Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 16 januari 2009
gepubliceerd op 29 januari 2009

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn

bron
vlaamse overheid
numac
2009035059
pub.
29/01/2009
prom.
16/01/2009
ELI
eli/besluit/2009/01/16/2009035059/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

16 JANUARI 2009. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn


De Vlaamse Regering, Gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, het laatst gewijzigd bij het decreet van 25 april 2007, artikel 42;

Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, artikel 116, § 1;

Gelet op het provinciedecreet van 9 december 2005, artikel 112, § 1;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;

Gelet op protocol nr. 2008/7 van 10 december 2008 van de eerste afdeling van het comité voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten, onderafdeling Vlaams Gewest en Vlaamse Gemeenschap;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 13 november 2008;

Gelet op advies nr. 45.518/3 van de Raad van State, gegeven op 15 december 2008 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In artikel 51, § 2, van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn wordt punt 3° vervangen door wat volgt : « 3° de financieel beheerder van de gemeente en de financieel beheerder van de provincie : na overleg van de financieel beheerder met de gemeentesecretaris of de provinciegriffier en het college van burgemeester en schepenen of de deputatie. »

Art. 2.Artikel 66 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 66.De functionele loopbaan en de voorwaarden voor doorstroming naar de volgende salarisschalen voor niveau D zijn : 1° voor de graad van rang Dv, vermeld in artikel 7, tweede lid : D1-D2-D3 : a) van D1 naar D2 na vier jaar schaalanciënniteit in D1 en gunstig evaluatieresultaat;b) van D2 naar D3 na achttien jaar gecumuleerde schaalanciënniteit in D1 en D2 en een gunstig evaluatieresultaat;2° voor de technische hogere graad van rang Dx, vermeld in artikel 7, tweede lid, waaraan de functiebeschrijving in hoofdzaak de leiding over een ploeg medewerkers verbindt, en op voorwaarde dat de functiehouder van die graad die leidinggevende opdracht ook effectief vervult : D4-D5 : van D4 naar D5 na negen jaar schaalanciënniteit in D4 en een gunstig evaluatieresultaat.»

Art. 3.In artikel 83 van hetzelfde besluit wordt punt 1° vervangen door wat volgt : « 1° voldoen aan de algemene toelatingsvoorwaarden, vermeld in artikel 10, en aan de aanwervingsvoorwaarden, vermeld in artikel 11, § 1, 1°, en § 2, als de vacature vervuld wordt bij aanwerving; ».

Art. 4.In artikel 91 van hetzelfde besluit wordt punt 3° vervangen door wat volgt : « 3° wegens herplaatsing met toepassing van artikel 99, § 1, of van artikel 101, § 1, eerste lid; ».

Art. 5.Artikel 122 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 122.De gemeenteraad bepaalt de salarisschaal van de gemeentesecretaris, binnen de hieronder vastgestelde minimum- en maximumgrenzen, uitgedrukt in euro, die gelden vanaf 1 januari 2009 : 1° gemeenten tot 6.000 inwoners : 24.250 - 38.500; 2° gemeenten van 6.001 tot 15.000 inwoners : 30.226,21 - 44.643,33; 3° gemeenten van 15.001 tot 20.000 inwoners : 32.771,33 - 47.824,74; 4° gemeenten van 20.001 tot 25.000 inwoners : 34.646,71 - 51.006,35; 5° gemeenten van 25.001 tot 35.000 inwoners : 36.806,76 - 54.355,03; 6° gemeenten van 35.001 tot 50.000 inwoners : 39.050,47 - 57.536,15; 7° gemeenten van 50.001 tot 80.000 inwoners : 41.746,30 - 61.052,77; 8° gemeenten van 80.001 tot 150.000 inwoners : 44.207,70 - 64.401,60; 9° gemeenten van meer dan 150.000 inwoners : 47.941,69 - 69.424,53.

