Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 19 december 2008
gepubliceerd op 30 december 2008

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 2006 betreffende de uitvoering van het Vlaamse inburgeringsbeleid

bron
vlaamse overheid
numac
2008036468
pub.
30/12/2008
prom.
19/12/2008
ELI
eli/besluit/2008/12/19/2008036468/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

19 DECEMBER 2008. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 2006 betreffende de uitvoering van het Vlaamse inburgeringsbeleid


De Vlaamse Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming van de instellingen, artikel 20;

Gelet op het decreet van 28 februari 2003 betreffende het Vlaamse inburgeringsbeleid, artikel 3, § 6, ingevoegd bij het decreet van 1 februari 2008, artikel 5, § 4 en § 5, ingevoegd bij het decreet van 14 juli 2006, artikel 6, § 2, artikel 7, § 2, tweede lid, vervangen bij het decreet van 14 juli 2006, artikel 12, § 2, derde lid, vervangen bij het decreet van 14 juli 2006 en gewijzigd bij het decreet van 1 februari 2008, en artikel 22, gewijzigd bij het decreet van 1 februari 2008;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 2006 betreffende de uitvoering van het Vlaamse inburgeringsbeleid;

Gelet op het akkoord van de Inspectie van Financiën, gegeven op 4 november 2008;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat het besluit van de Vlaamse Regering van 12 september 2008 betreffende het opleggen van een administratieve geldboete aan rechthebbende en verplichte inburgeraars op 1 januari 2009 in werking zal treden; dat de inwerkingtreding van dit besluit enkele aanpassingen aan het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 2006 betreffende de uitvoering van het Vlaamse inburgeringsbeleid vereist; dat die aanpassingen eveneens op 1 januari 2009 in werking moeten treden om de nodige rechtszekerheid te bieden aan de inburgeraars en om te voorkomen dat de uitvoering van het nieuwe sanctiebeleid ten aanzien van inburgeraars die een inbreuk plegen, in het gedrang komt;

Gelet op advies 45.606/3 van de Raad van State, gegeven op 9 december 2008, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In artikel 1, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 2006 betreffende de uitvoering van het inburgeringsbeleid wordt punt 4° vervangen door wat volgt : « 4° ongeletterde of zeer laaggeschoolde inburgeraar : de inburgeraar die een opleiding volgt als vermeld in artikel 2, 1°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2007 betreffende de modulaire structuur van de leergebieden van de basiseducatie; ».

Art. 2.In artikel 6 van hetzelfde besluit wordt paragraaf 2 vervangen door wat volgt : « § 2. Het agentschap maakt maandelijks per gemeente een elektronische adressenlijst op van de personen, vermeld in artikel 3, § 1, van het decreet, als ze voor het eerst met een verblijfstitel van meer dan drie maanden ingeschreven zijn in het Rijksregister, en vermeld in artikel 3, § 5, artikel 5, § 1, 3°, en artikel 5, § 7, van het decreet, die zich de vorige maand hebben ingeschreven in die gemeente.

Het bezorgt die adressenlijst via de Kruispuntbank Inburgering aan de onthaalbureaus. »

Art. 3.Aan artikel 13, § 6, van hetzelfde besluit wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt : « Als de verplichte inburgeraar om medische of persoonlijke redenen zich tijdelijk niet kan aanmelden bij het onthaalbureau of als hij na aanmelding tijdelijk in de onmogelijkheid verkeert om het inburgeringstraject aan te vatten, wordt er, naargelang het geval, uitstel van aanmelding of uitstel van ondertekening van het inburgeringscontract verleend. De inburgeraar moet zich, binnen een termijn van tien werkdagen nadat de periode van uitstel verstreken is, aanmelden bij het onthaalbureau om zijn inburgeringsplicht alsnog na te komen. De minister bepaalt de medische en persoonlijke redenen die aanleiding kunnen geven tot uitstel van aanmelding bij het onthaalbureau, uitstel van ondertekening van het inburgeringscontract of tijdelijke opschorting van het inburgeringscontract. »

Art. 4.In artikel 14 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1 wordt het eerste lid vervangen door wat volgt : « De inburgeraar, vermeld in artikel 5, § 1, 1° en 3°, van het decreet, en de inburgeraar, vermeld in artikel 3, § 1, van het decreet, als hij geen inkomsten verwerft via een wachtuitkering, een werkloosheidsuitkering, maatschappelijke dienstverlening of een leefloon, die beroepsmatig werkzaam is op het ogenblik dat het inburgeringscontract, vermeld in artikel, 10, § 4, wordt opgemaakt, kan een beroep doen op de bepalingen, vermeld in artikel 3, § 6, en artikel 5, § 5, van het decreet, naargelang het geval, als hij bij ondertekening van het inburgeringscontract, en vervolgens om de drie maanden, kan bewijzen dat hij beroepsmatig werkzaam is.In het inburgeringscontract wordt aangegeven op welke punten in een afwijking van artikel 5, § 3, en artikel 12, § 2, van het decreet en van de criteria, vermeld in artikel 12, § 1, derde en vierde lid, van het decreet, wordt voorzien. In voorkomend geval bepaalt het inburgeringscontract ook binnen welke termijn en bij welke andere voorziening dan een reguliere voorziening hij de kennis en vaardigheden van het vormingsonderdeel Nederlands als tweede taal of loopbaanoriëntatie zal verwerven en hoe hij dat zal aantonen. In het inburgeringscontract wordt ook bepaald op welke tijdstippen hij opnieuw moet bewijzen dat hij beroepsmatig werkzaam is. »; 2° in paragraaf 2 wordt het eerste lid vervangen door wat volgt : « De inburgeraar, vermeld in artikel 5, § 1, 1° en 3°, van het decreet, en de inburgeraar, vermeld in artikel 3, § 1, van het decreet, als hij geen inkomsten verwerft via een wachtuitkering, een werkloosheidsuitkering, maatschappelijke dienstverlening of een leefloon, die beroepsmatig werkzaam wordt bij de start van of tijdens het vormingsprogramma, kan een beroep doen op de bepalingen, vermeld in artikel 3, § 6, en artikel 5, § 5, van het decreet, naargelang het geval, zodra hij kan bewijzen dat hij beroepsmatig werkzaam is.Hij moet dat bewijs vervolgens om de drie maanden opnieuw voorleggen. In de bijlage bij het inburgeringscontract, vermeld in artikel 10, § 5, wordt aangegeven op welke punten in een afwijking van artikel 5, § 3, en artikel 12, § 2, van het decreet en van de criteria, vermeld in artikel 12, § 1, derde en vierde lid, van het decreet, wordt voorzien.

In voorkomend geval bepaalt de bijlage ook binnen welke termijn en bij welke andere voorziening dan een reguliere voorziening hij de kennis en vaardigheden van het vormingsonderdeel Nederlands als tweede taal of loopbaanoriëntatie zal verwerven en hoe hij dat zal aantonen. In de bijlage wordt ook bepaald op welke tijdstippen hij opnieuw moet bewijzen dat hij beroepsmatig werkzaam is. »

Art. 5.In artikel 39 van hetzelfde besluit worden tussen de woorden « artikel 17 » en de woorden « hoofdstuk VII » de woorden « hoofdstuk VI, artikel 26,4°, » ingevoegd.

Art. 6.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2009.

Art. 7.De Vlaamse minister, bevoegd voor het Inburgeringsbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 19 december 2008.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering, M. KEULEN

^