gepubliceerd op 05 juni 2008
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 februari 2002 met betrekking tot de subsidiëring van de aanleg door de gemeenten, gemeentebedrijven, intercommunales of intergemeentelijke samenwerkingsverbanden van openbare rioleringen, andere dan prioritaire rioleringen, en van de bouw door de gemeenten, gemeentebedrijven, intercommunales of intergemeentelijke samenwerkingsverbanden van kleinschalige rioolwaterzuiveringsinstallaties
9 MEI 2008. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 februari 2002 met betrekking tot de subsidiëring van de aanleg door de gemeenten, gemeentebedrijven, intercommunales of intergemeentelijke samenwerkingsverbanden van openbare rioleringen, andere dan prioritaire rioleringen, en van de bouw door de gemeenten, gemeentebedrijven, intercommunales of intergemeentelijke samenwerkingsverbanden van kleinschalige rioolwaterzuiveringsinstallaties
De Vlaamse Regering, Gelet op de wet van 26 maart 1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging, inzonderheid op artikel 32duodecies, § 1 ingevoegd bij het decreet van 22 december 1995 en gewijzigd bij de decreten van 21 december 2001 en 24 december 2004 en op artikel 32terdecies, § 2, ingevoegd bij het decreet van 22 december 1995;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 1 februari 2002 met betrekking tot de subsidiëring van de aanleg door de gemeenten, gemeentebedrijven, intercommunales of intergemeentelijke samenwerkingsverbanden van openbare riolen, andere dan prioritaire rioleringen, en van de bouw door de gemeenten, gemeentebedrijven, intercommunales of intergemeentelijke samenwerkingsverbanden van kleinschalige rioolwaterzuiveringsinstallaties, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 29 april 2005 en 10 maart 2006;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 14 februari 2008 Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Begroting, gegeven op 20 maart 2008;
Gelet op advies 44.348/3 van de Raad van State, gegeven op 17 april 2008, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Het opschrift van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 februari 2002 met betrekking tot de subsidiëring van de aanleg door de gemeenten, gemeentebedrijven, intercommunales of intergemeentelijke samenwerkingsverbanden van openbare rioleringen, andere dan prioritaire rioleringen, en van de bouw door de gemeenten, gemeentebedrijven, intercommunales of intergemeentelijke samenwerkingsverbanden van kleinschalige rioolwaterzuiveringsinstallaties wordt vervangen door wat volgt : "Besluit van de Vlaamse Regering van 1 februari 2002 met betrekking tot de subsidiëring van de aanleg van openbare rioleringen, andere dan prioritaire rioleringen, de bouw van kleinschalige rioolwaterzuiveringsinstallaties met inbegrip van de aanleg van individuele waterzuiveringsinstallaties door de gemeenten, gemeentebedrijven, intercommunales of intergemeentelijke samenwerkingsverbanden".
Art. 2.In artikel 1 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 2005, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in punt 4° worden de woorden "met een capaciteit begrepen tussen 20 en" vervangen door de woorden "met een maximale capaciteit van";2° in punt 6° worden achter de woorden "kleinschalige rioolwaterzuiveringsinstallatie" de woorden "met uitzondering van de aanleg van individuele waterzuiveringsinstallaties" ingevoegd;3° een punt 12°, 13° en 14° worden toegevoegd, die luiden als volgt : "12° individuele waterzuiveringsinstallatie : een kleinschalige waterzuiveringsinstallatie met een capaciteit van maximaal 20 IE.Dat is een waterdichte installatie die huishoudelijk afvalwater behandelt tot de kwaliteit, vastgelegd in het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007. Dat kan een geprefabriceerde afvalwaterzuiveringsinstallatie zijn, een afvalwaterzuiveringsinstallatie die bestaat uit prefabelementen of eender welke afvalwaterzuiveringsinstallatie die aan die eis voldoet.
Een individuele waterzuiveringsinstallatie wordt beheerd door een gemeente, gemeentebedrijf, intercommunale of intergemeentelijk samenwerkingsverband; 13° kosten, verbonden aan de aanleg van een individuele waterzuiveringsinstallatie : het geheel van de kosten, met uitsluiting van de kosten voor opbraak en herstel van bovenbouw, exclusief btw, tenzij kan worden aangetoond dat de btw niet recupereerbaar is, voor : a) het grondwerk en de grondwaterverlaging;b) de bouw en de aanleg van het gekozen zuiveringssysteem, inclusief leidingen; 14° zoneringsplan : het plan dat een onderscheid maakt tussen de gebieden met collectieve sanering en de gebieden met individuele sanering."
Art. 3.In artikel 3 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 2005, worden tussen de woorden "kleinschalige rioolwaterzuiveringsinstallatie" en de woorden "wordt vastgesteld op 50 % van deze kosten" de woorden "met uitzondering van individuele waterzuiveringsinstallaties" ingevoegd.
Art. 4.In hetzelfde besluit wordt een artikel 3bis ingevoegd, dat luidt als volgt : "
Art. 3bis.De verhouding waarin het Vlaamse Gewest binnen de daartoe in de begroting van het Vlaamse Gewest vastgestelde kredieten kan bijdragen in de kosten, verbonden aan de aanleg van een individuele waterzuiveringsinstallatie, bedraagt 2250 euro (tweeduizend tweehonderdvijftig euro) per individuele waterzuiveringsinstallatie of per woongelegenheid als de installatie aangekocht, geplaatst en beheerd wordt door een gemeente, gemeentebedrijf of intercommunale, intergemeentelijk samenwerkingsverband.
