gepubliceerd op 11 februari 2016
Besluit van de Vlaamse Regering houdende de erkenning van kinesitherapeuten en van de bijzondere beroepsbekwaamheden voor kinesitherapeuten
15 JANUARI 2016. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende de erkenning van kinesitherapeuten en van de bijzondere beroepsbekwaamheden voor kinesitherapeuten
De Vlaamse Regering, Gelet op de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015, artikel 43, § 2, en artikel 88;
Gelet op het koninklijk besluit van 15 april 2002Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 15/04/2002 pub. 28/06/2002 numac 2002022343 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de erkenning als kinesitherapeut en de erkenning van bijzondere beroepstitels en bijzondere bekwaamheden sluiten betreffende de erkenning als kinesitherapeut en de erkenning van bijzondere beroepstitels en bijzondere beroepsbekwaamheden;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 7 oktober 2015;
Gelet op advies 58.387/VR/3 van de Raad van State, gegeven op 11 december 2015, met toepassing van art. 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad Van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Definities
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder: 1° administrateur-generaal: de leidend ambtenaar van het agentschap;2° agentschap: het Agentschap Zorg en Gezondheid, opgericht bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 mei 2004Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 07/05/2004 pub. 07/06/2004 numac 2004035841 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap « Zorg en Gezondheid » sluiten tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap "Zorg en Gezondheid";3° bijzondere beroepsbekwaamheden: de bijzondere beroepsbekwaamheden, vermeld in artikel 1 van het koninklijk besluit van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/04/2014 pub. 08/08/2014 numac 2014024312 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit tot vaststelling van de lijst van bijzondere beroepsbekwaamheden voor kinesitherapeuten sluiten tot vaststelling van de lijst van bijzondere beroepsbekwaamheden voor kinesitherapeuten;4° erkenningscommissie: de erkenningscommissie voor de erkenning van kinesitherapeuten en van de bijzondere beroepsbekwaamheden voor kinesitherapeuten;5° minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor het gezondheidsbeleid;6° wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen: wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015. HOOFDSTUK 2. - De erkenningscommissie, de samenstelling en opdrachten
Art. 2.Bij het agentschap wordt een erkenningscommissie opgericht.
De erkenningscommissie heeft als taak gemotiveerde adviezen te verstrekken aan het agentschap over: 1° de aanvragen voor het verkrijgen van een erkenning als kinesitherapeut, vermeld in artikel 43, § 1, en artikel 154 van de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen;2° de aanvragen voor het verkrijgen van een erkenning waarbij de kinesitherapeut gemachtigd wordt zich op een bijzondere beroepsbekwaamheid te beroepen, vermeld in artikel 86 van de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen. De erkenningscommissie stelt een huishoudelijk reglement op.
De erkenningscommissie kan het agentschap machtigen om voor bepaalde categorieën van aanvragen een beslissing te nemen zonder daarover vooraf het advies van de erkenningscommissie in te winnen.
Art. 3.§ 1. De erkenningscommissie is samengesteld uit: 1° vier leden-kinesitherapeuten die sedert ten minste tien jaar de kinesitherapie uitoefenen.Ze worden voorgedragen door hun beroepsverenigingen; 2° zes leden-kinesitherapeuten die houder zijn van een bijzondere beroepsbekwaamheid en die een minimale beroepservaring van tien jaar kunnen bewijzen, waarbij elke beroepsbekwaamheid één mandaat krijgt. Ze worden voorgedragen door hun beroepsverenigingen; 3° vier leden-kinesitherapeuten die ten minste tien jaar onderwijservaring in een universitaire instelling kunnen bewijzen.Ze worden voorgedragen door de Vlaamse Interuniversitaire Raad; 4° zes leden-kinesitherapeuten die houder zijn van een bijzondere beroepsbekwaamheid en die ten minste tien jaar onderwijservaring in een universitaire instelling kunnen bewijzen, waarbij elke beroepsbekwaamheid één mandaat krijgt.Ze worden voorgedragen door de Vlaamse Interuniversitaire Raad. § 2. De leden van de erkenningscommissie worden door de administrateur-generaal benoemd voor een hernieuwbare termijn van zes jaar. Ze blijven in functie tot de administrateur-generaal over de hernieuwing van hun mandaten een beslissing heeft genomen.
In geval van overlijden, ontslag of intrekking van een mandaat van een lid, benoemt de administrateur-generaal een nieuw lid, voorgedragen door een beroepsvereniging of door de Vlaamse Interuniversitaire Raad.
