Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 11 januari 2019
gepubliceerd op 25 februari 2019

Besluit van de Vlaamse Regering inzake de herziening of de opheffing van stedenbouwkundige voorschriften van algemene en bijzondere plannen van aanleg en gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen, met toepassing van artikel 7.4.4/1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening

bron
vlaamse overheid
numac
2019040425
pub.
25/02/2019
prom.
11/01/2019
ELI
eli/besluit/2019/01/11/2019040425/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

11 JANUARI 2019. - Besluit van de Vlaamse Regering inzake de herziening of de opheffing van stedenbouwkundige voorschriften van algemene en bijzondere plannen van aanleg en gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen, met toepassing van artikel 7.4.4/1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening


DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, artikel 7.4.4/1, § 3, tweede lid, § 4, eerste lid, en § 12, ingevoegd bij het decreet van 8 december 2017Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/12/2017 pub. 20/12/2017 numac 2017040986 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van diverse bepalingen inzake ruimtelijke ordening, milieu en omgeving sluiten;

Gelet op het decreet van 8 december 2017Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/12/2017 pub. 20/12/2017 numac 2017040986 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van diverse bepalingen inzake ruimtelijke ordening, milieu en omgeving sluiten houdende wijziging van diverse bepalingen inzake ruimtelijke ordening, milieu en omgeving, artikel 237, eerste lid, 4° ;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 10 januari 2018;

Gelet op de adviesaanvraag binnen dertig dagen, die op 4 december 2018 bij de Raad van State is ingediend, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat het advies niet is meegedeeld binnen die termijn;

Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.De gemeente laadt de voorgenomen herziening of opheffing, vermeld in artikel 7.4.4/1, § 1 en 2, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, alsook het voorafgaand advies van de gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar of de gemeentelijke omgevingsambtenaar en de documenten waaruit blijkt dat voldaan is aan de verplichtingen inzake milieueffectrapportage, op in het digitale platform uiterlijk op de dag van de eerste adviesvraag conform artikel 7.4.4/1, § 4, eerste lid, van voormelde codex.

De gemeente laadt het besluit van de gemeenteraad tot herziening of opheffing, vermeld in artikel 7.4.4/1, § 10, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening op in het digitale platform na de beslissing van de gemeenteraad en voor de herziening of opheffing van kracht wordt.

In dit artikel wordt verstaan onder het digitale platform: het digitale platform vermeld in artikel 1, 3° van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2017 betreffende het geïntegreerde planningsproces voor ruimtelijke uitvoeringsplannen, planmilieueffectrapportage, ruimtelijke veiligheidsrapportage en andere effectbeoordelingen.

