14 MAART 2003. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 1999 tot vaststelling van de totale investeringssubsidie en de bouwtechnische normen voor de verzorgingsinstellingen

De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 23 februari 1994 inzake de infrastructuur voor persoonsgebonden aangelegenheden, gewijzigd bij de decreten van 20 december 1996 en 16 maart 1999;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 1999 tot vaststelling van de totale investeringssubsidie en de bouwtechnische normen voor de verzorgingsinstellingen, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 2001;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 13 maart 2003;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat voor rusthuizen de maximale subsidiabele oppervlakte thans vastgesteld is op 65 m2 per woongelegenheid;

Overwegende dat voor een rust- en verzorgingstehuis de maximale subsidiabele oppervlakte per bed thans vastgesteld is op 55 m2, voor een psychiatrisch verzorgingstehuis op 60 m2 en voor een bed Sp-chronisch op 55 m2;

Overwegende dat een gebouw dat dienst doet als rust- en verzorgingstehuis, dienst Sp-chronisch, of psychiatrisch verzorgingstehuis, te vergelijken is met een rusthuis wat het woon-, leef- en zorgcomfort betreft van zijn bewoners of patiënten en het dan ook dringend noodzakelijk is om de voormelde discrepantie inzake de subsidiëringsvoorwaarden weg te werken; dat dezelfde redenering ook geldt voor de opheffing van § 4 van artikel 4 van het besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 1999 en voor de aanpassingen inzake het bedrag van de investeringssubsidie;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid, Gelijke Kansen en Ontwikkelingssamenwerking;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In artikel 4 van het besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 1999 tot vaststelling van de totale investeringssubsidie en de bouwtechnische normen voor de verzorgingsinstellingen worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1o in § 1, 3o, wordt het woord « 55 » vervangen door het woord « 65 »; 2o in § 1, 7o, wordt het woord « 55 » vervangen door het woord « 65 »; 3o in § 1, 8o, wordt het woord « 60 » vervangen door het woord « 65 »; 4o § 4 wordt opgeheven.

Art. 2.In artikel 5 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 2001, wordt § 3 vervangen door wat volgt : « § 3. Het basisbedrag van de investeringssubsidie voor de nieuwbouw van een psychiatrisch verzorgingstehuis, uitrusting en meubilering inbegrepen, is vastgesteld op 550 euro per m2. »

Art. 3.In artikel 6 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 2001, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1o § 2 wordt vervangen door wat volgt : « § 2. Het basisbedrag van de investeringssubsidie voor de uitbreiding voor de ruwbouw, de technische uitrusting en de afwerking van een psychiatrische verzorgingstehuis is vastgesteld op 500 euro per m2.

Voor de uitrusting en meubilering bij de uitbreiding van een psychiatrisch verzorgingstehuis is het basisbedrag van de investeringssubsidie vastgesteld op 60 % van de goedgekeurde raming.

Dat basisbedrag wordt, indien nodig, verminderd op basis van de eindafrekening. De te veel ontvangen investeringssubsidie moet onmiddellijk worden terugbetaald. » 2o § 4 wordt vervangen door wat volgt : « § 4. De investeringssubsidie voor de eerste uitrusting en meubilering bij uitbreiding van een ziekenhuis bedraagt 60 % van de kostprijs. De subsidie bedraagt in elk geval niet meer dan 60 van de goedgekeurde raming. »

Art. 4.In artikel 8 van hetzelfde besluit wordt § 2 vervangen door wat volgt : « § 2. Het basisbedrag van de investeringssubsidie voor verbouwing van een psychiatrisch verzorgingstehuis is vastgesteld op 60 % van de goedgekeurde raming. Dit basisbedrag wordt, indien nodig, verminderd op basis van de eindafrekening. De te veel ontvangen investeringssubsidie moet onmiddellijk worden terugbetaald. »

Art. 5.In artikel 11, § 2, van hetzelfde besluit wordt de laatste zin geschrapt.

Art. 6.Artikel 14 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt: «

Art. 14.De bedragen, vermeld in artikel 5, § 3, en in artikel 6, § 2, worden jaarlijks op 1 januari aangepast aan de bouwindex. De basisindex is die van 1 januari 1994. »

Art. 7.Artikel 15 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 15.Behalve in het geval van aankoop, omvat de investeringssubsidie, naast het bedrag dat exclusief BTW wordt vastgesteld met toepassing van artikel 5, § 3, 6, § 2, 8, § 2 of 11, § 2, een subsidie voor de BTW tegen het geldende tarief en voor de algemene onkosten tegen 7 %. De totale investeringssubsidie wordt dan als volgt berekend : basisbedrag + geldende BTW op het basisbedrag + algemene onkosten à 7 % op het basisbedrag + geldende BTW op de algemene onkosten. »

Art. 8.Voor de projecten inzake rust- en verzorgingstehuizen, psychiatrische verzorgingstehuizen en bedden Sp-chronisch waarover vóór 1 oktober 2002 een subsidiebeslissing is genomen voor het volledige project of voor een of meer projectfases, blijven de bepalingen van toepassing die vóór 1 oktober 2002 van kracht waren.

Art. 9.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van op 1 oktober 2002.

Art. 10.De Vlaamse minister, bevoegd voor de investeringen voor verzorgingsinstellingen, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 14 maart 2003.

De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid, Gelijke Kansen en Ontwikkelingssamenwerking, M. VOGELS