Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 15 december 2023
gepubliceerd op 19 januari 2024

Besluit van de Vlaamse Regering tot toekenning van een financiële ondersteuning van maximaal 640.300 euro aan Vrij CLB Netwerk vzw voor het project `Netwerk Samen tegen Schooluitval' voor de periode van 1 januari 2024 tot en met 31 augustus 2025

bron
vlaamse overheid
numac
2024000405
pub.
19/01/2024
prom.
15/12/2023
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

15 DECEMBER 2023. - Besluit van de Vlaamse Regering tot toekenning van een financiële ondersteuning van maximaal 640.300 euro aan Vrij CLB Netwerk vzw voor het project `Netwerk Samen tegen Schooluitval' voor de periode van 1 januari 2024 tot en met 31 augustus 2025


Rechtsgronden Dit besluit is gebaseerd op: - de wet van 16 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/05/2003 pub. 25/06/2003 numac 2003003343 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole en federale overheidsdienst financien Wet tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof type wet prom. 16/05/2003 pub. 30/07/2015 numac 2015000394 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof, artikel 3, derde lid; - de Vlaamse Codex Overheidsfinanciën van 29 maart 2019, artikel 73; - het ontwerpdecreet houdende de middelen- en uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2024 zoals definitief goedgekeurd door de Vlaamse Regering en ingediend bij het Vlaams Parlement op 20 oktober 2023, op voorwaarde van goedkeuring door het Vlaamse Parlement.

Vormvereisten De volgende vormvereisten zijn vervuld: - De Inspectie van Financiën heeft een gunstig advies gegeven op 13 november 2023. - De Vlaamse minister, bevoegd voor het budgettair beleid, heeft zijn akkoord gegeven op 1 december 2023.

Motivering Dit besluit is gebaseerd op het volgende motief: - Door dit project te realiseren, wordt bijgedragen aan doelstellingen voor de uitvoering van de beleidsnota Onderwijs 2019-2024 met betrekking tot de bepalingen over spijbelen en vroegtijdig schoolverlaten.

Juridisch kader Dit besluit sluit aan bij de volgende regelgeving: - het Besluit Vlaamse Codex Overheidsfinanciën van 17 mei 2019.

Initiatiefnemer Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Onderwijs, Sport, Dierenwelzijn en de Vlaamse Rand.

Na beraadslaging, DE VLAAMSE REGERING BESLUIT:

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder: 1° Centra voor Leerlingenbegeleiding, afgekort CLB: een centrum voor leerlingenbegeleiding zoals bepaald in het decreet betreffende de leerlingenbegeleiding in het basisonderwijs, het secundair onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding van 27 april 2018;2° Departement Onderwijs en Vorming: het departement, vermeld in artikel 22, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 03/06/2005 pub. 22/09/2005 numac 2005036144 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse Regering met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie sluiten met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie;3° InternettenSamenwerkingsCel, afgekort ISC: een netoverstijgend samenwerkingsverband van vertegenwoordigers van de centrumnetten van de centra voor leerlingenbegeleiding (CLB) van Vrij CLB Netwerk, Onderwijsvereniging van Steden en Gemeenten, het Provinciaal Onderwijs en het GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap; 4° Lokale Overlegplatforms, afgekort LOP's: een lokaal overlegplatform, bedoeld in artikel VIII.2, van het besluit van de Vlaamse Regering betreffende codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016; 5° Netwerk Samen tegen Schooluitval: het samenwerkingsverband van alle netoverstijgende regionale Netwerken Samen tegen Schooluitval, vermeld in punt 7° ;6° Pedagogische Begeleidingsdiensten, afgekort PBD: een pedagogische begeleidingsdienst als vermeld in artikel 14 van het decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs van 8 mei 2009;7° regionale Netwerken Samen tegen Schooluitval: de zes netoverstijgende Netwerken Samen tegen Schooluitval, namelijk één in elke Vlaamse provincie en één in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, die elk worden aangestuurd door een netwerkcoördinator;8° Vlaams niveau: het beleidsdomein Onderwijs en Vorming.