De administrateur-generaal benoemt dat vervangend lid voor de resterende duur van het mandaat van het lid dat hij vervangt. § 3. De erkenningscommissie kiest uit haar leden een voorzitter en een ondervoorzitter. Bij afwezigheid van de voorzitter en van de ondervoorzitter wordt de erkenningscommissie voorgezeten door het oudste lid in leeftijd. § 4. Om geldig te beraadslagen moet ten minste de helft van de leden van de erkenningscommissie aanwezig zijn.
Als de leden niet in voldoende aantal aanwezig zijn, organiseert het agentschap een nieuwe vergadering met dezelfde agenda. De erkenningscommissie kan dan geldig vergaderen ongeacht het aantal aanwezige leden.
De leden van de erkenningscommissie die een bijzondere beroepsbekwaamheid vertegenwoordigen, worden alleen verwacht aanwezig te zijn wanneer er aanvragen zijn voor de bijzondere beroepsbekwaamheid waarvoor ze benoemd zijn.
De erkenningscommissie spreekt zich uit bij meerderheid van de aanwezige leden.
Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter beslissend.
De erkenningscommissie kan, als ze dat nuttig acht en na akkoord van het agentschap, ook een beroep doen op externe deskundigen. Die personen hebben een raadgevende stem. § 5. De beraadslagingen van de erkenningscommissie, alsook het verslag ervan, zijn geheim. De erkenningscommissie motiveert haar adviezen. § 6. De functie van secretaris van de erkenningscommissie wordt waargenomen door een personeelslid van het agentschap.
Art. 4.§ 1. De voorzitter en de leden van de erkenningscommissie, en de eventuele externe deskundigen ontvangen voor hun werkzaamheden een vergoeding per vergadering waarop ze aanwezig zijn. § 2. De vergoeding, vermeld in paragraaf 1, bedraagt 5 euro (vijf euro), behalve voor de voorzitter, aan wie een vergoeding van 7,5 euro (zeven euro vijftig cent) wordt toegekend.
De vergoeding wordt voor maximaal achttien vergaderingen, die plaatsvinden op initiatief van het agentschap, per jaar toegekend.
Verschillende vergaderingen van de erkenningscommissie die op dezelfde dag plaatsvinden, gelden maar als één vergadering.
Art. 5.De voorzitter en de leden van de erkenningscommissie, en de eventuele externe deskundigen ontvangen een vergoeding voor de reiskosten die verbonden zijn aan de deelname aan de vergaderingen, overeenkomstig de op dat moment geldende regeling voor de kilometervergoeding van personeelsleden van de Vlaamse overheid.
Art. 6.Indien de administrateur-generaal in de onmogelijkheid verkeert om tot de benoeming van de leden van de erkenningscommissie over te gaan omdat niet voldoende leden worden voorgedragen door de beroepsverenigingen of door de Vlaamse Interuniversitaire Raad, wordt de bevoegdheid om advies te verlenen over de aanvraag van de erkenning als kinesitherapeut en de erkenning van de bijzondere beroepsbekwaamheden, tijdelijk toegewezen aan het agentschap.
Het agentschap kan voor het uitvoeren van de adviserende bevoegdheid eender welke ambtenaar, expert of organisatie raadplegen of belasten met een adviesopdracht. De uiteindelijke beslissing over het te verlenen advies behoort toe aan het agentschap.
De tijdelijke bevoegdheid van het agentschap neemt een einde op het moment dat de leden van de betreffende erkenningscommissie benoemd zijn. HOOFDSTUK 3. - De erkenning Afdeling 1. - De erkenning als kinesitherapeut
Art. 7.§ 1. De aanvrager die de erkenning als kinesitherapeut als vermeld in artikel 43, § 2 van de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen wil verkrijgen, dient een erkenningsaanvraag in bij het agentschap. Het agentschap stelt daarvoor een aanvraagformulier ter beschikking.
De aanvrager voegt bij zijn aanvraag een eensluidend verklaarde kopie van het diploma of een document waarmee de universiteit bevestigt dat de aanvrager geslaagd is voor het eindexamen dat recht geeft op het vereiste diploma, waaruit blijkt dat de aanvrager voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 43, § 2, tweede lid, van de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen. § 2. Alleen volledige dossiers worden aan de erkenningscommissie voorgelegd.
