gepubliceerd op 25 februari 2008
Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van de werking van het Vlaams Toekomstfonds
14 DECEMBER 2007. - Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van de werking van het Vlaams Toekomstfonds
De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 22 december 2006 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2007, inzonderheid op artikel 93, op artikel 94, vervangen bij het decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2008, en op artikelen 95 tot 97;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Begroting, gegeven op 4 oktober 2007;
Gelet op het advies 43.766/1 van de Raad van State, gegeven op 13 november 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Financiën en Begroting en Ruimtelijke Ordening;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder : 1° het Fonds : het Vlaams Toekomstfonds, vermeld in artikel 93 van het decreet van 22 december 2006 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2007;2° de minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor de Financiën en de Begrotingen.
Art. 2.Het Fonds heeft zijn zetel bij het Vlaams Ministerie van Financiën en Begroting.
Het Departement Financiën en Begroting stelt het noodzakelijke personeel en de noodzakelijke middelen voor werking en uitrusting ter beschikking opdat het Fonds zijn doelstellingen kan realiseren.
Art. 3.In het Fonds wordt een beleggingscomité opgericht, dat als front office optreedt, en een controlecomité, dat als back office optreedt. Alleen de leden die niet behoren tot de Vlaamse overheid of van wie de werkingskosten niet door de Vlaamse overheid worden gedragen, kunnen worden vergoed voor hun deelname aan de werkzaamheden.
Art. 4.§ 1. Het hoofd van het Fonds heeft delegatie van beslissingsbevoegdheid voor de aangelegenheden die zijn vastgesteld in het besluit van de Vlaamse Regering van 10 oktober 2003 tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de intern verzelfstandigde agentschappen van de Vlaamse overheid. § 2. Naast de delegaties voor de aangelegenheden, vermeld in § 1, worden aan het hoofd van het Fonds de volgende specifieke delegaties verleend : 1° bij financiële instellingen rekeningen openen en beheren, afhankelijk van het gevoerde kasbeheer en de gekozen beleggingsstrategie;2° bij ontstentenis van een door de minister goedgekeurde beleggingsstrategie, de middelen van het Fonds beleggen in uitgiftes van overheden, die behoren tot de eurozone;3° het plannen en organiseren van het vrij- en overmaken van de middelen van het Fonds, naar de bestemming en volgens het ritme, bepaald door de Vlaamse Regering. § 3. Bij het gebruik van de delegaties gelden de algemene regelingen, voorwaarden en beperkingen, vermeld in het voornoemde besluit van de Vlaamse Regering van 10 oktober 2003, met inbegrip van de bepalingen inzake subdelegatie, de regeling bij vervanging en de verantwoording.
Art. 5.§ 1. De minister bepaalt de criteria waaraan een duurzame beleggingsstrategie van het Fonds moet voldoen. De criteria moeten minimaal aandacht besteden aan de volgende beleggingsaspecten : 1° het aantal aan- en verkooptransacties moet beperkt worden teneinde de transactiekosten te beperken;2° een defensieve beleggingsstrategie, die verliezen op de inventariswaarde voorkomt;3° specifieke criteria met het oog op de duurzaamheid van de activiteiten en de maatschappelijke betrokkenheid van de bedrijven en instellingen, waarin het Fonds - al dan niet direct - financieel belegt. § 2. Het hoofd van het Fonds ziet erop toe dat de middelen van het Fonds op een duurzame, maatschappelijk verantwoorde manier worden belegd. Periodiek worden de effectief gedane beleggingen getoetst aan de vooraf uitgetekende beleggingsstrategie.
Art. 6.Het besluit van de Vlaamse Regering van 3 februari 2006 houdende de modaliteiten tot invoering van het centraal kasbeheer voor de Vlaamse verzelfstandigde agentschappen, opgericht ingevolge het kaderdecreet Bestuurlijk Beleid van 18 juli 2003, is niet van toepassing op het Fonds.
Art. 7.Overeenkomstig artikel 5 van het decreet van 8 juli 1996 houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 1996, worden de begroting en de boekhouding gevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 21 mei 1997 betreffende een geïntegreerde economische boekhouding en budgettaire rapportering voor de Vlaamse openbare instellingen.
Het Fonds maakt jaarlijks een begroting op van alle ontvangsten en alle uitgaven voor het volgende begrotingsjaar. Bij de opmaak van de begroting, alsmede bij elke wijziging ervan, volgt het Fonds de nadere regelen die vastgesteld zijn in de begrotingsinstructies voor de opmaak van de algemene uitgaven- en middelenbegroting.
Art. 8.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2007.
Art. 9.De Vlaamse minister, bevoegd voor de Financiën en de Begroting, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 14 december 2007.
De minister-president van Vlaamse Regering, K. PEETERS De Viceminister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Financiën, Begroting en Ruimtelijke Ordening, D. VAN MECHELEN