Art. 2.Ten laste van het krediet dat is ingeschreven onder begrotingsartikel FB0-1FGD2GE-WT basisallocatie 1FG059 van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse overheid voor het begrotingsjaar 2024, wordt een financiële ondersteuning verleend aan Vrij CLB Netwerk vzw, gevestigd in de Anatole Francestraat 119 bus 1, 1030 Brussel, met ondernemingsnummer 0473.721.472, voor een bedrag van maximaal 640.300 euro (zeshonderdveertigduizend driehonderd euro).

Art. 3.De financiële ondersteuning, vermeld in artikel 2, moet worden aangewend voor de personeels- en werkingskosten die verbonden zijn aan de uitvoering van het project Netwerk Samen tegen Schooluitval.

Art. 4.De financiële ondersteuning, vermeld in artikel 2, heeft betrekking op de periode van 1 januari 2024 tot en met 31 augustus 2025.

Art. 5.In het kader van het project Netwerk Samen tegen Schooluitval, vermeld in artikel 3, wordt: 1° een projectcoördinator aangesteld;2° voor elke Vlaamse provincie en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest een netwerkcoördinator aangesteld om een netoverstijgend regionaal Netwerk Samen tegen Schooluitval te vormen.De netwerkcoördinatoren van de netoverstijgende regionale Netwerken Samen tegen Schooluitval werken samen in het Netwerk Samen tegen Schooluitval; 3° een professionaliseringsmedewerker aangesteld;4° in elk CLB een ankerfiguur aangewezen die daar het aanspreekpunt vormt voor schooluitval en onderwijsloopbaanbegeleiding;5° voor elk netoverstijgend regionaal Netwerk Samen tegen Schooluitval een regionale professionele leergemeenschap opgericht.

