Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 14 juli 2004
gepubliceerd op 08 oktober 2004

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 december 2003 tot vaststelling van het Vlaams reglement inzake afvalvoorkoming en -beheer

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2004036513
pub.
08/10/2004
prom.
14/07/2004
ELI
eli/besluit/2004/07/14/2004036513/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

14 JULI 2004. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 december 2003 tot vaststelling van het Vlaams reglement inzake afvalvoorkoming en -beheer


De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 2 juli 1981 betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen, laatst gewijzigd bij het decreet van 7 mei 2004;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, inzonderheid op artikel 20, vervangen bij het decreet van 22 december 1993 en gewijzigd bij de decreten van 21 oktober 1997 en 11 mei 1999, en op artikel 30, § 1;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning, laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 6 februari 2004;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 2 april 2004;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 5 december 2003 tot vaststelling van het Vlaams reglement inzake afvalvoorkoming en -beheer;

Overwegende dat de Richtlijn 2002/96/EG betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur wordt omgezet in dit besluit;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Begroting, gegeven op 27 mei 2004;

Gelet op advies het van de Raad van State, gegeven op 15 juni 2004, met toepassing van artikel 84, § 1 eerste lid, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Leefmilieu, Landbouw en Ontwikkelingssamenwerking;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In artikel 1.1.1, § 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 december 2003 tot vaststelling van het Vlaams reglement inzake afvalvoorkoming en -beheer wordt 9° vervangen door wat volgt : « 9° Producent : iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon die producten produceert, laat produceren of invoert en op de markt brengt of laat brengen in het Vlaamse gewest a) onder zijn eigen merk;b) onder zijn eigen merk producten wederverkoopt die door andere leveranciers zijn geproduceerd;hierbij wordt de wederverkoper niet als producent aangemerkt wanneer het merk van de producent op het apparaat zichtbaar is.

Wordt niet als "producent" aangemerkt, diegene die uitsluitend voorziet in financiering op grond van of in het kader van een financieringsovereenkomst; »

Art. 2.In artikel 1.1.1, § 2, van hetzelfde besluit wordt 21° vervangen door wat volgt : « producent van drukwerk : de uitgever of deze die handelt in opdracht van een buitenlandse uitgever, die drukwerk in verbruik brengt in het Vlaamse Gewest; de uitgever is de persoon die het drukwerk laat aanmaken en verantwoordelijk is voor de vorm en de inhoud; »

Art. 3.In artikel 1.1.1, § 2 van hetzelfde besluit worden 10° en 22° opgeheven.

Art. 4.Aan artikel 1.1.1, § 2, 28° van hetzelfde besluit worden de volgende woorden toegevoegd : « en grote, niet-verplaatsbare industriële installaties ».

Art. 5.Aan artikel 1.1.1, § 2 van hetzelfde besluit wordt een 94° toegevoegd, dat luidt als volgt : « 94° financieringsovereenkomst : een lening-, lease-, huur- of afbetalingsovereenkomst of een regeling met betrekking tot enige apparatuur, ongeacht of volgens die overeenkomst of regeling, dan wel volgens een bijkomende overeenkomst of regeling, eigendomsoverdracht van het apparaat zal of kan plaatsvinden. »

Art. 6.In artikel 1.1.1, § 2, 23°, in hoofdstuk III en in de artikelen 5.5.2.3, § 4, 5.5.4.3, § 4 en § 8, 5.5.9 en 5.5.10 van hetzelfde besluit worden de woorden « en/of de invoerder(s) » telkens geschrapt.

Art. 7.Aan artikel 3.1.1.1, 7°, b) van hetzelfde besluit worden de volgende woorden toegevoegd : « en lampen ».

Art. 8.Aan artikel 3.1.1.2, § 2, 8° van hetzelfde besluit worden de volgende woorden toegevoegd : ", met uitzondering van verlichtingsapparatuur en lampen".

Art. 9.In artikel 3.1.1.2, § 2 van hetzelfde besluit wordt een 12°bis ingevoegd, die luidt als volgt : "12°bis vanaf 1 juli 2004 huishoudelijke en niet-huishoudelijke verlichtingsapparatuur;"

Art. 10.Aan artikel 3.1.1.2, § 2,16° van hetzelfde besluit worden de volgende woorden toegevoegd : ", met uitzondering van verlichtingsapparatuur".

