Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 19 juli 2024
gepubliceerd op 05 september 2024

Besluit van de Vlaamse Regering over de erkenning van kopers en exploitanten voor de exploitatie van openbare bossen

bron
vlaamse overheid
numac
2024008153
pub.
05/09/2024
prom.
19/07/2024
ELI
eli/besluit/2024/07/19/2024008153/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

19 JULI 2024. - Besluit van de Vlaamse Regering over de erkenning van kopers en exploitanten voor de exploitatie van openbare bossen


Rechtsgrond Dit besluit is gebaseerd op: - het Bosdecreet van 13 juni 1990, artikel 53bis, ingevoegd bij het decreet van 26 april 2019.

Vormvereisten De volgende vormvereisten zijn vervuld: - De Inspectie van Financiën heeft advies gegeven op 28 juni 2023. - De Vlaamse toezichtcommissie voor de verwerking van persoonsgegevens heeft advies nr. 126/2023 gegeven op 14 november 2023. - De Gegevensbeschermingsautoriteit heeft advies nr. 65/2023 gegeven op 24 maart 2023. - De Minaraad heeft advies gegeven op 23 november 2023. - De Raad van State heeft advies 75.254/16 gegeven op 26 januari 2024.

Motivering Dit besluit is gebaseerd op de volgende motieven: - Het besluit van de Vlaamse Regering van 8 november 2002Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 08/11/2002 pub. 18/12/2002 numac 2002036508 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering houdende de erkenning van kopers en exploitanten van hout overeenkomstig artikel 79 van het Bosdecreet van 13 juni 1990 sluiten houdende de erkenning van kopers en exploitanten van hout dient geactualiseerd te worden. - Enerzijds betreft het een technische aanpassing om procedures beter af te stemmen. - Anderzijds zijn er de afgelopen 20 jaar onvolkomenheden aan het licht gekomen en zijn er nieuwe ontwikkelingen in de sector. - Aangezien de voorliggende regeling een beperking van de toegang tot een gereglementeerd beroep betreft, dient er vooraf een evenredigheidsbeoordeling te worden uitgevoerd conform artikel 40/5 van het decreet van 24 februari 2017Relevante gevonden documenten type decreet prom. 24/02/2017 pub. 10/05/2017 numac 2017011836 bron vlaamse overheid Decreet tot gedeeltelijke omzetting van richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties sluiten. Bij de evenredigheidstoets werden eerst eventuele alternatieven onderzocht. Het is belangrijk dat de kwaliteitscontrole op kopers en exploitanten van hout op voorhand gebeurt. Eventuele aangerichte schade aan het bosmilieu heeft immers effect op de lange termijn ontwikkeling van het bosmilieu. Op basis hiervan kunnen de alternatieven die enkel een controle achteraf inhouden verworpen worden. Daarom kan enkel een accreditatiesysteem een alternatief bieden voor het huidige erkenningssysteem. Dergelijk systeem zou eerder voor een verschuiving dan voor een daling van de procedurekosten zorgen ten opzichte van het erkenningssysteem. Uit de screening blijkt ook dat er geen aanwijzingen zijn voor marktbelemmeringen. Bovendien kunnen we veronderstellen dat een accreditatie eerder meer marktbelemmerend zou werken. Het instrument `erkenning kopers en exploitanten van hout' voldoet door voorgaande argumentatie aan het evenredigheidsprincipe.

Juridisch kader - Titel XVI van het decreet van 5 april 1995 `houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid'.

Initiatiefnemer Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme.

Na beraadslaging, DE VLAAMSE REGERING BESLUIT:

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder: 1° agentschap: het Agentschap, vermeld in artikel 4, 1° ter, van het Bosdecreet van 13 juni 1990;2° bosexploitatiewerkzaamheden: alle handelingen voor de houtoogst, het vellen van bomen, het opwerken van bomen en het ruimen van bomen. Het corrigeren door een lading hout bij te zagen vanwege de verkeersveiligheid wordt niet beschouwd als bosexploitatiewerkzaamheden; 3° opwerken: het onttakken en het opdelen van de stam van gevelde bomen op de plaats van velling;4° ruimen van bomen: het uitslepen en uitrijden van gevelde en opgewerkte bomen;5° exploitant: de natuurlijke persoon of rechtspersoon die in een bos als vermeld in artikel 3, § 1, van het Bosdecreet van 13 juni 1990, bosexploitatiewerkzaamheden verricht.Een exploitant kan ook optreden als koper; 6° koper: de natuurlijke persoon of rechtspersoon die als koper optreedt op openbare of onderhandse verkopingen van hout uit bossen als vermeld in artikel 3, § 1, van het Bosdecreet van 13 juni 1990;7° erkenningscomité: het erkenningscomité, vermeld in artikel 5, eerste lid, en artikel 6;8° comité van beroep: het comité van beroep, vermeld in artikel 5, eerste lid, en artikel 7;9° secretariaat: het secretariaat dat wordt opgericht om het erkenningscomité en het comité van beroep te ondersteunen.10° minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor de omgeving en de natuur;11° Natuurinvest: het Eigen Vermogen van het Agentschap voor Natuur en Bos, ingesteld bij artikel 30 van het decreet van 19 mei 2006Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/05/2006 pub. 20/06/2006 numac 2006035921 bron vlaamse overheid Decreet houdende diverse bepalingen inzake leefmilieu en energie sluiten houdende diverse bepalingen inzake leefmilieu en energie; 12° ondernemingsloket: het ondernemingsloket, vermeld in artikel I.2, 13°, van het Wetboek van economisch recht; 13° privé-boseigenaar: de eigenaar of mede-eigenaar, de houder van andere zakelijk rechten of de houder van een persoonlijk recht aan wie het beheer van een niet-openbaar of privé-bos toekomt.