Art. 2.§ 1. De instanties waaraan de gemeente conform artikel 7.4.4/1, § 4, eerste lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening advies vraagt over de voorgenomen herziening of opheffing zijn de volgende: 1° de deputatie;2° het departement Omgeving;3° de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening;4° het Agentschap Onroerend Erfgoed als de gronden of de constructies waarop de herziening of opheffing betrekking heeft: a) geheel of gedeeltelijk beschermd zijn als monument;b) geheel of gedeeltelijk beschermd zijn als cultuurhistorisch landschap, dorps- of stadsgezicht;c) geheel of gedeeltelijk deel uitmaken van een afgebakend erfgoedlandschap of geheel of gedeeltelijk opgenomen zijn in de vastgestelde landschapsatlas;d) geheel of gedeeltelijk beschermd zijn als archeologische site;e) geheel of gedeeltelijk bestemd zijn als woongebied met cultuurhistorische waarde of gemengd open ruimtegebied met cultuurhistorische waarde;5° het Agentschap Innoveren en Ondernemen als de gronden waarop de herziening of opheffing betrekking heeft, geheel of gedeeltelijk bestemd zijn als industriegebied, bedrijventerrein of een daarmee vergelijkbaar gebied;6° het Agentschap Wegen en Verkeer als de gronden waarop de herziening of opheffing betrekking heeft, grenzen aan een gewestweg;7° het Directoraat-Generaal Luchtvaart van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer als aan al de volgende voorwaarden is voldaan: a) de herziening of opheffing heeft tot gevolg dat een grotere bouwhoogte dan voorheen kan worden vergund;b) de vergunbare bouwhoogte overschrijdt een van de volgende hoogtes: 1) zestig meter boven het maaiveld;2) een hoogte die per gemeente of per duidelijk omschreven gebied ten opzichte van het maaiveld is bepaald met toepassing van artikel 35, § 16, van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 27/11/2015 pub. 23/02/2016 numac 2016035143 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning sluiten tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning;8° het Vlaams Energieagentschap;9° het Agentschap Wonen-Vlaanderen als de gronden waarop de herziening of opheffing betrekking heeft: a) geheel of gedeeltelijk zijn bestemd als woonuitbreidingsgebied, woonreservegebied, of een daarmee vergelijkbaar gebied;b) bestemd zijn als woongebied of een daarmee vergelijkbaar gebied en een oppervlakte hebben van ten minste één hectare;10° de Vlaamse Waterweg nv, het Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust of het Departement Mobiliteit en Openbare Werken, telkens binnen hun werkgebied, als: a) er bevaarbare waterlopen of waterwegen liggen op de gronden waarop de herziening of opheffing betrekking heeft, of binnen een afstand van 50 meter van deze gronden;b) de gronden of constructies waarop de herziening of opheffing betrekking heeft, in overstromingsgebieden liggen die met de waterlopen of waterwegen verbonden zijn en die op de plannen van aanleg of de ruimtelijke uitvoeringsplannen aangegeven zijn;c) de gronden waarop de herziening of opheffing betrekking heeft, een deel van het strand of de duinen en beschermde duingebieden en voor het duingebied belangrijke landbouwgebieden die noodzakelijk zijn voor de kustverdediging, omvatten of eraan grenzen;d) de gronden waarop de herziening of opheffing betrekking heeft, zeewaarts van de veiligheidslijn liggen of een landwaartse zone palend aan deze veiligheidslijn betreffen.Onder veiligheidslijn en landwaartse zone worden verstaan de veiligheidslijn en de landwaartse zone, vermeld in punt 1.9, 4°, van bijlage 1 bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2017 betreffende het geïntegreerde planningsproces, voor ruimtelijke uitvoeringsplannen, planmilieueffectrapportage, ruimtelijke veiligheidsrapportage en andere effectbeoordelingen; e) de gronden waarop de herziening of opheffing betrekking heeft, geheel of gedeeltelijk afstromen naar een bevaarbare waterloop, naar een waterweg of naar het strand en beschermde duingebieden en voor het duingebied belangrijke landbouwgebieden, of als ze geheel of gedeeltelijk in effectief of mogelijk overstromingsgevoelig gebied liggen, zoals aangegeven op de kaart van de overstromingsgevoelige gebieden, opgenomen in bijlage I bij het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 20/07/2006 pub. 31/10/2006 numac 2006036737 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstantie en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid sluiten tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid;f) de gronden waarop de herziening of opheffing betrekking heeft, geheel of gedeeltelijk waterwegen omvatten of reservatie- of erfdienstbaarheidsgebieden die aan die infrastructuur verbonden zijn;g) de herziening of opheffing betrekking heeft op de realisatie of wijziging van een jachthaven;11° de Vlaamse Milieumaatschappij als: a) er onbevaarbare waterlopen van eerste categorie liggen op de gronden waarop de herziening of opheffing betrekking heeft;b) de gronden of constructies waarop de herziening of opheffing betrekking heeft, geheel of gedeeltelijk in overstromingsgebieden liggen die met die waterlopen verbonden zijn en die op de plannen van aanleg of de ruimtelijke uitvoeringsplannen aangegeven zijn;c) de opheffing of herziening betrekking heeft op nieuwe infrastructuren die gevolgen hebben op de behandeling, de collectering en de zuivering van afvalwater;d) de gronden waarop de opheffing of herziening betrekking heeft, geheel of gedeeltelijk afstromen naar een onbevaarbare waterloop van eerste categorie en geheel of gedeeltelijk in effectief of mogelijk overstromingsgevoelig gebied liggen op de kaart van de overstromingsgevoelige gebieden, opgenomen in bijlage I bij het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 20/07/2006 pub. 31/10/2006 numac 2006036737 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstantie en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid sluiten, vermeld in punt 8°, e);e) de gronden waarop de opheffing of herziening betrekking heeft, zich bevinden in een zone waar een overschrijding van 90% van de luchtkwaliteitsdoelstellingen voor fijnstof of NO2 plaatsvindt;f) de gronden waarop de opheffing of herziening betrekking heeft, zich bevinden in een industriële hotspot;12° de bevoegde provinciale administratie als: a) er onbevaarbare waterlopen van tweede categorie liggen op de gronden waarop de opheffing of herziening betrekking heeft;b) de gronden waarop de opheffing of herziening betrekking heeft, in overstromingsgebieden liggen die met die waterlopen verbonden zijn en die op de plannen van aanleg of de ruimtelijke uitvoeringsplannen aangegeven zijn;c) de gronden waarop de opheffing of herziening betrekking heeft, geheel of gedeeltelijk afstromen naar een onbevaarbare waterloop van tweede categorie en geheel of gedeeltelijk in effectief of mogelijk overstromingsgevoelig gebied liggen, zoals aangegeven op de kaart van de overstromingsgevoelige gebieden, opgenomen in bijlage I bij het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 20/07/2006 pub. 31/10/2006 numac 2006036737 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstantie en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid sluiten, vermeld in punt 8°, e);13° het polderbestuur of het bestuur van de watering, als de gronden waarop de opheffing of herziening betrekking heeft, geheel of gedeeltelijk in het werkingsgebied van het polderbestuur of het bestuur van de watering liggen en als: a) er onbevaarbare waterlopen van tweede of derde categorie op deze gronden;b) deze gronden geheel of gedeeltelijk in overstromingsgebieden liggen die met die waterlopen, vermeld in punt a) verbonden zijn en die op de plannen van aanleg of de ruimtelijke uitvoeringsplannen aangegeven zijn;c) deze gronden geheel of gedeeltelijk afstromen naar een onbevaarbare waterloop van tweede of derde categorie en geheel of gedeeltelijk in effectief of mogelijk overstromingsgevoelig gebied liggen, zoals aangegeven op de kaart van de overstromingsgevoelige gebieden, opgenomen in bijlage I bij het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 20/07/2006 pub. 31/10/2006 numac 2006036737 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstantie en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid sluiten, vermeld in punt 8°, e). De gemeente kan naast de instanties, vermeld in het eerste lid, op elk moment andere instanties raadplegen waarvan ze het advies nuttig acht. § 2. Door de documenten, vermeld in artikel 1, eerste lid, op te laden verstuurt het digitale platform, vermeld in artikel 1, derde lid, automatisch een adviesvraag naar de instanties overeenkomstig artikel 7.4.4/1, § 4, eerste lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