Art. 11.In artikel 3.1.1.2 van hetzelfde besluit wordt § 3 vervangen door wat volgt : « § 3. De terugname van afvalstoffen, zoals bedoeld in artikel 3.1.1.2, § 1 en § 2 is gratis onder volgende voorwaarden : 1° voor afgedankte voertuigen : a) het bevat alle onderdelen die noodzakelijk zijn voor het functioneren van het voertuig;b) het bevat geen afvalstoffen die vreemd zijn aan het afgedankte voertuig;c) het was door de laatste eigenaar minstens sinds 6 maanden ingeschreven in België; d) het is vergezeld van het inschrijvingsbewijs D.I.V., het gelijkvormigheidsattest, en het keuringsbewijs; e) het moet aangeleverd worden op de door de eindverkoper aangeduide plaats.Het betreft voldoende en geografisch evenwichtig gespreide plaatsen; 2° voor afgedankte elektrische en elektronische apparatuur : a) het bevat alle onderdelen die noodzakelijk zijn voor het functioneren van het apparaat;b) het bevat geen afvalstoffen die vreemd zijn aan het afgedankte apparaat;c) het bevat geen verontreinigingen die een risico voor de gezondheid en de veiligheid van het personeel bij de inleveringspunten opleveren, gelet op de geldende veiligheids- en gezondheidsvoorschriften. Als aan de voorwaarden onder 1°a), 1°c), 1°d), 1°e) of 2°a) niet wordt voldaan, kunnen kosten worden bedongen in verhouding tot het gebrek.

Zolang niet aan de voorwaarden onder 1°b), 2°b) of 2°c) wordt voldaan, kan de aanvaarding geweigerd worden. »

Art. 12.Aan Art. 3.1.1.2. $4 van hetzelfde besluit worden de volgende zinnen toegevoegd : « De Vlaamse minister, bevoegd voor het leefmilieu, stelt vóór 31 december 2004 - na advies van OVAM - bindende voorschriften vast voor de aanrekening van deze kosten. Deze voorschriften bevatten onder meer een lijst van te vergoeden kosten. Ze worden opgesteld in overleg met de lokale besturen en de producenten. »

Art. 13.Aan artikel 3.1.1.2 van hetzelfde besluit wordt een § 5 toegevoegd, die luidt als volgt : « § 5. Voor andere dan huishoudelijke of met huishoudelijke vergelijkbare afgedankte elektrische en elektronische apparatuur die is ontstaan uit apparatuur die op de markt is gebracht vóór 13 augustus 2005, worden de kosten gedragen door de gebruikers.

Producenten en andere gebruikers dan particuliere huishoudens kunnen onverminderd de bepalingen van hoofdstuk 3 andere financieringsregelingen overeenkomen. »

Art. 14.Artikel 3.1.1.3 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. 3.1.1.3. Onafgezien van de bepalingen van artikel 3.5.1bis moet het gedeelte van de kostprijs van een product dat wordt doorgerekend om de kosten te dekken die verbonden zijn aan de uitvoering van de aanvaardingsplicht, zichtbaar worden vermeld op de factuur. Ten aanzien van de consument mag dit gedeelte alleen zichtbaar worden gemaakt waar dit tussen vergelijkbare producten sensibiliseert over de milieuvriendelijkheid van het product. »

Art. 15.Aan artikel 3.1.2.1, 3° van hetzelfde besluit wordt volgende zin toegevoegd : « In de verbintenis wordt eveneens vermeld hoe de kosten voor inzameling, scheiding en verwerking van alle eigen toestellen worden gedekt. »

