gepubliceerd op 27 augustus 2014
Besluit van de Vlaamse Regering houdende de agentschapspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding
9 MEI 2014. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende de agentschapspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding
De Vlaamse Regering, Gelet op het kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003, artikel 5;
Gelet op het decreet van 7 mei 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/05/2004 pub. 07/06/2004 numac 2004035865 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap « Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding » sluiten tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap "Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding", artikel 3, § 1, vierde lid;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 1994 houdende vaststelling van de rechtspositieregeling van het instructiepersoneel en het technisch omkaderingspersoneel bij arbeidsovereenkomst aangeworven bij de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juni 2008Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 13/06/2008 pub. 21/10/2008 numac 2008036215 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de agentschapsspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding sluiten houdende de agentschapsspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 10 december 2013;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor het algemeen beleid inzake personeel en organisatieontwikkeling, gegeven op 18 december 2013;
Gelet op protocol nr. 333.1075 van 21 februari 2014 van het Sectorcomité XVIII Vlaamse Gemeenschap en Vlaams Gewest;
Gelet op advies 55.716/1 van de Raad van State, gegeven op 14 april 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen Afdeling 1. - Definities
Artikel 1.Met behoud van de toepassing van de definities, vermeld in artikel I 2 van het Vlaams personeelsstatuut, wordt voor de toepassing van dit besluit verstaan onder: 1° decreet van 7 mei 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/05/2004 pub. 07/06/2004 numac 2004035865 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap « Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding » sluiten: het decreet van 7 mei 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/05/2004 pub. 07/06/2004 numac 2004035865 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap « Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding » sluiten tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap "Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding";2° besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 1994: het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 1994 houdende vaststelling van de rechtspositieregeling van het instructiepersoneel en het technisch omkaderingspersoneel bij arbeidsovereenkomst aangeworven bij de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding;3° besluit van de Vlaamse Regering van 13 juni 2008Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 13/06/2008 pub. 21/10/2008 numac 2008036215 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de agentschapsspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding sluiten: het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juni 2008Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 13/06/2008 pub. 21/10/2008 numac 2008036215 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de agentschapsspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding sluiten houdende de agentschapsspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding;4° VDAB: de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding, vermeld in artikel 3, § 1, van het decreet van 7 mei 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/05/2004 pub. 07/06/2004 numac 2004035865 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap « Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding » sluiten;5° gedelegeerd bestuurder: de gedelegeerd bestuurder van de VDAB, vermeld in artikel 14 van het decreet van 7 mei 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/05/2004 pub. 07/06/2004 numac 2004035865 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap « Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding » sluiten;6° entiteitsoverlegcomité: het basisoverlegcomité van de VDAB, opgericht met toepassing van artikel 2 van het ministerieel besluit van 27 februari 2007Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 27/02/2007 pub. 26/04/2007 numac 2007035551 bron vlaamse overheid Ministerieel besluit tot vaststelling van een keurings- en certificeringsreglement voor de productie van pootaardappelen type ministerieel besluit prom. 27/02/2007 pub. 13/03/2007 numac 2007003131 bron federale overheidsdienst financien Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 11 april 2003 houdende de lijst van de Belgische gereglementeerde markten type ministerieel besluit prom. 27/02/2007 pub. 09/05/2007 numac 2007201474 bron ministerie van het waalse gewest Ministerieel besluit houdende overdracht van kredieten tussen programma 02 van organisatieafdeling 30 en programma 01 van organisatieafdeling 12 van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2007 type ministerieel besluit prom. 