gepubliceerd op 23 augustus 2011
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 9 maart 2007 tot uitvoering van het decreet van 22 december 2006 houdende de bescherming van water tegen de verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen, wat betreft de aflevering van attesten en de invoering van een globale stikstofbalans voor percelen met biologische productie
15 JULI 2011. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 9 maart 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 09/03/2007 pub. 27/04/2007 numac 2007035582 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 22 december 2006 houdende de bescherming van water tegen de verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen sluiten tot uitvoering van het decreet van 22 december 2006 houdende de bescherming van water tegen de verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen, wat betreft de aflevering van attesten en de invoering van een globale stikstofbalans voor percelen met biologische productie
De Vlaamse Regering, Gelet op het Mestdecreet van 22 december 2006, artikel 4, § 3, ingevoegd bij het decreet van 12 december 2008, artikel 8, § 4, artikel 12, § 1, vijfde lid, artikel 13, § 9, en artikel 22, § 2;
Gelet op artikel 20 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 9 maart 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 09/03/2007 pub. 27/04/2007 numac 2007035582 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 22 december 2006 houdende de bescherming van water tegen de verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen sluiten tot uitvoering van het decreet van 22 december 2006 houdende de bescherming van water tegen de verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 27 mei 2011;
Gelet op advies 49.832/3 van de Raad van State, gegeven op 5 juli 2011, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Aan artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 9 maart 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 09/03/2007 pub. 27/04/2007 numac 2007035582 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 22 december 2006 houdende de bescherming van water tegen de verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen sluiten tot uitvoering van het decreet van 22 december 2006 houdende de bescherming van water tegen de verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen worden een punt 6°, een punt 7° en een punt 8° toegevoegd, die luiden als volgt : « 6° andere meststof met traag vrijkomende stikstof : een andere meststof die stikstof in dusdanige vorm bevat dat slechts een beperkt gedeelte van de totale stikstof vrijkomt in het jaar van opbrenging als vermeld in artikel 8, § 4, en artikel 13, § 9, van het Mestdecreet, en een andere meststof waarin de stikstof in dusdanige vorm aanwezig is dat slechts een beperkt deel van de stikstof vrijkomt in het jaar van de opbrenging als vermeld in artikel 12, § 1, tweede lid, 3°, en derde lid, 4°, van het Mestdecreet; 7° bewerkte dierlijke mest met traag vrijkomende stikstof : bewerkte dierlijke mest die stikstof in dusdanige vorm bevat dat slechts een beperkt gedeelte van de totale stikstof vrijkomt in het jaar van opbrenging als vermeld in artikel 8, § 4, van het Mestdecreet, en bewerkte dierlijke mest waarin de stikstof in dusdanige vorm aanwezig is dat slechts een beperkt deel van de stikstof vrijkomt in het jaar van de opbrenging als vermeld in artikel 12, § 1, tweede lid, 3°, en derde lid, 4°, van het Mestdecreet;8° bewerkte dierlijke mest of andere meststof met lage stikstofinhoud : bewerkte dierlijke mest of andere meststof waarvan de stikstofinhoud laag is als vermeld in artikel 8, § 4, en artikel 12, § 1, derde lid, 4°, van het Mestdecreet.».
Art. 2.Artikel 3 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «
Art. 3.Om als andere meststof met traag vrijkomende stikstof of als bewerkte dierlijke mest met traag vrijkomende stikstof, beschouwd te worden, moet aan de volgende voorwaarden voldaan zijn : 1° de inhoud aan minerale stikstof is kleiner dan 15 % van de inhoud aan totale stikstof;2° de som van de inhoud aan minerale stikstof en snel vrijkomende organische stikstof is kleiner dan 30 % van de inhoud aan totale stikstof. Om als bewerkte dierlijke mest of andere meststof met lage stikstofinhoud beschouwd te worden, mag de inhoud aan totale stikstof niet hoger zijn dan 0,60 kg stikstof per ton. ».
Art. 3.Artikel 4 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 oktober 2008Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 10/10/2008 pub. 17/12/2008 numac 2008204570 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende nadere regels rond tuinbouw ter uitvoering van het decreet van 22 december 2006 houdende de bescherming van water tegen de verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen sluiten, wordt vervangen door wat volgt : «
Art. 4.§ 1. Producenten van andere meststoffen of van bewerkte dierlijke mest, die voldoen aan de voorwaarden, vermeld in artikel 3, eerste of tweede lid, en de uitbaters van bewerkings- of verwerkingseenheden die effluenten als vermeld in artikel 22, § 2, van het Mestdecreet, produceren, kunnen daarvoor een attest aanvragen bij de Mestbank, op voorwaarde dat ze de aangifte, vermeld in artikel 23 van het Mestdecreet, volledig en correct hebben ingediend.