Art. 2.Dit besluit is van toepassing op de kopers en de exploitanten en op hun personeel dat bosexploitatiewerkzaamheden uitvoert.

Dit besluit is niet van toepassing op: 1° kopers en exploitanten die jaarlijks een hoeveelheid hout kopen of exploiteren die kleiner is dan 20 m3 per adres van de koper of de exploitant, of per maatschappelijke zetel als het om een rechtspersoon gaat;2° kopers van hout waarvoor geen bosexploitatiewerkzaamheden meer uitgevoerd hoeven te worden;3° het versnipperen van resthout dat bestemd is voor afvoer als biomassa, als dat versnipperen gebeurt op de wegen die bestemd zijn voor het houttransport of op een houtstapelplaats die daarvoor is ingericht en er bij het proces geen bosexploitatiewerkzaamheden meer uitgevoerd hoeven te worden. HOOFDSTUK 2. - Erkenningsvoorwaarden

Art. 3.In dit artikel wordt verstaan onder attest bosbouwtechnische kennis: een attest dat wordt uitgereikt door een opleidingsinstelling die door het erkenningscomité is erkend, en dat de bosbouwtechnische kennis van de betrokkene aantoont.

Natuurlijke personen en rechtspersonen komen in aanmerking om erkend te worden als exploitant als ze voldoen aan de volgende vereisten: 1° ze beschikken over een attest bosbouwtechnische kennis of een getuigschrift dat daaraan gelijkwaardig is;2° in voorkomend geval beschikt het personeel dat bosexploitatiewerkzaamheden uitvoert, over een attest bosbouwtechnische kennis of een getuigschrift dat daaraan gelijkwaardig is.Personeel dat nieuw in dienst treedt, beschikt binnen een jaar na de indiensttreding over een attest bosbouwtechnische kennis; 3° als ze werken met personeel, dekt de verzekering arbeidsongevallen de risico's die voortvloeien uit de bosexploitatiewerkzaamheden;4° ze sluiten een verzekeringscontract burgerlijke aansprakelijkheid af om de schade te dekken die kan voortvloeien uit de aankoop en verkoop van hout of uit bosexploitatiewerkzaamheden;5° rechtspersonen bezorgen een RSZ-attest;6° natuurlijke personen bezorgen een attest van aansluiting bij een sociaal verzekeringsfonds. De minister legt de criteria vast waardoor het erkenningscomité zich bij het beoordelen van de criteria uit het tweede lid moet laten leiden.