27/02/2007 pub. 09/05/2007 numac 2007201473 bron ministerie van het waalse gewest Ministerieel besluit houdende overdracht van kredieten tussen programma 02 van organisatieafdeling 30 en programma 01 van organisatieafdeling 12 van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2007 type ministerieel besluit prom. 27/02/2007 pub. 09/05/2007 numac 2007201475 bron ministerie van het waalse gewest Ministerieel besluit houdende overdracht van kredieten tussen programma 02 van organisatieafdeling 30 en programma 01 van organisatieafdeling 15 van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2007 type ministerieel besluit prom. 27/02/2007 pub. 09/05/2007 numac 2007201483 bron ministerie van het waalse gewest en waals ministerie van uitrusting en vervoer Ministerieel besluit houdende overdracht van kredieten tussen programma 02 van organisatieafdeling 30 en programma 04 van organisatieafdeling 54 van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2007 sluiten houdende oprichting van basis- en tussenoverlegcomités en samenstelling van de overheidsafvaardiging in het Beleidsdomein Werk en Sociale Economie;7° instructiepersoneel: het personeel dat in het kader van de taken van de VDAB op het vlak van competentieontwikkeling is tewerkgesteld in een van de volgende contractuele betrekkingen: a) technisch-pedagogisch directeur-coördinator;b) technisch-pedagogisch directeur;c) technisch-pedagogisch adjunct van de directeur;d) instructeur;8° uitdovend instructiepersoneel: het personeel dat in het kader van de taken van de VDAB op het vlak van competentieontwikkeling is tewerkgesteld in een van de volgende uitdovende contractuele betrekkingen, ook vermeld in artikel 8, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 1994 zoals van toepassing vóór de inwerkingtreding van dit besluit: a) directeur;b) auditor;9° uitdovend technisch omkaderingspersoneel: het personeel dat in het kader van de taken van de VDAB op het vlak van competentieontwikkeling is tewerkgesteld in een van de volgende uitdovende contractuele betrekkingen, ook vermeld in artikel 8, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 1994 zoals van toepassing vóór de inwerkingtreding van dit besluit: a) hoofdmagazijnier, gereedschapsmaker;b) geschoold onderhoudsarbeider;c) snijder, magazijnier;d) handlanger;10° occasionele lesgever: het personeelslid dat in het kader van de taken van de VDAB op het vlak van competentieontwikkeling is tewerkgesteld met een arbeidsovereenkomst voor een duidelijk omschreven werk;11° horizontale mobiliteit binnen de VDAB: de horizontale mobiliteit waarbij de lijnmanager met toepassing van artikel VI 1 van het Vlaams personeelsstatuut de oproep beperkt tot de personeelsleden van de VDAB. Afdeling 2. - Toepassingsgebied
Art. 2.Met behoud van de toepassing van de bepalingen van het Vlaams personeelsstatuut is dit besluit van toepassing op de personeelsleden van de VDAB. HOOFDSTUK 2. - Administratieve loopbaan Afdeling 1. - Horizontale mobiliteit binnen de VDAB
Art. 3.Met behoud van de toepassing van artikel VI 18, § 1, van het Vlaams personeelsstatuut wordt onder horizontale mobiliteit binnen de VDAB ook verstaan: 1° de overplaatsing van een ambtenaar van de VDAB naar een contractuele betrekking van het instructiepersoneel in een gelijkwaardige functie;2° de overplaatsing van een contractueel personeelslid van de VDAB dat voorafgaand aan de overplaatsing geen deel uitmaakt van het instructiepersoneel naar een contractuele betrekking van het instructiepersoneel in een gelijkwaardige functie;3° de overplaatsing van een contractueel personeelslid dat voorafgaand aan de overplaatsing deel uitmaakt van het instructiepersoneel naar een andere contractuele betrekking dan de betrekkingen van het instructiepersoneel in een gelijkwaardige functie bij de VDAB. In het eerste lid wordt verstaan onder een gelijkwaardige functie: een functie met overeenstemmende of gelijkwaardige inhoud, zonder dat de benaming van de betrekking of de geldelijke regeling volledig dezelfde hoeven te zijn.
Art. 4.Het personeelslid dat in het kader van de horizontale mobiliteit binnen de VDAB, vermeld in artikel 3, wordt overgeplaatst, krijgt een arbeidsovereenkomst met de salarisschaal of de geldelijke loopbaan die verbonden is aan de nieuwe betrekking.
Voor de vaststelling van het salaris behoudt het personeelslid zijn reeds opgebouwde geldelijke anciënniteit. Afdeling 2. - Contractuele bevordering
Art. 5.Met behoud van de toepassing van artikel I 5, § 2, van het Vlaams personeelsstatuut kunnen de volgende contractuele betrekkingen van het instructiepersoneel worden ingevuld via de contractuele bevordering: 1° technisch-pedagogisch directeur-coördinator;2° technisch-pedagogisch directeur;3° technisch-pedagogisch adjunct van de directeur. De contractuele bevordering kan worden gecombineerd met de horizontale mobiliteit binnen de VDAB. De contractuele bevordering heeft voorrang op de aanwerving vanuit de externe arbeidsmarkt.
Art. 6.De lijnmanager beslist om een contractuele betrekking van het instructiepersoneel vacant te verklaren via de contractuele bevordering. De lijnmanager beperkt de oproep tot de personeelsleden van de VDAB. De vacature wordt bekendgemaakt aan alle personeelsleden die in aanmerking komen.