De salarisverhogingen van de gemeentesecretaris worden gespreid over vijftien jaar. Ze worden op evenredige wijze gespreid volgens de bepalingen van artikel 109, 2°.

Als het inwoneraantal van de gemeente daalt onder het minimale aantal inwoners, op basis waarvan met toepassing van het eerste lid de salarisschaal van de gemeentesecretaris werd vastgesteld, dan behoudt de gemeentesecretaris in dienst zijn salarisschaal op persoonlijke titel. »

Art. 6.Artikel 124 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 124.De gemeenteraad van de gemeenten met meer dan 5.000 inwoners bepaalt de salarisschaal van de financieel beheerder, binnen de hieronder vastgestelde minimum- en maximumgrenzen, uitgedrukt in euro, die gelden vanaf 1 januari 2009 : 1° gemeenten van 5.001 tot 6.000 inwoners : 22.842,80 - 34.246,93; 2° gemeenten van 6.001 tot 15.000 inwoners : 28.473,97 - 42.055,31; 3° gemeenten van 15.001 tot 20.000 inwoners : 30.871,54 - 45.052,29; 4° gemeenten van 20.001 tot 25.000 inwoners : 32.638,20 - 48.049,46; 5° gemeenten van 25.001 tot 35.000 inwoners : 34.673,04 - 51.203,63; 6° gemeenten van 35.001 tot 50.000 inwoners : 36.786,67 - 54.200,72; 7° gemeenten van 50.001 tot 80.000 inwoners : 39.326,23 - 57.513,48; 8° gemeenten van 80.001 tot 150.000 inwoners : 41.644,93 - 60.668,18; 9° gemeenten van meer dan 150.000 inwoners : 45.162,46 - 65.399,92.

De salarisverhogingen van de financieel beheerder worden gespreid over vijftien jaar. Ze worden op evenredige wijze gespreid volgens de bepalingen van artikel 109, 2°.

Als het inwoneraantal van de gemeente daalt onder het minimale aantal inwoners, op basis waarvan met toepassing van het eerste lid de salarisschaal van de financieel beheerder werd vastgesteld, dan behoudt de financieel beheerder in dienst zijn salarisschaal op persoonlijke titel. »

Art. 7.Artikel 135 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Het bedrag van de eindejaarstoelage is de som van het forfaitaire gedeelte en het veranderlijke gedeelte, met dien verstande dat de eindejaarstoelage nooit meer mag bedragen dan een twaalfde van het jaarsalaris, aangepast volgens de indexverhogingscoëfficiënt die van toepassing is op het salaris van de maand oktober van het in aanmerking te nemen jaar.

Het forfaitaire gedeelte en het veranderlijke gedeelte worden als volgt berekend : 1° het forfaitaire gedeelte : a) het forfaitaire gedeelte bedraagt voor het jaar 2007 317,53 euro;b) vanaf 2008 wordt het forfaitaire gedeelte dat toegekend is tijdens het vorige jaar, telkens vermeerderd met een breuk waarvan de noemer gelijk is aan het gezondheidsindexcijfer van de maand oktober van het vorige jaar en de teller gelijk is aan het gezondheidsindexcijfer van de maand oktober van het in aanmerking te nemen jaar.Het resultaat daarvan wordt berekend tot op twee decimalen nauwkeurig; c) het bedrag dat het resultaat is van de berekening, vermeld in punt b) wordt verhoogd met 248,74 euro;d) het bedrag dat het resultaat is van de berekening, vermeld in punt c) wordt vervolgens verhoogd met 250 euro : 1) vanaf 2008 voor het personeelslid dat op 1 december 2008 behoort tot het niveau C, D of E ;2) vanaf 2009 voor het personeelslid dat op 1 december 2009 behoort tot het niveau A of B, en voor de functiehouders in de graden van gemeentesecretaris, adjunct-gemeentesecretaris, financieel beheerder van de gemeente, provinciegriffier en financieel beheerder van de provincie;e) het bedrag dat het resultaat is van de berekening, vermeld in punt d) wordt voor alle personeelsleden : 1) voor het jaar 2010 verhoogd met 100 euro;2) voor het jaar 2011 verhoogd met 200 euro;3) voor het jaar 2012 verhoogd met 300 euro;f) Vanaf het jaar 2013 wordt het bedrag dat het resultaat is van de berekening, vermeld in punt d) voor alle personeelsleden verhoogd met 400 euro;2° het veranderlijke gedeelte : 2,5 procent van het jaarsalaris, aangepast volgens de indexverhogingscoëfficiënt die van toepassing is op het salaris van de maand oktober van het in aanmerking te nemen jaar.Als het personeelslid in de maand oktober van het in aanmerking te nemen jaar geen of slechts een gedeeltelijk salaris ontvangen heeft, dan wordt het percentage berekend op basis van het salaris dat voor diezelfde maand betaald zou zijn als het personeelslid zijn functie wel volledig had uitgeoefend. »

