk of milieuvlak;6° het tijdskader voor de uitvoering van het project;7° een overzicht van de voor het project aan te vragen administratieve vergunningen, machtigingen en goedkeuringen. De projectstudie moet alleszins een toetsing mogelijk maken aan de goede ruimtelijke ordening, vermeld in artikel 4.3.1, § 2, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
De Vlaamse minister, bevoegd voor de ruimtelijke ordening, kan een verplicht te gebruiken model van projectstudie vaststellen.
Art. 8.Het bevoegde vergunningverlenende bestuursorgaan onderzoekt of een aanvraag voor een projectvergadering ontvankelijk is. In het geval een remedieerbare onontvankelijkheidsgrond wordt vastgesteld, wordt de aanvrager in staat gesteld om het gebrek te corrigeren, binnen een door het vergunningverlenende bestuursorgaan opgegeven termijn.
Het bevoegde vergunningverlenende bestuursorgaan kan bij de aanvrager bijkomende documenten of studies opvragen aangaande elementen of onderwerpen die naar het oordeel van het vergunningverlenende bestuursorgaan onvoldoende in de aanvraag zijn uitgewerkt om tot een onderbouwd oordeel te komen.
Art. 9.§ 1. Het vergunningverlenende bestuursorgaan staat in voor de organisatie van een vergadering met alle besturen en instanties, aangewezen door artikel 5.3.2, § 1, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. De vergadering wordt binnen een ordetermijn van veertien tot dertig dagen na het verzenden van de uitnodiging gehouden. § 2. Alle besturen en instanties geven uiterlijk op het moment van de projectvergadering schriftelijk of mondeling in een met redenen omkleed advies ten minste aan : 1° welke van de in de projectstudie behandelde onderdelen en varianten naar hun oordeel passen in de regelgeving en hun beleid of adviespraktijk;2° welke onderdelen en varianten bedenkingen oproepen;3° welke aanpassingen en aanvullingen zich redelijkerwijs opdringen met het oog op een vlotte administratieve afhandeling van de vergunnings- en adviesaanvragen;4° welk tijdskader vooropgesteld wordt voor de administratieve afhandeling van de vergunnings- en adviesaanvragen. § 3. In voorkomend geval wordt op de projectvergadering getracht om tegenstrijdigheden in standpunten weg te werken. Een schriftelijk verslag waarin de diverse randvoorwaarden en modaliteiten worden samengebracht, wordt opgesteld.
De Vlaamse minister, bevoegd voor de ruimtelijke ordening, kan een verplicht te gebruiken model van verslag vaststellen.
Het verslag wordt door het vergunningverlenende bestuursorgaan aan alle betrokken partijen bezorgd binnen een ordetermijn van 30 dagen na de projectvergadering. Eventuele reacties op het verslag kunnen worden ingediend door de instanties die effectief aanwezig waren op de projectvergadering, en moeten binnen veertien dagen na ontvangst van het verslag bezorgd worden aan het vergunningverlenend bestuursorgaan. HOOFDSTUK 3. - Stedenbouwkundig uittreksel
Art. 10.Met behoud van de mogelijkheid om op grond van het decreet van 26 maart 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 26/03/2004 pub. 01/07/2004 numac 2004036026 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de openbaarheid van bestuur sluiten betreffende de openbaarheid van bestuur inzage te krijgen in en uittreksels te krijgen uit het vergunningenregister en het plannenregister, gelden volgende regelen voor wat betreft de aanvraag van een stedenbouwkundig uittreksel : 1° de aanvraag wordt afgegeven op het gemeentehuis of bezorgd bij gewone brief of, zo de gemeente deze mogelijkheid voorziet, elektronisch ingediend, in voorkomend geval aan de hand van het door de gemeente gehanteerde modelformulier;2° het stedenbouwkundig uittreksel wordt afgegeven binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat op de dag na deze van de ontvangst van de aanvraag. HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen
Art. 11.Aan een elektronisch ingediende aanvraag tot stedenbouwkundig attest of projectvergadering worden de aanvraagdocumenten toegevoegd, in PDF-formaat (Portable Document Formaat) (Adobe Systems Incorporated, goedgekeurd door ISO als ISO 15930 en ISO 19005). Alle bestanden moeten virusvrij en kopieerbaar zijn en geopend en gelezen kunnen worden. De resolutie voor de bestanden moet toelaten dat afdrukken op het overeenkomstige papierformaat voldoende scherp zijn.
Telkens wanneer dit besluit of zijn bijlagen een handtekening vereisen, moet het betrokken document ofwel een gewone handtekening omvatten en ingescand worden, ofwel een elektronische handtekening omvatten.
Art. 12.De Vlaamse minister, bevoegd voor de ruimtelijke ordening, is gemachtigd om de bijlagen bij dit besluit te wijzigen.
Art. 13.De volgende regelingen worden opgeheven : 1° het besluit van de Vlaamse Regering van 18 mei 2001Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 18/05/2001 pub. 19/06/2001 numac 2001035648 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering tot uitvoering van artikel 134, §§ 2 en 3 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening sluiten tot uitvoering van artikel 134, §§ 2 en 3 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening;2° het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juli 2005Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 01/07/2005 pub. 23/08/2005 numac 2005035955 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van de nadere regels voor de aanvraag en de afgifte van het stedenbouwkundig attest sluiten tot bepaling van de nadere regels voor de aanvraag en de afgifte van het stedenbouwkundig attest;3° het ministerieel besluit van 7 februari 2003Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 07/02/2003 pub. 04/04/2003 numac 2003200605 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Ministerieel besluit houdende bepaling van het model van het uittreksel uit het plannenregister sluiten houdende bepaling van het model van het uittreksel uit het plannenregister.
Art. 14.Dit besluit treedt in werking op 1 april 2010.
Art. 15.De Vlaamse minister, bevoegd voor de ruimtelijke ordening, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 19 maart 2010.
De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport, P. MUYTERS
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden als bijlage I bij het besluit van de Vlaamse Regering betreffende stedenbouwkundige attesten, projectvergaderingen en stedenbouwkunduge inlichtingen.
De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport, P. MUYTERS Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden als bijlage II bij het besluit van de Vlaamse Regering betreffende stedenbouwkundige attesten, projectvergaderingen en stedenbouwkunduge inlichtingen.
De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport, P. MUYTERS