Art. 7.Om te kunnen deelnemen aan de selectie moet het personeelslid aan de volgende voorwaarden voldoen: 1° het personeelslid is geslaagd voor een objectief wervingssysteem met algemene bekendmaking;2° het personeelslid is tewerkgesteld in statutair dienstverband of met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur;3° het personeelslid bevindt zich niet in de proeftijd;4° het personeelslid geeft blijk van het vereiste aantal jaren relevante beroepservaring, zoals gevraagd in de functieomschrijving;5° de laatste functioneringsevaluatie van het personeelslid is niet besloten met een "onvoldoende";6° het personeelslid voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 8.
Art. 8.De volgende personeelsleden kunnen contractueel worden bevorderd naar een betrekking van technisch-pedagogisch directeur-coördinator: 1° de ambtenaar met een graad van rang A2;2° het contractuele personeelslid dat wordt bezoldigd in een salarisschaal met rangindicie A2. De volgende personeelsleden kunnen contractueel worden bevorderd naar een betrekking van technisch-pedagogisch directeur: 1° de ambtenaar met een graad van rang A1;2° het contractuele personeelslid dat wordt bezoldigd in een salarisschaal met rangindicie A1. De volgende personeelsleden kunnen contractueel worden bevorderd naar een betrekking van technisch-pedagogisch adjunct van de directeur: 1° de ambtenaar met een graad van niveau B;2° het contractuele personeelslid dat wordt bezoldigd in een salarisschaal met niveau-indicie B.
Art. 9.De lijnmanager sluit de kandidaten die niet voldoen aan de voorwaarden, uit van deelname aan de selectie.
De lijnmanager kan een voorselectie organiseren, waarin wordt beoordeeld of de kandidaten voldoen aan de profielvereisten.
Art. 10.§ 1. De contractuele bevordering wordt verleend na het slagen voor een competentieproef waarbij de generieke en functiespecifieke competenties worden getest.
De competentieproef bevat minstens een selectiegesprek ten overstaan van een jury. § 2. De lijnmanager beslist welke kandidaten voldoen aan de competenties. Hij kiest de meest geschikte kandidaat en kent de bevordering toe.
De bevordering kan alleen worden toegekend aan het personeelslid dat aan de volgende voorwaarden voldoet: 1° het personeelslid bevindt zich in de administratieve toestand dienstactiviteit;2° de laatste functioneringsevaluatie van het personeelslid is niet besloten met een "onvoldoende".
Art. 11.Het personeelslid dat contractueel is bevorderd, krijgt een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur met de salarisschaal die verbonden is aan de nieuwe betrekking.
Aan de arbeidsovereenkomst voor de nieuwe betrekking is een proeftijd gekoppeld. Op deze proeftijd zijn de bepalingen over de proeftijd, vermeld in deel III, hoofdstuk 3, van het Vlaams personeelsstatuut van toepassing.
Een negatieve eindevaluatie van de proeftijd heeft enkel de beëindiging van de arbeidsovereenkomst voor de nieuwe betrekking tot gevolg. HOOFDSTUK 3. - Verloning Afdeling 1. - Salarisschalen
Art. 12.§ 1. Aan de volgende contractuele betrekkingen worden de salarisschalen verbonden die overeenkomen met de lettercijfercode die ernaast wordt vermeld:
Betrekking
Salarisschaal
Technisch-pedagogisch directeur-coördinator
A271ip
Technisch-pedagogisch directeur
A261ip
Technisch-pedagogisch adjunct van de directeur
A161ip
Instructeur
B161ip
Occasionele lesgever
B151occ
§ 2. In afwijking van artikel VII 6 en VII 10 van het Vlaams personeelsstatuut wordt de bezoldiging van de occasionele lesgever per uur verrekend. Voor de berekening van de bezoldiging geldt een uurdeler die gelijk is aan 1/1976 van het jaarsalaris.
In afwijking van artikel VII 10 van het Vlaams personeelsstatuut wordt het salaris van de occasionele lesgever betaald binnen de veertien kalenderdagen na de arbeidsperiode waarop de uitbetaling betrekking heeft. § 3. De salarisschalen, vermeld in paragraaf 1, zijn opgenomen in bijlage 1, die bij dit besluit is gevoegd. Afdeling 2. - Toelagen
Onderafdeling 1. - Algemene bepaling
Art. 13.In afwijking van artikel VII 20 en VII 22 van het Vlaams personeelsstatuut heeft de occasionele lesgever geen recht op een eindejaarstoelage.
