gepubliceerd op 28 september 2005
Besluit van de Vlaamse Regering houdende overdracht van niet-wetenschappelijke personeelsleden van het Centrum voor Landbouweconomie aan het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap
9 SEPTEMBER 2005. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende overdracht van niet-wetenschappelijke personeelsleden van het Centrum voor Landbouweconomie aan het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap
De Vlaamse Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 87, § 3, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993 en de wet van 8 augustus 1988;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 6 juli 2005;
Gelet op protocol nr. 222.710 van 25 juli 2005 van het Sectorcomité XVIII Vlaamse Gemeenschap - Vlaams Gewest;
Gelet op advies 38.911/1/V van de Raad van State, gegeven op 23 augustus 2005, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Overwegende dat de afdeling Monitoring en Studie werd belast met taken die oorspronkelijk door het Centrum voor Landbouweconomie werden uitgevoerd en dat de overname door de afdeling Monitoring en Studie van die taken alleen mogelijk is mits het betrokken personeel van het Centrum voor Landbouweconomie overgedragen wordt aan de afdeling Monitoring en Studie;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Institutionele Hervormingen, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid en de Vlaamse minister van Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media en Toerisme;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.§ 1. De volgende statutaire, niet-wetenschappelijke personeelsleden van het Centrum voor Landbouweconomie worden ambtshalve overgedragen aan de afdeling Monitoring en Studie van de administratie Land- en Tuinbouw bij het departement Economie, Werkgelegenheid, Binnenlandse Aangelegenheden en Landbouw : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 2. De volgende contractuele niet-wetenschappelijke personeelsleden van het Centrum voor Landbouweconomie worden mits ze akkoord gaan met de overdracht en met de in dit besluit vermelde regelingen, overgedragen aan de administratie Land- en Tuinbouw, afdeling Monitoring en Studie van het departement Economie, Werkgelegenheid, Binnenlandse Aangelegenheden en Landbouw : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 2.Het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2002 houdende organisatie van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en de regeling van de rechtspositie van het personeel is vanaf de overdracht van toepassing op de overeenkomstig artikel 1 overgedragen personeelsleden.
Art. 3.§ 1. De personeelsleden, vermeld in artikel 1, behouden hun hoedanigheid en graad of betrekking.
Ze behouden hun functionele of geldelijke loopbaan en de salarisschaal en de administratieve en geldelijke anciënniteit waarop ze recht hadden volgens de bestaande reglementering op het ogenblik van hun overdracht. De latere wijzigingen in die reglementering zijn op hen niet meer van toepassing.
Ze behouden eveneens alle reglementair toegekende vergoedingen en toelagen en sociale voordelen voorzover de voorwaarden van toekenning ervan blijven bestaan in het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. § 2. De personeelsleden, vermeld in artikel 1, die onderworpen zijn aan de functioneringsevaluatie of beoordeling behouden na hun overdracht de laatste functioneringsevaluatie of beoordeling die aan hen toegekend is in de wetenschappelijke instelling. Die evaluatie of beoordeling blijft geldig tot de toekenning van een nieuwe functioneringsevaluatie. § 3. De ambtenaren, vermeld in artikel 1, die voor hun overdracht geslaagd zijn voor een vergelijkend examen voor overgang naar een hoger niveau of voor een examen voor verhoging in graad behouden de aanspraken op bevordering die ze door het slagen voor een van die examens hebben verworven. § 4. De personeelsleden, vermeld in artikel 1, die op het ogenblik van de overdracht aan het ministerie een verlof genieten, blijven dat verlof verder genieten tot de normale einddatum van het verlof. § 5. De tuchtprocedures en procedures inzake schorsing in het belang van de dienst die aangevat waren voor de inwerkingtreding van het besluit worden voortgezet, met gelding van de uitspraak binnen het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. § 6. De personeelsleden, vermeld in artikel 1, behouden de stand van zaken op de dag voor de inwerkingtreding van dit besluit met betrekking tot de hierna vermelde aangelegenheden : 1° het ziektekrediet;2° de lopende tuchtstraffen;3° verlof voor deeltijdse prestaties;4° loopbaanonderbreking;5° gecontingenteerd verlof;6° omstandigheidsverlof;7° de gevolgen van lopende tuchtstraffen;8° de toegestane cumulaties.
Art. 4.Dit besluit zal aan de personeelsleden, vermeld in artikel 1, worden meegedeeld en ter kennisgeving aan het Rekenhof worden toegestuurd.
Art. 5.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand die volgt op de dag van zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.
Art. 6.De Vlaamse minister, bevoegd voor het landbouwbeleid en de zeevisserij, en de Vlaamse minister, bevoegd voor het algemeen beleid inzake personeel en organisatieontwikkeling, zijn, ieder wat hem betreft, bevoegd voor de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 9 september 2005.
De minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Institutionele Hervormingen, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, Yves LETERME De Vlaamse minister van Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media en Toerisme, Geert BOURGEOIS