gepubliceerd op 02 september 2014
Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de algemene regels inzake ondersteuning van activiteitencoöperaties
9 MEI 2014. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de algemene regels inzake ondersteuning van activiteitencoöperaties
De Vlaamse Regering, Gelet op het
decreet van 17 februari 2012Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
17/02/2012
pub.
26/03/2012
numac
2012035299
bron
vlaamse overheid
Decreet betreffende de ondersteuning van het ondernemerschap op het vlak van de sociale economie en de stimulering van het maatschappelijk verantwoord ondernemen
sluiten betreffende de ondersteuning van het ondernemerschap op het vlak van de sociale economie en de stimulering van het maatschappelijk verantwoord ondernemen, artikel 14;
Gelet op het advies van de inspectie van financiën, gegeven op 18 februari 2014;
Gelet op advies 55.911/1 van de Raad van State, gegeven op 30 april 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie, Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.De vergoeding verleend met toepassing of ter uitvoering van dit besluit, wordt toegekend met in achtneming van de voorwaarden van het DAEB-besluit van 20 december 2011.
Art. 2.In dit besluit wordt verstaan onder : 1° activiteitencoöperatie : de vennootschap met een sociaal oogmerk, vermeld in artikel 80, 1°, van de wet van 1 maart 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/03/2007 pub. 14/03/2007 numac 2007200604 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) sluiten houdende diverse bepalingen (III);2° decreet van 17 februari 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/02/2012 pub. 26/03/2012 numac 2012035299 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de ondersteuning van het ondernemerschap op het vlak van de sociale economie en de stimulering van het maatschappelijk verantwoord ondernemen sluiten : het decreet van 17 februari 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/02/2012 pub. 26/03/2012 numac 2012035299 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de ondersteuning van het ondernemerschap op het vlak van de sociale economie en de stimulering van het maatschappelijk verantwoord ondernemen sluiten betreffende de ondersteuning van het ondernemerschap op het vlak van de sociale economie en de stimulering van het maatschappelijk verantwoord ondernemen;3° departement : het Departement Werk en Sociale Economie;4° minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor de sociale economie;5° trajectbegeleider : de werknemer van de activiteitencoöperatie die belast is met de trajectbegeleiding, vermeld in artikel 3, 3° ;6° DAEB-besluit van 20 december 2011 : het besluit (EG) nr.2012/2l/EU van de Commissie van 20 december 2011 betreffende de toepassing van artikel 106, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op staatssteun in de vorm van compensatie voor de openbare dienst, verleend aan bepaalde met het beheer van diensten van algemeen economisch belang belaste ondernemingen.
Art. 3.Binnen het begrotingskrediet wordt een vergoeding toegekend aan de activiteitencoöperatie die voldoet aan de volgende voorwaarden : 1° de activiteitencoöperatie voldoet aan de voorwaarden, vermeld in titel VIII, hoofdstuk 1 van de wet van 1 maart 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/03/2007 pub. 14/03/2007 numac 2007200604 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) sluiten houdende diverse bepalingen (III);2° de activiteitencoöperatie heeft haar maatschappelijke zetel in het Vlaamse Gewest;3° de activiteitencoöperatie organiseert individuele en collectieve trajectbegeleiding voor de doelgroep van de kandidaat-ondernemers, vermeld in artikel 1 en 2 van het koninklijk besluit van 15 juni 2009Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 15/06/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202461 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg, en programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Koninklijk besluit houdende diverse bepalingen betreffende het statuut van kandidaat-ondernemer in een activiteitencoöperatie sluiten houdende diverse bepalingen betreffende het statuut van kandidaat-ondernemer in een activiteitencoöperatie, met het oog op het bevorderen van het ondernemerschap. De trajectbegeleiding per kandidaat-ondernemer bestaat uit : a) een intakefase van minimaal zes uren begeleiding, waarbij