Art. 6.Het Netwerk Samen tegen Schooluitval heeft de opdrachten om: 1° zijn netoverstijgende werking op lokaal, regionaal en Vlaams niveau te waarborgen.Dat houdt ten minste in dat het Netwerk Samen tegen Schooluitval: a) als bruggenbouwer fungeert tussen de verschillende regio's en verantwoordelijk is voor het coördineren van activiteiten op Vlaams, regionaal en lokaal niveau met als doel het voorkomen van vroegtijdig schoolverlaten en het behouden van het leerrecht van elke jongere. Voor de voormelde opdracht biedt het Netwerk Samen tegen Schooluitval schoolondersteuning en creëert het een omgeving waarin jongeren de kans krijgen om hun volledige potentieel te benutten in het onderwijssysteem; b) kennisdeling en samenwerking tussen de verschillende regio's faciliteert.Voor de voormelde opdracht monitort het Netwerk Samen tegen Schooluitval de vooruitgang en effectiviteit van initiatieven en programma's in de regio's en brengt het goede praktijken, ervaringen en succesverhalen over naar de andere regio's, zodat effectieve strategieën worden verspreid en toegepast; c) samenwerking tussen de netwerkcoördinatoren waarborgt om ervoor te zorgen dat de aanpak van vroegtijdig schoolverlaten consistent is in het Vlaamse onderwijs en het Nederlandstalige onderwijs in Brussel en in lijn is met de Vlaamse krachtlijnen inzake de aanpak van de spijbelproblematiek en de uiteenlopende lokale contexten.Enerzijds omvat die aanpak de ontwikkeling van gemeenschappelijke richtlijnen, protocollen en standaarden die wenselijk en uitvoerbaar zijn in alle Vlaamse provincies en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest en die dan ook in alle regio's worden uitgerold. Anderzijds wordt er binnen elk regionaal netwerk voldoende ruimte gecreëerd om in te spelen op lokale behoeften en om lokale initiatieven te faciliteren binnen de bestaande lokale structuren; d) regelmatig contact heeft met de betrokken overheidsinstanties op Vlaams niveau en betrokken is bij de ontwikkeling en de implementatie van het gemeenschappelijke Vlaanderenbrede plan, vermeld in punt 3°, om vroegtijdig schoolverlaten te voorkomen.Het Netwerk Samen tegen Schooluitval zorgt daarbij voor afstemming tussen het regionale en het Vlaamse niveau; e) bij de regionale werking ondersteuning en begeleiding aan lokale actoren aanbiedt, zoals CLB's, scholen, gemeenten en jeugdzorgorganisaties.Het Netwerk Samen tegen Schooluitval fungeert zo als centraal aanspreekpunt voor vragen en assistentie; f) een rol speelt bij het monitoren en evalueren van de voortgang en effectiviteit van initiatieven en programma's binnen de regio's.Het Netwerk Samen tegen Schooluitval verzamelt daarbij gegevens en rapporteert op regelmatige en structurele basis aan de overheidsinstanties op Vlaams niveau; g) zeer nauw samenwerkt met de CLB's.De netwerkcoördinatoren stellen zich duidelijk op als CLB-medewerkers en reiken vanuit die positie de hand naar partners zoals de PBD's en lokale besturen om een geïntegreerde aanpak te bevorderen; h) de regionale professionele leergemeenschappen, vermeld in artikel 5, punt 5°, faciliteert;2° met de focus op schoolondersteuning en met als doel het tegengaan van vroegtijdig schoolverlaten en het behouden van het leerrecht van elke jongere de volgende taken en verantwoordelijkheden op lokaal, regionaal en Vlaams niveau op zich te nemen: a) op Vlaams niveau de coördinatie en beleidsontwikkeling rondom het voorkomen van schooluitval opzet, waartoe het bijvoorbeeld richtlijnen en strategieën opstelt om schooluitval te verminderen;b) in de regio's inzet op samenwerking met lokale gemeenten, scholen en andere relevante actoren om regionale strategieën voor het voorkomen van schooluitval te ontwikkelen en implementeren.Zo faciliteert het Netwerk Samen tegen Schooluitval samenwerkingsverbanden tussen scholen, maatschappelijke organisaties en andere stakeholders om de schoolondersteuning te versterken. Ook coördineert het vormings- en trainingsprogramma's voor onderwijsprofessionals die gericht zijn op vroegtijdige detectie van risicosignalen en het bieden van passende ondersteuning aan leerlingen; c) op lokaal niveau schoolbrede programma's en interventies op touw zet, zoals mentoring, studiebegeleiding en sociaal-emotionele ondersteuning, om het welzijn van leerlingen te verbeteren en schooluitval te voorkomen;3° zich ertoe te engageren om in samenspraak met de projectcoördinator en de stuurgroep en samen met relevante stakeholders een gemeenschappelijk Vlaanderenbreed plan op te