Bij die aanvraag zijn de resultaten gevoegd van een analyse : 1° die uitgevoerd is door een erkend laboratorium conform het compendium;2° die hoogstens zes maanden oud is.In afwijking daarvan mag voor het aantonen van de voorwaarde, vermeld in artikel 3, eerste lid, 2°, een analyse gebruikt worden die hoogstens drie jaar oud is, op voorwaarde dat het productieproces van de meststoffen na de analyse ongewijzigd is gebleven; 3° die aantoont dat de meststof voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 3, eerste of tweede lid, of dat het effluent een lager gehalte heeft aan ammoniakale stikstof dan 1 kg NH4-N per 1000 l of 1 kg NH4-N per 1000 kg. § 2. Verschillende producenten van meststoffen die meststoffen met dezelfde samenstelling en via hetzelfde productieproces produceren, kunnen voor deze meststoffen één gezamenlijke aanvraag als vermeld in paragraaf 1 indienen.
Bij die gezamenlijke aanvraag zijn de nodige stukken gevoegd die aantonen dat de meststoffen dezelfde samenstelling hebben en via hetzelfde productieproces geproduceerd worden.
De betrokken producenten wijzen een contactpersoon aan. De betrokken producenten kunnen op elk ogenblik een andere contactpersoon aanwijzen. § 3. De Mestbank onderzoekt de aanvraag, vermeld in paragraaf 1 en 2, en deelt de aanvrager binnen zestig kalenderdagen haar gemotiveerde beslissing mee.
Als de aanvraag voor het attest positief wordt bevonden, stuurt de Mestbank, samen met de beslissing, een attest naar de betrokken producent van meststoffen of naar de betrokken uitbater. Het attest is geldig van de dag dat de aanvraag positief is bevonden, tot en met 31 juli van het volgende kalenderjaar.
In afwijking van het eerste lid, zijn attesten die betrekking hebben op spuistroom die voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 3, tweede lid, geldig van de dag dat de aanvraag positief is bevonden, tot en met 31 juli van het derde volgende kalenderjaar. § 4. De producent van meststoffen of de uitbater van een bewerkings- of verwerkingseenheid, die over een geldig attest beschikt als vermeld in paragraaf 3 kan een verlenging van de geldigheid van zijn attest verkrijgen. Hij voegt daarvoor bij zijn aangifte als vermeld in artikel 23 van het Mestdecreet, een kopie toe van de resultaten van een analyse als vermeld in paragraaf 1, tweede lid.
Als de aanvraag tot verlenging van de geldigheid van het attest positief wordt bevonden, stuurt de Mestbank uiterlijk op 15 juli een nieuw attest naar de betrokken producent van meststoffen of naar de betrokken uitbater. Het nieuwe attest is geldig vanaf 1 augustus van het lopende kalenderjaar tot en met 31 juli van het volgende kalenderjaar.
Producenten van meststoffen die op basis van een gezamenlijke aanvraag als vermeld in paragraaf 2, een attest hebben verkregen, kunnen een verlenging van de geldigheid van hun attest verkrijgen. De betrokken contactpersoon die aangewezen is overeenkomstig paragraaf 2, derde lid, voegt daarvoor bij zijn aangifte als vermeld in artikel 23 van het Mestdecreet, een kopie van de resultaten van een analyse als vermeld in paragraaf 1, tweede lid. Als de contactpersoon, vermeld in paragraaf 2, derde lid, niet aangifteplichtig is overeenkomstig artikel 23 van het Mestdecreet, bezorgt hij uiterlijk op 15 februari een kopie van de resultaten van de analyse, vermeld in paragraaf 1, tweede lid, aan de Mestbank.
Als de aanvraag tot verlenging van de geldigheid van het attest positief wordt bevonden, stuurt de Mestbank uiterlijk op 15 juli een nieuw attest naar de betrokken producenten van meststoffen. Het nieuwe attest is geldig vanaf 1 augustus van het lopende kalenderjaar tot en met 31 juli van het volgende kalenderjaar.
In afwijking van het tweede lid zijn attesten die betrekking hebben op spuistroom die voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 3, tweede lid, geldig van 1 augustus van het lopende kalenderjaar tot en met 31 juli van het derde volgende kalenderjaar. § 5. De Mestbank houdt een lijst bij van de meststoffen waarvoor een attest is verleend. De lijst van verleende attesten is openbaar en wordt periodiek bijgewerkt. § 6. De Vlaamse minister, bevoegd voor het leefmilieu en het waterbeleid, stelt de modellen van de attesten vast. ».
Art. 4.In artikel 5, § 2, 1°, van hetzelfde besluit wordt de zinsnede « art. 4, § 7 » vervangen door de zinsnede « art. 4, § 5 ».
