gepubliceerd op 20 februari 1999
Besluit van de Vlaamse regering betreffende de toekenning van extra lestijden voor scholen van het basisonderwijs in de rand- en taalgrensgemeenten
19 JANUARI 1999. - Besluit van de Vlaamse regering betreffende de toekenning van extra lestijden voor scholen van het basisonderwijs in de rand- en taalgrensgemeenten
De Vlaamse regering, Gelet op het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, inzonderheid op artikel 169 tot en met 171 en 180;
Gelet op het advies van de onderwijsinspectie zoals bepaald in artikel 171, § 1 van het decreet basisonderwijs;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 22 juni 1998;
Gelet op het protocol nr. 304 van 7 juli 1998 houdende de conclusies van de onderhandelingen die gevoerd werden in de gemeenschappelijke vergadering van het sectorcomité X en van onderafdeling "Vlaamse Gemeenschap" van afdeling 2 van het comité voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten;
Gelet op het protocol nr. 82 van 7 juli 1998 houdende de conclusies van de onderhandelingen die gevoerd werden in het overkoepelend onderhandelingscomité;
Gelet op de beraadslaging van de Vlaamse regering, gegeven op 23 juli 1998, betreffende de aanvraag om advies bij de Raad van State binnen een maand;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 1 december 1998 met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1° van de gecoördineerde wetten van de Raad van State;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemeen
Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de door de Vlaamse Gemeenschap gefinancierde en gesubsidieerde Nederlandstalige scholen van het basisonderwijs, die liggen in de gemeenten van het Vlaams Gewest, genoemd in artikel 3, 1°, van de wet van 30 juli 1963 houdende taalregeling in het onderwijs en op de door de Vlaamse Gemeenschap gefinancierde en gesubsidieerde Nederlandstalige scholen van het basisonderwijs, die liggen in de gemeenten van het Vlaams Gewest, genoemd in artikel 7 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966.
Art. 2.Dit tijdelijk project en de extra lestijden hebben tot doel de integratie van het groot aantal anderstalige leerlingen te bevorderen.
Art. 3.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° aanwendingsplan: plan waarin wordt beschreven op welke wijze de extra lestijden worden aangewend;2° decreet: het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997;3° teldag: eerste schooldag van februari;4° taalvaardigheidsonderwijs : onderwijs dat als doel heeft bij alle leerlingen de vaardigheid te bevorderen om mondelinge en schriftelijke boodschappen te begrijpen en te produceren, zodanig dat zij in voor hen relevante contexten succesvol kunnen functioneren;5° intercultureel onderwijs : het geheel van globale maatregelen en specifieke acties die een school onderneemt om al haar leerlingen vaardigheden en kennisinhouden bij te brengen die nodig zijn om op een adequate en flexibele wijze om te gaan met sociale en culturele diversiteit. HOOFDSTUK II. - Toekenning van extra lestijden
Art. 4.Overeenkomstig artikel 169 van het decreet en binnen de vastgestelde begrotingskredieten kunnen extra lestijden worden toegekend aan scholen, zoals bedoeld in artikel 1, die gelijktijdig aan volgende voorwaarden voldoen: 1° het schoolbestuur dient vóór 18 september 1998 bij het departement Onderwijs een aanvraag met aanwendingsplan in;2° de onderwijsinspectie heeft geen negatief oordeel uitgebracht over de aanwending van de met toepassing van dit besluit toegekende extra lestijden in het voorafgaande schooljaar.
Art. 5.In het aanwendingsplan moet het schoolbestuur : 1° de behoefte aan extra lestijden motiveren door een beschrijving te geven van de schoolpopulatie;2° beschrijven op welke manier gewerkt wordt op volgende actieterreinen : a) taalvaardigheidsonderwijs Nederlands;b) intercultureel onderwijs;c) de betrokkenheid van de ouders.3° voor elk van de drie actieterreinen beschrijven: a) hoe de extra lestijden worden ingezet om resultaten te bereiken;b) hoe het geheel van het lestijdenpakket in de school wordt aangewend om resultaten te bereiken;c) hoe het overleg binnen het schoolteam georganiseerd is en hoe samengewerkt wordt met externe instanties;d) hoe de school de werking en de resultaten evalueert;4° de verbintenis aangaan de school te laten begeleiden door de pedagogische begeleiding, samen te werken met het PMS-centrum en de leerkrachten te laten deelnemen aan nascholing gericht op de actieterreinen.