Art. 16.In hoofdstuk 3, afdeling I, onderafdeling I van hetzelfde besluit wordt een artikel 3.1.1.6 ingevoegd, dat luidt als volgt : « Art. 3.1.1.6. § 1. Om te voldoen aan de bepalingen van artikel 3.1.1.4, § 2, 4° houden de eindverkoper en de tussenhandelaar, die in het kader van de aanvaardingsplicht afvalstoffen aanvaarden, een afvalstoffenregister bij dat de volgende gegevens met betrekking tot de aanvaarde afvalstoffen bevat : 1° de hoeveelheid aangevoerde en afgevoerde afvalstoffen per categorie;2° de aard van de afvalstoffen;3° indien van toepassing, naam, adres en identificatienummer van de overbrenger en vervoerder van de afgevoerde afvalstoffen;4° naam, adres en identificatienummer van de ontvanger van de afvalstoffen. Dit register wordt ten minste elke maand aangevuld met de meest recente gegevens. § 2. Als afvalstoffenregister kan een verzameling van identificatieformulieren overeenkomstig artikel 5.1.1.4 gebruikt worden, aangevuld met de gegevens uit § 1 waarvoor overeenkomstig artikel 5.1.1.1 of 5.1.1.4 geen identificatieformulier vereist is. »

Art. 17.Aan artikel 3.5.1, a) van hetzelfde besluit worden de volgende woorden toegevoegd : « a) huishoudelijke of vergelijkbare apparaten : ».

Art. 18.Aan artikel 3.5.1, b) van hetzelfde besluit worden de volgende woorden toegevoegd : « b) huishoudelijke of vergelijkbare apparaten, tenzij anders gespecifieerd : ».

Art. 19.Aan artikel 3.5.1, b), 6° van hetzelfde besluit worden volgende woorden toegevoegd : ", inclusief lampen".

Art. 20.In artikel 3.5.1, c), 11° van hetzelfde besluit wordt voor het woord « automaten* » het woord "alle" ingevoegd.

Art. 21.In artikel 3.5.1, c) van hetzelfde besluit wordt 12° vervangen door wat volgt : « 12° alle elektrische of elektronische laboratoriumapparatuur en medische hulpmiddelen, met uitzondering van alle geïmplanteerde en geïnfecteerde producten. »

Art. 22.In hoofdstuk 3, afdeling V, van hetzelfde besluit wordt een artikel 3.5.1bis ingevoegd, dat luidt als volgt : « Art. 3.5.1bis. § 1. Wat producten betreft die na 13 augustus 2005 op de markt worden gebracht, is elke producent verantwoordelijk voor de financiering van de inzameling en de verwerking van het afval van zijn eigen producten. De producent kan voor de organisatie van die financiering kiezen tussen collectieve en individuele regelingen.

De producenten, wanneer zij een product op de markt brengen, stellen een waarborg waaruit blijkt dat het beheer van de afgedankte elektrische en elektronische apparatuur zal worden gefinancierd. De waarborg heeft betrekking op de financiering van de inzameling en verwerking voor dit product. Hij kan de vorm hebben van een recyclingverzekering, geblokkeerde bankrekening of deelneming van de producent aan passende financiële regelingen voor de financiering van het beheer van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur.

Bij verkoop van deze producten worden de kosten van inzameling, verwerking en milieuvriendelijke verwijdering ten aanzien van de kopers niet afzonderlijk aangetoond. § 2. De verantwoordelijkheid voor de financiering van de kosten voor het beheer van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur die is ontstaan uit apparatuur die vóór 13 augustus 2005 op de markt is gebracht, berust bij een of meer systemen waaraan alle producenten die op de markt aanwezig zijn op het tijdstip waarop de betrokken kosten ontstaan, naar evenredigheid van hun marktaandeel voor de betrokken apparatuur bijdragen. § 3 De producenten kunnen tot 13 februari 2013 voor de grote huishoudelijke apparaten en tot 13 februari 2011 voor de andere bij de verkoop van nieuwe producten de kosten van inzameling, verwerking en milieuvriendelijke verwijdering ten aanzien van de kopers aantonen. De aangetoonde kosten geven een zo getrouw mogelijk beeld van de reële kosten. »

Art. 23.Artikel 3.5.3 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. 3.5.3. § 1. De minimale doelstelling inzake inzameling van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur in toepassing van de aanvaardingsplicht bedraagt : - 5 kg per inwoner per jaar in 2004; - 6 kg per inwoner per jaar in 2005; - 7 kg per inwoner per jaar in 2006; - 8,5 kg per inwoner per jaar vanaf 2007.