de activiteitencoöperatie : 1) een individueel gesprek met de kandidaat-ondernemer voert;2) verder werkt met het bestaande persoonlijk ontwikkelingsplan;b) een verkennings- en prospectiefase van minimaal vierenvijftig uren begeleiding, waarbij de activiteitencoöperatie : 1) een of meer individuele gesprekken en collectieve sessies voert;2) doorverwijst naar specifieke opleidingsmodules;3) diverse prospectieactiviteiten organiseert;4) het ondernemingsidee van de kandidaat-ondernemer verfijnt;c) een facturatiefase, van minimaal tien uren begeleiding, waarbij de activiteitencoöperatie : 1) een haalbaarheidstoets van het ondernemingsidee van de kandidaat-ondernemer uitvoert;2) een of meer individuele gesprekken en collectieve sessies voert;3) ondersteuning op het vlak van facturatie en boekhoudkundige diensten biedt;4) het ondernemersrisico van de kandidaat-ondernemer draagt, met inbegrip van de fiscale verantwoordelijkheid en de administratieve afhandeling;d) een nazorgfase van minimaal vier uren begeleiding, waarbij de activiteitencoöperatie : 1) informatie verschaft aan de kandidaat-ondernemer;2) doorverwijst naar andere nuttige dienstverleners en informatieverstrekkers voor de kandidaat-ondernemer.4° de activiteitencoöperatie onderschrijft de principes van de sociale economie en het maatschappelijk verantwoord ondernemen in haar eigen werking, vermeld in artikel 4, § 2 en § 3, van het decreet van 17 februari 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/02/2012 pub. 26/03/2012 numac 2012035299 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de ondersteuning van het ondernemerschap op het vlak van de sociale economie en de stimulering van het maatschappelijk verantwoord ondernemen sluiten;5° de activiteitencoöperatie beschikt over een mandaat tot het verrichten van kosteloze competentieontwikkeling als vermeld in titel II, hoofdstuk I, afdeling V, van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 05/06/2009 pub. 23/09/2009 numac 2009035886 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de organisatie van de arbeidsbemiddeling en de beroepsopleiding sluiten houdende de organisatie van de arbeidsbemiddeling en de beroepsopleiding;6° de activiteitencoöperatie registreert de begeleidingsactiviteiten in het elektronische databestand van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding. De verkennings- en prospectiefase, vermeld in punt 3°, b), en de facturatiefase, vermeld in c), bevatten samen minimaal zes uren collectieve ondernemersmeetings gericht op netwerken, organiseren en informatie-uitwisseling.
De activiteitencoöperatie verstrekt tijdens de fasen, vermeld in 3°, b), en c), informatie aan de kandidaat-ondernemer over de wijze waarop de principes van de sociale economie en het maatschappelijk verantwoord ondernemen, bepaald in artikel 4, § 2 en § 3, van het decreet van 17 februari 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/02/2012 pub. 26/03/2012 numac 2012035299 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de ondersteuning van het ondernemerschap op het vlak van de sociale economie en de stimulering van het maatschappelijk verantwoord ondernemen sluiten, kunnen worden geïntegreerd in de onderneming van de kandidaat-ondernemer.
De activiteitencoöperatie stelt voor de uitvoering van de trajectbegeleiding een of meer trajectbegeleiders aan.
Onder persoonlijk ontwikkelingsplan, vermeld in punt 3°, a), 2), wordt een opvolgbaar actieplan begrepen dat de te ontwikkelen competenties en het ontwikkelpad van de kandidaat-ondernemer bevat met als doel hem een stevige positie op de arbeidsmarkt te bezorgen.
Art. 4.De minister kan de toekenning van de vergoeding afhankelijk maken van het doelbereik van welbepaalde kansengroepen binnen de doelgroep van de kandidaat-ondernemers, vermeld in artikel 1 en 2 van het koninklijk besluit van 15 juni 2009Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 15/06/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202461 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg, en programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Koninklijk besluit houdende diverse bepalingen betreffende het statuut van kandidaat-ondernemer in een activiteitencoöperatie sluiten houdende diverse bepalingen betreffende het statuut van kandidaat-ondernemer in een activiteitencoöperatie. Hij kan daarbij rekening houden met provinciale behoeften op het vlak van de arbeidsmarkt.
