Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 18 maart 2016
gepubliceerd op 21 april 2016

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van de bijzondere beroepstitel van ziekenhuisapotheker

bron
vlaamse overheid
numac
2016035680
pub.
21/04/2016
prom.
18/03/2016
ELI
eli/besluit/2016/03/18/2016035680/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

18 MAART 2016. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van de bijzondere beroepstitel van ziekenhuisapotheker


De Vlaamse Regering, Gelet op de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015, artikel 88;

Gelet op het koninklijk besluit van 22 oktober 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/10/2012 pub. 03/12/2012 numac 2012024348 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit tot vaststelling van de procedure voor de erkenning van de bijzondere beroepstitel van ziekenhuisapotheker sluiten tot vaststelling van de procedure voor de erkenning van de bijzondere beroepstitel van ziekenhuisapotheker;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 29 oktober 2015;

Gelet op advies 58.611/VR/3 van de Raad van State, gegeven op 20 januari 2016, met toepassing van art. 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad Van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder: 1° administrateur-generaal: de leidend ambtenaar van het agentschap;2° agentschap: het agentschap Zorg en Gezondheid, opgericht bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 mei 2004Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 07/05/2004 pub. 07/06/2004 numac 2004035841 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap « Zorg en Gezondheid » sluiten tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap "Zorg en Gezondheid";3° erkenningscommissie: de erkenningscommissie voor de erkenning van de bijzondere beroepstitel van ziekenhuisapotheker. HOOFDSTUK 2. - Samenstelling en opdrachten van de erkenningscommissie

Art. 2.Bij het agentschap wordt een erkenningscommissie opgericht.

De erkenningscommissie stelt een huishoudelijk reglement op.

De erkenningscommissie heeft als taak gemotiveerde adviezen te verstrekken aan het agentschap over: 1° de aanvragen tot voorlopige erkenning als ziekenhuisapotheker;2° de aanvragen tot volledige erkenning als ziekenhuisapotheker, alsook tot verlenging van die erkenning. De erkenningscommissie kan het agentschap machtigen om voor bepaalde categorieën van aanvragen een beslissing te nemen zonder daarover voorafgaandelijk het advies van de erkenningscommissie in te winnen.

Art. 3.§ 1. De erkenningscommissie is samengesteld uit: 1° vier werkende leden en vier plaatsvervangers, ziekenhuisapothekers, die sedert ten minste tien jaar over de volledige erkenning van de bijzondere beroepstitel van ziekenhuisapotheker beschikken.Ze worden voorgedragen door hun beroepsverenigingen; 2° vier werkende leden en vier plaatsvervangers, (ziekenhuis)apothekers, die ten minste vijf jaar onderwijservaring in een universitaire instelling kunnen bewijzen.Ze worden voorgedragen door de Vlaamse Interuniversitaire Raad. § 2. De leden van de erkenningscommissie worden door de administrateur-generaal benoemd voor een hernieuwbare termijn van zes jaar. Ze blijven in functie tot de administrateur-generaal over de hernieuwing van hun mandaten een beslissing heeft genomen.

In geval van overlijden, ontslag of intrekking van een mandaat van een lid benoemt de administrateur-generaal een nieuw lid, voorgedragen door een beroepsvereniging of door de Vlaamse Interuniversitaire Raad.

De administrateur-generaal benoemt dat vervangend lid voor de resterende duur van het mandaat van het lid dat hij vervangt. § 3. De erkenningscommissie kiest uit haar leden een voorzitter en een ondervoorzitter. Bij afwezigheid van de voorzitter en van de ondervoorzitter wordt de erkenningscommissie voorgezeten door het oudste lid in leeftijd. § 4. Om geldig te beraadslagen moet ten minste de helft van de leden van de erkenningscommissie aanwezig zijn.

Als er niet voldoende leden aanwezig zijn, organiseert de voorzitter een nieuwe vergadering met dezelfde agenda. De erkenningscommissie kan dan geldig vergaderen ongeacht het aantal aanwezige leden.