De Vlaamse regering legt op voorstel van de OVAM en rekening houdend met de technische en economische ervaringen uiterlijk op 1 juli 2009 een nieuwe minimale doelstelling inzake inzameling vast. § 2. De verwerking van de met toepassing van de aanvaardingsplicht ingezamelde afgedankte elektrische en elektronische apparatuur moet ertoe leiden dat de volgende percentages van hergebruik en recycling van onderdelen, materialen en stoffen worden behaald : 1° voor het ferro-metaal : 95 %;2° voor het non-ferro-metaal : 95 %;3° voor de kunststoffen : 50 %;4° voor de batterijen : 65 %. De kunststoffen worden voor 80% nuttig toegepast.

De voormelde doelstellingen gelden voor elk van de categorieën, vermeld in artikel 3.5.1.

Inzake hergebruik en recycling van materialen, onderdelen en stoffen worden globale doestellingen gehaald van : - 80 % voor alle grote huishoudelijke apparaten en voor gasontladingslampen; - 75 % voor alle automaten; - 70 % voor alle andere apparatuur.

Inzake nuttige toepassing worden globale doelstellingen gehaald van : - 85 % voor alle grote huishoudelijke apparaten; - 80 % voor alle automaten; - 75 % voor alle IT- en telecommunicatieapparatuur en consumentenapparatuur. »

Art. 24.Aan artikel 3.5.4 van hetzelfde besluit worden een 5° en 6° toegevoegd, die luiden als volgt : « 5° de verplichting van de producenten of derden die in hun naam handelen, om afgedankte elektrische en elektronische apparatuur van de categorieën gedefinieerd onder 3.5.1, c) in te zamelen; 6° de bijdrage aan het realiseren van de in artikel 3.5.3, § 1 vermelde inzameldoelstellingen, rekening houdend met de op de markt gebrachte producten. »

Art. 25.Aan hoofdstuk 3, afdeling V van hetzelfde besluit wordt een artikel 3.5.7 toegevoegd, dat luidt als volgt : « Art. 3.5.7. De producenten verstrekken informatie over hergebruik en verwerking voor elk op de markt gebracht nieuw type elektrische en elektronische apparatuur, en wel binnen het jaar nadat zij die op de markt hebben gebracht. Die informatie bevat aanwijzingen over de verschillende onderdelen en materialen van de apparatuur, alsook over de plaatsen in de apparatuur waar zich gevaarlijke stoffen en preparaten bevinden. De informatie wordt door de producenten van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur aan de hergebruikscentra en de verwerkings- en recyclinginrichtingen verstrekt in de vorm van handboeken of via elektronische media. »

Art. 26.In artikel 5.1.2.3, § 1, 3°, a) van hetzelfde besluit worden de woorden « elektrische of elektronische toestellen en onderdelen, » geschrapt.

Art. 27.Artikel 5.5.4.1 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. 5.5.4.1. Vanaf 1 januari 2005 moet elke persoon die afgedankte voertuigen depollueert of moet depollueren, een erkenning bezitten als centrum voor het depollueren, ontmantelen en vernietigen van afgedankte voertuigen of beroep doen op een centrum erkend voor het depollueren, ontmantelen en vernietigen van afgedankte voertuigen dat behoort tot dezelfde milieutechnische eenheid, zoals gedefinieerd in artikel 1.1.2 van titel II van het Vlarem. Het centrum moet de aangenomen afgedankte voertuigen depollueren, ontdoen van de verplicht te ontmantelen onderdelen en vernietigen. »

Art. 28.In artikel 5.5.4.4, 1° van hetzelfde besluit wordt c) vervangen door wat volgt : « c) een inrichting uitbaten, vergund voor de opslag en mechanische behandeling van voertuigwrakken, of beroep doen op een inrichting die vergund is voor de opslag en mechanische behandeling van voertuigwrakken en die behoort tot dezelfde milieutechnische eenheid, zoals gedefinieerd in artikel 1.1.2 van titel II van het Vlarem; »

Art. 29.In artikel 5.5.4.4, 2° van hetzelfde besluit wordt c) vervangen door wat volgt : « c) een inrichting uitbaten, vergund voor de opslag en mechanische behandeling van voertuigwrakken, of beroep doen op een inrichting die vergund is voor de opslag en mechanische behandeling van voertuigwrakken en die behoort tot dezelfde milieutechnische eenheid, zoals gedefinieerd in artikel 1.1.2 van titel II van het Vlarem; »

Art. 30.In artikel 5.5.4.5, 4° van hetzelfde besluit wordt a) opgeheven.