Het agentschap vraagt bij de aanvrager, in geval van onvolledigheid van het dossier, de ontbrekende documenten op. Als de aanvrager die documenten niet binnen drie maanden na de opvraging bezorgt, kan de aanvraag administratief worden afgesloten. § 3. Het agentschap beslist, na advies van de erkenningscommissie, over de aanvraag van de erkenning als kinesitherapeut. Het gemotiveerde advies van de erkenningscommissie wordt bij de beslissing gevoegd. § 4. Het agentschap kan met de onderwijsinstellingen afspraken maken over de gegevensuitwisseling met betrekking tot de geslaagde studenten die een erkenning als kinesitherapeut willen. Als het agentschap en de onderwijsinstellingen die gegevensuitwisseling organiseren, hoeven de aanvragers zelf geen individuele aanvraag in te dienen.
Art. 8.§ 1. De aanvrager die een erkenning als kinesitherapeut als vermeld in artikel 154 van de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen wil verkrijgen, dient daartoe zijn aanvraag in bij het agentschap. Het agentschap stelt daarvoor een aanvraagformulier ter beschikking.
De aanvrager voegt bij zijn aanvraag de documenten waaruit blijkt dat hij aan de voorwaarden van artikel 154 voldoet. § 2. Alleen volledige dossiers worden aan de erkenningscommissie voorgelegd.
Het agentschap vraagt bij de aanvrager, in geval van onvolledigheid van het dossier, de ontbrekende documenten op. Als de aanvrager die documenten niet binnen drie maanden na de opvraging bezorgt, kan de aanvraag administratief worden afgesloten.
De aanvrager kan worden uitgenodigd voor de vergadering van de erkenningscommissie waarbij hem gevraagd wordt om eventuele bijkomende inlichtingen te verstrekken.
Als een aanvrager die op de vergadering van de erkenningscommissie werd uitgenodigd, niet aanwezig kan zijn, kan de erkenningscommissie adviseren op basis van het dossier. § 3. Het agentschap beslist, na advies van de erkenningscommissie, over de aanvraag van de erkenning als kinesitherapeut. Het gemotiveerde advies van de erkenningscommissie wordt bij de beslissing gevoegd. Afdeling 2. - De erkenning van de bijzondere beroepsbekwaamheden
Art. 9.§ 1. Een kinesitherapeut die een erkenning voor een bijzondere beroepsbekwaamheid als vermeld in artikel 88 van de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen wil verkrijgen, dient zijn erkenningsaanvraag in bij het agentschap. De aanvrager doet zijn aanvraag met het aanvraagformulier dat het agentschap ter beschikking stelt.
Het agentschap kan voor het indienen van de aanvragen, vermeld in het eerste lid, een digitaal platform ter beschikking stellen dat het aanvraagformulier, vermeld in het eerste lid, aanvult of vervangt.
De aanvrager voegt bij zijn aanvraag alle bewijsstukken waaruit blijkt dat hij voldoet aan de voorwaarden voor het verkrijgen van een bijzondere beroepsbekwaamheid. § 2. Alleen volledige dossiers worden aan de erkenningscommissie voorgelegd.
Het agentschap vraagt bij de aanvrager, in geval van onvolledigheid van het dossier, de ontbrekende documenten op. Als de aanvrager die documenten niet binnen drie maanden na de opvraging bezorgt, kan de aanvraag administratief worden afgesloten.
De aanvrager kan worden uitgenodigd voor de vergadering van de erkenningscommissie waarbij hem gevraagd wordt om eventuele bijkomende inlichtingen te verstrekken.
Als een aanvrager die op de vergadering van de erkenningscommissie werd uitgenodigd, niet aanwezig kan zijn, kan de erkenningscommissie adviseren op basis van het dossier. § 3. Het agentschap beslist, na advies van de erkenningscommissie, over de aanvraag van de erkenning als kinesitherapeut. Het gemotiveerde advies van de erkenningscommissie wordt bij de beslissing gevoegd. HOOFDSTUK 4. - De procedure tot heroverweging
Art. 10.Als de erkenningscommissie een negatief advies geeft en het agentschap beslist om dit advies te volgen, bezorgt het agentschap het voornemen tot negatieve beslissing aan de aanvrager met een aangetekende brief.
De aanvrager kan binnen een termijn van dertig dagen na de ontvangst van het voornemen tot negatieve beslissing een bezwaarnota aan het agentschap bezorgen met zijn opmerkingen.