De erkenningscommissie spreekt zich uit bij meerderheid van de aanwezige leden.

Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter beslissend.

De erkenningscommissie kan, als ze dat nuttig acht en na akkoord van het agentschap, een beroep doen op externe deskundigen. Die personen hebben een raadgevende stem. § 5. De beraadslagingen van de erkenningscommissie, alsook het verslag ervan, zijn geheim. De adviezen van de erkenningscommissie moeten gemotiveerd worden. § 6. De functie van secretaris van de erkenningscommissie wordt waargenomen door een personeelslid van het agentschap.

Art. 4.§ 1. De voorzitter en de leden van de erkenningscommissie, en de eventuele externe deskundigen, ontvangen voor hun werkzaamheden een vergoeding per vergadering waarop ze aanwezig zijn. § 2. De vergoeding, vermeld in paragraaf 1, bedraagt 5 euro, behalve voor de voorzitter, aan wie een vergoeding van 7,5 euro wordt toegekend.

De vergoeding wordt voor maximaal twaalf vergaderingen, die plaatsvinden op initiatief van het agentschap, per jaar toegekend.

Verschillende vergaderingen van de erkenningscommissie die op dezelfde dag plaatsvinden, gelden maar als één vergadering.

Art. 5.De voorzitter en de leden van de erkenningscommissie, en de eventuele externe deskundigen, ontvangen een vergoeding voor de reiskosten die verbonden zijn aan de deelname aan de vergaderingen, overeenkomstig de op dat moment geldende regeling voor de kilometervergoeding van personeelsleden van de Vlaamse overheid.

Art. 6.Als de administrateur-generaal in de onmogelijkheid verkeert om tot de benoeming van de leden van een nieuw op te richten erkenningscommissie over te gaan omdat niet voldoende leden worden voorgedragen door de beroepsverenigingen en door de Vlaamse Interuniversitaire Raad, wordt de bevoegdheid om advies te verlenen over de aanvragen, vermeld in artikel 2, derde lid, tijdelijk toegewezen aan het agentschap.

Het agentschap kan voor de uitvoering van de adviserende bevoegdheid om het even welke ambtenaar, expert of organisatie raadplegen of belasten met een adviesopdracht. De uiteindelijke beslissing over het te verlenen advies behoort toe aan het agentschap.

De tijdelijke bevoegdheid van het agentschap neemt een einde op de eerste dag dat de leden van de erkenningscommissie benoemd zijn. HOOFDSTUK 3. - De erkenning van de bijzondere beroepstitel van ziekenhuisapotheker Afdeling 1. - De voorlopige erkenning

Art. 7.§ 1. De kandidaat die de voorlopige erkenning wil verkrijgen, dient daarvoor uiterlijk binnen zes maanden na de start van de academische opleiding zijn aanvraag in bij het agentschap. Het agentschap stelt daarvoor een aanvraagformulier ter beschikking.

Het agentschap kan voor de indiening van de aanvragen, vermeld in het eerste lid, een digitaal platform ter beschikking stellen dat het aanvraagformulier, vermeld in het eerste lid, aanvult of vervangt.

Bij de aanvraag moet het stageplan voor de drie jaar durende praktische opleiding gevoegd zijn, vermeld in het ministerieel besluit van 22 oktober 2012Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 22/10/2012 pub. 03/12/2012 numac 2012024347 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Ministerieel besluit tot vaststelling van de erkenningscriteria voor de bijzondere beroepstitel van ziekenhuisapotheker sluiten tot vaststelling van de erkenningscriteria voor de erkenning van de bijzondere beroepstitel van ziekenhuisapotheker, en de stageovereenkomst die de kandidaat heeft gesloten met de stagedienst en de stagemeester die hem bij de uitvoering van zijn stageplan zullen begeleiden. § 2. Alleen volledige dossiers worden aan de erkenningscommissie voorgelegd.