Met behoud van de toepassing van het tweede lid gelden voor rechtspersonen de volgende bijkomende vereisten om erkend te worden als exploitant: 1° ze zijn opgericht conform de Belgische wetgeving inzake vennootschappen en verenigingen, of de overeenstemmende wetgeving van een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte;2° bij de rechtspersoon beschikt ten minste één natuurlijke persoon die gevolmachtigd is om de rechtspersoon te vertegenwoordigen en die verantwoordelijk is voor de bosexploitatie, over een attest bosbouwtechnische kennis of een getuigschrift dat daaraan gelijkwaardig is;3° de maatschappelijke zetel van de rechtspersoon bevindt zich in de Europese Econimische Ruimte. Met behoud van de toepassing van het tweede lid gelden voor natuurlijke personen, en met behoud van de toepassing van het tweede en het derde lid gelden voor rechtspersonen de volgende vereisten om erkend te blijven als exploitant: 1° ze leven de algemene en bijzondere verkoopsvoorwaarden van de houtverkoop of van de verkoopscatalogus na;2° ze leven de regelgeving over natuur en bos na en in voorkomend geval zien ze toe op de naleving ervan door het personeel dat bosexploitatiewerkzaamheden uitvoert;3° als ze met onderaannemers werken om bosexploitatiewerkzaamheden uit te voeren, doen ze alleen een beroep op erkende exploitanten;4° tijdens de bosexploitatiewerkzaamheden nemen ze altijd de nodige veiligheidsvoorzieningen in acht.De voormelde vereiste impliceert dat ze bij de uitvoering van de bosexploitatiewerkzaamheden zichzelf en, in voorkomend geval, het personeel uitrusten met de nodige persoonlijke beschermingsmiddelen, conform de regelgeving over de arbeidsveiligheid en in overeenstemming met de werkzaamheden die worden uitgevoerd. De voormelde beschermingsmiddelen dragen altijd een CE-markering als vermeld in Besluit Nr. 768/2008/EG van het Europees Parlement en de raad van 9 juli 2008 betreffende een gemeenschappelijk kader voor het verhandelen van producten en tot intrekking van Besluit 93/465/EEG van de Raad; 5° tijdens de bosexploitatiewerkzaamheden zijn ze altijd uitgerust met een EHBO-kit conform de wetgeving over de arbeidsveiligheid.In voorkomend geval voorzien ze hun personeel dat bosexploitatiewerkzaamheden uitvoert, van minstens één EHBO-kit per vier personeelsleden; 6° ze voeren de bosexploitatiewerkzaamheden niet uit als ze onder invloed van alcohol of andere bedwelmende middelen zijn;7° ze kunnen alleen werken met biologisch afbreekbare oliën en brandstoffen en materialen die vanuit milieustandpunt verantwoord zijn. De vereiste, vermeld in het tweede lid, 2°, geldt niet in de volgende gevallen, op voorwaarde dat de bosexploitatiewerkzaamheden beperkt zijn tot niet-machinaal werk en dat ze plaatsvinden onder toezicht van een begeleider die beschikt over een attest bosbouwtechnische kennis of een getuigschrift dat daaraan gelijkwaardig is: 1° voor personen die werken in een maatwerkbedrijf dat erkend is conform het decreet van 12 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/07/2013 pub. 02/09/2013 numac 2013204787 bron vlaamse overheid Decreet betreffende maatwerk bij collectieve inschakeling sluiten betreffende maatwerk bij collectieve inschakeling;2° voor personen die als vrijwilliger bosexploitatiewerkzaamheden uitvoeren voor een erkende terreinbeherende natuurvereniging als vermeld in artikel 2, 16° van het Decreet Natuurbehoud.

Art. 4.Natuurlijke personen en rechtspersonen komen in aanmerking om erkend te worden als koper als ze voldoen aan de volgende vereisten: 1° ze sluiten een verzekeringscontract burgerlijke aansprakelijkheid af om de schade te dekken die kan voortvloeien uit de aankoop en verkoop van hout of uit bosexploitatiewerkzaamheden;2° rechtspersonen bezorgen een RSZ-attest;3° natuurlijke personen bezorgen een attest van aansluiting bij een sociaal verzekeringsfonds. Met behoud van de toepassing van het eerste lid gelden voor rechtspersonen de volgende bijkomende vereisten om erkend te worden als koper: 1° ze zijn opgericht conform de Belgische vennootschapswetgeving of de overeenstemmende wetgeving van een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte;2° de maatschappelijke zetel van de rechtspersoon bevindt zich in de Europese Economische Ruimte. Met behoud van de toepassing van het eerste lid gelden voor natuurlijke personen, en met behoud van de toepassing van het eerste en het tweede lid gelden voor rechtspersonen de volgende vereisten om erkend te blijven als koper: 1° ze leven de algemene en bijzondere verkoopsvoorwaarden van de houtverkoop of van de verkoopscatalogus, en de boswetgeving na;2° ze doen voor de uitvoering van bosexploitatiewerkzaamheden alleen een beroep op erkende exploitanten. Een natuurlijke persoon of rechtspersoon die erkend is als exploitant, is automatisch ook erkend als koper.

HOOFDSTUK 3. - Erkenningsprocedure Afdeling 1. - Organisatiestructuur


Art. 5.De minister richt een erkenningscomité en een comité van beroep op om de procedure tot erkenning als koper of exploitant te verzekeren.

De voorzitter van het erkenningscomité en de leden van het erkenningscomité, vermeld in artikel 6, met uitzondering van personeelsleden van overheidsdiensten, en de voorzitter van het comité van beroep en de leden van het comité van beroep, vermeld in artikel 7, met uitzondering van personeelsleden van overheidsdiensten, kunnen aanspraak maken op een vergoeding voor reis- en verblijfkosten, die voorgeschreven is door de reglementering. De voormelde personen worden voor die vergoeding gelijkgesteld met de personeelsleden van de Vlaamse overheid die een graad van rang 10 tot en met 14 hebben als vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 13 januari 2006Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 13/01/2006 pub. 27/03/2006 numac 2006035334 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van de rechtspositie van het personeel van de diensten van de Vlaamse overheid sluiten houdende vaststelling van de rechtspositie van het personeel van de diensten van de Vlaamse overheid.