De gewestbijdrage, vermeld in het eerste lid, mag de totale kosten verbonden aan de aanleg van een individuele waterzuiveringsinstallatie, niet overschrijden."
Art. 5.In artikel 5 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 worden tussen de woorden "kleinschalige zuivering" en de woorden "indienen bij de Vlaamse Milieumaatschappij" de woorden "met inbegrip van projecten voor de aanleg van individuele waterzuiveringsinstallaties" ingevoegd;2° in § 3 worden tussen de woorden "kleinschalige zuivering" en de woorden "worden door de Vlaamse Milieumaatschappij beoordeeld" de woorden "met uitzondering van individuele waterzuiveringsinstallaties" ingevoegd;3° er wordt een § 4 toegevoegd, die luidt als volgt : "§ 4.De projecten voor de aanleg van een individuele waterzuiveringsinstallatie worden door de Vlaamse Milieumaatschappij beoordeeld voor opname in het ontwerp van subsidiëringsprogramma op basis van de volgende criteria : 1° het gaat om de zuivering van huishoudelijk afvalwater van een vergund gebouw;2° de individuele waterzuiveringsinstallatie is geplaatst na 1 januari 2008;3° de individuele waterzuiveringsinstallatie ligt in het individueel te optimaliseren buitengebied, zoals afgebakend in het definitieve gemeentelijke zoneringsplan, of de individuele waterzuiveringsinstallatie ligt voor de vaststelling van het definitieve gemeentelijke zoneringsplan buiten de zuiveringszones A en B, vermeld in het VLAREM; 4° de individuele waterzuiveringsinstallatie voldoet aan het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007."
Art. 6.Aan het opschrift van hoofdstuk IV van hetzelfde besluit worden de volgende woorden toegevoegd "voor de aanleg van rioleringen, andere dan prioritaire rioleringen, en de bouw van kleinschalige rioolwaterzuiveringsinstallaties, met uitzondering van individuele waterzuiveringsinstallaties".
Art. 7.In hetzelfde besluit wordt een hoofdstuk IVbis, bestaande uit artikel 24bis tot en met 24quinquies, ingevoegd, dat luidt als volgt : "Hoofdstuk IVbis. Voorwaarden voor de toekenning van een gewestbijdrage voor de aanleg van individuele waterzuiveringsinstallaties
Art. 24bis.Om in aanmerking te komen voor de gewestbijdrage, vermeld in artikel 3bis, moet voor het op het subsidiëringsprogramma voorkomende project voor de aanleg van een individuele waterzuiveringsinstallatie de procedure, vermeld in artikel 24ter tot en met artikel 24quinquies, in acht worden genomen.
Art. 24ter.Uiterlijk negen maanden na de bekendmaking door de Vlaamse Milieumaatschappij aan de gemeente, het gemeentebedrijf, de intercommunale of het intergemeentelijk samenwerkingsverband in kwestie van het driemaandelijks geactualiseerde programma, waarop het project is opgenomen, dient de gemeente, het gemeentebedrijf, de intercommunale of het intergemeentelijk samenwerkingsverband een subsidiedossier in bij de Vlaamse Milieumaatschappij.
Art. 24quater.Het subsidiedossier voor een individuele waterzuiveringsinstallaties omvat : 1° een overzicht van de individuele waterzuiveringsinstallaties waarvoor een gewestbijdrage wordt aangevraagd met vermelding van naam, adres en kadastraal perceel en de kosten, verbonden aan de aanleg van de individuele waterzuiveringsinstallaties voor de woongelegenheden waarvan het afvalwater wordt gezuiverd;2° een verklaring dat alle gesubsidieerde waterzuiveringsinstallaties voldoen aan de criteria, vermeld in artikel 5;3° de factuur en alle betaalbewijzen. De Vlaamse Milieumaatschappij gaat over tot een technische controle van het subsidiedossier. Die controle omvat ten minste een toetsing van het subsidiedossier aan het definitieve gemeentelijke zoneringsplan en, bij gebrek daaraan, aan de openbare zuiveringsinfrastructuur.
De Vlaamse Milieumaatschappij legt het definitieve aanvaarde subsidiedossier met een voorstel tot toezegging van de gewestbijdrage ten laste van het MINA-fonds voor aan de bevoegde Vlaamse minister.
Die beslist binnen dertig dagen na de goedkeuring van de gewestbijdrage door de Vlaamse Milieumaatschappij over het bedrag. Het aldus toegezegde bedrag van de gewestbijdrage wordt vastgelegd ten laste van het MINA-fonds.
Een kopie van de toezegging van de gewestbijdrage wordt door de Vlaamse Milieumaatschappij bezorgd aan de gemeente, het gemeentebedrijf, de intercommunale of het intergemeentelijk samenwerkingsverband binnen dertig kalenderdagen na de ondertekening van het ministerieel besluit van vastlegging door de Vlaamse minister van Leefmilieu.
Art. 24quinquies.De gewestbijdrage wordt betaald op basis van het goedgekeurde subsidiedossier.
Door de Vlaamse Milieumaatschappij wordt de gewestbijdrage binnen negentig kalenderdagen na de vastlegging ervan ten laste van het MINA-fonds uitbetaald aan de gemeente, het gemeentebedrijf, de intercommunale of het intergemeentelijk samenwerkingsverband."
Art. 8.De Vlaamse minister, bevoegd voor het Leefmilieu en het waterbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 9 mei 2008.
De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, H. CREVITS