Het agentschap vraagt bij de aanvrager, in geval van onvolledigheid van het dossier, de ontbrekende documenten op. Als de aanvrager die documenten niet binnen drie maanden na de opvraging bezorgt, kan de aanvraag administratief worden afgesloten.

De kandidaat kan worden uitgenodigd voor de vergadering van de erkenningscommissie waarbij hem gevraagd wordt om eventuele bijkomende inlichtingen te verstrekken over het stageplan.

Als de kandidaat die voor de vergadering van de erkenningscommissie is uitgenodigd, niet aanwezig kan zijn, kan de erkenningscommissie adviseren op basis van het dossier. § 3. Het agentschap beslist, na advies van de erkenningscommissie, over de goedkeuring van het stageplan. Bij de goedkeuring van het stageplan verkrijgt de kandidaat een voorlopige erkenning. Het gemotiveerde advies van de erkenningscommissie wordt bij de beslissing gevoegd. § 4. Als het stageplan tijdens de eerste zes maanden na de start van de academische opleiding wordt ingediend, wordt de stageperiode gerekend vanaf de datum waarop de praktische opleiding werkelijk begonnen is.

Als het stageplan na de zes maanden, vermeld in het eerste lid, wordt ingediend, wordt de datum van de indiening beschouwd als de datum waarop de stage is begonnen. § 5. De voorlopige erkenning geldt voor drie jaar. De voorlopige erkenning kan door het agentschap maximaal één keer met drie jaar worden verlengd, na advies van de erkenningscommissie.

Art. 8.§ 1. De stage wordt in principe ononderbroken gevolgd. § 2. In afwijking van paragraaf 1 kan het agentschap, na het advies van de erkenningscommissie, een onderbreking toestaan. De kandidaat meldt daarvoor onmiddellijk een onderbreking van de stage aan het agentschap. § 3. Tijdens de effectieve opleidingsduur heeft de kandidaat bovendien recht op een onderbreking van in totaal maximaal vijftien weken, wegens zwangerschapsverlof als vermeld in de Arbeids wet van 16 maart 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1971 pub. 28/10/1998 numac 1998000346 bron ministerie van binnenlandse zaken Arbeidswet - Duitse vertaling sluiten, wegens palliatief verlof als vermeld in de Herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen, en om medische redenen, zonder verlenging van de stage. § 4. Voor elke onderbreking, vermeld in paragraaf 2 en 3, van meer dan vijftien weken wordt de stage verlengd naar rato van het deel van de onderbreking dat de vijftien weken overschrijdt.

De kandidaat legt een voorstel van stageverlenging voor het deel van de onderbreking dat de vijftien weken overschrijdt, ter goedkeuring voor aan het agentschap. Het agentschap beslist na advies van de erkenningscommissie. Het gemotiveerde advies van de erkenningscommissie wordt bij de beslissing gevoegd.

Art. 9.§ 1. De kandidaat bezorgt aan het eind van elk stagejaar zijn stageboekje, met inbegrip van de evaluatie door de stagemeester, aan het agentschap. § 2. In geval van een meningsverschil tussen de stagemeester en de kandidaat kan elk van beiden het geschil schriftelijk aanhangig maken bij het agentschap.

De erkenningscommissie hoort de kandidaat en de stagemeester.

Als het geschil blijft bestaan, kan de erkenningscommissie een onderzoekscommissie, die bestaat uit ten minste twee van haar leden, belasten met een onderzoek ter plaatse.

Een personeelslid van het agentschap woont het onderzoek te plaatse bij.

Na inzage van het verslag, brengt de erkenningscommissie advies uit.

Het agentschap bezorgt zijn definitieve beslissing aan de kandidaat en aan de stagemeester. § 3. Als de stagemeester in de loop van of op het einde van de stageperiode van oordeel is dat de kandidaat niet geschikt is om de functie van ziekenhuisapotheker uit te oefenen, of ongewenst is geworden in zijn dienst, deelt hij dat schriftelijk mee aan de kandidaat en aan het agentschap, met vermelding van de motieven waarop hij zijn beoordeling baseert.