Onder welbepaalde kansengroepen, als vermeld in het eerste lid, wordt verstaan : 1° de personen van vijftig jaar en ouder, 2° de personen met een allochtone achtergrond : personen met een sociaal-culturele herkomst van een ander land die legaal in België verblijven, die al dan niet Belg zijn geworden en die bovendien aan een van de volgende voorwaarden voldoen : a) zij of hun ouders zijn in het kader van gastarbeid en volgmigratie naar België gekomen;b) ze hebben de status van ontvankelijk verklaarde asielzoeker of van vluchteling verkregen;c) ze hebben door regularisatie recht op verblijf in België verworven;3° de personen met een arbeidshandicap, namelijk : a) personen met een handicap die erkend worden door het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap;b) personen die gewezen leerling zijn van het buitengewoon onderwijs en die hoogstens een getuigschrift of diploma behaald hebben in het buitengewoon onderwijs;c) personen die op basis van hun handicap in aanmerking komen voor een inkomensvervangende tegemoetkoming of integratietegemoetkoming, verstrekt aan personen met een handicap op basis van de wet van 27 februari 1987Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/02/1987 pub. 18/10/2004 numac 2004000528 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de tegemoetkomingen aan gehandicapten Duitse vertaling sluiten betreffende de tegemoetkomingen aan personen met een handicap;d) personen die in het bezit zijn van een afschrift van een definitief geworden gerechtelijke beslissing of van een attest van een bevoegde federale instelling waaruit een blijvende graad van arbeidsongeschiktheid blijkt;e) personen die recht geven op bijkomende kinderbijslag of personen die recht hebben op een verhoogde kinderbijslag voor hun kind of kinderen ten laste als ouder met een handicap;f) personen die een invaliditeitsuitkering ontvangen op basis van het koninklijk besluit van 3 juli 1996Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/07/1996 pub. 10/12/2007 numac 2007000977 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen van het eerste semester van het jaar 2007 type koninklijk besluit prom. 03/07/1996 pub. 19/12/2008 numac 2008001031 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994;g) personen met een attest van arbeidshandicap van een door de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding aangewezen dienst of arts;4° kortgeschoolden : personen die ouder zijn dan 24 jaar en die aan een van de volgende voorwaarden voldoen : a) ze zijn geen houder van een diploma hoger secundair onderwijs;b) ze zijn alleen houder van een getuigschrift van een middenstandsopleiding;c) ze zijn houder van een niet-erkend buitenlands diploma.
Art. 5.§ 1. De vergoeding dekt : 1° de personeelskosten van de trajectbegeleider;2° de personeelskosten van de werknemer die belast is met het administratief beheer van de activiteitencoöperatie;3° de kosten voor externe adviesverlening;4° de overheadkosten, die maximaal vijftien procent bedragen van de personeelskosten, vermeld in punt 1° en 2°. De externe adviesverlening, vermeld in het eerste lid, 3°, voldoet aan de volgende voorwaarden : 1° de externe adviesverlening heeft rechtstreeks betrekking op de individuele en collectieve trajectbegeleiding, vermeld in artikel 3, 3°, die door de activiteitencoöperatie niet in eigen beheer kan worden georganiseerd;2° de kosten voor de externe adviesverlening zijn niet hoger dan de personeelskosten, vermeld in paragraaf 1, 1°, en 2° ;3° de activiteitencoöperatie die ressorteert onder het toepassingsgebied van de overheidsopdrachtenwet, toont aan dat de begeleidingsopdracht rechtsgeldig werd gegund aan de externe adviesverlener. § 2. De vergoeding wordt verrekend naar rato van de prestaties die de activiteitencoöperatie effectief geleverd heeft op het vlak van de trajectbegeleiding. § 3. De vergoeding is pas opeisbaar als de activiteitencoöperatie het aantal trajectbegeleidingen, vermeld in de vergoedingsbeslissing, realiseert.
