Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 11 mei 2001
gepubliceerd op 17 juli 2001

Besluit van de Vlaamse regering tot aanwijzing van de instellingen en administraties die adviseren over voorontwerpen van ruimtelijke uitvoeringsplannen

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2001035674
pub.
17/07/2001
prom.
11/05/2001
ELI
eli/besluit/2001/05/11/2001035674/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

11 MEI 2001. - Besluit van de Vlaamse regering tot aanwijzing van de instellingen en administraties die adviseren over voorontwerpen van ruimtelijke uitvoeringsplannen


De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, inzonderheid op artikel 41, § 1, 44, § 1 en 48, § 1;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 19 augustus 1999;

Gelet op de beraadslaging van de Vlaamse regering, op 9 februari 2001, betreffende de aanvraag tot advies bij de Raad van State binnen een maand;

Gelet op het advies nr. 31.288/1 van de Raad van State, gegeven op 22 maart 2001, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Economie, Ruimtelijke Ordening en Media;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder : 1° ruimtelijk kwetsbare gebieden : a) de groengebieden, natuurgebieden, natuurgebieden met wetenschappelijke waarde, natuurreservaten, natuurontwikkelingsgebieden, parkgebieden, bosgebieden, valleigebieden, brongebieden, agrarische gebieden met ecologische waarde of belang, agrarische gebieden met bijzondere waarde, grote eenheden natuur, grote eenheden natuur in ontwikkeling en de met al deze gebieden vergelijkbare gebieden, aangeduid op de plannen van aanlag of de ruimtelijke uitvoeringsplannen;b) de beschermde duingebieden en voor het duingebied belangrijke landbouwgebieden, aangeduid krachtens het decreet van 14 juli 1993 houdende maatregelen tot bescherming van de kustduinen;2° gezichtsveld van een monument : de ruimte van waaruit vanop de begane grond, het monument waarneembaar is, beperkt tot een afstand van 100 meter, desgevallend met inbegrip van de naast het monument gelegen panden of gronden, binnen een afstand van 100 meter ervan;3° vogelrichtlijngebieden : de in het Vlaamse Gewest aangewezen speciale beschermingszones in de zin van artikel 4 van de richtlijn 79/409/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand.