De voorzitters, vermeld in het eerste lid, met uitzondering van personeelsleden van overheidsdiensten, en de vertegenwoordigers van de bosexploitanten en van de privé-boseigenaars kunnen aanspraak maken op de volgende presentievergoedingen: 1° de voorzitter: een presentiegeld van 125 euro per dagdeel dat wordt geïndexeerd conform de afgevlakte gezondheidsindex, tot maximaal twee dagdelen per dag, om vergaderingen voor te bereiden en bij te wonen;2° de vertegenwoordigers van de exploitanten en van de privé-boseigenaars: een presentiegeld van 100 euro per dagdeel dat wordt geïndexeerd conform de afgevlakte gezondheidsindex, tot maximaal twee dagdelen per dag, om vergaderingen voor te bereiden en bij te wonen.

Art. 6.§ 1. Het erkenningscomité bestaat uit een voorzitter en de volgende leden die door de minister worden benoemd: 1° vier vertegenwoordigers van de sectorfederaties;2° een personeelslid van het agentschap;3° een vertegenwoordiger van de openbare boseigenaars;4° een vertegenwoordiger van de privé-boseigenaars, die voorgesteld is door de Mina-Raad;5° een vertegenwoordiger van Natuurinvest. Voor elk van de leden, vermeld in het eerste lid, wordt een vervanger benoemd door de minister. § 2. De voorzitter en de leden van het erkenningscomité en hun vervangers vervullen hun opdracht tot ze ontslag geven of door de minister ontslagen worden. § 3. Het erkenningscomité stelt een huishoudelijk reglement op dat ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de minister.

Art. 7.§ 1. Het comité van beroep bestaat uit een voorzitter en de volgende leden die door de minister worden benoemd: 1° vier vertegenwoordigers van de sectorfederatie;2° een personeelslid van het agentschap;3° een vertegenwoordiger van de openbare boseigenaars;4° een vertegenwoordiger van Natuurinvest;5° een vertegenwoordiger van de privé-boseigenaars, die voorgesteld is door de Mina-Raad;6° een personeelslid van een overheidsdienst, dat bevoegd is voor de arbeidsveiligheid, de werkgelegenheid en het sociaal overleg. Voor elk van de leden, vermeld in het eerste lid, wordt een vervanger benoemd door de minister. § 2. De voorzitter en de leden van het comité van beroep en hun vervangers vervullen hun opdracht tot ze ontslag geven zijn of door de minister ontslagen worden. § 3. Het comité van beroep stelt een huishoudelijk reglement op dat ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de minister.

Art. 8.Het erkenningscomité en het comité van beroep worden bijgestaan door een secretariaat. Het secretariaat staat in voor de administratieve voortgangscontrole van de erkenningsdossiers.

Het secretariaat wordt verzorgd door het agentschap en kan uitbesteed worden. Afdeling 2. - Het aanvraagdossier


