Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 17 december 2021
gepubliceerd op 03 maart 2022

Besluit van de Vlaamse Regering tot toekenning van een investeringssubsidie aan lokale besturen voor de realisatie van noodwoningen

bron
vlaamse overheid
numac
2022030244
pub.
03/03/2022
prom.
17/12/2021
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

17 DECEMBER 2021. - Besluit van de Vlaamse Regering tot toekenning van een investeringssubsidie aan lokale besturen voor de realisatie van noodwoningen


Rechtsgronden Dit besluit is gebaseerd op het decreet van 18 december 2020Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/12/2020 pub. 05/03/2021 numac 2021020220 bron vlaamse overheid Decreet houdende de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten houdende de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021, artikel 12, gewijzigd bij het decreet van 9 juli 2021.

Vormvereisten De volgende vormvereisten zijn vervuld: - De Inspectie van Financiën heeft advies gegeven op 25 november 2021. - De Vlaamse minister, bevoegd voor begroting, heeft zijn akkoord gegeven op 8 december 2021.

Motivering Dit besluit is gebaseerd op de volgende motieven: - In de beleidsnota Wonen 2019-2024 wordt een jaarlijkse open oproep voor noodwoningen voorzien. De eerste oproep werd in 2020 gelanceerd. - Het Steunpunt Wonen voerde in 2020 een onderzoek `Noodwoningen - Een verkenning van vraag en aanbod en van succesfactoren voor een Vlaams beleid' uit in opdracht van de Vlaamse overheid. De resultaten van dat onderzoek vormden de basis voor de projectoproep noodwoningen 2020 en werden opnieuw meegenomen bij het uitwerken van de projectoproep voor 2021, die als bijlage bij dit besluit wordt gevoegd.

Juridisch kader Dit besluit sluit aan bij de volgende regelgeving: - de wet van 16 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/05/2003 pub. 25/06/2003 numac 2003003343 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole en federale overheidsdienst financien Wet tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof type wet prom. 16/05/2003 pub. 30/07/2015 numac 2015000394 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof; - de Vlaamse Codex Overheidsfinanciën van 29 maart 2019; - het Besluit Vlaamse Codex Overheidsfinanciën van 17 mei 2019.

Initiatiefnemer Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Wonen en Onroerend Erfgoed.

Na beraadslaging, DE VLAAMSE REGERING BESLUIT:

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder: 1° aanvraagformulier: het digitale aanvraagformulier tot deelname aan de projectoproep, in te vullen via het formulierenloket waarvan de weblink gepubliceerd is op de website van het agentschap;2° agentschap: het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Wonen-Vlaanderen dat is opgericht bij het besluit van de Vlaamse regering van 16 december 2005Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 16/12/2005 pub. 16/02/2006 numac 2006035200 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse Regering tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Wonen-Vlaanderen sluiten tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Wonen-Vlaanderen;3° lokale besturen: de gemeenten of de OCMW's die voor 1 oktober 2021 een aanvraagformulier tot deelname aan de projectoproep noodwoningen hebben ingediend;4° noodwoning: een woning vermeld in art.1.2, eerste lid, 87°, van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021; 5° projectoproep: de Vlaamse projectoproep noodwoningen 2021, die gepubliceerd is op de website van het agentschap en als bijlage bij dit besluit is gevoegd.

Art. 2.§ 1. Binnen de perken van de kredieten op het begrotingsartikel QF0-1QDG2RA-WT van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en binnen de perken van de bepalingen in de projectoproep wordt een subsidie toegekend aan de volgende lokale besturen voor hun investeringen in noodwoningen.