Art. 8.In artikel 156, § 1, van hetzelfde besluit worden het eerste en het tweede lid vervangen door wat volgt : « Het personeelslid dat voor dienstreizen van zijn eigen motorvoertuig gebruikmaakt, heeft op 1 januari 2007 recht op een vergoeding van 0,2903 euro per kilometer. De kilometervergoeding dekt alle kosten die gepaard gaan met het gebruik van het eigen motorvoertuig, met uitzondering van de parkeerkosten. Onder motorvoertuig wordt verstaan : een auto, motorfiets of bromfiets.

Bij carpooling kan de vergoeding voor de bestuurder worden verhoogd met een bedrag dat op 1 januari 2007 gelijk is aan 0,1452 euro. De meereizende personeelsleden hebben geen recht op een kilometervergoeding. »

Art. 9.In artikel 183, zevende lid, van hetzelfde besluit worden de woorden « Het bestuur » vervangen door de woorden « De raad ».

Art. 10.Artikel 219 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 219.§ 1. De raad voor maatschappelijk welzijn bepaalt de salarisschaal van de secretaris binnen de hieronder vastgestelde minimum- en maximumgrenzen, uitgedrukt in euro, die gelden vanaf 1 januari 2009 : 1° gemeenten tot 6.000 inwoners : 23.642,30 - 35.455,57; 2° gemeenten van 6.001 tot 15.000 inwoners : 29.470,56- 43.527,20; 3° gemeenten van 15.001 tot 20.000 inwoners : 31.952,05 - 46.629,14; 4° gemeenten van 20.001 tot 25.000 inwoners : 33.780,53 - 49.731,23; 5° gemeenten van 25.001 tot 35.000 inwoners : 35.886,61 - 52.996,16; 6° gemeenten van 35.001 tot 50.000 inwoners : 38.074,19 - 56.097,72; 7° gemeenten van 50.001 tot 80.000 inwoners : 40.702,65 - 59.526,47; 8° gemeenten van 80.001 tot 150.000 inwoners : 43.102,50 - 62.791,62; 9° gemeenten van meer dan 150.000 inwoners : 46.743,15 - 67.688,86.

Als het inwoneraantal van de gemeente daalt onder het minimale aantal inwoners, op basis waarvan met toepassing van het eerste lid de salarisschaal van de O.C.M.W.-secretaris werd vastgesteld, dan behoudt de O.C.M.W.-secretaris in dienst zijn salarisschaal op persoonlijke titel. § 2. De raad voor maatschappelijk welzijn bepaalt de salarisschaal van de ontvanger binnen de hieronder vastgestelde minimum- en maximumgrenzen, uitgedrukt in euro, die gelden vanaf 1 januari 2009 : 1° gemeenten van 5.001 tot 6.000 inwoners : 22.271,73 - 33.390,85; 2° gemeenten van 6.001 tot 15.000 inwoners : 27.762,12 - 41.003,95; 3° gemeenten van 15.001 tot 20.000 inwoners : 30.099.76 - 43.926,01; 4° gemeenten van 20.001 tot 25.000 inwoners : 31.822,22 - 46.848,25; 5° gemeenten van 25.001 tot 35.000 inwoners : 33.806,21 - 49.923,89; 6° gemeenten van 35.001 tot 50.000 inwoners : 35.867,00 - 52.845,77; 7° gemeenten van 50.001 tot 80.000 inwoners : 38.343,08 - 56.075,62; 8° gemeenten van 80.001 tot 150.000 inwoners : 40.603,80 - 59.151,51; 9° gemeenten van meer dan 150.000 inwoners : 44.033,41 - 63.764,90.