De erkenningscommissie hoort de kandidaat en de stagemeester.

Als de stagemeester bij zijn standpunt blijft, kan de erkenningscommissie een onderzoekscommissie, die bestaat uit ten minste twee van haar leden, belasten met een onderzoek ter plaatse.

Een personeelslid van het agentschap woont het onderzoek te plaatse bij.

Na inzage van het verslag, adviseert de erkenningscommissie ofwel om een einde te maken aan de stage, ofwel om de stage verder te laten zetten. In het laatste geval adviseert de erkenningscommissie dat de kandidaat een nieuwe stagemeester zoekt en in welke mate de stage, gevolgd bij de eerste stagemeester, in aanmerking zal worden genomen bij het berekenen van de totale stageduur. De kandidaat legt een wijziging van het stageplan ter goedkeuring voor aan het agentschap.

Als ook de tweede stagemeester na de uitvoering van het gewijzigde stageplan een ongunstige evaluatie geeft, kan er zonder onderzoeksprocedure een einde worden gesteld aan de opleiding van de kandidaat en verliest de kandidaat zijn voorlopige erkenning. Afdeling 2. - De volledige erkenning

Art. 10.§ 1. De kandidaat die de volledige erkenning, waarbij hij gemachtigd wordt om de bijzondere beroepstitel van ziekenhuisapotheker te dragen, wil verkrijgen na de uitvoering van een stageplan dat tot de voorlopige erkenning heeft geleid, dient daarvoor binnen drie maanden na de beëindiging van de stage zijn aanvraag in bij het agentschap. Het agentschap stelt daarvoor een aanvraagformulier ter beschikking.

Het agentschap kan voor de indiening van de aanvragen, vermeld in het eerste lid, een digitaal platform ter beschikking stellen dat het aanvraagformulier, vermeld in het eerste lid, aanvult of vervangt.

De aanvrager voegt bij zijn aanvraag alle bewijsstukken waaruit blijkt dat hij voldoet aan de erkenningscriteria, vermeld in het ministerieel besluit van 22 oktober 2012Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 22/10/2012 pub. 03/12/2012 numac 2012024347 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Ministerieel besluit tot vaststelling van de erkenningscriteria voor de bijzondere beroepstitel van ziekenhuisapotheker sluiten tot vaststelling van de erkenningscriteria voor de erkenning van de bijzondere beroepstitel van ziekenhuisapotheker. § 2. Alleen volledige dossiers worden aan de erkenningscommissie voorgelegd.

Het agentschap vraagt bij de aanvrager, in geval van onvolledigheid van het dossier, de ontbrekende documenten op. Als de aanvrager die documenten niet binnen drie maanden na de opvraging bezorgt, kan de aanvraag administratief worden afgesloten.

De erkenningscommissie evalueert in het bijzonder of de kandidaat de minimale theoretische kennis en praktische vaardigheden bezit, vermeld in het ministerieel besluit van 22 oktober 2012Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 22/10/2012 pub. 03/12/2012 numac 2012024347 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Ministerieel besluit tot vaststelling van de erkenningscriteria voor de bijzondere beroepstitel van ziekenhuisapotheker sluiten tot vaststelling van de erkenningscriteria voor de erkenning van de bijzondere beroepstitel van ziekenhuisapotheker. § 3. Het agentschap beslist, na advies van de erkenningscommissie, over de aanvraag tot volledige erkenning. Het gemotiveerde advies van de erkenningscommissie wordt bij de beslissing gevoegd. § 4. De volledige erkenning vangt aan op de datum van de aanvraag, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, en wordt verleend voor een periode van vijf jaar.