Projectvoorstel gemeente

Subsidieerbare kost per noodwoning

Subsidiebedrag per noodwoning

Totaal subsidie-bedrag

TEMSE

11.421,54

5.710,77

11.421,54

HEVERLEE

290.000,00

145.000,00

870.000,00

BERLAAR 1

90.320,40

45.160,20

90.320,40

DIEST

78.677,54

39.338,77

78.677,54

SCHERPENHEUVEL-ZICHEM

20.770,81

10.385,41

20.770,81

KORTRIJK

136.487,09

68.243,55

341.217,73

LIER 1

290.000,00

145.000,00

145.000,00

DKSMUIDE

121.244,27

60.622,14

181.866,41

DEERLIJK

258.000,00

129.000,00

129.000,00

LEUVEN

108.443,00

54.221,50

759.101,00

ARENDONK

240.000,00

120.000,00

120.000,00

ERPE-MERE

290.000,00

145.000,00

290.000,00

BERLAAR 2

102.406,77

51.203,38

102.406,77

HASSELT

138.894,00

69.447,00

138.894,00

ANTWERPEN 1

287.977,35

143.988,68

575.954,70

ANTWERPEN 2

290.000,00

145.000,00

435.000,00

SCHILDE 1

40.310,55

20.155,27

40.310,55

VLETEREN

131.250,00

65.625,00

262.500,00

SCHILDE 2

67.472,02

33.736,01

67.472,02

HAALTERT

53.225,08

26.612,54

26.612,54

MECHELEN

225.000,00

112.500,00

225.000,00

KORTEMARK

27.500,00

13.750,00

13.750,00

PEER

249.989,03

124.994,51

249.989,03

LIER 2

146.593,80

73.296,90

73.296,90

LIER 3

122.507,44

61.253,72

183.761,17

LIER 4

124.464,19

62.232,09

186.696,28

SCHOTEN 1

9.862,64

4.931,32

9.862,64

LIER 5

290.000,00

145.000,00

145.000,00

LIER 6

5.167,50

2.583,75

2.583,75

LIER 7

244.165,36

122.082,68

122.082,68

SCHOTEN 2

24.963,52

12.481,76

24.963,52

NINOVE 1

15.678,39

7.839,20

47.035,18

KAPELLE-OP-DEN-BOS

248.000,00

124.000,00

124.000,00

ZEDELGEM

229.337,00

114.668,50

458.674,00

PEPINGEN

290.000,00

145.000,00

145.000,00

OUDENAARDE

289.870,28

144.935,14

724.675,70

WUUSTWEZEL

290.000,00

145.000,00

145.000,00

HALLE

281.887,44

140.943,72

281.887,44

GENK

159.400,68

79.700,34

239.101,02

HEERS

274.639,30

137.319,65

274.639,30

AFFLIGEM

70.000,00

35.000,00

35.000,00

MORTSEL 1

117.863,94

58.931,97

235.727,88

MORTSEL 2

116.846,35

58.423,18

233.692,71

HERSELT

290.000,00

145.000,00

145.000,00

NINOVE 2

13.696,50

6.848,25

41.089,50

NINOVE 3

261.573,90

130.786,95

130.786,95

HOUTHALEN-HELCHTEREN

188.926,92

94.463,46

188.926,92

ROESELARE 1

126.962,13

63.481,07

63.481,07

KORTENBERG

97.294,79

48.647,40

389.179,16

ROESELARE 2

123.717,30

61.858,65

61.858,65

SINT-AMANDSBERG

289.329,20

144.664,60

1.301.981,42

ZWIJNAARDE

225.830,07

112.915,04

112.915,04

GENT 1

202.603,09

101.301,55

101.301,55

GENT 2

243.784,08

121.892,04

121.892,04

SINT-NIKLAAS

43.997,77

21.998,89

65.996,66

DENDERLEEUW

60.000,00

30.000,00

30.000,00


§ 2. In artikel 2 van het Besluit van de Vlaamse regering van 11 december 2020Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 11/12/2020 pub. 25/02/2021 numac 2021030287 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de verordening voor het verkeer van havenvoertuigen in de haven van Antwerpen type besluit van de vlaamse regering prom. 11/12/2020 pub. 21/01/2021 numac 2021020010 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de toekenning van een bijkomende opdracht aan het Vlaams Centrum voor Circuskunsten vzw, voor de uitwerking van een meerjarige focus op Frankrijk voor de circussector voor de periode 2020-2023 sluiten tot toekenning van een investeringssubsidie aan lokale besturen voor de realisatie van noodwoningen wordt het subsidiebedrag voor de gemeente Lede aangepast van 343.188,29 euro naar 359.688,29 euro.