Art. 31.In hoofdstuk 5, afdeling V, onderafdeling V van hetzelfde besluit wordt voor artikel 5.5.5.1, dat hernummerd wordt tot artikel 5.5.5.1bis, een nieuw artikel 5.5.5.1 ingevoegd, dat luidt als volgt : « Art. 5.5.5.1. De inzameling en het transport van gescheiden ingezamelde afgedankte elektrische en elektronische apparatuur gebeurt op dergelijke wijze dat optimaal hergebruik en recycling van daarvoor in aanmerking komende onderdelen en volledige apparaten mogelijk zijn. »

Art. 32.Aan hoofdstuk 5, afdeling V, onderafdeling V van hetzelfde besluit wordt een artikel 5.5.5.3 toegevoegd, dat luidt als volgt : « Art. 5.5.5.3. De opdrachtgever, zoals bepaald in artikel 5.1.1.2, § 1, die afgedankte elektrische en elektronische apparatuur met het oog op verwerking aanbiedt aan een derde of zelf verwerkt, moet de doelstellingen inzake hergebruik en nuttige toepassing van artikel 3.5.3, § 2 behalen. Op verzoek van de OVAM verstrekt hij hierover informatie.

In geval van export worden de bereikte percentages inzake nuttige toepassing of verwijdering gevalideerd door een onafhankelijke keuringsinstelling die geaccrediteerd is op basis van EN 45004. »

Art. 33.In artikel 5.5.8.8, § 1 van hetzelfde besluit wordt het woord « Voordat » geschrapt.

Art. 34.In artikel 5.5.8.10, § 1, van hetzelfde besluit wordt 4° vervangen door wat volgt : « 4° de invulling van de criteria, opgesomd in artikel 8, § 1 van het besluit van de Vlaamse regering van 17 maart 2000 houdende vaststelling van het verwijderingsplan voor PCB-houdende apparaten en de daarin aanwezige PCB's; »

Art. 35.In artikel 5.5.20, § 2 worden in het tweede lid na de woorden « van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap » en in het vierde lid na de woorden « beheerder van de haven » telkens de woorden « de met de scheepvaartcontrole belaste dienst van het federaal Directoraat-generaal Maritiem Vervoer » toegevoegd. Aan artikel 5.5.20, § 2 derde lid wordt toegevoegd « De met de scheepvaartcontrole belaste dienst van het federaal Directoraat-generaal Maritiem Vervoer wordt uitgenodigd om binnen twintig kalenderdagen na ontvangst van het dossier een advies aan OVAM te verstrekken. »

Art. 36.De artikelen 5.6.4 en 5.6.5 van hetzelfde besluit worden vervangen door wat volgt : « Art. 5.6.4. § 1. Het bedrag van de administratieve kosten, verbonden aan de uitvoering van de kennisgevings- en toezichtsprocedure, bedoeld in artikel 33, § 3 van het decreet van 2 juli 1981 betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen, bedraagt 250 euro per kennisgeving. § 2. Het bedrag wordt, vrij van alle bankonkosten, vóór het indienen van een kennisgeving overgemaakt op rekeningnummer 435-4508921-53 van de OVAM in Mechelen, met de volgende vermelding : "kennisgeving Verordening 259/93", met vermelding van het serienummer op het begeleidend document. § 3. De Vlaamse minister kan het bedrag vermeld in § 1 aanpassen. § 4. De kennisgevings- en overbrengingsformulieren worden gratis door de OVAM ter beschikking gesteld, voor zover ze door de OVAM kunnen afgeleverd worden binnen de bepalingen van de Verordening.

Art. 5.6.5. § 1. De kennisgever, in geval van uitvoer van afvalstoffen uit het Vlaamse Gewest, stelt een bankgarantie ten gunste van de OVAM, of sluit een gelijkwaardige verzekering af, voor de dekking van de kosten van het vervoer en van de verwijdering of nuttige toepassing, overeenkomstig artikel 27 van de Verordening.