Onderafdeling 2. - Toelage voor gespecialiseerde functies
Art. 14.§ 1. Aan het personeelslid dat wordt aangeworven in een gespecialiseerde functie in een contractuele betrekking van het instructiepersoneel of in een contractuele betrekking van occasionele lesgever kan de lijnmanager, na advies van het entiteitsoverlegcomité, een toelage voor gespecialiseerde functies toekennen. § 2. De lijnmanager beslist over de aanduiding van een functie als een gespecialiseerde functie, na advies van het entiteitsoverlegcomité.
Een functie kan worden beschouwd als een gespecialiseerde functie als objectief kan worden aangetoond dat ze moeilijk kan worden ingevuld vanwege de zeldzaamheid van de gevraagde competenties. § 3. De duur van de toelage voor gespecialiseerde functies wordt vastgesteld door de lijnmanager, na advies van het entiteitsoverlegcomité.
De toelage voor gespecialiseerde functies wordt toegekend gedurende maximaal twee jaar en is meermaals met dezelfde duur verlengbaar zolang de functie als een gespecialiseerde functie kan worden beschouwd.
De toelage voor gespecialiseerde functies wordt niet meer toegekend als het personeelslid de functie niet langer uitoefent. § 4. Het bedrag van de toelage voor gespecialiseerde functies (100 %) wordt vastgesteld door de lijnmanager, na advies van het entiteitsoverlegcomité.
Bij het vaststellen van het bedrag van de toelage voor gespecialiseerde functies wordt rekening gehouden met de gangbare bezoldiging voor een vergelijkbare functie in de privésector.
De toelage voor gespecialiseerde functies is maximaal gelijk aan het verschil tussen het salaris van het personeelslid (100 %) en het overeenstemmende salaris voor dezelfde geldelijke anciënniteit in de salarisschaal A271ip.
Onderafdeling 3. - Opleiderstoelage
Art. 15.Aan het personeelslid dat aan de volgende voorwaarden voldoet, wordt een opleiderstoelage toegekend per effectief verricht uur training of opleiding: 1° het personeelslid is tewerkgesteld in rang A1 of lager;2° het personeelslid is in het kader van het interne vormingsaanbod voor personeelsleden van de VDAB belast met het verstrekken van een training of een opleiding aan personeelsleden van de VDAB;3° het personeelslid behoort niet tot het instructiepersoneel of tot de interne dienst voor de vorming, training en opleiding van het personeel van de VDAB. De opleiderstoelage bedraagt 4,34 euro per uur (100 %). Afdeling 3. - Sociale voordelen
Onderafdeling 1. - Algemene bepaling
Art. 16.In afwijking van artikel VII 106 van het Vlaams personeelsstatuut van heeft de occasionele lesgever geen recht op een hospitalisatieverzekering.
In afwijking van artikel VII 109bis van het Vlaams personeelsstatuut heeft de occasionele lesgever geen recht op maaltijdcheques.
Onderafdeling 2. - Groepsverzekering
Art. 17.Het personeelslid dat deel uitmaakt van het instructiepersoneel heeft recht op een groepsverzekering overeenkomstig de voorwaarden, vastgesteld in de groepsverzekeringsovereenkomst.
Onderafdeling 3. - Aanvullende arbeidsongeschiktheidsuitkering
Art. 18.§ 1. In dit artikel wordt verstaan onder functionele anciënniteit: de perioden waarin het personeelslid gedurende een volledige kalendermaand voltijdse of deeltijdse bezoldigde prestaties heeft verricht als lid van het instructiepersoneel. Deeltijdse prestaties tellen pro rata mee voor de opbouw van de functionele anciënniteit.