maken, uit te rollen en te evalueren waarin doelstellingen en acties worden opgenomen die vanuit een onderwijsgerichte blik noodzakelijk geacht worden en die als doel hebben om het onderwijsveld en de onderwijspartners te ondersteunen en de educatieve kansen en het welzijn van alle jongeren in het Vlaamse onderwijs en het Nederlandstalige onderwijs in Brussel te verbeteren door middel van een gecoördineerde en doelgerichte aanpak;4° in samenspraak met de PBD's en andere onderwijsdeskundigen de inhoudelijke uitwerking van een toolbox, die is afgestemd op de behoeften in het veld, op zich te nemen.Die toolbox bestaat uit een beschrijving van onderbouwde praktijken met voor- en nadelen, randvoorwaarden voor implementatie en goede voorbeelden, waarvoor onder andere inspiratie wordt geput uit het gemeenschappelijke Vlaanderenbrede plan. Het Netwerk Samen tegen Schooluitval monitort en evalueert het gebruik van de toolbox, waarbij het de uitwisseling van goede praktijken bevordert en scholen stimuleert om die toolbox te gebruiken bij het uitwerken van concrete acties binnen een geïntegreerd beleid rond leerlingenbegeleiding om spijbelen en vroegtijdig schoolverlaten tegen te gaan; 5° in samenwerking met de PBD's en andere onderwijsdeskundigen de inhoudelijke uitwerking van een professionaliseringstraject, dat is afgestemd op de behoeften in het veld, op zich te nemen, waarbij de toolbox, vermeld in punt 4°, wordt aangewend.Het voormelde professionaliseringstraject wordt in de vorm van modules en trainingen aan onderwijsactoren zoals leerkrachten, leerlingenbegeleiders en CLB-medewerkers aangeboden. De focus ligt daarbij op het verhogen van de handelingsbekwaamheid van onderwijsactoren met het oog op de preventie van vroegtijdig schoolverlaten en met aandacht voor onder meer een verbindend schoolklimaat, risicofactoren, beschermende factoren, signaaldetectie, basiskennis arbeidsmarkt en het aanbod van de VDAB. Het Netwerk Samen tegen Schooluitval promoot het gebruik van het professionaliseringstraject, faciliteert de uitvoering ervan, evalueert de effectiviteit ervan en biedt ter opvolging ondersteuning aan de onderwijsactoren aan na het doorlopen van het traject; 6° het Netwerk Samen tegen Schooluitval bestendigt en stimuleert de relaties met relevante actoren binnen de beleidsdomeinen Onderwijs en Vorming, Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en Werk en Sociale Economie.Dat houdt in dat het Netwerk Samen tegen Schooluitval: a) actieve samenwerking tussen scholen, CLB's, PBD's, LOP's en instellingen voor volwassenenonderwijs bevordert.Voor de voormelde opdracht organiseert het vergaderingen, netwerkevenementen en workshops met effectieve strategieën tegen vroegtijdig schoolverlaten zoals vroegdetectie, een verbindend schoolklimaat en het gebruik van de toolbox, vermeld in punt 4°. Het Netwerk Samen tegen Schooluitval vraagt systematisch naar feedback en input van de samenwerkingspartners; b) regelmatige communicatie en dialoog onderhoudt met de VDAB, inclusief de netwerkmanagers van de VDAB, met het oog op het coördineren van inspanningen om jongeren te begeleiden naar de arbeidsmarkt en de ontwikkeling van programma's en initiatieven als stages, leerwerktrajecten en beroepsgerichte trainingen die jongeren ondersteunen bij hun overgang van school naar werk;c) op regelmatige basis overlegt met jeugdhulporganisaties, waarbij wordt gewerkt aan plannen en strategieën om jongeren te ondersteunen die met verschillende uitdagingen te maken hebben, zoals sociaal-emotionele problemen en schooluitval;d) op regelmatige en structurele basis overlegt met de lerende netwerken jeugdhulp-onderwijs, waarbij vanuit een platform met gelijkwaardige inspraak en zeggenschap gedeelde behoeften binnen de beleidsdomeinen Onderwijs en Vorming en Welzijn, Volksgezondheid en Gezin worden besproken, expertise en goede praktijken worden gedeeld, casussen worden besproken en gerichte acties worden opgezet;e) lokale besturen aanmoedigt om samen te werken met scholen en andere lokale actoren om een geïntegreerde aanpak van vroegtijdig schoolverlaten te ontwikkelen en te implementeren, nauwe contacten met centrumsteden en provincies onderhoudt om regionale strategieën te coördineren en te zorgen voor een consistente aanpak in het Vlaamse onderwijs en het Nederlandstalige onderwijs in Brussel en ondersteuning en expertise aanbiedt aan lokale besturen bij de ontwikkeling en de uitvoering van flankerend onderwijsbeleid dat gericht is op het voorkomen van schooluitval.

