gepubliceerd op 23 augustus 2001
Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het Vlaams personeelsstatuut van 24 november 1993 inzake de provinciale gouvernementen en andere bepalingen
15 JUNI 2001. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het Vlaams personeelsstatuut van 24 november 1993 inzake de provinciale gouvernementen en andere bepalingen
De Vlaamse regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 87, § 3, gewijzigd bij de wet van 8 augustus 1988;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 24 november 1993 houdende organisatie van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en de regeling van de rechtspositie van het personeel, zoals tot op heden gewijzigd;
Gelet op het advies van het college van secretarissen-generaal van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, gegeven op 13 juli 2000;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Begroting, gegeven op 8 september 2000;
Gelet op het protocol nr. 152.433 van 20 oktober 2000 van het Sectorcomité XVIII Vlaamse Gemeenschap - Vlaams Gewest;
Gelet op de beraadslaging van de Vlaamse regering op 27 oktober 2000, betreffende de aanvraag om advies bij de Raad van State binnen een maand;
Gelet op het advies van de Raad van State (nr. 30.932/3), gegeven op 27 maart 2001, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Huisvesting en Ambtenarenzaken;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.In artikel I 3, § 2 van het Vlaams personeelsstatuut van 24 november 1993, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 11 maart 1997 en 14 april 2000, worden de volgende wijzigingen aangebracht : de woorden "de provinciale gouvernementen" worden telkens vervangen door de woorden "de provinciale afdelingen van de administratie Binnenlandse Aangelegenheden"; 2° tussen de woorden "in zover in dit besluit bepaald" en de woorden ",uitgeoefend door de provinciegouverneur" worden de woorden "en met uitzondering van de bevoegdheden, opgenomen in de artikelen II 29, II 30, II 30bis, II 40, § 3, III 6, § 2, V 15, VII 2, VII 6 en VIII 76 sexies"ingevoegd.
Art. 2.In de artikelen I 4, § 2, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 14 april 2000, XI 9, § 2, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 26 juni 1996 en 14 april 2000, XIII 63, § 3, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 26 juni 1996, en XIII 76, § 2, van hetzelfde statuut worden de woorden "de provinciale gouvernementen" telkens vervangen door de woorden "de provinciale afdelingen van de administratie Binnenlandse Aangelegenheden".
Art. 3.In artikel II 6 van hetzelfde statuut, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 8 december 1994, 12 juni 1995, 24 november 1998 en 14 april 2000, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° In § 1, 2° worden de woorden "of - in het geval, bedoeld in artikel I 3, § 2 - de betrokken directieraad van het provinciaal gouvernement" geschrapt;2° Aan § 1 wordt een 4° toegevoegd die luidt als volgt : « 4° de afdelingsraad : voor elk provinciale afdeling van de administratie Binnenlandse Aangelegenheden.» 3° § 3 wordt opgeheven;4° er wordt een § 5 toegevoegd die luidt als volgt : « § 5.In elke provinciale afdeling van de administratie Binnenlandse Aangelegenheden is er een afdelingsraad die is samengesteld uit : 1° de provinciegouverneur;2° het afdelingshoofd;3° de ambtenaren die door de provinciegouverneur worden uitgenodigd. De afdelingsraad wordt voorgezeten door de provinciegouverneur en is bevoegd voor : 1° de bespreking van het beleid in het kader van de afspraken die tussen de Vlaamse provinciegouverneurs gemaakt zijn;2° de bespreking van de vergaderingen van het college van afdelingshoofden, met inbegrip van de rapportering over de beslissingen van het college van secretarissen-generaal en de departementale directieraad;3° de vastlegging van het beleid en van de interne organisatie van de afdeling en van de afdelingsspecifieke doelstellingen;4° het formuleren, ten behoeve van het college van afdelingshoofden, van voorstellen inzake de voorbereiding, de uit voering en de evaluatie van het beleid;5° het formuleren van voorstellen inzake functioneringstoelagen en beslissingen tot loopbaanvertraging en inzake bevorderingen door verhoging in graad binnen de niveaus B, C en D van de ambtenaren van de provinciale afdeling.»
Art. 4.In artikel II 28 van hetzelfde statuut, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 14 april 2000, wordt § 4 opgeheven.
Art. 5.In artikel II 29, § 2 van hetzelfde statuut, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 12 juni 1995 en 14 april 2000, wordt de laatste volzin opgeheven.