Voor de berekening van de functionele anciënniteit worden de volgende onbezoldigde afwezigheden gelijkgesteld met bezoldigde prestaties: 1° arbeidsongeschiktheid wegens ziekte of ongeval van gemeen recht gedurende maximum een jaar;2° moederschapsrust;3° vaderschapsverlof;4° onbetaald verlof gedurende maximum twintig werkdagen per jaar. In afwijking van het eerste lid worden deeltijdse prestaties in het kader van loopbaanonderbreking niet pro rata herleid voor de opbouw van de functionele anciënniteit. § 2. Per twaalf maanden functionele anciënniteit bouwt het personeelslid dat deel uitmaakt van het instructiepersoneel een krediet op van dertig kalenderdagen. Elke kalenderdag waarop het personeelslid arbeidsongeschikt is wegens ziekte of ongeval van gemeen recht, wordt in mindering gebracht van dit krediet. § 3. Met behoud van de toepassing van artikel X 17, § 2, van het Vlaams personeelsstatuut heeft het personeelslid dat aan de volgende voorwaarden voldoet, recht op een aanvullende arbeidsongeschiktheidsuitkering: 1° het personeelslid behoort tot het instructiepersoneel;2° het personeelslid is tewerkgesteld met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur;3° het personeelslid heeft tenminste drie jaar functionele anciënniteit;4° het personeelslid heeft een krediet opgebouwd overeenkomstig paragraaf 2;5° het personeelslid is arbeidsongeschikt wegens ziekte of ongeval van gemeen recht;6° het personeelslid heeft het recht op gewaarborgd loon in geval van arbeidsongeschiktheid wegens ziekte of ongeval van gemeen recht uitgeput. § 4. Het bedrag van de aanvullende arbeidsongeschiktheidsuitkering is gelijk aan het verschil tussen het belastbaar maandsalaris van het personeelslid en de belastbare uitkering van de ziekte- en invaliditeitsverzekering. § 5. Als de arbeidsongeschiktheid te wijten is aan een ongeval van gemeen recht, veroorzaakt door de schuld van een derde, ontvangt het personeelslid de aanvullende arbeidsongeschiktheidsuitkering alleen als voorschot dat wordt betaald op de door de derde verschuldigde vergoeding en dat op de derde te verhalen is.
De VDAB treedt in het geval, vermeld in het eerste lid, in alle rechten, vorderingen en rechtsmiddelen die de getroffene kan doen gelden tegen de persoon die verantwoordelijk is voor het ongeval, tot het bedrag van de aanvullende arbeidsongeschiktheidsuitkering. Afdeling 4. - Verhoogde rente in geval van arbeidsongeval en ongeval
op de weg naar en van het werk
Art. 19.Voor de toepassing van de wet van 3 juli 1967Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1967 pub. 24/10/2001 numac 2001000905 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet betreffende de preventie van of de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk en voor beroepsziekten in de overheidssector. - Duitse vertaling type wet prom. 03/07/1967 pub. 23/03/2018 numac 2018030614 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de preventie van of de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk en voor beroepsziekten in de overheidssector. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten betreffende de preventie van of de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk en voor beroepsziekten in de overheidssector wordt de rente in geval van blijvende invaliditeit en in geval van overlijden, die toegekend is ingevolge een arbeidsongeval of een ongeval op de weg naar en van het werk, berekend op basis van de jaarlijkse bezoldiging van het personeelslid, beperkt tot 124.000 euro per jaar en per persoon. HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen Afdeling 1. - Opheffingsbepaling
Art. 20.De volgende regelingen worden opgeheven: 1° het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 1994, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 9 september 1997, 29 juni 1999, 22 maart 2002, 25 februari 2005, 6 juni 2008, 16 maart 2012 en 23 november 2012;2° het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juni 2008Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 13/06/2008 pub. 21/10/2008 numac 2008036215 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de agentschapsspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding sluiten, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 mei 2009. Afdeling 2. - Overgangsbepalingen
Onderafdeling 1. - Overgangsbepalingen naar aanleiding van de opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 1994
Art. 21.Het personeelslid dat op 31 december 2014 wordt tewerkgesteld in een contractuele betrekking, vermeld in de linkerkolom van de volgende tabel, wordt op 1 januari 2015 tewerkgesteld in de contractuele betrekking, vermeld in de rechterkolom van de volgende tabel, met de aan die betrekking verbonden salarisschaal zoals vermeld in artikel 12, § 1, en met behoud van de op laatstvermelde datum verworven geldelijke anciënniteit:
Betrekking, ook vermeld in artikel 8, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 1994
Nieuwe betrekking
Technisch adviseur
Technisch-pedagogisch directeur-coördinator
Coördinator trainingsmanager A
Technisch-pedagogisch adjunct van de directeur
Eerste instructeur trainingsmanager B
Technisch-pedagogisch adjunct van de directeur
Instructeur
Instructeur
Art. 22.Wervingsreserves voor de contractuele betrekking van instructeur, die vóór de inwerkingtreding van dit besluit zijn aangelegd naar aanleiding van een aanwervingsprocedure overeenkomstig de uitvoeringsbepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 1994, blijven hun geldigheid behouden.