Art. 7.De projectcoördinator, vermeld in artikel 5, 1°, staat in voor: 1° de dagelijkse aansturing van het Netwerk Samen tegen Schooluitval;2° de afstemming op regelmatige en structurele basis met de overheidsinstanties op Vlaams niveau;3° het faciliteren van de werking van het Netwerk Samen tegen Schooluitval door ondersteunende taken op zich te nemen, zoals de coördinatie van het gemeenschappelijke Vlaanderenbrede plan, vermeld in artikel 6, 3°, en de coördinatie van activiteiten op Vlaams, regionaal en lokaal niveau.

Art. 8.De professionaliseringsmedewerker, vermeld in artikel 5, 3°, heeft de volgende opdrachten: 1° de toolbox, vermeld in artikel 6, 4°, uitschrijven op basis van de inhoudelijke invulling van het Netwerk Samen tegen Schooluitval;2° het professionaliseringstraject, vermeld in artikel 6, 5°, concreet vormgeven op basis van de inhoudelijke invulling van het Netwerk Samen tegen Schooluitval.

Art. 9.De ankerfiguren schooluitval-onderwijsloopbaanbegeleiding, vermeld in artikel 5, 4°, hebben de volgende opdrachten: 1° de werking rond schooluitval binnen het eigen CLB faciliteren;2° de acties, materialen, inspirerende praktijken en inzichten van het Netwerk Samen tegen Schooluitval concreet naar de praktijk vertalen;3° de toolbox, vermeld in artikel 6, 4°, in nauwe samenwerking met de medewerkers van het eigen centrum en de verbonden schoolteams implementeren in de werking van het eigen CLB en in het beleid rond leerlingenbegeleiding van de scholen waarmee het eigen CLB samenwerkingsafspraken heeft;4° deelnemen aan de regionale professionele leergemeenschappen, vermeld in artikel 5, 5°.

Art. 10.De regionale professionele leergemeenschappen, vermeld in artikel 5, 5°, hebben de volgende opdrachten: 1° binnen elke Vlaamse provincie en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest het overzicht bewaren van de werking, initiatieven en programma's van het Netwerk Samen tegen Schooluitval;2° de ankerfiguren schooluitval-onderwijsloopbaanbegeleiding, vermeld in artikel 5, 4°, bij de eigen werking betrekken.

Art. 11.Het Netwerk Samen tegen Schooluitval wordt aangestuurd door een stuurgroep op Vlaams niveau. De voormelde stuurgroep heeft de volgende taken en verantwoordelijkheden: 1° het algemene beleid rond het Netwerk Samen tegen Schooluitval uitstippelen en de strategische beslissingen over het Netwerk Samen tegen Schooluitval nemen;2° de overkoepelende, netoverstijgende doelstellingen en prioriteiten vaststellen;3° toezicht houden op de prestaties van het Netwerk Samen tegen Schooluitval op Vlaams, regionaal en lokaal niveau. De stuurgroep, vermeld in het eerste lid, bestaat uit de volgende leden: 1° vertegenwoordigers van de ISC;2° de projectcoördinator van het Netwerk Samen tegen Schooluitval;3° vertegenwoordigers van de PBD's;4° één afgevaardigde van het Departement Onderwijs en Vorming;5° één afgevaardigde van het Departement Werk en Sociale Economie;6° één afgevaardigde van het Departement Zorg;7° relevante onderwijspartners. De stuurgroep, vermeld in het eerste lid, kan naargelang de agendapunten andere partners dan de leden, vermeld in het tweede lid, uitnodigen voor aparte stuurgroepbijeenkomsten. De voormelde partners worden geselecteerd op basis van hun expertise en betrokkenheid bij het voorkomen van schooluitval en het garanderen van het leerrecht van elke jongere.

