10 DECEMBER 1999. - Besluit van de Vlaamse regering houdende de toekenning van de derde en laatste schijf van de investeringssubsidies in het kader van het Actieplan Kust 2002

De Vlaamse regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 4, 10°, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993;

Gelet op de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 17 juli 1991, inzonderheid op de artikelen 55 tot 58;

Gelet op het decreet van 19 december 1998 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1999, inzonderheid artikel 63;

Gelet op het decreet van 19 december 1998 houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1999, inzonderheid artikel 14;

Gelet op het decreet van 18 mei 1999 houdende aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1999;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 17 december 1997 houdende de toekenning van investeringssubsidies in het kader van het Actieplan Vlaamse Kust 2002;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 16 november 1994 tot regeling van de begrotingscontrole, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 8 juli 1997;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 13 juli 1999 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse regering;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister bevoegd voor begroting, gegeven op 10 december 1999.

Op voorstel van de Vlaamse minister van Werkgelegenheid en Toerisme, Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Ten laste van programma 49.2 b.a. 60.01 van de begroting 1999 van de Vlaamse Gemeenschap worden voor de realisatie van de investeringsprojecten in het kader van het Actieplan Vlaamse Kust 2002 toelagen toegekend zoals vermeld in de onderstaande tabel : (tabel in miljoen Belgische frank) Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 2.§ 1. De subsidie dient te worden aangewend voor de realisatie van het project zoals beschreven staat in de documenten die ter beoordeling van het project werden ingediend. Wijzigingen aan het project kunnen enkel worden toegestaan na advies van een jury van deskundigen, samengesteld door de Vlaamse minister bevoegd voor Toerisme en mits de uitdrukkelijke toestemming van deze Vlaamse minister. § 2. De rechthebbende dient er zich toe te verbinden de bestemming van het onroerend goed, waarvoor de subsidie werd verleend, gedurende 20 jaar te behouden. Indien de rechthebbende de bestemming wil wijzigen, moet voorafgaandelijk de toelating bekomen worden van de Vlaamse minister bevoegd voor Toerisme en van de Vlaamse minister bevoegd voor Financiën en Begroting. Indien de rechthebbende dit nalaat of indien de rechthebbende het onroerend goed vervreemdt onder bezwarende titel, zal de rechthebbende de verkregen subsidie, verhoogd met de wettelijke intrest, te berekenen vanaf de effectieve datum van de storting, terugbetalen aan het Vlaamse Gewest.

Art. 3.§ 1. De subsidie wordt als volgt uitbetaald : een voorschot van 30 % na de start van de werken en mits voorlegging door de rechthebbende van de nodige schriftelijke bewijzen dat de proportionele cofinanciering door de andere partners ook werkelijk werd toegezegd, een tweede voorschot van 35 % zes maanden later en na controle ter plaatse dat de werken op een normale wijze worden verdergezet, het resterende saldo van 35 % na controle van de in art. 4 bedoelde verantwoordingsdocumenten. § 2. Het tweede voorschot en het saldo zullen slechts worden uitbetaald indien de rechthebbende het bewijs voorlegt van de effectieve betaling door de andere partners van hun proportioneel aandeel of van een financiële waarborg die daartoe werd gesteld. § 3. De start van de onteigeningsprocedures die noodzakelijk zijn om de werken te kunnen uitvoeren, wordt beschouwd als start van de werken zoals bedoeld in § 1.

Art. 4.De rechthebbende dient de aanwending van de subsidie te verantwoorden door een rapport over de vooruitgang der werken en een financieel verslag, vergezeld van de bewijsstukken, over te maken aan het departement Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur en dit vóór het einde van het jaar 2002.

Indien geen rapport wordt overgemaakt of in verhouding tot de totale begrote kostprijs van het project, zoals opgenomen in de tabel onder artikel 1, minder dan 80 % van de begrote uitgaven kunnen verantwoord worden, zullen de reeds verkregen voorschotten geheel of gedeeltelijk worden teruggevorderd of het saldo slechts gedeeltelijk worden uitbetaald.

Art. 5.§ 1. Bij de berekening van de Vlaamse subsidie uit het Actieplan Vlaamse Kust 2002 is rekening gehouden met de te verwachten Europese subsidies. § 2. Bijkomende Europese subsidies zullen niet in mindering worden gebracht van de toegekende investeringssubsidie, maar zullen na goedkeuring door de Vlaamse minister bevoegd voor Toerisme een nieuwe bestemming krijgen binnen hetzelfde project.

Art. 6.Dit besluit heeft uitwerking op datum van heden.

Art. 7.De Vlaamse minister bevoegd voor Toerisme is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 10 december 1999.

De minister-president van de Vlaamse regering en Vlaams minister van Financiën, Begroting, Buitenlands Beleid en Europese Aangelegenheden P. DEWAEL De Vlaamse minister van Werkgelegenheid en Toerisme R. LANDUYT