Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 10 februari 1998
gepubliceerd op 24 maart 1998

Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 22 december 1993 tot uitvoering van het decreet van 9 juni 1993 houdende subsidiëring van gemeentebesturen en van de Vlaamse Gemeenschapscommissie inzake het voeren van een jeugdwerkbeleid

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
1998035286
pub.
24/03/1998
prom.
10/02/1998
ELI
eli/besluit/1998/02/10/1998035286/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

10 FEBRUARI 1998. Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 22 december 1993 tot uitvoering van het decreet van 9 juni 1993 houdende subsidiëring van gemeentebesturen en van de Vlaamse Gemeenschapscommissie inzake het voeren van een jeugdwerkbeleid


De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 9 juni 1993 houdende subsidiëring van gemeentebesturen en de Vlaamse Gemeenschapscommissie inzake het voeren van een jeugdwerkbeleid, gewijzigd bij de decreten van 22 december 1995 en 20 december 1996;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 22 december 1993 tot uitvoering van het decreet van 9 juni 1993 houdende subsidiëring van gemeentebesturen en van de Vlaamse Gemeenschapscommissie inzake het voeren van een jeugdwerkbeleid, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 25 maart 1997;

Gelet op het advies nummer 01 van de Jeugdraad voor de Vlaamse Gemeenschap, gegeven op 14 januari 1997;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 9 februari 1998;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wet van 4 juli 1989;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de gemeentebesturen en de Vlaamse Gemeenschapscommissie volop bezig zijn met de opmaak van hun jeugdwerkbeleidsplan 1999-2001 en zo spoedig mogelijk in kennis moeten worden gesteld van de gewijzigde onderrichtingen terzake;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Cultuur, Gezin en Welzijn;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Artikel 3 van het besluit van de Vlaamse regering van 22 december 1993 tot uitvoering van het decreet van 9 juni 1993 houdende subsidiëring van gemeentebesturen en van de Vlaamse Gemeenschapscommissie inzake het voeren van een jeugdwerkbeleid, hierna "het besluit" genoemd, wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 3.§ 1. Onverminderd de bepalingen van artikel 3, § 3, van het decreet geeft het college in het jeugdwerkbeleidsplan zowel de algemene als de concrete doelstellingen duidelijk aan. Voor elke algemene doelstelling worden een of meer concrete doelstellingen geformuleerd. De concrete doelstellingen worden uitgedrukt in termen van het beoogde resultaat. Per concrete doelstelling geeft het college bovendien een concreet schema voor de uitvoering. § 2. Het college motiveert de keuze van de doelstellingen vermeld in § 1, op basis van de situatieschets zoals beschreven in artikel 3, § 3, 1°, van het decreet, en de vaststellingen tijdens de inspraakprocedure, zoals beschreven in artikel 3, § 4, van het decreet. § 3. Uit het jeugdwerkbeleidsplan moet blijken dat de mogelijkheden grondig werden onderzocht inzake samenwerking met andere gemeenten, voor de ondersteuning van jeugdwerkinitiatieven waarvan het bereik de grens van de gemeente overschrijdt. § 4. Uit het jeugdwerkbeleidsplan moet blijken dat onderzocht werd hoe in het gemeentelijk jeugdwerkbeleid kan worden ingespeeld op de behoeften van maatschappelijk achtergestelde kinderen en jongeren. § 5. De samenstelling van de adviesraad en de geldende gemeentelijke subsidieregelingen voor de ondersteuning van het jeugdwerk worden als bijlage bij het jeugdwerkbeleidsplan gevoegd. § 6. De minister bepaalt de vorm waarin het jeugdwerkbeleidsplan moet worden ingediend. »

Art. 2.In artikel 4 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in § 1 worden de woorden "voor 15 februari van het jaar voor het werkjaar" geschrapt;2° § 2 wordt vervangen door wat volgt: « § 2.Het college dient het ontwerp van jeugdwerkbeleidsplan voor advies in bij de afdeling Jeugdwerk uiterlijk op 1 juni van het planningsjaar. Bij het ontwerp van jeugdwerkbeleidsplan zijn de volgende documenten gevoegd: 1° het advies van het adviesorgaan;2° het gemotiveerde standpunt van het college aan het adviesorgaan over het uitgebrachte advies. Op de dag van verzending van het ontwerp van jeugdwerkbeleidsplan aan de afdeling Jeugdwerk brengt het college het adviesorgaan hiervan op de hoogte"; 3° in § 8 wordt tussen de woorden "de periode van uitvoering van het jeugdwerkbeleidsplan de" en de woorden "doelstellingen wenst te wijzigen" het woord "algemene" ingevoegd.

Art. 3.In artikel 5 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° aan § 1 wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "Per concrete doelstelling opgenomen in het jeugdwerkbeleidsplan worden al de in te zetten financiële middelen aangegeven.Hieronder worden zowel de middelen verstaan waarop het gemeentebestuur aanspraak kan maken in uitvoering van het decreet, als alle andere middelen waarover het gemeentebestuur beschikt om zijn jeugdwerkbeleid uit te voeren"; 2° § 2 wordt opgeheven;3° § 4 wordt vervangen door wat volgt :"§ 4.Het jaarplan wordt, samen met het advies van het adviesorgaan en het gemotiveerde standpunt van het college over het uitgebrachte advies van het adviesorgaan, en in samenhang met de begroting aan de gemeenteraad ter goedkeuring voorgelegd"; 4° een § 7 wordt toegevoegd, die luidt als volgt: « § 7.De minister bepaalt de vorm waarin het jaarplan moet worden ingediend. »

Art. 4.In artikel 6 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in § 1 wordt het tweede lid opgeheven;2° in § 1 wordt het derde lid vervangen door wat volgt: "Het college motiveert in het werkingsverslag uitdrukkelijk eventuele afwijkingen ten aanzien van het jaarplan";3° aan § 3 worden de volgende woorden toegevoegd: "alsook het gemotiveerde standpunt van het college over de opmerkingen van het adviesorgaan";4° in § 6 worden tussen de woorden "een deel van de toegekende subsidies van het betreffende jaar niet" en de woorden "heeft aangewend voor de uitvoering van het jeugdwerkbeleidsplan" de woorden "zal aanwenden of" ingevoegd.

Art. 5.In artikel 7 van hetzelfde besluit wordt § 1 vervangen door wat volgt: « § 1. Het invoeren van weddesubsidies voor educatief personeel van een lokaal jeugdwerkinitiatief kan enkel op basis van een jeugdwerkbeleidsplan of een wijziging van het jeugdwerkbeleidsplan en moet passen in de beleidsopties genomen in het betreffende plan. »

Art. 6.In artikel 9 van hetzelfde besluit wordt § 2 vervangen door wat volgt: « § 2. Het jeugdwerkbeleidsplan dient in een vlotte en regelmatige uitbetaling van de subsidies aan de jeugdwerkinitiatieven te voorzien. »

Art. 7.In het derde lid van artikel 10, § 4, van hetzelfde besluit worden tussen de woorden "voor 15 maart van" en de woorden "volgend op het jaar" de woorden "het jaar" ingevoegd.

Art. 8.De Vlaamse minister, bevoegd voor de cultuur, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 10 februari 1998.

De minister-president van de Vlaamse regering, L. VAN DEN BRANDE De Vlaamse minister van Cultuur, Gezin en Welzijn, L. MARTENS

^