Art. 23.Aan de volgende contractuele betrekkingen worden de uitdovende salarisschalen verbonden die overeenkomen met de lettercijfercode die ernaast wordt vermeld:
Betrekking
Salarisschaal
Directeur
A280ip
Auditor
A260ip
Hoofdmagazijnier, gereedschapsmaker
D144to
Geschoold onderhoudsarbeider
D143to
Snijder, magazijnier
D142to
Handlanger
D141to
Het personeelslid dat wordt tewerkgesteld in een contractuele betrekking, vermeld in de linkerkolom van de tabel, vermeld in het eerste lid, wordt vanaf 1 januari 2015 bezoldigd in de salarisschaal, vermeld in de rechterkolom van de tabel, vermeld in het eerste lid, met behoud van de op die datum verworven geldelijke anciënniteit.
Art. 24.Het personeelslid dat deel uitmaakt van het uitdovend instructiepersoneel of het uitdovend technisch omkaderingspersoneel behoudt het recht op een groepsverzekering, overeenkomstig de voorwaarden vastgesteld in de groepsverzekeringsovereenkomst.
Het personeelslid dat deel uitmaakt van het uitdovend instructiepersoneel of het uitdovend technisch omkaderingspersoneel behoudt het recht op een aanvullende arbeidsongeschiktheidsuitkering, overeenkomstig de voorwaarden vastgesteld in artikel 18.
Art. 25.Het recht op jaarlijkse vakantie, vermeld in deel X, titel 2, van het Vlaams personeelsstatuut, vervangt het recht op jaarlijkse vakantie overeenkomstig de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 28 juni 1971, voor het personeelslid dat op 31 december 2014 wordt tewerkgesteld in een contractuele betrekking, vermeld in artikel 8, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 1994, zoals van toepassing vóór de inwerkingtreding van dit besluit.
Onderafdeling 2. - Overgangsbepalingen naar aanleiding van de opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juni 2008Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 13/06/2008 pub. 21/10/2008 numac 2008036215 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de agentschapsspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding sluiten
Art. 26.De gedelegeerd bestuurder die op 31 december 2014 wordt bezoldigd in de salarisschaal A315, vermeld in bijlage 5 bij het Vlaams personeelsstatuut, blijft die salarisschaal behouden.
Art. 27.De ambtenaar die op 31 december 2014 wordt bezoldigd in de salarisschaal A215 of B213, vermeld in bijlage 5 bij het Vlaams personeelsstatuut, blijft die salarisschaal behouden tot een organieke salarisschaal voordeliger wordt.
Art. 28.De ambtenaar in de graad van hoofdmedewerker die op 31 december 2014 wordt bezoldigd in de salarisschaal C223, vermeld in bijlage 5 bij het Vlaams personeelsstatuut, blijft die salarisschaal behouden.
Art. 29.De ambtenaar in de graad van informaticus die op 31 december 2014 wordt bezoldigd in de salarisschaal A125 of A126, vermeld in bijlage 5 bij het Vlaams personeelsstatuut, blijft die salarisschaal en functionele loopbaan behouden.
De salarisschaal A126 wordt bereikt na twaalf jaar functionele anciënniteit in de salarisschaal A125.
Art. 30.Het contractuele personeelslid dat op 31 december 2014 wordt bezoldigd in de salarisschaal B191v of B171v, vermeld in artikel 12 van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juni 2008Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 13/06/2008 pub. 21/10/2008 numac 2008036215 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de agentschapsspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding sluiten, zoals van toepassing vóór de inwerkingtreding van dit besluit, blijft die salarisschaal behouden.
Art. 31.§ 1. Aan het personeelslid dat aan de volgende voorwaarden voldoet, wordt een forfaitaire vergoeding toegekend: 1° het personeelslid is op 1 maart 1989 overgeheveld van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening naar de VDAB;2° het personeelslid is tewerkgesteld in niveau D;3° het besturen en begeleiden van dienstwagens van de VDAB behoort tot het takenpakket van het personeelslid;4° het personeelslid draagt gewoonlijk een van de volgende werkelijke lasten: a) verplaatsingen in het kader van dienstopdrachten waarbij het personeelslid van de administratieve standplaats is verwijderd ofwel voor een ononderbroken duur van acht uur of meer ofwel voor een ononderbroken duur van vijf uur waarin het dertiende en het veertiende uur van de dag zijn inbegrepen;b) de prestatie van overuren tijdens de verplaatsingen in het kader van dienstopdrachten. § 2. De forfaitaire vergoeding, vermeld in paragraaf 1, bedraagt 153 euro (100 %) per maand.