Art. 6.§ 1. Het departement Onderwijs controleert de gegevens over de leerlingenaantallen en de vormelijke vereisten voor de aanvraag en het aanwendingsplan. § 2. De inhoud van het aanwendingsplan wordt beoordeeld door een beoordelingscommissie, samengesteld uit leden van de onderwijsinspectie, leden van het departement en externe deskundigen.
Wil een school in aanmerking komen voor extra lestijden dan moet het aanwendingsplan op grond van het vervullen van de voorwaarden, bedoeld in artikel 5, gunstig beoordeeld worden.
Art. 7.Als de kredieten die op de begroting zijn uitgetrokken onvoldoende zijn om alle verantwoorde aanvragen te honoreren, kent de beoordelingscommissie ze toe aan de scholen waarvan het aanwendingsplan de beste beoordeling krijgt. De beoordelingscommissie motiveert haar keuze.
Art. 8.§ 1. De extra lestijden worden toegekend vanaf 1 oktober 1998. § 2. Onverminderd de toepassing van artikel 4 worden de extra lestijden aan een school toegekend tot 30 juni 2000. Per schooljaar worden de extra lestijden evenwel toegekend op grond van de leerlingencijfers berekend op de teldag van het desbetreffende schooljaar. Een school kan het tweede schooljaar nooit méér extra lestijden krijgen dan het eerste schooljaar. § 3. Als er in het tweede jaar kredieten beschikbaar komen krachtens § 2 van dit artikel en van artikel 9 kunnen aan de scholen, die krachtens artikel 7 geen extra lestijden hebben gekregen, toch voor één schooljaar extra lestijden toegekend worden. Dit gebeurt volgens de criteria van artikel 7.
Art. 9.De onderwijsinspectie beoordeelt jaarlijks het gebruik van de met toepassing van dit besluit toegekende extra lestijden. Die beoordeling kan aanleiding geven tot de maatregelen, bedoeld in artikel 11 tot en met 13.
Art. 10.§ 1. Het aantal extra lestijden per week wordt per school berekend op grond van het totaal aantal op de teldag ingeschreven regelmatige leerlingen volgens onderstaande tabel : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 2. De krachtens § 1 verkregen extra lestijden mogen vrij verdeeld worden over alle leerlingengroepen van de school. § 3. De extra lestijden mogen niet worden aangewend om klassen te splitsen. HOOFDSTUK III. - Stopzetting van de toekenning van de extra lestijden en sancties
Art. 11.Onverminderd de toepassing van artikel 174 van het decreet zal in de hierna vermelde gevallen de financiering of subsidiëring onmiddellijk stop gezet worden : 1° als blijkt dat het aanwendingsplan onjuiste gegevens bevat;2° als vastgesteld wordt dat het aanwendingsplan niet nageleefd wordt.
Art. 12.§ 1. Onverminderd de toepassing van artikel 11 zullen de overtredingen inzake de berekening en de aanwending van de extra lestijden, vastgesteld door het departement Onderwijs, bij aangetekend schrijven worden meegedeeld aan het schoolbestuur in kwestie. De mededeling bevat tevens een verwijzing naar de mogelijke sancties. § 2. Binnen een termijn van 30 kalenderdagen na de betekening van het aangetekend schrijven kan het schoolbestuur bij het departement een verweerschrift indienen.
Als betekeningsdatum geldt de derde werkdag na de dag waarop het aangetekend schrijven ter post is afgegeven. De herfstvakantie, kerstvakantie, krokusvakantie, paasvakantie en zomervakantie schorten de termijn van 30 kalenderdagen op.
Art. 13.§ 1. Na ontvangst van het verweerschrift en uiterlijk 60 kalenderdagen na de betekening van het aangetekend schrijven legt het departement Onderwijs een dossier met een voorstel tot sanctie voor aan de Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs. § 2. De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, neemt vervolgens, krachtens artikel 177, § 1, 11° van het decreet, een beslissing over een sanctie. Na een termijn van drie maanden na de ontvangst van het verweerschrift kan geen sanctie meer worden genomen. § 3. De beslissing wordt bij aangetekend schrijven meegedeeld aan het schoolbestuur in kwestie. HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen
Art. 14.Dit besluit treedt in werking op 1 september 1998 met uitzondering van de artikelen 11 tot en met 13 die in werking treden 10 dagen na bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.
Art. 15.De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 19 januari 1999.
De minister-president van de Vlaamse regering, L. VAN DEN BRANDE De Vlaamse minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken, E. BALDEWIJNS