Art. 3.De subsidie, vermeld in artikel 2, § 1, is de financiële ondersteuning voor de investeringen, vermeld in punt 1 van de projectoproep.

De subsidie, vermeld in artikel 2, § 1, wordt aangewend voor de uitvoering van het projectvoorstel, vermeld in het aanvraagformulier.

Ze is beperkt tot 50% van de subsidieerbare kosten, vermeld in punt 4 van de projectoproep en tot het bedrag dat is vermeld in de kolom `subsidiebedrag' van de tabel in artikel 2. Als er voor een project subsidie-engagementen zijn van andere overheden of partners wordt de subsidie bovendien beperkt tot 50% van de subsidieerbare kosten waarvoor geen subsidie-engagementen van andere overheden of partners zijn aangegaan.

Art. 4.Door de investering, vermeld in artikel 3, wordt bijgedragen tot de realisatie van een bijkomend aanbod aan noodwoningen of tot het in stand houden van het huidige aanbod aan noodwoningen.

Art. 5.De subsidie, vermeld in artikel 2, § 1, wordt uitbetaald conform punt 7 van de projectoproep.

Art. 6.Het agentschap controleert de uitvoering van de geselecteerde projecten. Het kan op elk moment bewijsstukken opvragen.

Bij de controle, vermeld in het eerste lid, wordt nagegaan of aan de bepalingen van dit besluit is voldaan, en of het project wordt of werd uitgevoerd conform de projectoproep, het aanvraagformulier en dit besluit.

Als blijkt dat het project niet wordt of werd uitgevoerd conform de projectoproep en dit besluit, vordert de Vlaamse minister, bevoegd voor wonen, het resterende gedeelte van de subsidie terug conform punt 8 van de projectoproep.

Art. 7.De Vlaamse minister, bevoegd voor wonen informeert de lokale besturen over de motieven die aan de grondslag liggen van de beslissing tot volledige of gedeeltelijke toekenning of weigering van de subsidie, en, als dat van toepassing is, over de draagwijdte en de gevolgen van hun deelname aan de projectoproep.

Art. 8.Elke publicatie over de noodwoningen in kwestie vermeldt dat het project met de steun van de Vlaamse overheid wordt uitgevoerd.

Art. 9.De Vlaamse minister, bevoegd voor huisvesting, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 17 december 2021.

De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Wonen en Onroerend Erfgoed, M. DIEPENDAELE

Bijlage: Projectoproep noodwoningen 2021 1. Doelstelling projectoproep Deze oproep heeft als doel een (bijkomend) aanbod aan noodwoningen in het Vlaamse gewest te realiseren door lokale besturen financiële middelen te geven.Ook het renoveren en (her)inrichten van bestaande noodwoningen komt in aanmerking.

Een noodwoning is een woning vermeld in art. 1.2, eerste lid, 87°, van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021.

Collectieve opvangsituaties, zoals nacht- en winteropvang van daklozen en collectieve opvanginitiatieven voor vluchtelingen, worden niet opgevat als noodwoningen. Collectieve opvanginfrastructuur komt dus niet in aanmerking voor deze oproep.

De noodwoningen die in het kader van deze oproep worden verwezenlijkt worden onder meer ingezet in functie van het lokale woningkwaliteitsbeleid en het beleid ter preventie van uithuiszettingen. De noodwoningen zijn niet bestemd voor het organiseren van uitstroom vanuit collectieve opvangsituaties (zoals bv. het verlaten van een LOI), met uitzondering van vluchthuizen.

Het project heeft geen afname van het aanbod aan sociale huurwoningen tot gevolg.

