gepubliceerd op 20 maart 2003
Besluit van de Vlaamse regering tot oprichting en samenstelling van de Vlaamse UNESCO-Commissie
14 FEBRUARI 2003. - Besluit van de Vlaamse regering tot oprichting en samenstelling van de Vlaamse UNESCO-Commissie
De Vlaamse regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen;
Overwegende dat artikel VII, § 1, van de Overeenkomst van 16 november 1945, waarbij de Organisatie van de Verenigde Naties voor Onderwijs, Wetenschappen en Cultuur (UNESCO) werd opgericht, bepaalt dat elke lid-Staat maatregelen zal nemen om zijn belangrijkste instellingen op het gebied van onderwijs, wetenschappen en cultuur bij het werk van UNESCO te betrekken, rekening houdend met de specifieke interne situatie van die lid-Staat;
Gelet op de beraadslaging van de Vlaamse regering, op 15 december 1998, betreffende de aanvraag om advies bij de Raad van State, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1o, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 25 maart 1999;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 25 november 2002;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid, Gelijke Kansen en Ontwikkelingssamenwerking, de Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming, de Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Innovatie, Media en Ruimtelijke Ordening, de Vlaamse minister voor Binnenlandse Aangelegenheden, Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken en de Vlaamse minister bevoegd voor Economie, Buitenlands Beleid, Buitenlandse Handel en Huisvesting;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Instelling
Artikel 1.Bij de administratie Buitenlands Beleid van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap wordt een Vlaamse UNESCO-Commissie opgericht, hierna de Commissie te noemen. HOOFDSTUK II. - Taken
Art. 2.§ 1. De Commissie streeft ernaar de doelstellingen van UNESCO zo breed mogelijk ingang te doen vinden in de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest en bevordert de deelneming van daarvoor in aanmerking komende personen en instellingen aan de voorbereiding en uitvoering van de programma's van UNESCO. De Commissie vormt het aanspreekpunt in Vlaanderen met betrekking tot de informatieverstrekking door UNESCO. Daartoe werkt zij samen met UNESCO, de Nationale Commissies van de lidstaten van UNESCO, de federale overheid en de andere Gemeenschappen en Gewesten in België en met de daarvoor in aanmerking komende Vlaamse instellingen en personen. § 2. De Commissie geeft voorlichting over de doelstellingen, het programma en de werkzaamheden van UNESCO. De Commissie werkt daartoe samen met de bevoegde administraties van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, de Vlaamse openbare instellingen en andere instellingen en verenigingen die werkzaam zijn binnen de UNESCO-domeinen van onderwijs, wetenschap, cultuur en communicatie. § 3. De Commissie geeft de Vlaamse regering of de Vlaamse ministers voor wat hun bevoegdheden betreft, schriftelijk advies over de volgende materies : - het ontwerpplan van UNESCO voor de middellange-termijnstrategie en de follow-up daarvan; - het tweejaarlijkse ontwerpprogramma en ontwerpbudget van UNESCO en de follow-up daarvan; - door UNESCO voorgestelde specifieke initiatieven, aandachtspunten, activiteiten en bijzondere programma's; - voorstellen voor samenwerking tussen UNESCO en Vlaanderen.
Daartoe kan de Commissie voorafgaandelijk overleg plegen met de administraties van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap die werkzaam zijn op het domein van UNESCO-materies. Deze administraties kunnen op hun beurt voorafgaandelijk overleg plegen met de Commissie met betrekking tot hun activiteiten op dit vlak. HOOFDSTUK III. - Samenstelling
Art. 3.§ 1. De Commissie bestaat uit twaalf stemgerechtigde leden, waaronder een voorzitter, die de vergaderingen van de Commissie voorzit en de Commissie naar buitenuit vertegenwoordigt. § 2. Van de twaalf stemgerechtigde leden zijn er vijf ambtenaren van het ministerie van de Vlaamse gemeenschap, respectievelijk werkzaam binnen de voornaamste beleidsdomeinen van UNESCO, met name onderwijs, cultuur, monumenten & landschappen, wetenschap en media. § 3. De Commissie bestaat voorts uit de volgende leden met raadgevende stem : - een vertegenwoordiger van de Vlaamse minister bevoegd voor het buitenlands beleid; - een ambtenaar van de administratie Buitenlands Beleid van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap; - de algemene secretaris. § 4. De leden dienen elk vertrouwd te zijn met de algemene werking van UNESCO en een meer specifieke kennis te bezitten op het vlak van één van voormelde UNESCO-domeinen, met inbegrip van de internationale samenwerking en de gelijkheid van kansen.