Art. 6.Aan artikel V 8 van hetzelfde statuut, vervangen door het besluit van de Vlaamse regering van 14 april 2000, waarvan de bestaande tekst § 1 zal vormen, wordt een § 2 toegevoegd, die luidt als volgt : « § 2. De ambtenaar die wordt overgeplaatst in een betrekking van een andere graad van dezelfde rang dan deze die hij bekleedt behoudt de verworven anciënniteiten.
In voorkomend geval wordt de betrokken ambtenaar ingeschaald op de overeenkomstige trap van de functionele loopbaan van de nieuwe graad. ».
Art. 7.In artikel VI 1, § 1, derde lid, van hetzelfde statuut, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 4 februari 2000 worden de woorden "door de Vast Wervingssecretaris indien de aanwervingsprocedure via hem verloopt, of in het andere geval door de leidend ambtenaar van de administratie Ambtenarenzaken" vervangen door de woorden "door de Algemene Administratieve Diensten van het departement dat het personeelslid zal tewerkstellen".
Art. 8.In artikel VIII 65, § 2 van hetzelfde statuut worden de woorden ", of in voorkomend geval, door de afdelingsraad vermeld in artikel II 6, § 5. » toegevoegd.
Art. 9.In artikel VIII 76bis van hetzelfde statuut, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse regering van 11 maart 1997 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 17 december 1997, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° aan § 2 worden de woorden "op de wijze zoals bepaald in artikel VIII 76novies, § 2, eerste lid" toegevoegd;2° een § 2bis wordt ingevoegd, die luidt als volgt : « § 2bis.Ingeval van andere afwezigheden dan die, vermeld in § 2, waarvan de duur één jaar niet mag overschrijden, kan het afdelingshoofd, dat zijn mandaat eveneens behoudt, tijdelijk worden vervangen door een waarnemend afdelingshoofd, dat aangewezen wordt zoals bepaald in artikel VIII 76novies, § 1, tweede, derde en vierde lid. » 3° in § 3 worden de woorden "Het college van secretarissen-generaal" vervangen door de woorden "De leidend ambtenaar van de administratie Personeelsontwikkeling".
Art. 10.Artikel VIII 76novies van hetzelfde statuut, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse regering van 11 maart 1997, wordt vervangen door wat volgt : « Artikel VIII 76novies. § 1. Wanneer een einde wordt gesteld aan het mandaat van afdelingshoofd, wordt onmiddellijk een nieuwe aanwijzingsprocedure opgestart.
Voor de overbrugging van de periode tussen de beëindiging van een mandaat van afdelingshoofd en de aanwijzing van een nieuw afdelingshoofd, kan een waarnemend afdelingshoofd worden aangewezen onder de ambtenaren waarvan de interdepartementale commissie van leidend ambtenaren, bedoeld in artikel VIII 76quater, heeft geoordeeld dat ze aan de generieke competenties voor de betrekking van afdelingshoofd voldoen.
Het waarnemend afdelingshoofd beschikt over alle prerogatieven, verbonden aan de functie van afdelingshoofd.
De artikelen XIII 42 tot en met XIII 45 zijn van toepassing op het waarnemend afdelingshoofd. § 2. Indien het afdelingshoofd zijn mandaat onderbreekt in de gevallen vermeld in artikel VIII 76bis, § 2, kan een andere ambtenaar als afdelingshoofd ad interim worden aangewezen, hetzij uit de in artikel VIII 76quinquies bedoelde lijst van de voor de betrekking in aanmerking komende gegadigden, op voorwaarde dat deze lijst niet ouder is dan zes jaar, hetzij na een nieuwe aanwijzingsprocedure overeenkomstig de artikelen VIII 76bis tot VIII 76sexies.
De artikelen VIII 76septies en VIII 76octies zijn eveneens van toepassing op het afdelingshoofd ad interim. Het afdelingshoofd ad interim beschikt over alle prerogatieven, verbonden aan de functie van afdelingshoofd.
In afwijking van artikel VIII 76octies, eerste lid, wordt het mandaat van afdelingshoofd ad interim ambtshalve beëindigd wanneer het afdelingshoofd de functie opnieuw opneemt. »
Art. 11.In artikel VIII 78 van hetzelfde statuut, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 29 juni 1999, wordt § 2 opgeheven.