Art. 2.De instellingen en administraties die over een voorontwerp van een gewestelijk, provinciaal of gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan een advies uitbrengen, zijn : 1° de bevoegde commissie voor ruimtelijke ordening;2° de afdeling Monumenten en Landschappen van de administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschappen, als de gronden of de erop aanwezige constructies, gelegen binnen de begrenzing van het uitvoeringsplan, a) geheel of ten dele zijn beschermd als monument, of gelegen zijn in het gezichtsveld ervan;b) geheel of ten dele beschermd zijn als landschap, dorps- of stadsgezicht;c) geheel of ten dele zijn opgenomen in een ontwerp van lijst van voor bescherming vatbare monumenten, dorps- of stadsgezichten;d) geheel of ten dele voorlopig beschermd zijn als landschap.3° het Instituut voor het Archeologisch Patrimonium, voorzover er archeologisch patrimonium gelegen is binnen de begrenzing van het uitvoeringsplan dat is ingeschreven op een ontwerp van lijst of op een lijst van beschermde archeologische monumenten en/of zones;4° de afdeling Land van de administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer, als de gronden, gelegen binnen de begrenzing van het uitvoeringsplan : a) volgens de bestaande plannen van aanleg of uitvoeringsplannen geheel of ten dele zijn bestemd als agrarisch gebied of als een ermee vergelijkbaar gebied;b) deze bestemming verkrijgen in afwijking van de bestaande plannen van aanleg of uitvoeringsplannen;5° de afdeling Natuur van de administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer, als de gronden, gelegen binnen de begrenzing van het uitvoeringsplan : a) geheel of ten dele gelegen zijn binnen ruimtelijk kwetsbare gebieden;b) geheel of ten dele gelegen zijn binnen de perimeter van de vogelrichtlijngebieden, met uitzondering van de bestaande woongebieden in de ruime zin;c) geheel of ten dele gelegen zijn in een gebied aangeduid krachtens de Overeenkomst inzake watergebieden die van internationale betekenis zijn, ondertekend in Ramsar op 2 februari 1971;d) geheel of ten delen gelegen zijn binnen de perimeter van de door de Vlaamse regering voorgestelde habitatgebieden in het kader van de EG-richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna;e) een bestemming verkrijgen zoals bedoeld in artikel 1, 1°, a), in afwijking van de bestaande plannen van aanleg of uitvoeringsplannen;6° de afdeling Bos en Groen van de administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer, als de gronden, gelegen binnen de begrenzing van het uitvoeringsplan : a) gelegen zijn in parken en bossen, zoals gedefinieerd in het bosdecreet van 13 juni 1990, alsmede in gebieden die op de plannen van aanleg of op de ruimtelijke uitvoeringsplannen zijn bestemd voor parken en bossen;b) de bestemming parkgebied of bosgebied verkrijgen in afwijking van de bestaande plannen van aanleg of uitvoeringsplannen;7° de administratie Economie, als de gronden, gelegen binnen de begrenzing van het uitvoeringsplan : a) volgens de bestaande plannen van aanleg of uitvoeringsplannen geheel of ten dele zijn bestemd als industriegebied, bedrijventerrein of een ermee vergelijkbaar gebied;b) deze bestemming verkrijgen in afwijking van de bestaande plannen van aanleg of uitvoeringsplannen;8° de afdeling Natuurlijke Rijkdommen en Energie van de administratie Economie, als de gronden, gelegen binnen de begrenzing van het uitvoeringsplan : a) volgens de bestaande plannen van aanleg of uitvoeringsplannen geheel of ten dele zijn bestemd als ontginningsgebied, uitbreiding van ontginningsgebied, of een ermee vergelijkbaar gebied;b) deze bestemming verkrijgen in afwijking van de bestaande plannen van aanleg of uitvoeringsplannen;9° de afdeling Woonbeleid van de administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschappen, als de gronden, gelegen binnen de begrenzing van het uitvoeringsplan : a) volgens de bestaande plannen van aanleg of uitvoeringsplannen geheel of ten dele zijn bestemd als woonuitbreidingsgebied, woonreservegebied, of een ermee vergelijkbaar gebied;b) gelegen zijn binnen de perimeter van de woonvernieuwingsgebieden, afgebakend ter uitvoering van de Vlaamse Wooncode;10° de afdeling Milieuvergunningen van de administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer, voorzover het uitvoeringsplan de vestiging van bedrijven of activiteiten toelaat die onderworpen zijn aan de milieuvergunningsplicht klasse I;11° de administratie Waterwegen en Zeewezen, als : a) er bevaarbare waterlopen gelegen zijn binnen de begrenzing van het uitvoeringsplan;b) de gronden, gelegen binnen de begrenzing van het uitvoeringsplan, gelegen zijn binnen de met die