De bezwaarnota van de aanvrager wordt, samen met het negatieve advies, het voornemen tot negatieve beslissing en het aanvraagdossier, opnieuw voorgelegd aan de erkenningscommissie, die op basis van die stukken een nieuw advies uitbrengt.
Het agentschap bezorgt zijn definitieve beslissing aan de aanvrager.
Art. 11.Als het agentschap van oordeel is dat een advies van de erkenningscommissie niet gevolgd kan worden, brengt het de erkenningscommissie daarvan op de hoogte.
Als de erkenningscommissie bij haar oorspronkelijke positieve advies blijft, bezorgt het agentschap het voornemen tot negatieve beslissing, samen met het positieve advies, aan de aanvrager.
De aanvrager kan binnen een termijn van dertig dagen na de ontvangst van het voornemen tot negatieve beslissing een bezwaarnota aan het agentschap bezorgen met zijn opmerkingen.
De bezwaarnota van de aanvrager wordt, samen met het positieve advies, het voornemen tot negatieve beslissing en het aanvraagdossier, voorgelegd aan de minister, die op basis van die stukken een definitieve beslissing neemt over het dossier in kwestie.
Het agentschap bezorgt de definitieve beslissing van de minister aan de aanvrager. HOOFDSTUK 5. - De intrekking van de erkenning
Art. 12.Als een kinesitherapeut niet meer aan de erkenningscriteria voldoet, kan het agentschap de erkenning als kinesitherapeut of de erkenning waarbij de kinesitherapeut gemachtigd wordt zich op een bijzondere beroepsbekwaamheid te beroepen, intrekken.
Het agentschap kan een erkenning pas intrekken nadat het daarover het advies van de erkenningscommissie heeft ingewonnen, en nadat het, na het advies van de erkenningscommissie ontvangen te hebben, zijn voornemen tot intrekking aan de kinesitherapeut heeft bekendgemaakt.
De kinesitherapeut van wie het agentschap de erkenning wil intrekken conform het tweede lid, kan binnen dertig dagen na de ontvangst van het voornemen een bezwaarnota indienen.
De bezwaarnota wordt, samen met het voornemen tot intrekking, voorgelegd aan de erkenningscommissie, die op basis van die stukken een advies uitbrengt. Na het advies van de erkenningscommissie wordt de definitieve beslissing van het agentschap aan de kinesitherapeut bezorgd.
Art. 13.Als de kinesitherapeut een erkenning die overeenkomstig dit besluit werd gegeven, niet wil behouden, brengt hij het agentschap daarvan schriftelijk op de hoogte. Het agentschap trekt, op basis van die uitdrukkelijke vraag van de kinesitherapeut, de erkenning in.
Art. 14.De kinesitherapeut van wie de erkenning werd ingetrokken overeenkomstig de artikelen 12 of 13, kan altijd bij het agentschap een nieuwe erkenning aanvragen.
De erkenningsprocedure verloopt volgens de bepalingen van dit besluit. HOOFDSTUK 6. - Slotbepalingen
Art. 15.Het koninklijk besluit van 15 april 2002Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 15/04/2002 pub. 28/06/2002 numac 2002022343 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de erkenning als kinesitherapeut en de erkenning van bijzondere beroepstitels en bijzondere bekwaamheden sluiten betreffende de erkenning als kinesitherapeut en de erkenning van bijzondere beroepstitels en bijzondere beroepsbekwaamheden wordt opgeheven.
Art. 16.De dossiers die op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit al in behandeling zijn, worden vanaf de inwerkingtreding verder behandeld conform dit besluit.
Art. 17.Tot op het ogenblik dat de leden van de nieuw op te richten erkenningscommissie benoemd zijn, wordt de bevoegdheid om advies te verlenen over de aanvraag van de erkenning als kinesitherapeut en de erkenning van de bijzondere beroepsbekwaamheden, tijdelijk toegewezen aan het agentschap.
Het agentschap kan voor de uitvoering van de adviserende bevoegdheid om het even welk personeelslid of om het even welke expert of organisatie raadplegen of belasten met een adviesopdracht. De uiteindelijke beslissing over het te verlenen advies behoort toe aan het agentschap.
Art. 18.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2016.
Art. 19.De Vlaamse minister, bevoegd voor het gezondheidsbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 15 januari 2016.
De minister-president van de Vlaamse Regering, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, J. VANDEURZEN