Art. 4.Voor de leiding van het secretariaat wordt de Commissie bijgestaan door een ambtenaar van de administratie Buitenlands Beleid.
Deze ambtenaar voert de titel van algemeen secretaris en staat ook in voor de contacten met UNESCO.
Art. 5.De Commissie kan deskundigen uitnodigen om met betrekking tot specifieke onderwerpen aan de gedachtewisseling deel te nemen. In het raam van haar werkzaamheden kan de Commissie permanente en ad hoc werkgroepen oprichten en zich hiervoor door deskundigen laten bijstaan. HOOFDSTUK IV. - Benoeming
Art. 6.§ 1. De voorzitter en de stemgerechtigde leden van de Commissie worden benoemd door de Vlaamse regering op voordracht van de Vlaamse ministers bevoegd voor het onderwijs, het wetenschaps- en technologisch innovatiebeleid, de cultuur, de monumenten, de landschappen, het mediabeleid, de gelijke kansen en het buitenlands beleid en de Europese aangelegenheden.
De minister bevoegd voor het buitenlands beleid en de Europese aangelegenheden duidt zijn vertegenwoordiger aan. De algemene secretaris en de ambtenaar van de Vlaamse administratie Buitenlands Beleid worden benoemd door de leidende ambtenaar van de administratie. § 2. De duur van het mandaat van de voorzitter en van de stemgerechtigde leden bedraagt zes jaar. Tijdens de eerste legislatuur van de Commissie loopt het mandaat van de helft van de leden na drie jaar af. Het mandaat is één maal hernieuwbaar. Indien een lid zijn mandaat voortijdig beëindigt, wordt een nieuw lid benoemd conform artikel 6, § 1. Dit lid zal het desbetreffende mandaat voltooien en kan slechts één nieuw mandaat innemen. HOOFDSTUK V. - Algemene bepalingen
Art. 7.De Commissie stelt haar huishoudelijk reglement op, dat door de Vlaamse regering wordt goedgekeurd.
Art. 8.De Commissie stelt na elk kalenderjaar een eindverslag op, dat ze ieder jaar voor 1 april aan de Vlaamse regering voorlegt.
Art. 9.Het besluit van de Vlaamse regering van 18 september 1991 tot oprichting en samenstelling van de Vlaamse UNESCO-Commissie, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 19 januari 1994, wordt opgeheven.
Art. 10.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 14 februari 2003 .
Art. 11.De Vlaamse minister bevoegd voor de gelijke kansen, de Vlaamse minister bevoegd voor de cultuur, de Vlaamse minister bevoegd voor het onderwijs, de Vlaamse minister bevoegd voor het mediabeleid, de Vlaamse minister bevoegd voor het wetenschaps- en technologisch innovatiebeleid, de Vlaamse minister bevoegd voor het buitenlands beleid, de Vlaamse minister bevoegd voor de monumenten en de Vlaamse minister bevoegd voor de landschappen, is ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 14 februari 2003.
De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid, Gelijke Kansen en Ontwikkelingssamenwerking, M. VOGELS De Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming, M. VANDERPOORTEN De Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Innovatie, Media en Ruimtelijke Ordening, D. VAN MECHELEN De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken, P. VAN GREMBERGEN De Vlaamse minister van Economie, Buitenlands Beleid, Buitenlandse Handel en Huisvesting, J. GABRIELS