Onder het begrip `project' verstaan we in het kader van deze oproep: de verwezenlijking van een of meer noodwoning(en) op eenzelfde locatie, binnen een afgebakend tijdsbestek en op een (of een combinatie) van de volgende manieren: a) door de aankoop van onroerende goederen die als noodwoningen zullen worden ingezet, met inbegrip van de aankoop van de gronden waarop de noodwoningen (zullen) staan;b) door de renovatie van onroerende goederen die (verder) als noodwoningen zullen worden ingezet;c) door de bouw van onroerende goederen die als noodwoningen zullen worden ingezet, met inbegrip van de aankoop van de gronden waarop de noodwoningen (zullen) worden gebouwd;d) door de verwerving van een langdurig zakelijk recht, ander dan eigendomsrecht, op onroerende goederen die als noodwoningen zullen worden ingezet, met inbegrip van de verwerving van een langdurig zakelijk recht op de gronden waarop de noodwoningen (zullen) staan;e) door de inrichting van onroerende goederen die (verder) als noodwoningen zullen worden ingezet. Opmerking: mobiele woonunits die ertoe bestemd worden om langere tijd ter plaatse te blijven worden beschouwd als onroerende goederen en komen dus ook in aanmerking. 2. Indienen projectvoorstel WIE? De lokale besturen kunnen als enige aanvrager een projectvoorstel indienen.Onder lokale besturen wordt verstaan: gemeenten en ocmw's.

Een lokaal bestuur kan evenwel, ter verwezenlijking van een project, een samenwerkingsverband afsluiten, bijvoorbeeld met een provinciaal bestuur of met een welzijnsvereniging (cf. art. 2, § 1, eerste lid 38° van de Vlaamse Wooncode).

Een lokaal bestuur kan ter verwezenlijking van een project ook samenwerken met een of meerdere andere lokale besturen. In dat geval dient het lokale bestuur op wiens grondgebied het project wordt gerealiseerd het projectvoorstel in, met daarin een verduidelijking van de samenwerking.

HOE? Voor elk project wordt een apart projectvoorstel ingediend. Een projectvoorstel indienen kan alleen met volgende stavingsstukken: a) bij aankoop: een onderhandse verkoopovereenkomst;b) bij renovatie: een getekende en gedateerde offerte van een aannemer die beschikt over een btw-nummer voor het uitvoeren van grotere renovatiewerken (binnen de wetgeving overheidsopdrachten).Als dat er nog niet is: een beschrijving van de renovatieplannen samen met een overzicht van de geraamde kosten (zie ook punt 4); c) bouw: een bewijs van zakelijk recht op - of aankoop van - de grond (onderhandse verkoopovereenkomst volstaat), samen met de bouwplannen en een overzicht van de geraamde kosten (zie ook punt 4).Als er nog geen bouwplannen voorhanden zijn: een beschrijving van de bouwintenties en een overzicht van de geraamde kosten; d) verwerving van een langdurig zakelijk recht, ander dan eigendomsrecht (bijvoorbeeld erfpacht): een (onderhandse) overeenkomst tot vestiging zakelijk recht;e) inrichting: een overzicht van de geplande initiatieven met bijhorende raming van de kosten. Een projectvoorstel indienen gebeurt aan de hand van het digitale aanvraagformulier dat beschikbaar is op www.wonenvlaanderen.be/noodwoningen. De projectaanvrager moet alle rubrieken van dit formulier invullen. De voornoemde stavingsstukken worden bij het indienen van het aanvraagformulier opgeladen, samen met de formele ondertekende beslissing van de gemeenteraad of de raad voor maatschappelijk welzijn om een projectvoorstel voor noodwoningen in te dienen en er de nodige eigen middelen voor te voorzien. Als het project een samenwerking tussen meedere lokale besturen betreft, moet de formele beslissing van elke deelnemende gemeente opgeladen worden.

De uiterlijke datum om het digitale aanvraagformulier te finaliseren en in te dienen (en de vereiste stavingsstukken daarbij op te laden) is 30 september 2021. Aanvragen die we na deze datum ontvangen of waarvoor het digitale aanvraagformulier niet is gebruikt komen niet in aanmerking.