Art. 12.§ 1. Vrij CLB Netwerk vzw, vermeld in artikel 2, eerste lid, levert uiterlijk op 30 september 2024 een tussentijds inhoudelijk en financieel verslag af dat vooraf is voorgelegd aan en besproken met de stuurgroep, vermeld in artikel 11. Het tussentijdse inhoudelijke verslag wordt elektronisch ter beschikking gesteld van het Departement Onderwijs en Vorming. Het tussentijdse inhoudelijke verslag omvat al de volgende elementen: 1° een omschrijving van de wijze waarop de taken van het Netwerk Samen tegen Schooluitval, de projectcoördinator en de professionaliseringsmedewerker worden ingevuld;2° een omschrijving van de wijze waarop de lokale en regionale werking van het Netwerk Samen tegen Schooluitval de Vlaamse doelstellingen en engagementen met betrekking tot spijbelen en vroegtijdig schoolverlaten invullen;3° een omschrijving van de wijze waarop het Netwerk Samen tegen Schooluitval kennisdeling, samenwerking en uitwisseling tussen de regio's stimuleert;4° een omschrijving van welke lokale actoren en partners van de beleidsdomeinen Onderwijs en Vorming, Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en Werk en Sociale Economie betrokken zijn bij het Netwerk Samen tegen Schooluitval en welk engagement ze opnemen;5° een omschrijving van de wijze waarop het lokale beleid wordt gemonitord en geëvalueerd;6° een stand van zaken rond het gemeenschappelijke Vlaanderenbrede actieplan, vermeld in artikel 6, punt 3°, waarbij duidelijk wordt omschreven welke acties en doelstellingen het Netwerk Samen tegen Schooluitval al bereikt heeft en verder wil bereiken;7° een stand van zaken rond de ontwikkeling van de toolbox, vermeld in artikel 6, punt 4°, waarbij duidelijk wordt omschreven welke acties en doelstellingen het Netwerk Samen tegen Schooluitval al bereikt heeft en verder wil bereiken;8° een omschrijving en tijdspad van de ontwikkeling van het professionaliseringstraject, vermeld in artikel 6, punt 5°, waarbij duidelijk wordt omschreven welke acties en doelstellingen het Netwerk Samen tegen Schooluitval al bereikt heeft en verder wil bereiken;9° een stand van zaken van de reeds gemaakte kosten, duidelijk opgedeeld in kostencategorieën en getoetst aan de begroting. § 2. Vrij CLB Netwerk vzw, vermeld in artikel 2, levert uiterlijk op 30 september 2025 een eindrapport af. Het eindrapport wordt elektronisch ter beschikking gesteld van het Departement Onderwijs en Vorming. Het bevat al de volgende onderdelen: 1° een inhoudelijk verslag dat al de volgende elementen bevat: a) een sterkte-zwakteanalyse van de werking van het Netwerk Samen tegen Schooluitval, waarbij wordt ingegaan op al de volgende aspecten: 1) de werking op lokaal, regionaal en Vlaams niveau;2) de samenwerking, uitwisseling en coördinatie tussen de lokale, regionale en Vlaamse niveaus;3) de samenwerking, uitwisseling en coördinatie met lokale actoren en partners van Onderwijs, Welzijn en Werk;4) de taakverdeling tussen het Netwerk Samen tegen Schooluitval, de projectcoördinator en de professionaliseringsmedewerker;b) een toetsing van de lokale omgevingsanalyse, vermeld in paragraaf 1, 5°, aan de Vlaamse krachtlijnen inzake de aanpak van de spijbelproblematiek en de Vlaamse engagementen met betrekking tot vroegtijdig schoolverlaten en spijbelen;c) een omschrijving van het gemeenschappelijke Vlaanderenbrede actieplan, vermeld in artikel 6, 3°, waarbij duidelijk wordt omschreven welke acties het Netwerk Samen tegen Schooluitval al heeft ondernomen, op welke wijze die acties worden geëvalueerd en welke doelstellingen het Netwerk Samen tegen Schooluitval nog wil bereiken;d) een omschrijving van de toolbox, vermeld in artikel 6, 4°, waarbij duidelijk wordt omschreven op welke wijze die toolbox wordt ingezet en op welke wijze het gebruik ervan wordt ervaren door de betrokken actoren;e) een omschrijving van het professionaliseringstraject, vermeld in artikel 6, 5°, waarbij duidelijk wordt omschreven op welke wijze het professionaliseringstraject wordt ingezet en geëvalueerd door de betrokken actoren;f) een omschrijving van de wijze waarop het professionaliseringstraject wordt geïmplementeerd en/of verder zal worden geïmplementeerd in de 58 CLB's en de scholen waarmee die CLB's samenwerkingsafspraken hebben;g) een omschrijving van hoe wetenschappelijke inzichten in het project zijn ingebracht;2° een financieel verslag met een overzicht van alle gemaakte kosten met de bijbehorende facturen en bewijsstukken. Het Departement Onderwijs en Vorming kan vrij beschikken over het eindrapport en kan alle gegevens die in het kader van de opdracht zijn aangemaakt of verzameld, opvragen op een geïnformatiseerde of elektronische drager. § 3. De gegevens die ter beschikking worden gesteld aan Vrij CLB Netwerk vzw, vermeld in artikel 2, met het oog op de uitvoering van het project, vermeld in artikel 3, kunnen niet voor andere doeleinden worden gebruikt of worden meegedeeld aan derden.