De OVAM kan een bankgarantie of een gelijkwaardige verzekering eisen van de kennisgever in geval van invoer van afvalstoffen in het Vlaamse Gewest, indien dit nodig is om te voldoen aan artikel 27 eerste lid van de Verordening. § 2. De OVAM stelt het bedrag van de bankgarantie of van het te verzekeren risico vast. § 3. De Vlaamse minister kan nadere regels bepalen om de hoogte van dit bedrag te berekenen. § 4. Het bewijs van de bankgarantie of van de verzekering vormt in geval van uitvoer een onderdeel van het kennisgevingsdossier zonder hetwelk de OVAM het dossier niet als volledig beschouwt. § 5. De bankgarantie kan na akkoord van de OVAM gelicht worden als voldaan is aan de voorwaarden, bepaald in artikel 27, tweede lid, van de Verordening. Dit akkoord wordt verleend binnen een week na ontvangst van de in deze laatste bepaling bedoelde documenten. »

Art. 37.In artikel 6.2.4, § 1 van hetzelfde besluit wordt 8° vervangen door wat volgt : « 8° in geval van storten, het nummer van het stortvak, met in het geval van gevaarlijk afval de nauwkeurige ligging op de stortplaats; »

Art. 38.In artikel 6.2.4 van hetzelfde besluit wordt een § 3 ingevoegd, die luidt als volgt : « § 3. In de milieuvergunning, verleend overeenkomstig de bepalingen van het Milieuvergunningsdecreet, kan afgeweken worden van de bepalingen van dit artikel. »

Art. 39.Artikel 7.1.1.2 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. 7.1.1.2. De Vlaamse minister bepaalt de analysepakketten waarvoor een erkenning kan aangevraagd worden. »

Art. 40.In artikel 7.1.2.2, 8° van hetzelfde besluit wordt « ambtenaren » vervangen door « personeelsleden » en worden de woorden « die aangeduid zijn door de Vlaamse minister, bevoegd voor het leefmilieu » geschrapt.

Art. 41.In artikel 7.1.2.4, § 1 van hetzelfde besluit worden de woorden « aan de aanvrager te bezorgen » vervangen door de woorden « voor de aanvrager te bereiden ».

Art. 42.In artikel 7.1.3.1, § 1 van hetzelfde besluit worden de woorden « binnen 4 maanden nadat de aanvraag ontvankelijk en volledig werd bevonden » geschrapt.

Art. 43.Aan artikel 7.1.3.2, § 1 van hetzelfde besluit worden de volgende woorden toegevoegd : « binnen twee maanden na ontvangst van het beoordelingsverslag, bedoeld in artikel 7.1.2.4, § 4 ».

Art. 44.In artikel 7.1.5.2, § 4 van hetzelfde besluit wordt de eerste zin vervangen door wat volgt : « Binnen 90 kalenderdagen na de beslissing en op basis van het verweerschrift spreekt de OVAM zich uit over de schorsing, de gehele of gedeeltelijke opheffing. »

Art. 45.In artikel 7.1.5.3, § 2 van hetzelfde besluit wordt « vier » vervangen door « zes » en wordt « parameterpaketten » vervangen door « analysepakketten ».

Art. 46.In artikel 7.1.5.3 van hetzelfde besluit wordt een § 3 ingevoegd, die luidt als volgt : « § 3. In geval van niet-erkenning kan de aanvrager voor het betreffende analysepakket een nieuwe aanvraag tot erkenning indienen.

In een periode van drie jaar vanaf de betekening van de beslissing kan de aanvrager maximaal aan drie ringtesten deelnemen. »

Art. 47.In artikel 8.3, § 2, 2° worden de woorden « bevoegd voor de financiën » geschrapt.

Art. 48.In bijlage 1.2.1.B van hetzelfde besluit wordt bij code 19 08 09 « * » geschrapt. In diezelfde bijlage wordt in de afvalstoffenlijst ter hoogte van de afvalstoffencode 17.06.05 volgende voetnoot toegevoegd : 17.06.05 * asbesthoudende bouwmaterialen (1) « (1) Wat het storten van afvalstoffen betreft, wordt de toepassing van deze aanduiding als gevaarlijke afvalstof opgeschort totdat er passende maatregelen zijn vastgesteld voor de behandeling van afval van asbesthoudende afvalmaterialen; die maatregelen zullen worden vastgesteld in een besluit voor de omzetting van Beschikking 2003/33/EG van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van criteria en procedures voor het aanvaarden van afvalstoffen op stortplaatsen overeenkomstig artikel 16 en Bijlage II van Richtlijn 1999/31/EG betreffende het storten van afvalstoffen (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 27). »

Art. 49.Bijlage 5.1.2.3 bij hetzelfde besluit wordt vervangen door bijlage 5.1.2.3 bij dit besluit.