Na de uiterlijke datum van indiening zijn er geen wijzigingen of toevoegingen meer mogelijk aan de ingediende projectvoorstellen, behalve op uitdrukkelijke vraag van Wonen-Vlaanderen. 3. Subsidievoorwaarden De voorwaarden waaronder een subsidie kan worden verleend voor een project zijn: 1.De projectaanvrager heeft of verwerft een eigendomsrecht of een ander langdurig zakelijk recht op de onroerende goederen die deel uitmaken van het project; 2. Het project wordt gerealiseerd binnen volgende termijn, te rekenen vanaf de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin de minister het besluit neemt tot subsidiëring van het project: a) 6 maanden bij aankoop;b) 24 maanden bij renovatie;c) 24 maanden bij bouw;d) 12 maanden bij verwerving van een langdurig zakelijk recht;e) 6 maanden bij inrichting. Indien het project wordt gerealiseerd door een combinatie van twee of meer van de bovenstaande manieren dan mogen de bovenstaande realisatietermijnen gecumuleerd worden. 3. De projectaanvrager voorziet in woonbegeleiding van de bewoners. Bij de inschrijving voegt de projectaanvrager een beschrijving toe van de manier waarop de begeleiding de doorstroming naar een duurzame woonoplossing zal stimuleren. Die begeleiding kan bijvoorbeeld bestaan uit: o afsluiten van een begeleidingsovereenkomst op maat met concrete afspraken en engagementen over de begeleiding en over de stappen die van de bewoners worden verwacht om een duurzame woonoplossing te vinden; o stimuleren van de bewoners bij hun zoektocht naar een duurzame woonoplossing vanuit een positief ondersteunende en versterkende insteek; o aanleren van woongedrag zoals het een voorzichtig en redelijk persoon betaamt.

De projectaanvrager kan over de begeleiding ook een samenwerkingsovereenkomst afsluiten met een welzijnsactor. 4. Elke gerealiseerde noodwoning in het project: o heeft een conformiteitsattest op het ogenblik dat het saldo van de subsidie wordt gevraagd; o moet minimaal voor een termijn van 9 jaar als noodwoning dienen als het over een mobiele woonunit gaat. Voor andere woningen is die minimumtermijn 18 jaar; o wordt ter beschikking gesteld tegen een vergoeding die niet hoger ligt dan de markthuurprijs; o wordt aangewend conform de doelstelling van deze oproep. 5. De projectaanvrager meldt in het digitale aanvraagformulier bijkomende subsidie-engagementen van andere overheden of partners.6. De projectaanvrager engageert zich mee te werken aan een evaluatie van deze projectoproep. 7. De (geraamde) kosten die in aanmerking komen voor subsidiëring (zie punt 4), bedragen minimaal 3.000 euro per noodwoning. Als er meerdere noodwoningen gerealiseerd worden in het project wordt de gemiddelde geraamde kost per noodwoning in aanmerking genomen. 4. Subsidieerbare kosten Alleen de volgende kosten, inclusief btw, gemaakt in het kader van het project na datum van 15 oktober 2020, komen in aanmerking voor subsidiëring: 1.Aankoopkost, meer bepaald: a) aankoopkost van grond;b) aankoopkost van (al dan niet verplaatsbare) constructies;c) registratie- en notariskosten;d) kosten voor opmeting;e) kosten voor archeologisch vooronderzoek zonder ingreep in de bodem en voor grondmechanisch en milieutechnisch onderzoek;2. Renovatiekost, meer bepaald: a) kost voor de renovatiewerken.Een overzicht van de renovatiewerken die in aanmerking komen is opgenomen als bijlage bij deze projectoproep; b) kosten voor archeologisch vooronderzoek zonder ingreep in de bodem;c) ereloon van de ontwerper, forfaitair vastgesteld op 7% van de kost voor de renovatiewerken zoals voorzien in de initieel gegunde opdracht, hierin zijn de kosten verbonden aan de opmaak van de eventuele bouwaanvraag inbegrepen;3. Bouwkost, meer bepaald: a) kost voor de bouw van de (al dan niet verplaatsbare) constructies zoals voorzien in de initieel gegunde opdracht, met inbegrip van de aanleg van wooninfrastructuur;b) kosten voor archeologisch vooronderzoek zonder ingreep in de bodem en voor grondmechanisch en milieutechnisch onderzoek;c) ereloon van de ontwerper, forfaitair vastgesteld op 7% van de kost voor de bouw zoals voorzien in de initieel gegunde opdracht, hierin zijn de kosten verbonden aan de opmaak van de bouwaanvraag inbegrepen;4. Kost voor verwerving zakelijk recht, andere dan eigendomsrecht. Meer bepaald: a) eenmalige verwervingskost;b) registratie- en notariskosten;c) kosten voor opmeting;d) kosten voor archeologisch vooronderzoek zonder ingreep in de bodem en voor grondmechanisch en milieutechnisch onderzoek; 5. Inrichtingskost, met een maximum van 20.000 euro. Hiermee worden de kosten bedoeld die de huurder van een gewone huurwoning zelf betaalt op het ogenblik van inhuurname, bijvoorbeeld: a) Schilderwerken in de woning, met inbegrip van het schilderklaar maken van muren;b) Aankoop van meubilair;c) Aankoop van huishoudapparaten en verlichting. De volgende uitgaven komen in geen geval in aanmerking voor subsidiëring: o personeels- en werkingskosten; o beheerskosten; o de kosten verbonden aan de huur van een woning; o de jaarlijkse vergoeding voor een zakelijk recht, andere dan eigendomsrecht;