Art. 13.Een eerste schijf van 50% wordt op zijn vroegst op 1 januari 2024 uitbetaald nadat dit besluit is goedgekeurd en nadat de middelen zijn vastgelegd.

Een tweede schijf van 30% wordt uitbetaald nadat het tussentijdse inhoudelijke en financiële verslag, vermeld in artikel 12, § 1, is goedgekeurd door het Departement Onderwijs en Vorming.

Het saldo van maximaal 20% wordt uitbetaald nadat het Departement Onderwijs en Vorming het eindrapport, vermeld in artikel 12, § 2, heeft ontvangen en goedgekeurd. Naast het eindrapport, vermeld in artikel 12, § 2, worden ook een schuldvordering en de nodige bewijsstukken over de uitgaven voorgelegd, waaruit blijkt dat de uitgaven zijn gedaan binnen de periode, vermeld in artikel 4.

De stukken, vermeld in het derde lid, worden ingediend op de wijze die het Departement Onderwijs en Vorming bepaalt.

De financiële ondersteuning wordt overgeschreven op het rekeningnummer BE77 7785 9069 9642 van Vrij CLB Netwerk vzw, Anatole Francestraat 119 bus 1, 1030 Brussel, ondernemingsnummer 0473.721.472.

Art. 14.Alle briefwisseling, overleg en betalingen tussen het Departement Onderwijs en Vorming en Vrij CLB Netwerk vzw, vermeld in artikel 2, worden geregeld via het Departement Onderwijs en Vorming, afdeling Leerplicht, gevestigd in Koning Albert II-laan 15, 1210 Brussel.

Art. 15.Met behoud van de toepassing van de bepalingen over administratie en begrotingscontrole aanvaardt Vrij CLB Netwerk vzw, vermeld in artikel 2, de controle van de uitvoering van het project, conform artikel 5 tot en met 11, door de personeelsleden van de Vlaamse overheid of door de personeelsleden van het Rekenhof.

Art. 16.Vrij CLB Netwerk vzw, vermeld in artikel 2, gebruikt bij elke communicatie over het project waarvoor de financiële ondersteuning wordt verleend op elke informatiedrager het standaardlogo van de Vlaamse overheid met of zonder bijschrift. Het voormelde standaardlogo met en zonder bijschrift staat op de website van het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming.

Vrij CLB Netwerk vzw, vermeld in artikel 2, engageert zich ertoe om het belang van het gebruik van het Nederlands te erkennen bij de uitvoering van de activiteiten.

Art. 17.Vrij CLB Netwerk vzw, vermeld in artikel 2, betaalt onmiddellijk het bedrag of een gedeelte van de verleende financiële ondersteuning terug als de toekenningsvoorwaarden onvolledig, onzorgvuldig, niet of niet tijdig zijn vervuld of als de financiële ondersteuning is aangewend voor andere doeleinden dan waarvoor ze is verleend.

Art. 18.Het Departement Onderwijs en Vorming kan in geen geval aansprakelijk worden gesteld voor om het even welke schade aan goederen en personen die rechtstreeks of onrechtstreeks voortvloeit uit de uitvoering van het project, vermeld in artikel 3.

Art. 19.De Vlaamse minister, bevoegd voor onderwijs en vorming, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 15 december 2023.

De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Onderwijs, Sport, Dierenwelzijn en Vlaamse Rand, B. WEYTS

^