Art. 9.§ 1. Het aanvraagdossier voor de erkenning als koper of exploitant bevat de volgende documenten: 1° het formele verzoek tot erkenning, dat gedateerd en ondertekend is door de aanvrager of de gevolmachtigde, met de volgende gegevens: a) de naam en, in voorkomend geval, de rechtsvorm, het ondernemingsnummer en de maatschappelijke zetel van de aanvrager;b) het adres, het telefoonnummer en het e-mailadres van de aanvrager;c) in voorkomend geval de voor- en achternaam, de functie en het adres van de natuurlijke persoon die, als de aanvrager een rechtspersoon is, gevolmachtigd is voor die rechtspersoon;d) een inhoudstafel van het volledige aanvraagdossier;e) een overzicht van het ingezette personeel, met vermelding van het statuut van tewerkstelling, en per personeelslid de vermelding of het voor aankoop en verkoop van hout, voor bosexploitatie of voor een combinatie van beide wordt ingezet;2° in voorkomend geval een kopie van de actuele versie van de statuten, en een overzicht van de voor- en achternaam, de functie en het adres van de natuurlijke personen die de rechtspersoon kunnen verbinden of van de natuurlijke personen die deel uitmaken van het orgaan van de rechtspersoon dat de rechtspersoon kan verbinden;3° een attest ter bevestiging van de verzekeringspolis burgerlijke aansprakelijkheid uitbating om de schade te dekken die kan voortvloeien uit de aankoop en verkoop van hout voor de koper, en de schade die kan voortvloeien uit de bosexploitatiewerkzaamheden en, in voorkomend geval, uit de aankoop en verkoop van hout voor de exploitant;4° als de aanvraag betrekking heeft op een erkenning als exploitant, worden de volgende documenten bijgevoegd: a) een attest van bosbouwtechnische kennis of een ander getuigschrift dat daaraan gelijkwaardig is, op naam van de aanvrager of, in voorkomend geval, van een natuurlijke persoon die gevolmachtigd is door een rechtspersoon en verantwoordelijk is voor de bosexploitatie;b) in voorkomend geval een van de volgende documenten voor het personeel dat in loonverband werkt en dat bosexploitatiewerkzaamheden uitvoert: 1) een attest van bosbouwtechnische kennis, of een getuigschrift dat daaraan gelijkwaardig is;2) een verklaring dat het personeel in kwestie al vroeger is vrijgesteld van een bosbouwtechnische opleiding;3) een schriftelijke verbintenis tot het volgen van een bosbouwtechnische opleiding binnen een jaar na inschrijving in het erkenningsdossier.De voormelde schriftelijke verbintenis bevat de gegevens, vermeld in punt 1°, a) en b). Ze wordt gedateerd en ondertekend door de aanvrager of, in voorkomend geval, door een natuurlijke persoon die is gemandateerd door een rechtspersoon; c) in geval van personeel: een verzekeringsattest ter bevestiging van de arbeidsongevallenverzekering;5° als de aanvrager in het verleden al erkend is geweest, de bewijsstukken dat voor de drie jaar vóór het jaar waarin de aanvraag is ingediend, per jaar gedurende minstens één werkdag een permanente vorming is gevolgd, door de exploitant of door zijn personeel dat bosexploitatiewerkzaamheden uitvoert;6° een attest van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid waaruit blijkt dat voldaan wordt aan de voorschriften voor de bijdragen voor de sociale zekerheid en de bestaanszekerheid.Dat attest bevat gegevens die slaan op het voorlaatste afgelopen kalenderkwartaal voor de indieningsdatum van het aanvraagdossier, met in voorkomend geval de vermelding van de namen van de personeelsleden. § 2. De houder van een erkenning als koper of exploitant deelt met een beveiligde zending elke wijziging van de gegevens, vermeld in paragraaf 1, mee aan het secretariaat.

Het erkenningscomité beslist of naar aanleiding van de wijzigingen die conform het eerste lid worden meegedeeld, een nieuwe aanvraag tot erkenning als koper of exploitant nodig is. Het erkenningscomité brengt de houder van een erkenning als koper of exploitant met een beveiligde zending binnen een termijn van zestig dagen vanaf de dag waarop het secretariaat de beveiligde zending, vermeld in het eerste lid, heeft ontvangen, op de hoogte van de voormelde beslissing. § 3. Bovengenoemde persoonsgegevens worden, conform artikel 5 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming, slechts in identificeerbare vorm bewaard gedurende 10 jaar, zoals gestipuleerd in artikel 2262bis van het Burgerlijk Wetboek, te rekenen vanaf de einddatum van de erkenning als koper of exploitant. Na afloop van deze bewaartermijn worden alle persoonsgegevens verwijderd en enkel niet-identificeerbare data bewaard voor statistische doeleinden.

Art. 10.In afwijking van artikel 9 kan op basis van een erkenning als koper of exploitant of een gelijkwaardig document dat is uitgereikt door een instantie die daarvoor bevoegd is in een ander Belgisch gewest, of door een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte, die betrekking heeft op het kunnen optreden als koper of exploitant als vermeld in dit besluit, een erkenning als koper of exploitant als vermeld in dit besluit, worden verleend.

In het geval, vermeld in het eerste lid, bezorgt de houder van een erkenning als koper of exploitant of een gelijkwaardig document, vermeld in het eerste lid, de volgende documenten aan het secretariaat: 1° een kopie van de erkenning als koper of exploitant die is uitgereikt door een instantie die daarvoor bevoegd is in een ander Belgisch gewest of door een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte;2° een formele erkenningsaanvraag die gedateerd en ondertekend is door de aanvrager of, in voorkomend geval, door een natuurlijke persoon die de vennootschap kan verbinden.De voormelde erkenningsaanvraag bevat de volgende gegevens: a) de naam en het adres van de aanvrager, in voorkomend geval de rechtsvorm en het adres van de maatschappelijke zetel en van de exploitatiezetel;b) het ondernemingsnummer of een overeenstemmende buitenlandse registratie of het btw-nummer;c) als de aanvrager een rechtspersoon is: de voor- en achternaam, de functie en het adres van de natuurlijke personen die de rechtspersoon kunnen verbinden of van de natuurlijke personen die deel uitmaken van het orgaan van de rechtspersoon dat de rechtspersoon kan verbinden.