Art. 11.Het agentschap kan, na advies van de erkenningscommissie, een volledige erkenning toestaan als niet tijdig een volledige erkenning is aangevraagd, een volledige erkenning niet is verlengd of als een erkenning is ingetrokken. De ziekenhuisapotheker dient daarvoor een gemotiveerde aanvraag in bij het agentschap. In voorkomend geval kan de nieuwe volledige erkenning afhankelijk worden gemaakt van het doorlopen van een individueel ad-hoc opleidingsprogramma. Afdeling 3. - De verlenging van de erkenning

Art. 12.§ 1. De aanvrager die een verlenging van de volledige erkenning van de bijzondere beroepstitel van ziekenhuisapotheker wil verkrijgen, dient daarvoor ten minste zes maanden voor het verstrijken van de volledige erkenning zijn aanvraag in bij het agentschap. Het agentschap stelt daarvoor een aanvraagformulier ter beschikking.

Het agentschap kan voor de indiening van de aanvragen, vermeld in het eerste lid, een digitaal platform ter beschikking stellen dat het aanvraagformulier, vermeld in het eerste lid, aanvult of vervangt.

De aanvrager voegt bij zijn aanvraag alle bewijsstukken waaruit blijkt dat hij voldoet aan de erkenningscriteria, vermeld in het ministerieel besluit van 22 oktober 2012Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 22/10/2012 pub. 03/12/2012 numac 2012024347 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Ministerieel besluit tot vaststelling van de erkenningscriteria voor de bijzondere beroepstitel van ziekenhuisapotheker sluiten tot vaststelling van de erkenningscriteria voor de erkenning van de bijzondere beroepstitel van ziekenhuisapotheker. § 2. Alleen volledige dossiers worden aan de erkenningscommissie voorgelegd.

Het agentschap vraagt bij de aanvrager, in geval van onvolledigheid van het dossier, de ontbrekende documenten op. Als de aanvrager die documenten niet binnen drie maanden na de opvraging bezorgt, kan de aanvraag administratief worden afgesloten. § 3. Het agentschap beslist, na advies van de erkenningscommissie, over de aanvraag tot verlenging van de erkenning. Het gemotiveerde advies van de erkenningscommissie wordt bij de beslissing gevoegd. § 4. De verlenging van de erkenning van de bijzondere beroepstitel van ziekenhuisapotheker wordt verleend voor een periode van vijf jaar. HOOFDSTUK 4. - De procedure tot heroverweging

Art. 13.Als de erkenningscommissie een negatief advies geeft en het agentschap beslist om dat advies te volgen, bezorgt het agentschap het voornemen tot negatieve beslissing aan de aanvrager met een aangetekende brief.

De aanvrager kan binnen dertig dagen na de ontvangst van het voornemen tot negatieve beslissing een bezwaarnota aan het agentschap bezorgen met zijn opmerkingen.

De bezwaarnota van de aanvrager wordt, samen met het negatieve advies, het voornemen tot negatieve beslissing en het aanvraagdossier, opnieuw voorgelegd aan de erkenningscommissie, die op basis van die stukken een nieuw advies uitbrengt.

Het agentschap bezorgt zijn definitieve beslissing aan de aanvrager.

Art. 14.Als het agentschap van oordeel is dat een positief advies van de erkenningscommissie niet gevolgd kan worden, brengt het de erkenningscommissie daarvan op de hoogte.

Als de erkenningscommissie bij haar oorspronkelijke positieve advies blijft, bezorgt het agentschap het voornemen tot negatieve beslissing, samen met het positieve advies, aan de aanvrager.

De aanvrager kan binnen dertig dagen na de ontvangst van het voornemen tot negatieve beslissing een bezwaarnota aan het agentschap bezorgen met zijn opmerkingen.

De bezwaarnota van de aanvrager wordt, samen met het positieve advies, het voornemen tot negatieve beslissing en het aanvraagdossier, voorgelegd aan de Vlaamse minister, bevoegd voor het gezondheidsbeleid, die op basis van die stukken een definitieve beslissing neemt over het dossier in kwestie.