Art. 50.Bijlage 5.1.3.2 bij hetzelfde besluit wordt vervangen door bijlage 5.1.3.2 bij dit besluit.

Art. 51.Bijlage 7.1 bij hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 52.In artikel 62, § 5 van het besluit van de Vlaamse regering 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning worden de woorden « , zoals bepaald in hoofdstuk IX van het Vlarea, » telkens geschrapt.

Art. 53.In artikel 5.2.2.5.2 van het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne wordt § 8, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 5 december 2003 tot vaststelling van het Vlaams reglement inzake afvalvoorkoming en -beheer, vervangen door wat volgt : « § 8. De verwerking van niet-herbruikbare afgedankte elektrische of elektronische apparatuur moet op de volgende wijze gebeuren : 1° de apparaten worden ontdaan van de verschillende schadelijke onderdelen, inzonderheid die welke gevaarlijke stoffen of componenten bevatten;2° a) minstens de volgende stoffen, preparaten en onderdelen worden selectief gedemonteerd en ingezameld voor recyclage of verwijdering in een daartoe vergunde inrichting : 1) PCB/PCT-houdende en elektrolytische condensatoren;2) onderdelen die kwik bevatten;3) alle batterijen en accumulatoren;4) printplaten indien de oppervlakte van de printplaat meer dan 10 cm2 bedraagt;5) alle tonercassettes en inkthoudende recipiënten (al of niet leeg, droge of vloeibare inkt) en inktlinten;6) kunststoffen die gebromeerde brandvertragers bevatten;7) asbesthoudende onderdelen;8) alle beeldschermen, waaronder : a) kathodestraalbuizen;b) LCD-schermen met een oppervlak van meer dan 100 cm2 en schermen met een achtergrondverlichting met behulp van gasontladingslampen;9) chloorfluorkoolwaterstoffen (CFK's en HCFK's of fluorkoolwaterstoffen HFK's), koolwaterstoffen (HC's);10) gasontladingslampen;11) uitwendige elektrische kabels;12) onderdelen die vuurvaste keramische vezels bevatten;13) alle onderdelen die radioactieve stoffen bevatten;14) alle vloeistoffen.b) Volgende onderdelen moeten als volgt worden behandeld : 1) beeldbuizen : de fluorescerende laag moet worden verwijderd;2) gasontladingslampen : het kwik moet worden verwijderd.»

Art. 54.De bepalingen van dit besluit treden in werking de eerste van de tweede maand die volgt op de datum van bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad, met uitzondering van artikel 52 dat in werking treedt op dezelfde dag als het besluit van de Vlaamse Regering van 5 december 2003 tot vaststelling van het Vlaams reglement inzake afvalvoorkoming en -beheer, en met uitzondering van artikel 53 dat in werking treedt op 13 augustus 2005.

Art. 55.De Vlaamse minister, bevoegd voor het Leefmilieu, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 14 juli 2004.

De minister-president van de Vlaamse Regering, B. SOMERS De Vlaamse minister van Leefmilieu, Landbouw en Ontwikkelingssamenwerking, J. TAVERNIER Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 14 juli 2004 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 5 december 2003 tot vaststelling van het Vlaams reglement inzake afvalvoorkoming en -beheer.

Brussel, 14 juli 2004.

De minister-president van de Vlaamse Regering, B. SOMERS De Vlaamse minister van Leefmilieu, Landbouw en Ontwikkelingssamenwerking, J. TAVERNIER Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 14 juli 2004 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 5 december 2003 tot vaststelling van het Vlaams reglement inzake afvalvoorkoming en -beheer.

Brussel, 14 juli 2004.

De minister-president van de Vlaamse Regering, B. SOMERS De Vlaamse minister van Leefmilieu, Landbouw en Ontwikkelingssamenwerking, J. TAVERNIER

^