Art. 11.Het erkenningscomité stelt modelformulieren op, die gebruikt worden om de erkenning als koper of exploitant aan te vragen. In de voormelde modelformulieren worden de documenten vermeld die verplicht zijn conform artikel 9, § 1, of, in voorkomend geval, artikel 10. De voormelde modelformulieren worden ter beschikking gesteld van de aanvrager van een erkenning als koper of exploitant. Afdeling 3. - De aanvraagprocedure


Art. 12.Het aanvraagdossier, vermeld in artikel 9, § 1, en artikel 10, tweede lid, wordt met een beveiligde zending of elektronisch via het ondernemingsloket ingediend bij het secretariaat.

Art. 13.Het secretariaat onderzoekt of het aanvraagdossier, vermeld in artikel 9, § 1, en artikel 10, tweede lid, volledig en ontvankelijk is en brengt de aanvrager van een erkenning als koper of exploitant binnen een termijn van dertig dagen na de dag waarop het secretariaat de aanvraag heeft ontvangen, op de hoogte van het resultaat van het voormelde onderzoek.

Als het secretariaat vaststelt dat het aanvraagdossier, vermeld in artikel 9, § 1, en artikel 10, tweede lid, onvolledig is, wordt de aanvrager van een erkenning als koper of exploitant schriftelijk verwittigd van die onvolledigheid. De voormelde aanvrager beschikt over dertig dagen na de dag waarop hij de voormelde kennisgeving heeft ontvangen, om de ontbrekende stukken te bezorgen aan het secretariaat.

Als het secretariaat, nadat de ontbrekende stukken conform het tweede lid zijn bezorgd, opnieuw de onvolledigheid van het aanvraagdossier, vermeld in artikel 9, § 1, en artikel 10, tweede lid, vaststelt, wordt de aanvraag onontvankelijk verklaard. De voormelde aanvrager wordt hiervan schriftelijk op de hoogte gebracht binnen een termijn van vijftien dagen na het ontvangen van de ontbrekende stukken.

Een aanvraagdossier als vermeld in artikel 9, § 1, en artikel 10, tweede lid, van een natuurlijke persoon waarvan de erkenning als koper of exploitant in de drie jaar vóór de datum van de aanvraag is ingetrokken als sanctie als vermeld in artikel 23, is onontvankelijk.

Een aanvraagdossier als vermeld in artikel 9, § 1, en artikel 10, tweede lid, van een rechtspersoon is onontvankelijk als een van de volgende situaties van toepassing is: 1° van een van de natuurlijke personen die de rechtspersoon kunnen verbinden, is in de drie jaar vóór de datum van de aanvraag de erkenning als koper of exploitant ingetrokken als sanctie als vermeld in artikel 23;2° van een van de natuurlijke personen die deel uitmaken van het orgaan van de rechtspersoon dat de rechtspersoon kan verbinden, is in de drie jaar vóór de datum van de aanvraag de erkenning als koper of exploitant ingetrokken als sanctie als vermeld in artikel 23;3° van een van de natuurlijke personen die de rechtspersoon kunnen verbinden of van de natuurlijke personen die deel uitmaken van het orgaan van de rechtspersoon dat de rechtspersoon kan verbinden, is in de drie jaar vóór de datum van de aanvraag de erkenning als koper of exploitant ingetrokken als sanctie als vermeld in artikel 23.

Art. 14.§ 1. Binnen dertig dagen vanaf de dag waarop het erkenningscomité de aanvraag tot erkenning als koper of exploitant volledig verklaart, legt het erkenningscomité zijn advies over de aanvraag tot erkenning voor aan de minister.

De minister beslist binnen zestig dagen vanaf de dag waarop de aanvraag volledig en ontvankelijk is verklaard. § 2. Als de minister binnen de termijn, vermeld in paragraaf 1, tweede lid, geen beslissing heeft genomen, wordt de erkenning als koper of exploitant geacht verleend te zijn.

Art. 15.De beslissing, vermeld in artikel 14, wordt binnen vijftien dagen vanaf de dag na de datum van de ondertekening van de voormelde beslissing via een beveiligde zending betekend. Afdeling 4. - De erkenningskaart


Art. 16.Als de erkenning als koper of exploitant verleend wordt, krijgt de erkende koper of exploitant een erkenningsnummer en jaarlijks een erkenningskaart zolang de voormelde erkenning geldt.

De erkenningskaart, vermeld in het eerste lid, wordt ook bezorgd aan het personeel van erkende exploitanten dat bosexploitatiewerkzaamheden uitvoert.

De erkenningskaart, vermeld in het eerste lid, wordt afgeleverd op voorwaarde dat aan de jaarlijkse verplichtingen, vermeld in artikel 18, is voldaan.