De forfaitaire vergoeding wordt niet toegekend als in de loop van een volledige kalendermaand geen enkele prestatie geleverd is als bestuurder of begeleider van een dienstwagen van de VDAB. § 3. De forfaitaire vergoeding, vermeld in paragraaf 1, is niet cumuleerbaar met de toelagen voor prestaties buiten de normale arbeidstijdregeling, vermeld in deel VII, titel 2, hoofdstuk 2, afdeling 6, van het Vlaams personeelsstatuut, noch met de maaltijdvergoeding, vermeld in deel VII, titel 3, hoofdstuk 2, afdeling 3, van het Vlaams personeelsstatuut. § 4. Voor de toepassing van de afhoudingen voor de bedrijfsvoorheffing en voor de regelingen voor sociale zekerheid wordt aangenomen dat 80 % van de forfaitaire vergoeding, vermeld in paragraaf 1, verblijfskosten vertegenwoordigt en 20 % een toelage voor overuren.
Onderafdeling 3. - Gemeenschappelijke overgangsbepaling
Art. 32.De salarisschalen, vermeld in artikel 23 en 30, zijn opgenomen in bijlage 2, die bij dit besluit is gevoegd. Afdeling 3. - Inwerkingtredingsbepaling
Art. 33.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2015. Afdeling 4. - Uitvoeringsbepaling
Art. 34.De Vlaamse minister, bevoegd voor het tewerkstellingsbeleid, en de Vlaamse minister, bevoegd voor de professionele vorming, zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 9 mei 2014.
De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport, Ph. MUYTERS
Bijlage 1. Tabel van de salarisschalen als vermeld in artikel 12
Code
A161ip
A261ip
A271ip
B151occ
B161ip
aantal
1/2 x 660
1/2 x 830
1/2 x 870
1/1 x 570
frequentie
1/2 x 720
1/2 x 850
1/2 x 880
1/1 x 1 170
bedrag
1/2 x 670
1/2 x 1 010
1/2 x 830
1/2 x 570
1/2 x 720
1/2 x 620
1/2 x 880
1/2 x 1 840
1/2 x 670
1/2 x 830
1/2 x 830
1/2 x 610
1/2 x 720
1/2 x 840
1/2 x 870
1/2 x 620
1/2 x 680
1/2 x 850
1/2 x 890
1/2 x 610
1/2 x 710
1/2 x 800
1/2 x 830
1/2 x 620
1/2 x 720
1/2 x 830
1/2 x 870
1/2 x 610
1/2 x 680
1/2 x 850
1/2 x 890
2/2 x 620
1/2 x 660
2/2 x 800
1/2 x 820
1/2 x 600
1/2 x 730
1/2 x 860
1/2 x 830
1/2 x 680
1/2 x 720
1/2 x 890
1/2 x 660
geldelijke anciënniteit
0
29.400
34.660
35.910
28.400
24.060
1
29.400
34.660
35.910
28.400
24.060
2
30.060
35.490
36.780
28.400
24.630
3
30.060
35.490
36.780
28.400
25.800
4
30.780
36.340
37.660
28.400
26.370
5
30.780
36.340
37.660
28.400
26.370
6
31.450
37.350
38.490
28.400
28.210
7
31.450
37.350
38.490
28.400
28.210
8
32.170
37.970
39.370
28.400
28.820
9
32.170
37.970
39.370
28.400
28.820
10
32.840
38.800
40.200
28.400
29.440
11
32.840
38.800
40.200
28.400
29.440
12
33.560
39.640
41.070
28.400
30.050
13
33.560
39.640
41.070
28.400
30.050
14
34.240
40.490
41.960
28.400
30.670
15
34.240
40.490
41.960
28.400
30.670
16
34.950
41.290
42.790
28.400
31.280
17
34.950
41.290
42.790
28.400
31.280
18
35.670
42.120
43.660
28.400
31.900
19
35.670
42.120
43.660
28.400
31.900
20
36.350
42.970
44.550
28.400
32.520
21
36.350
42.970
44.550
28.400
32.520
22
37.010
43.770
45.370
28.400
33.120
23
37.010
43.770
45.370
28.400
33.120
24
37.740
44.570
46.200
28.400
33.800
25
37.740
44.570
46.200
28.400
33.800
26
38.460
45.430
47.090
28.400
34.460
Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 mei 2014 houdende de agentschapspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding.
Brussel, 9 mei 2014.