Als het inwoneraantal van de gemeente daalt onder het minimale aantal inwoners, op basis waarvan met toepassing van het eerste lid de salarisschaal van de O.C.M.W.-ontvanger werd vastgesteld, dan behoudt de O.C.M.W.-ontvanger in dienst zijn salarisschaal op persoonlijke titel. »

Art. 11.In artikel 220 van hetzelfde besluit wordt het eerste lid vervangen door wat volgt : « Vanaf 1 januari 2009 worden de periodieke salarisverhogingen van de secretaris en de ontvanger van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn gespreid over vijftien jaar. De salarisverhogingen, uitgedrukt in salaristrappen, worden op evenredige wijze gespreid. »

Art. 12.In artikel 227 van hetzelfde besluit worden de woorden « vermeld in artikel 146 » vervangen door de woorden « vermeld in artikel 146 en 147 ».

Art. 13.In hetzelfde besluit wordt een artikel 229bis ingevoegd dat luidt als volgt : «

Art. 229bis.In afwijking van artikel 131, eerste lid, kan de raad bepalen dat het statutaire personeelslid in dienst op 1 januari 2009, dat op grond van de plaatselijke rechtspositieregeling voorheen een andere toelage of vergoeding kreeg dan die welke vermeld worden in titel VIII of in deze afdeling en die niet onder het toepassingsgebied valt van artikel 132, op persoonlijke titel die toelage of die vergoeding behoudt, ook na de datum van de plaatselijke uitvoering van dit besluit. »

Art. 14.In bijlage II van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° aan niveau D wordt een salarisschaal D5 toegevoegd, als vermeld in bijlage I bij dit besluit;2° in niveau E wordt de salarisschaal E1 vervangen door de salarisschaal E1, als vermeld in bijlage I bij dit besluit.

Art. 15.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2009.

Artikel 7 heeft uitwerking met ingang van 1 december 2008.

Art. 16.De Vlaamse minister, bevoegd voor de binnenlandse aangelegenheden, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 16 januari 2009.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering, M. KEULEN

Bijlage I Uitgewerkte salarisschaal D5 en verbeterde salarisschaal E1

salarisschalen

D5

E1

minimum

17.000

13.250

maximum

23.800

15.000

verhoging

1x1x300

1x1x100

2x2x500

3x2x100

1x2x300

1x2x150

1x2x800

3x2x100

1x2x500

6x2x150

4x2x400


1x2x500


3x2x600


0

17.000

13.250

1

17.300

13.350

2

17.300

13.350

3

17.800

13.450

4

17.800

13.450

5

18.300

13.550

6

18.300

13.550

7

18.600

13.650

8

18.600

13.650

9

19.400

13.800

10

19.400

13.800

11

19.900

13.900

12

19.900

13.900

13

20.300

14.000

14

20.300

14.000

15

20.700

14.100

16

20.700

14.100

17

21.100

14.250

18

21.100

14.250

19

21.500

14.400

20

21.500

14.400

21

22.000

14.550

22

22.000

14.550

23

22.600

14.700

24

22.600

14.700

25

23.200

14.850

26

23.200

14.850

27

23.800

15.000


Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 januari 2009 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

Brussel, 16 januari 2009.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering, M. KEULEN

^