De vorm en het model van de erkenningskaart, vermeld in het eerste lid, worden uitgewerkt door het erkenningscomité.

Art. 17.Het secretariaat houdt een lijst bij van de erkende kopers en erkende exploitanten. Iedereen kan de voormelde lijst op het secretariaat opvragen.

De lijst, vermeld in het eerste lid, bevat al de volgende gegevens: 1° de naam en het adres van de erkende exploitant of erkende koper;2° in voorkomend geval het telefoonnummer van de erkende exploitant of erkende koper;3° de status van erkenning met de vermelding van de lopende sancties;4° het erkenningsnummer, vermeld in artikel 16, dat overeenkomt met het nummer op de erkenningskaart, vermeld in artikel 16.

Art. 18.De erkende exploitant en, in voorkomend geval, zijn personeel volgen jaarlijks een permanente vorming om erkend te kunnen blijven.

Het erkenningscomité bepaalt jaarlijks de aanvaarde vormingen voor de voormelde permanente vorming. Het secretariaat informeert de erkende kopers en exploitanten over de jaarlijkse kalender van de vormingsmomenten.

Erkende kopers en hun personeel hoeven geen jaarlijkse vorming als vermeld in het eerste lid, te volgen.

Op verzoek van het erkenningscomité worden jaarlijks al de volgende attesten voorgelegd: 1° een attest van de vorming, vermeld in het eerste lid, in geval van een erkenning als exploitant;2° een attest van aansluiting bij een sociaal verzekeringsfonds, met vermelding dat de sociale bijdragen vereffend zijn;3° een attest van de verzekering burgerlijke aansprakelijkheid uitbating dat als bedrijfsactiviteit bosexploitatie vermeldt. In geval van tewerkstelling van personeel worden naast de attesten, vermeld in het derde lid, de volgende attesten voorgelegd op verzoek van het erkenningscomité: 1° een RSZ-attest van het verlopen kalenderkwartaal, met vermelding dat de verschuldigde bijdragen vereffend zijn;2° een attest van de verzekering arbeidsongevallen;3° een attest per tewerkgesteld personeelslid van de vorming, vermeld in het eerste lid. In geval van indiensttreding van een nieuw personeelslid dat tewerkgesteld zal worden bij bosexploitatiewerkzaamheden, wordt het personeelslid in kwestie aangemeld bij het erkenningscomité vóór het personeelslid in kwestie de eerste keer bosexploitatiewerkzaamheden uitvoert.

HOOFDSTUK 4. - Toezicht en controle Afdeling 1. - Controle


Art. 19.Het agentschap of de bosbeheerder kunnen controle uitoefenen op de toepassing van dit besluit.

De erkende koper of exploitant verleent altijd medewerking aan het agentschap of de bosbeheerder bij de controle op de naleving van de vereisten, vermeld in artikel 3 en 4.

De erkenningskaart, vermeld in artikel 16, kan op de houtverkoop voorgelegd worden door de erkende koper. Erkende exploitanten en hun personeel kunnen de voormelde erkenningskaart altijd voorleggen bij een controle door het agentschap of de bosbeheerder.

Art. 20.Het agentschap, de bosbeheerder of de aangestelde van de bosbeheerder kan een met redenen omklede klacht indienen bij het secretariaat als de vereisten, vermeld in artikel 3 en 4, niet nageleefd worden. Als een proces-verbaal opgesteld wordt wegens niet-naleving van de voormelde vereisten, geldt dat als klacht.

Het erkenningscomité behandelt een met redenen omklede klacht binnen zestig kalenderdagen vanaf de dag waarop het secretariaat de voormelde klacht heeft ontvangen. Het erkenningscomité oordeelt over de ernst van de inbreuken. Het erkenningscomité deelt aan de indiener van de klacht en de exploitant of koper in kwestie mee welke beslissing conform artikel 23 is genomen. Afdeling 2. - Beroepsprocedure


Art. 21.§ 1. Tegen elke beslissing van het erkenningscomité, vermeld in artikel 23, kan de erkende koper, de erkende exploitant of de indiener van een klacht als vermeld in artikel 20, met een beveiligde zending binnen een termijn van dertig dagen na de kennisgeving van de beslissing van het erkenningscomité, vermeld in artikel 20, tweede lid, beroep indienen bij het comité van beroep. § 2. Het beroep wordt met een beroepschrift met een beveiligde zending ingediend bij het secretariaat. Het voormelde beroepschrift is gemotiveerd. § 3. Alle betrokken partijen kunnen verzoeken om tijdens de behandeling van het beroep gehoord te worden. § 4. Het comité van beroep formuleert een met redenen omklede beslissing binnen zestig dagen vanaf de dag waarop het comité van beroep het beroepschrift, vermeld in pararaaf 2, heeft ontvangen. Het comité van beroep heeft de bevoegdheid om een beslissing van het erkenningscomité te vernietigen en een nieuwe beslissing te nemen. § 5. Als het beroep wordt ingesteld tegen een waarschuwing of een schorsing als vermeld in artikel 23, eerste lid, 1° en 2°, schorst het beroep de bestreden beslissing niet.