De bevraagde instanties laden hun advies op in het digitale platform, vermeld in artikel 1, derde lid.

Art. 3.De gemeente onderwerpt de voorgenomen herziening of opheffing aan een openbaar onderzoek dat minstens wordt aangekondigd door: 1° een bericht in het gemeentelijke infoblad of, bij gebreke aan een dergelijk infoblad of aan een tijdige verschijning ervan, een aanplakking of digitale affichage van het bericht op de gebruikelijke aanplakplaatsen;2° een bericht in het Belgisch Staatsblad;3° een bericht op de website van de gemeente. De aankondiging bevat een beknopte toelichting en vermeldt minstens: 1° waar de voorgenomen herziening of opheffing geraadpleegd kan worden;2° de begin- en einddatum van het openbaar onderzoek;3° hoe, waar en wanneer opmerkingen bezorgd kunnen worden. Tijdens het openbaar onderzoek ligt de voorgenomen herziening of opheffing ter inzage in het gemeentehuis en kan ze geraadpleegd worden op de website van de gemeente.

Art. 4.In afwijking van artikel 1 en artikel 2, § 2, van dit besluit wat betreft het gebruik van het digitaal platform, vermeld in artikel 1, derde lid, verloopt de advisering over de voorgenomen herziening of opheffing analoog, tot de datum vermeld in het tweede lid.

De Vlaamse minister, bevoegd voor de ruimtelijke ordening, bepaalt de datum vanaf wanneer voorgenomen herzieningen of opheffingen via het digitaal platform, vermeld in artikel 1, derde lid, digitaal behandeld worden.

Art. 5.Artikel 101 van het decreet van 8 december 2017Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/12/2017 pub. 20/12/2017 numac 2017040986 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van diverse bepalingen inzake ruimtelijke ordening, milieu en omgeving sluiten houdende wijziging van diverse bepalingen inzake ruimtelijke ordening, milieu en omgeving treedt in werking op de dag van de inwerkingtreding van dit besluit.

Art. 6.De Vlaamse minister, bevoegd voor de ruimtelijke ordening, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 11 januari 2019.

De minister-president van de Vlaamse Regering, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw, J. SCHAUVLIEGE

^