Art. 12.In Deel VIII, Titel 10, Hoofdstuk 5, Afdeling 1 van hetzelfde statuut wordt na artikel VIII 115 een artikel VIII 115bis ingevoegd, dat luidt als volgt : « Art. VIII 115bis. Bij ambtshalve graadverandering behoudt het personeelslid de verworven anciënniteiten. In voorkomend geval gebeurt de inschaling op de overeenkomstige trap van de functionele loopbaan. »
Art. 13.In deel VIII, Titel 11, Hoofdstuk 6, van hetzelfde statuut wordt artikel VIII 127, opgeheven bij het besluit van de Vlaamse regering van 14 april 2000, opnieuw opgenomen in de volgende lezing : « Art. VIII 127. § 1. De ambtenaar met de graad van assistent of technisch assistent die op 1 juli 2001 de functie uitoefent van loodsdienstregelaar/rededienst-coördinator, krijgt een ambtshalve graadverandering naar de graad van speciaal assistent. § 2. Bij deze ambtshalve graadverandering behoudt de ambtenaar de verworven anciënniteiten. In voorkomend geval gebeurt de inschaling op de overeenkomstige trap van de functionele loopbaan. »
Art. 14.In artikel XI 36 van hetzelfde statuut, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 12 juni 1995, 14 mei 1996 en 26 mei 1998, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° In § 1 worden de woorden "of van een provincie" vervangen door de woorden "of van een provinciale afdeling van de administratie Binnenlandse Aangelegenheden" 2° In § 3, tweede lid, worden tussen de woorden "De ambtenaar kan beroep aantekenen" vervangen door de woorden "De ambtenaar van rang A2 en lager kan beroep indienen";3° § 5 wordt vervangen als volgt : « § 5.In afwijking van § 1 wordt het verlof voor deeltijdse prestaties voor de secretaris-generaal toegestaan door de Vlaamse regering, voor de leidend ambtenaar door de secretaris-generaal en voor het afdelingshoofd door de leidend ambtenaar. »
Art. 15.In Deel XI, Titel 11bis van hetzelfde statuut, ingevoegd bij besluit van de Vlaamse regering van 14 april 2000, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° In artikel XI 89quinquies worden in 1°, 2°, 3° en 4° de woorden "van de raad voor maatschappelijk welzijn" telkens vervangen door de woorden "van de raad voor maatschappelijk welzijn of van de districtsraad" en worden de woorden "een gemeente" telkens vervangen door de woorden "een gemeente of een district";2° In artikel XI 89sexies worden in 1°, 2° en 3° de woorden "van de raad voor maatschappelijk welzijn" telkens vervangen door de woorden "van de raad voor maatschappelijk welzijn of van de districtsraad" en worden de woorden "een gemeente" telkens vervangen door de woorden "een gemeente of een district";3° In artikel XI 89septies worden in 2° de woorden "van de raad voor maatschappelijk welzijn van een gemeente" vervangen door de woorden "van de raad voor maatschappelijk welzijn van een gemeente of van de districtsraad van een district";4° In artikel XI 89novies worden de woorden "van een raad voor maatschappelijk welzijn" vervangen door de woorden "van een raad voor maatschappelijk welzijn of een districtsraad".
Art. 16.In Deel XIII, Titel 1 van hetzelfde statuut wordt een Hoofdstuk 5bis ingevoegd, dat luidt als volgt : « Hoofdstuk 5bis : uitbetaling van het salaris voor niet opgenomen verlofdagen bij einde arbeidsrelatie Art. XIII 23bis. § 1. Wanneer de ambtenaar ingevolge de behoeften van de dienst het jaarlijks verlof waarop hij recht heeft niet heeft kunnen opnemen voor het einde van de arbeidsrelatie, worden deze dagen hem uitbetaald. § 2. Voor de toepassing van § 1 is het salaris dat in aanmerking moet worden genomen voor de uitbetaling dat voor volledige prestaties, eventueel aangevuld met de toelagen, bedoeld in de hoofdstukken 2 en 7 van titel 3 van deel XIII. »
Art. 17.In artikel XIII 25 van hetzelfde statuut, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 5 oktober 1999, wordt § 2 vervangen door wat volgt : « § 2. Indien het verlof voor deeltijdse prestaties wordt genomen overeenkomstig artikel XI 41, § 1, wordt het salaris verkregen volgens de berekeningswijze in § 1, verhoogd met een bedrag dat gelijk is aan het normale maandsalaris, vermenigvuldigd met : 1° 10 % voor halftijdse prestaties;2° 4 % voor viervijfde prestaties;3° 2 % voor negentiende prestaties.»
Art. 18.In artikel XIII 104, § 2, 1° van hetzelfde statuut, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 8 september 2000, worden de woorden "Voor het jaar 2001 wordt voormeld forfaitair bedrag" vervangen door de woorden "Vanaf het jaar 2000 wordt voormeld forfaitair bedrag".