Het comité van beroep stuurt een afschrift van de beslissing, vermeld in paragraaf 4, naar het erkenningscomité, de indiener van de aanvankelijke klacht en de exploitant of koper tegen wie de klacht is gericht.

Art. 22.Elke beslissing van de minister, het comité van beroep of van het erkenningscomité over de erkenning, de weigering, de schorsing, de intrekking, of de formele aanpassing van de erkenning, wordt met een beveiligde zending aan de aanvrager van een erkenning als koper of exploitant of de houder van een erkenning als koper of exploitant betekend. Afdeling 3. - Administratieve sancties


Art. 23.Als de voorwaarden, vermeld in artikel 3, 4, 9, § 2, of artikel 18, niet worden nageleefd, kan het erkenningscomité de volgende sancties opleggen: 1° een waarschuwing, waarbij de betrokkene wordt aangemaand om de inbreuk ongedaan te maken: in geval van een inbreuk op een van de voorwaarden, vermeld in artikel 3, 4, artikel 9, § 2, of artikel 18;2° een schorsing van maximaal één jaar: a) bij een tweede inbreuk op de voorwaarden, vermeld in artikel 3, 4, 9, § 2, of artikel 18, binnen drie jaar vóór de dag waarop de klacht, zoals vermeld in artikel 20, is ingediend bij het erkenningscomité;b) als door één klacht meer dan één inbreuk op de voorwaarden, vermeld in artikel 3, 4, 9, § 2, of artikel 18, wordt vastgesteld;c) als de betrokkene in gebreke blijft na de vraag van het secretariaat om de documenten, vermeld in artikel 18, derde en vierde lid, voor te leggen;3° een advies tot intrekking van de erkenning als koper of exploitant aan de minister.Binnen zestig kalenderdagen, te rekenen vanaf de datum van het advies van het erkenningscomité aan de minister, te bevestigen door de minister: a) bij een inbreuk op de voorwaarden, vermeld in artikel 3, 4, 9, § 2, of artikel 18, als aan de koper of exploitant in kwestie al twee schorsingen zijn opgelegd, binnen drie jaar vóór de dag waarop de klacht, zoals vermeld in artikel 20, is ingediend bij het erkenningscomité;b) als de betrokkene voor een tweede jaar op rij in gebreke blijft na de vraag van het secretariaat om de documenten, vermeld in artikel 18, derde en vierde lid, voor te leggen. Als de intrekking, vermeld in het eerste lid, 3°, niet binnen zestig dagen wordt bevestigd door de minister, wordt ze automatisch omgezet in een schorsing van één jaar.

Art. 24.Als een sanctie als vermeld in artikel 23, wordt opgelegd omdat de koper of exploitant in gebreke blijft om de documenten, vermeld in artikel 18, derde en vierde lid, voor te leggen, wordt de sanctie met een beveiligde zending aan de houder van de erkenning als koper of exploitant meegedeeld.

Binnen vijftien dagen, te rekenen vanaf de betekening van de sanctie, zoals vermeld in het eerste lid, kan de houder van de erkenning als koper of exploitant zich bij het secretariaat verantwoorden of ervoor zorgen dat aan de voorwaarden, vermeld in artikel 18, is voldaan. Als het secretariaat de voormelde verantwoording aanvaardt of beslist dat de voorwaarden, vermeld in artikel 18, zijn nageleefd, wordt de sanctie opgeheven.

Art. 25.De minister kan op verzoek van de houder van een erkenning als koper of exploitant elke erkenning intrekken. Hiertoe dient de houder een verzoek in te dienen bij het secretariaat van het erkenningscomité.

HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen

Art. 26.Het besluit van de Vlaamse Regering van 8 november 2002Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 08/11/2002 pub. 18/12/2002 numac 2002036508 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering houdende de erkenning van kopers en exploitanten van hout overeenkomstig artikel 79 van het Bosdecreet van 13 juni 1990 sluiten houdende de erkenning van kopers en exploitanten van hout overeenkomstig artikel 79 van het Bosdecreet van 13 juni 1990, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 23 april 2004, 7 maart 2008 en 19 november 2010, wordt opgeheven.

Art. 27.De Vlaamse Regering bepaalt de datum van de inwerkingtreding van artikel 2, tweede lid, van dit besluit.

Art. 28.De Vlaamse minister, bevoegd voor de omgeving en de natuur, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 19 juli 2024.

De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme, Z. DEMIR


^