waterlopen verbonden overstromingsgebieden die op de plannen van aanleg of de ruimtelijke uitvoeringsplannen aangegeven zijn;12° de afdeling Water van de administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer, als : a) er onbevaarbare waterlopen van eerste categorie gelegen zijn binnen de begrenzing van het uitvoeringsplan;b) de gronden, gelegen binnen de begrenzing van het uitvoeringsplan geheel of ten dele gelegen zijn binnen de met die waterlopen verbonden overstromingsgebieden die op de plannen van aanleg of de ruimtelijke uitvoeringsplannen aangegeven zijn;c) de gronden, gelegen binnen de begrenzing van het uitvoeringsplan, geheel of ten dele gelegen zijn binnen de perimeter van een bekkenbeheersplan;d) de gronden, gelegen binnen de begrenzing van het uitvoeringsplan, gelegen zijn binnen waterwingebieden en beschermingszones type I, II en III, afgebakend volgens het besluit van de Vlaamse regering van 27 maart 1985 houdende nadere regelen voor de afbakening van waterwingebieden en de beschermingszones;e) er oppervlaktewater voor oppervlaktewaterwinning bestemd voor drinkwaterproduktie gelegen is binnen de begrenzing van het uitvoeringsplan;13° de bevoegde provinciale administratie, voorzover : a) er onbevaarbare waterlopen van tweede categorie gelegen zijn binnen de begrenzing van het uitvoeringsplan;b) de gronden, gelegen binnen de begrenzing van het uitvoeringsplan, gelegen zijn in de met die waterlopen verbonden overstromingsgebieden die op de plannen van aanleg of de ruimtelijke uitvoeringsplannen aangegeven zijn;14° de bevoegde provinciale afdeling Wegen en Verkeer van de administratie Wegen en Verkeer, als : a) de gronden, gelegen binnen de begrenzing van of onmiddellijk grenzend aan het uitvoeringsplan, volgens de bestaande plannen van aanleg of uitvoeringsplannen geheel of ten dele zijn bestemd als bestaande of aan te leggen autosnelweg, bestaande of aan te leggen hoofdverkeersweg, bestaande of aan te leggen primaire weg categorie I of II en de aan deze infrastructuur verbonden reservatie- of erfdienstbaarbeidsgebieden;b) de gronden, gelegen binnen de begrenzing van het uitvoeringsplan, palen aan een bestaande gewestweg;15° de bevoegde provinciale administratie, als de gronden, gelegen binnen de begrenzing van het uitvoeringsplan, palen aan een bestaande provincieweg;16° de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen, als de gronden, gelegen binnen de begrenzing van of onmiddellijk grenzend aan het uitvoeringsplan : a) volgens de bestaande plannen van aanleg of uitvoeringsplannen geheel of ten dele zijn bestemd als bestaande of aan te leggen spoorweglijn en de aan deze infrastructuur verbonden gebieden voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen en reservatie- en erfdienstbaarheidsgebieden;b) deze bestemming verkrijgen in afwijking van de bestaande plannen van aanleg of uitvoeringsplannen;c) gelegen zijn binnen een straal van 250 meter van een stationsgebouw;17° de Lijn, voorzover het uitvoeringsplan betrekking heeft op een gebied : a) waarin zich minstens 250 bestaande en/of geplande woongelegenheden bevinden;b) waarin zich minstens 250 bestaande en/of geplande arbeidsplaatsen bevinden;18° het Bestuur van de Luchtvaart van het federaal Ministerie van Verkeer en Infrastructuur en de afdeling Algemeen Milieu- en Natuurbeleid van de administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer, voorzover het uitvoeringsplan betrekking heeft op de nationale luchthaven, of een invloed heeft op de afwikkeling van het vliegverkeer;19° de afdeling Personenvervoer en Luchthavens van administratie Wegen en Verkeer en de afdeling Algemeen Milieu- en Natuurbeleid van de administratie Milieu-, Natuur-, Land- Waterbeheer, voorzover het uitvoeringsplan betrekking heeft op een regionale luchthaven, of een betekenisvolle invloed heeft op de afwikkeling van het vliegverkeer.20° de Vlaamse openbare instelling Toerisme Vlaanderen als de gronden, gelegen binnen de grenzen van het uitvoeringsplan : a) volgens de bestaande plannen van aanleg of uitvoeringsplannen geheel of ten dele bestemd zijn als recreatiegebied, gebied voor verblijfsrecreatie of ermee vergelijkbaar gebied;b) deze bestemming verkrijgen in afwijking van de bestaande plannen van aanleg of uitvoeringsplannen;

Art. 3.De bepalingen van artikel 2, 4°, b), 5°, e), 6°, b), 7°, b) en 8°, b), gelden niet voor voorontwerpen van gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen.

Art. 4.De Vlaamse minister, bevoegd voor de ruimtelijke ordening, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 11 mei 2001.

De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Economie, Ruimtelijke Ordening en Media, D. VAN MECHELEN

^