Art. 19.In artikel XIV 5, § 2, van hetzelfde statuut, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 23 december 1993, 26 juni 1996, 14 januari 1997, 28 april 1998, 19 december 1998, 16 maart 1999, 19 juni 1999, 28 januari 2000, 14 april 2000, 8 juni 2000, 8 september 2000 en 9 februari 2001, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° 10° wordt vervangen door wat volgt : "1 betrekking van directeur, 7 betrekkingen van adviseur, 13 betrekkingen van investeringsprospector, 1 betrekking van technologisch attaché en 3 betrekkingen van deskundige bij het departement Economie, Werkgelegenheid, Binnenlandse Aangelegenheden en landbouw, dienst met afzonderlijk beheer Investeren in Vlaanderen" 2° in 13° worden de woorden "1 betrekking van deskundige, 1 betrekking van deskundige (boekhouder-revisor), 2 betrekkingen van deskundige (hofmeester)" vervangen door de woorden "1 betrekking van deskundige, 2 betrekkingen van deskundige (hofmeester), en 1 betrekking van medewerker".
Art. 20.Artikel XIV 6 van hetzelfde statuut, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 26 juni 1996, 14 januari 1997, 19 december 1998 en 29 juni 1999, wordt vervangen door wat volgt : « Art. XIV 6. De Vlaamse minister bevoegd voor de Ambtenarenzaken bepaalt in onderling overleg met de functioneel bevoegde Vlaamse minister (s), de aanwervingswijze en -voorwaarden voor de contractuele betrekkingen die als bijkomende of specifieke opdracht worden beschouwd. »
Art. 21.Artikel XIV 22 van hetzelfde statuut, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 19 december 1998, 8 juni 2000, 8 september 2000 en 9 februari 2001, wordt vervangen door wat volgt : « Art. XIV 22. Het contractuele personeelslid dat leiding geeft over een entiteit vermeld in bijlage 15 en het contractuele personeelslid bezoldigd in een salarisschaal van de rang A2 en hoger hebben hiërarchische bevoegdheid".
Art. 22.In artikel XIV 43 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 12 juni 1995, 19 december 1998 en 14 april 2000, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het elfde streepje wordt opgeheven;2° in het twaalfde streepje worden de woorden "deskundige (andere dan boekhouder-revisor)" vervangen door de woorden "deskundige (algemene kwalificatie of hofmeester)".
Art. 23.In artikel XIV 44 van hetzelfde statuut, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 23 december 1993, 12 juni 1995, 14 januari 1997, 28 april 1998, 29 juni 1999, 28 januari 2000 en 14 april 2000, worden na de betrekking van commercieel adviseur regionale luchthavens de volgende betrekkingen ingevoegd : "- Coördinator migranten A 112; - Coördinator interface A 112. »
Art. 24.In bijlage 15 bij hetzelfde statuut, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse regering van 8 december 1994 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 14 april 2000, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het organigram van het departement Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur wordt vervangen door het organigram, als bijlage 1 gevoegd bij dit besluit;2° het organigram van het departement Economie, Werkgelegenheid, Binnenlandse Aangelegenheden en Landbouw wordt vervangen door het organigram, als bijlage 2 gevoegd bij dit besluit.
Art. 25.In artikel 179 van het besluit van de Vlaamse regering van 14 april 1999 houdende eerste bijsturing van het Vlaams personeelsstatuut van 24 november 1993, wordt het "3°" gewijzigd als volgt : « 3° de artikelen 34, 70, 96, 100, 117, 120, 121, 128, 137, 166, 167, 171 en 172 : 1 januari 1994. »
Art. 26.Dit besluit treedt heden in werking, met uitzondering van de hierna vermelde artikelen die uitwerking hebben met ingang van de ernaast vermelde datum : 1° artikel 15 : 1 januari 2001;2° artikel 17 : 1 oktober 1999;3° artikel 19, 1° en artikel 20 : 15 augustus 2000;4° artikel 23 : a) wat betreft de coördinator migranten : 1 januari 1999;b) wat betreft de coördinator interface : 1 augustus 1998.
Art. 27.De Vlaamse minister, bevoegd voor de Ambtenarenzaken, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 15 juni 2001.
De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Huisvesting en Ambtenarenzaken, P. VAN GREMBERGEN
Bijlagen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse regering van 15 juni 2001 tot wijziging van het Vlaams Personeelsstatuut van 24 november 1993 inzake de provinciale gouvernement en andere bepalingen.
De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Huisvesting en Ambtenarenzaken, P. VAN GREMBERGEN