De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport, Ph. MUYTERS
Bijlage 2. Tabel van de uitdovende salarisschalen als vermeld in artikel 32
Code
A260ip
A280ip
B171v
B191v
D141to
D142to
D143to
D144to
aantal
1/2 x 780
2/2 x 1 030
1/1 x 510
1/1 x 560
1/2 x 350
1/2 x 350
1/2 x 460
1/2 x 460
frequentie
1/2 x 820
1/2 x 990
1/1 x 560
1/1 x 510
1/2 x 370
2/2 x 420
1/2 x 420
1/2 x 470
bedrag
1/2 x 770
1/2 x 1 030
1/1 x 510
1/1 x 570
1/2 x 410
1/2 x 410
1/2 x 470
1/2 x 460
1/2 x 790
1/2 x 980
1/2 x 710
1/2 x 910
1/2 x 370
1/2 x 360
1/2 x 400
1/2 x 450
1/2 x 820
2/2 x 1 040
1/2 x 770
1/2 x 970
1/2 x 360
1/2 x 430
1/2 x 470
1/2 x 420
1/2 x 780
1/2 x 980
1/2 x 760
1/2 x 920
1/2 x 370
1/2 x 400
1/2 x 400
1/2 x 450
1/2 x 830
1/2 x 1 030
1/2 x 710
2/2 x 900
1/2x 360
1/2 x 430
1/2 x 420
1/2 x 470
1/2 x 770
1/2 x 1 040
1/2 x 760
1/2 x 850
1/2 x 370
1/2 x 350
1/2 x 450
1/2 x 450
1/2 x 780
1/2 x 990
1/2 x 700
1/2 x 900
1/2 x 410
1/2 x 420
1/2 x 400
5/2 x 460
1/2 x 830
1/2 x 970
1/2 x 750
1/2 x 950
1/2 x 360
2/2 x 400
1/2 x 470
1/2 x 770
1/2 x 1050
2/2 x 700
4/2 x 900
1/2 x 370
1/2 x 420
1/2 x 410
1/2 x 780
1/2 x 800
1/2 x 360
1/2 x 450
1/2 x 830
2/2 x 700
1/2 x 360
1/2 x 420
geldelijke anciënniteit
0
33.420
41.830
16.890
17.290
17.520
18.760
20.220
21.200
1
33.420
41.830
17.400
17.850
17.520
18.760
20.220
21.200
2
34.200
42.860
17.960
18.360
17.870
19.110
20.680
21.660
3
34.200
42.860
18.470
18.930
17.870
19.110
20.680
21.660
4
35.020
43.890
18.470
18.930
18.240
19.530
21.100
22.130
5
35.020
43.890
19.180
19.840
18.240
19.530
21.100
22.130
6
35.790
44.880
19.180
19.840
18.650
19.950
21.570
22.590
7
35.790
44.880
19.950
20.810
18.650
19.950
21.570
22.590
8
36.580
45.910
19.950
20.810
19.020
20.360
21.970
23.040
9
36.580
45.910
20.710
21.730
19.020
20.360
21.970
23.040
10
37.400
46.890
20.710
21.730
19.380
20.720
22.440
23.460
11
37.400
46.890
21.420
22.630
19.380
20.720
22.440
23.460
12
38.180
47.930
21.420
22.630
19.750
21.150
22.840
23.910
13
38.180
47.930
22.180
23.530
19.750
21.150
22.840
23.910
14
39.010
48.970
22.180
23.530
20.110
21.550
23.260
24.380
15
39.010
48.970
22.880
24.380
20.110
21.550
23.260
24.380
16
39.780
49.950
22.880
24.380
20.480
21.980
23.710
24.830
17
39.780
49.950
23.630
25.280
20.480
21.980
23.710
24.830
18
40.560
50.980
23.630
25.280
20.890
22.330
24.110
25.290
19
40.560
50.980
24.330
26.230
20.890
22.330
24.110
25.290
20
41.390
52.020
24.330
26.230
21.250
22.750
24.580
25.750
21
41.390
52.020
25.030
27.130
21.250
22.750
24.580
25.750
22
42.160
53.010
25.030
27.130
21.620
23.150
24.990
26.210
23
42.160
53.010
25.830
28.030
21.620
23.150
24.990
26.210
24
42.940
53.980
25.830
28.030
21.980
23.550
25.440
26.670
25
42.940
53.980
26.530
28.930
21.980
23.550
25.440
26.670
26
43.770
55.030
26.530
28.930
22.340
23.970
25.860
27.130
27
27.230
29.830
Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 mei 2014 houdende de agentschapspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding.
Brussel, 9 mei 2014.
De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport, Ph. MUYTERS