Indien de reële kosten niet exact gekend zijn op het ogenblik dat het projectvoorstel wordt ingediend, moet bij het projectvoorstel een raming bezorgd worden van de voornoemde kosten.

De subsidieerbare kosten zijn beperkt tot het bedrag vermeld in de initiële raming of in de initieel gegunde opdracht. Meerkosten of bijkomende kosten buiten deze initiële raming of initieel gegunde opdracht komen niet in aanmerking voor subsidiëring.

De subsidieerbare kosten van een project worden beperkt tot 290.000 euro per gerealiseerde noodwoning. 5. Subsidiebedrag Het subsidiebedrag bedraagt 50% van de kosten vermeld in punt 4.Het subsidiebedrag voor een project is dus beperkt tot maximaal 145.000 euro per gerealiseerde noodwoning.

Als er voor het project subsidie-engagementen zijn van andere overheden of partners (zie punt 3.5) wordt het subsidiebedrag beperkt tot 50% van de kosten (vermeld in punt 4) waarvoor geen subsidie-engagementen van andere overheden of partners zijn aangegaan. 6. Beoordeling Wonen-Vlaanderen is belast met de praktische opvolging en afhandeling van de projectoproep. De minister beslist over de toekenning van de subsidie. Hij baseert zijn beslissing op het advies van een beoordelingscomité. Dat beoordelingscomité wordt samengesteld uit leden van Wonen-Vlaanderen.

Het beoordelingscomité beoordeelt en quoteert het project op elk van de volgende criteria: 1. De behoefte aan noodwoningen op het grondgebied van het lokale bestuur dat het projectvoorstel indient.Als het over een samenwerking tussen meerdere lokale besturen gaat, is dit voor het grondgebied van de samenwerkende lokale besturen te beoordelen. De punten voor dit criterium worden toegekend op basis van een kwantitatieve berekening die de jury vaststelt (criterium op 30 punten); 2. De (geraamde) kostprijs per noodwoning in het project, rekening houdend met een maximale subsidieerbare kostprijs van 290.000 euro per noodwoning en met het type van investering. De punten voor dit criterium worden toegekend op basis van een kwantitatieve berekening die de jury vaststelt (criterium op 25 punten); 3. Het innovatieve karakter van het project, bijvoorbeeld door een flexibele inzetbaarheid van de constructies voor een goede afstemming tussen vraag en aanbod (criterium op 15 punten);4. De mate van samenwerking en netwerking in het kader van het project met andere actoren (criterium op 15 punten);5. Het bevorderen van de doorstroming naar een duurzame woonoplossing (criterium op 15 punten). Het beoordelingscomité maakt op basis van deze quotering een rangorde van de ingediende projecten.

Als het niet mogelijk is om binnen de beschikbare kredieten een subsidie te verlenen aan alle projecten die aan de subsidievoorwaarden voldoen, stelt het beoordelingscomité aan de minister voor om de subsidie toe te kennen op basis van die rangorde.