Art. 6.De activiteitencoöperatie dient jaarlijks voor 30 oktober een aanvraag tot vergoeding in voor het daaropvolgende kalenderjaar bij het departement. Het departement stelt daarvoor een elektronisch aanvraagformulier ter beschikking.
De activiteitencoöperatie toont bij de aanvraag aan dat ze voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 3, 1°, tot en met 5°.
Voor de trajectbegeleiding, vermeld in artikel 3, 3°, toont de activiteitencoöperatie in het bijzonder aan : 1° dat ze in staat is en ervaring heeft om specifieke diensten te verlenen, al dan niet in eigen beheer, aan de kandidaat-ondernemer om hem toe te laten de voor zijn activiteit nuttige kennis te verbeteren of te verwerven;2° dat ze over het nodige materiaal en de nodige lokalen beschikt;3° dat de trajectbegeleiders beschikken over de nodige scholingsgraad of beroepservaring voor onder meer de opmaak van plannen voor de financiering, de marketing, de informatica en de fiscale, sociale, boekhoudkundige en handelsregelgevingen.
Art. 7.Binnen de jaarlijks goedgekeurde begroting wordt de vergoeding toegekend op basis van de volgende cumulatieve verdelingscriteria : 1° de regionale spreiding van activiteitencoöperaties, waarbij maximaal één activiteitencoöperatie per provincie financiering conform dit besluit kan ontvangen;2° de inhoudelijke beoordeling van de kwaliteit van de aanvraagdossiers, vermeld in artikel 6. Het departement verleent over de verdeling van de vergoeding een advies aan de minister.
Art. 8.De minister bepaalt de voorwaarden volgens welke de activiteitencoöperatie verantwoording moet afleggen over de functionele en financiële aanwending van de vergoeding.
Art. 9.De beslissing tot toekenning van de vergoeding omvat minimaal de volgende gegevens : 1° de begunstigde van de vergoeding;2° de omschrijving van de verbintenissen en de doeleinden waarvoor de vergoeding wordt toegekend;3° het maximale bedrag van de vergoeding, met opgave van de voorwaarden waarvoor de vergoeding wordt toegekend, in het bijzonder die met betrekking tot het bereik van het aantal kandidaat-ondernemers via trajectbegeleiding;4° de periode waarop de vergoeding betrekking heeft;5° de voorwaarden volgens welke de begunstigde verantwoording moet afleggen over de functionele en financiële aanwending van de vergoeding;6° de parameters voor de berekening van de compensatievergoeding en een regeling voor overcompensatie;7° de verwijzing naar het DAEB-besluit van 20 december 2011.
Art. 10.Het departement voert op regelmatige basis, minstens om de drie jaar, controles uit die gericht zijn op de naleving van de bepalingen van dit besluit, met de bedoeling de omvang van de vergoeding te bepalen.
Art. 11.De vergoeding wordt teruggevorderd als : 1° de activiteitencoöperatie de bepalingen van dit besluit niet naleeft;2° het departement inbreuken vaststelt op de bepalingen van het besluit 2012/21/EU van 20 december 2011. De beslissing tot terugvordering van de vergoeding is definitief nadat de activiteitencoöperatie de mogelijkheid heeft gekregen om haar verweermiddelen mee te delen binnen een vervaltermijn van vijftien dagen. De termijn vangt aan de dag nadat het voornemen aan de activiteitencoöperatie ter kennisgeving is verzonden met een aangetekende brief.
Art. 12.Dit besluit treedt in werking op 1 oktober 2014.
Art. 13.De Vlaamse minister, bevoegd voor de sociale economie, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 9 mei 2014.
De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie, F. VAN DEN BOSSCHE