13 OKTOBER 1998. - Besluit van de Vlaamse regering inzake het gebruik van normen voor het uitzenden van televisiesignalen

De Vlaamse regering, Gelet op de decreten betreffende de radio-omroep en de televisie gecoördineerd op 25 januari 1995, inzonderheid op artikel 97, 101 en 109, § 2, Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 26 mei 1998 en 9 juni 1998;

Overwegende dat de Richtlijn 95/47/EG van 24 oktober 1995 inzake het gebruik van normen voor het uitzenden van televisiesignalen een aantal bepalingen bevat die een omzetting in de Vlaamse regelgeving noodzaken;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Economie, KMO, Landbouw en Media, Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.De televisieomroepen die onder de bevoegdheid van de Vlaamse Gemeenschap vallen, moeten: 1° indien het uitzendingen in breedbeeld en 625 lijnen betreft die niet volledig digitaal zijn, hun uitzendingen verzorgen via een 16:9-systeem dat volledig compatibel is met PAL;2° indien het uitzendingen betreft die volledig digitaal zijn, kan uitzendingen verzorgen via een transmissiesysteem dat door een erkende Europese normalisatie-instantie genormaliseerd is. Onder uitzendingen in breedbeeld, bedoeld in het eerste lid, 1°, wordt verstaan: het uitzenden van programma's die geproduceerd en uitgegeven worden met het oog op de presentatie aan het publiek op een breedbeeldscherm.

Art. 2.De kabelmaatschappijen die een programma van een omroep in 16:9 breedbeeld ontvangen, moeten dit programma in hetzelfde formaat doorgeven.

Art. 3.De kabelmaatschappijen en de omroepen die, met het oog op digitale uitzendingen, decoders of andere systemen voor voorwaardelijke toegang te koop of te huur aanbieden of ter beschikking stellen moeten ervoor zorgen dat : 1° de ontscrambeling van de televisiesignalen mogelijk is volgens het gemeenschappelijk Europees scrambelalgoritme als beheerd door een erkende Europese normalisatie-instantie;2° de signalen die ongescrambeld worden uitgezonden, kunnen worden weergegeven, mits, in geval van gehuurde apparatuur, de huurder de huurovereenkomst naleeft.

Art. 4.De kabelmaatschappijen en de omroepen maken uitsluitend gebruik van systemen voor voorwaardelijke toegang die de nodige technische mogelijkheden bieden om een goedkope controleoverdracht naar de kabelhoofdstations te verzekeren.

De kabelmaatschappijen moeten op elk ogenblik de volledige controle kunnen hebben over de omroepprogramma's of -diensten die op hun kabelnet via decoder of systemen voor voorwaardelijke toegang worden aangeboden.

Art. 5.De Vlaamse minister, bevoegd voor het mediabeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 13 oktober 1998.

De minister-president van de Vlaamse regering, L. VAN DEN BRANDE De Vlaamse minister van Economie, KMO, Landbouw en Media, E. VAN ROMPUY