Het beoordelingscomité kan de minister voorstellen om de subsidie voor een project te beperken tot een deel van het project, bijvoorbeeld om een optimale regionale spreiding te bekomen. 7. Uitbetaling subsidie De subsidie wordt als volgt uitbetaald: a) Bij aankoop of een andere verwerving zakelijk recht: 1° een eerste subsidieschijf van 50 % na de selectie van het project, op basis van de prijs zoals afgesproken in de onderhandse verkoopovereenkomst of in de overeenkomst tot vestiging van een zakelijk recht en een overzicht van de geraamde bijkomende kosten (zie punt 4);2° het saldo van de subsidie na de overdracht van het zakelijk recht (bij notariële akte), op basis van een overzicht van de reële kosten (zie punt 4).b) Bij bouw, renovatie of inrichting: 1° een eerste subsidieschijf van 50 % na de selectie van het project, op basis van een overzicht van de geraamde kosten (zie punt 4);2° het saldo van de subsidie op basis van een overzicht van de reële kosten, o ofwel na volledige realisatie van de bouw, renovatie of inrichting; o ofwel nadat het bedrag van de initieel gegunde opdracht bereikt is (zie punt 4). 8. Terugvordering subsidie De projectaanvrager die na de selectie van het project de voorwaarden uit deze projectoproep niet naleeft, betaalt een vergoeding die gelijk is aan het resterende gedeelte van de subsidie.Die subsidie wordt gedurende negen jaar voor verplaatsbare constructies en achttien jaar voor niet-verplaatsbare constructies afgeschreven met een negende respectievelijk een achttiende van het oorspronkelijke subsidiebedrag.

De projectaanvrager die na de selectie van het project de realisatietermijnen, vermeld in punt 3, niet kan halen, dient bij het agentschap Wonen-Vlaanderen (via e-mail naar noodwoningen@vlaanderen.be) een aanvraag in tot termijnverlenging, met daarbij een stand van zaken van het project en een verantwoording voor de termijnverlenging. De termijnverlenging wordt toegestaan als de projectaanvrager als `een voorzichtig en redelijk persoon' al het nodige heeft gedaan om het project binnen de voorziene termijn te realiseren. 9. Vragen? Voor meer inlichtingen kunt u terecht bij Wonen-Vlaanderen: o E-mail: noodwoningen@vlaanderen.be o Telefonisch: bij de heer Tim Jamée: 02 553 17 68 BIJLAGE BIJ PROJECTOPROEP NOODWONINGEN 2021 De subsidieerbare kosten voor renovatiewerken, vermeld in punt 4, 2, 1 van de projectoproep noodwoningen 2021 zijn de volgende: Totaalrenovatie conform EPB-nieuwbouw Buitenschil & isolatie ? gevel(-bekleding) & isolatie ? spouwmuurisolatie: na-isolatie gevels ? dakwerken & isolatie ? thermische isolatie daken ? dakbedekking en -dichting ? dakranden & kroonlijsten en dakwaterafvoer ? gevelsluiting ? buitenschrijnwerk ? garagepoorten inbegrepen bij buitenschrijnwerk indien garage in of aansluitend bij de woning Binnenafwerking ? binnenpleister- & binnenplaatafwerkingen ? dekvloeren en binnenvloerafwerking ? binnendeuren & -ramen en binnentrappen en leuningen ? tablet & wandbekledingen ? binnenvloerafwerking volledig ? vernieuwing keuken, incl. meubilair ? vernieuwing badkamer, incl. meubilair Technieken ? ondergrondse leidingen: riolering onderbouw ? sanitair leidingnet ? sanitaire toestellen & toebehoren ? sanitaire kranen & kleppen ? verwarming individuele installaties ? CV-ketelvervanging ? ventilatie (systeem C/D) ? technieken elektro (volledig nieuw of upgrade) ? elektromechanica liften Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 december 2021 tot toekenning van een investeringssubsidie aan lokale besturen voor de realisatie van noodwoningen.

Brussel, 17 december 2021.

De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Wonen en Onroerend Erfgoed, M. DIEPENDAELE

^