Art. 5.Aan artikel 6 van hetzelfde besluit worden een paragraaf 4 en een paragraaf 5 toegevoegd, die luiden als volgt : « § 4. De afnemer van meststoffen waarvoor de producent op het moment van de levering een geldig attest als vermeld in artikel 4, had dat stelde dat de betrokken meststof een andere meststof met traag vrijkomende stikstof of bewerkte dierlijke mest met traag vrijkomende stikstof is, kan, ter uitvoering van artikel 12, § 1, tweede lid, 3°, van het Mestdecreet, die meststof gebruiken bij de bemesting van de plantput, bij aanplantingen langs wegen of bij bosaanplantingen. § 5. De afnemer van meststoffen waarvoor de producent op het moment van de levering, een geldig attest als vermeld in artikel 4, had dat stelde dat de betrokken meststof een andere meststof met traag vrijkomende stikstof, bewerkte dierlijke mest met traag vrijkomende stikstof of bewerkte dierlijke mest of andere meststof met lage stikstofinhoud is, kan, ter uitvoering van artikel 12, § 1, derde lid, 4°, van het Mestdecreet, die meststof gebruiken bij de aanleg en het onderhoud van tuinen, parken en plantsoenen. ».
Art. 6.In hoofdstuk II van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 oktober 2008Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 10/10/2008 pub. 17/12/2008 numac 2008204570 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende nadere regels rond tuinbouw ter uitvoering van het decreet van 22 december 2006 houdende de bescherming van water tegen de verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen sluiten, wordt het opschrift van afdeling 2 vervangen door wat volgt : « Afdeling 2. Bemesting met dierlijke mest in meerjarig perspectief, ter uitvoering van artikel 13, § 9, van het Mestdecreet, voor biologische landbouwers ».
Art. 7.Artikel 7 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 oktober 2008Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 10/10/2008 pub. 17/12/2008 numac 2008204570 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende nadere regels rond tuinbouw ter uitvoering van het decreet van 22 december 2006 houdende de bescherming van water tegen de verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen sluiten, wordt vervangen door wat volgt : «
Art. 7.De landbouwer die op zijn bedrijf biologische productiemethodes toepast, mag, ter uitvoering van artikel 13, § 9, van het Mestdecreet, op de percelen landbouwgrond waarop hij biologische productiemethodes toepast, meer stikstof uit dierlijke mest opbrengen dan de hoeveelheden, vermeld in artikel 13, § 1, § 2 en § 3, van het Mestdecreet, onder de volgende voorwaarden : 1° de hoeveelheid stikstof uit dierlijke mest die in een bepaald kalenderjaar op het totaal van de tot zijn bedrijf behorende percelen landbouwgrond waarop hij biologische productiemethodes toepast, is opgebracht, is niet hoger dan de hoeveelheid stikstof uit dierlijke mest die, overeenkomstig de bepalingen van artikel 13, § 1, § 2 of § 3, van het Mestdecreet, in dat kalenderjaar op het totaal van de tot zijn bedrijf behorende percelen landbouwgrond waarop hij biologische productiemethodes toepast, opgebracht mag worden;2° binnen een periode van drie kalenderjaren mag de gemiddeld op jaarbasis opgebrachte hoeveelheid stikstof uit dierlijke mest per perceel niet hoger zijn dan de hoeveelheden, vermeld in artikel 13, § 1, § 2 en § 3, van het Mestdecreet. In dit artikel wordt verstaan onder : 1° verzamelaanvraag : de verzamelaanvraag, vermeld in artikel 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 9 februari 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 09/02/2007 pub. 13/04/2007 numac 2007035539 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende bepalingen tot inrichting van een gemeenschappelijke identificatie van landbouwers, exploitaties en landbouwgrond in het kader van het meststoffenbeleid en van het landbouwbeleid sluiten houdende bepalingen tot inrichting van een gemeenschappelijke identificatie van landbouwers, exploitaties en landbouwgrond in het kader van het mestbeleid en het landbouwbeleid;2° landbouwer die op zijn bedrijf biologische productiemethodes toepast : een landbouwer die op zijn verzamelaanvraag voor een of meer percelen aangeeft dat hij er een biologische productiemethode toepast;3° percelen landbouwgrond waarop hij biologische productiemethodes toepast : de percelen landbouwgrond waarvoor hij op zijn verzamelaanvraag aangeeft dat hij er een biologische productiemethode toepast.».
Art. 8.Artikel 8 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art. 9.In hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 10 oktober 2008, 30 april 2009 en 10 september 2010, wordt een hoofdstuk VII/1, dat bestaat uit artikel 16/1, ingevoegd, dat luidt als volgt : « Hoofdstuk VII/1. - Overgangsbepalingen
Art. 16/1.Attesten die toegekend zijn door de Vlaamse minister, bevoegd voor het leefmilieu en het waterbeleid, ter uitvoering van artikel 4, worden voor de resterende duur van hun geldigheid, beschouwd als attesten die toegekend zijn door de Mestbank, ter uitvoering van artikel 4. ».
Art. 10.De Vlaamse minister, bevoegd voor het leefmilieu en het waterbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 15 juli 2011.
De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, J. SCHAUVLIEGE