Het agentschap bezorgt de definitieve beslissing van de Vlaamse minister, bevoegd voor het gezondheidsbeleid, aan de aanvrager. HOOFDSTUK 5. - De intrekking van de erkenning van de bijzondere beroepstitel van ziekenhuisapotheker

Art. 15.Als een ziekenhuisapotheker niet meer aan de erkenningscriteria voldoet, kan het agentschap de voorlopige erkenning als ziekenhuisapotheker of de volledige erkenning als ziekenhuisapotheker intrekken.

Het agentschap kan een erkenning pas intrekken nadat het daarover het advies van de erkenningscommissie heeft ingewonnen, en nadat het, na het advies van de erkenningscommissie ontvangen te hebben, zijn voornemen tot intrekking aan de ziekenhuisapotheker heeft bekendgemaakt.

De ziekenhuisapotheker van wie het agentschap de erkenning wil intrekken conform het tweede lid, kan binnen dertig dagen na de ontvangst van het voornemen een bezwaarnota indienen.

De bezwaarnota wordt, samen met het voornemen tot intrekking, voorgelegd aan de erkenningscommissie, die op basis van die stukken een advies uitbrengt. Na het advies van de erkenningscommissie wordt de definitieve beslissing van het agentschap aan de ziekenhuisapotheker bezorgd.

Art. 16.Als de ziekenhuisapotheker een erkenning die conform dit besluit is gegeven, niet wil behouden, brengt hij het agentschap daarvan schriftelijk op de hoogte. Het agentschap trekt, op basis van die uitdrukkelijke vraag van de ziekenhuisapotheker, de erkenning in.

Art. 17.De ziekenhuisapotheker van wie de erkenning is ingetrokken conform artikel 15 of 16, kan altijd bij het agentschap een nieuwe erkenning aanvragen. In dat geval verloopt de erkenningsprocedure volgens de bepalingen van dit besluit. HOOFDSTUK 6. - Slotbepalingen

Art. 18.In artikel 2 van het koninklijk besluit van 22 oktober 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/10/2012 pub. 03/12/2012 numac 2012024348 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit tot vaststelling van de procedure voor de erkenning van de bijzondere beroepstitel van ziekenhuisapotheker sluiten tot vaststelling van de procedure voor de erkenning van de bijzondere beroepstitel van ziekenhuisapotheker wordt punt 1° opgeheven.

Art. 19.In hetzelfde besluit wordt hoofdstuk 2, dat bestaat uit artikel 4 tot en met 21, opgeheven.

Art. 20.In artikel 34 van hetzelfde besluit worden punt 1° en punt 2° opgeheven.

Art. 21.Artikel 37 en 38 van hetzelfde besluit worden opgeheven.

Art. 22.Artikel 46 tot en met 49 van hetzelfde besluit worden opgeheven.

Art. 23.De dossiers die op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit al in behandeling zijn, worden vanaf de inwerkingtreding verder behandeld conform dit besluit.

Art. 24.Tot op het ogenblik dat de leden van de nieuw op te richten erkenningscommissie benoemd zijn, wordt de bevoegdheid om advies te verlenen over de aanvraag tot voorlopige erkenning als ziekenhuisapotheker, over de aanvraag tot volledige erkenning als ziekenhuisapotheker, alsook tot verlenging van die erkenning, tijdelijk toegewezen aan het agentschap.

Het agentschap kan voor de uitvoering van de adviserende bevoegdheid om het even welk personeelslid of om het even welke expert of organisatie raadplegen of belasten met een adviesopdracht. De uiteindelijke beslissing over het te verlenen advies behoort toe aan het agentschap.

Art. 25.De Vlaamse minister, bevoegd voor het gezondheidsbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 18 maart 2016.

De minister-president van de Vlaamse Regering, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, J. VANDEURZEN

^