gepubliceerd op 24 april 2007
Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van de vergoedingen van de bestuurders van de publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschappen van de Vlaamse overheid, en van de regeringsafgevaardigden die toezicht uitoefenen bij deze agentschappen
9 MAART 2007. - Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van de vergoedingen van de bestuurders van de publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschappen van de Vlaamse overheid, en van de regeringsafgevaardigden die toezicht uitoefenen bij deze agentschappen
De Vlaamse Regering, Gelet op het kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003, inzonderheid op artikel 18, § 4;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 27 januari 1988 houdende sommige maatregelen tot harmonisatie van de toelagen en presentiegelden aan commissarissen, gemachtigden van financiën, afgevaardigden van de Vlaamse Regering, voorzitters en leden van niet-adviserende bijzondere commissies of van raden van bestuur van instellingen en ondernemingen die onder de Vlaamse Regering behoren;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 1988 tot uitvoering van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 januari 1988 houdende sommige maatregelen tot harmonisatie van de toelagen en presentiegelden aan commissarissen, gemachtigden van financiën, afgevaardigden van de Vlaamse Regering, voorzitters en leden van niet-adviserende bijzondere commissies of van raden van bestuur van instellingen en ondernemingen die onder de Vlaamse Regering behoren;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister bevoegd voor de Begroting, gegeven op 8 december 2006;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 18 december 2006, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op voorstel van de minister-president van de Vlaamse Regering;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op : 1° de bestuurders van de publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschappen van de Vlaamse overheid, zoals bedoeld in het kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003, met uitzondering van de gedelegeerd bestuurder;2° de regeringsafgevaardigden die toezicht uitoefenen op deze agentschappen.
Art. 2.De vergoedingen van de bestuurders bestaan uit : 1° een vaste vergoeding op jaarbasis;2° een presentiegeld per vergadering van de raad van bestuur, waaraan de bestuurder heeft deelgenomen.
Art. 3.Voor de vaststelling van de bedragen van de vergoedingen van de bestuurders worden de publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschappen ingedeeld in vier categorieën.
Voor elk van de vier categorieën gelden onderscheiden bedragen van de vaste vergoeding op jaarbasis en het presentiegeld per vergadering, zoals bepaald in de onderstaande tabel : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 4.De bestuurder van een publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap ontvangt de vergoedingen die overeenstemmen met de categorie waarin het desbetreffende agentschap is ingedeeld, overeenkomstig de indeling, vermeld in artikelen 5 tot 8.
Voor de bestuurder die de functie van voorzitter van een publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap vervult, worden de vermelde vergoedingen verdubbeld.
Art. 5.In categorie I worden ingedeeld, de hiernavolgende publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschappen : 1° Vlaamse Vervoermaatschappij - De Lijn;2° Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding.
Art. 6.In categorie II worden ingedeeld, de hiernavolgende publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschappen : 1° Vlaams Agentschap voor Internationaal Ondernemen;2° De Scheepvaart, naamloze vennootschap;3° Waterwegen en Zeekanaal, naamloze vennootschap;4° Vlaamse Landmaatschappij, naamloze vennootschap;5° Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen, naamloze vennootschap.
Art. 7.In categorie III worden ingedeeld, de hiernavolgende publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschappen : 1° Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen;2° Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum Geel;3° Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum Rekem.
Art. 8.In categorie IV worden ingedeeld, de hiernavolgende publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschappen : 1° Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen;2° Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt;3° Vlaamse Regulator voor de Media.
Art. 9.Het personeelslid van de Vlaamse overheid dat ambtshalve wordt aangewezen als bestuurder van een publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap, ontvangt geen vergoeding als bestuurder van dat agentschap.
Onder ambtshalve aanwijzing als bestuurder wordt begrepen: de verplichte aanwijzing als bestuurder, ingevolge een decretale bepaling betreffende het betrokken agentschap, van een personeelslid van de Vlaamse overheid, waarvan de functie expliciet in de decretale bepaling wordt vermeld.
Art. 10.Het vastgestelde bedrag voor het presentiegeld per vergadering geldt voor maximaal vijftien vergaderingen per jaar.
Als de raad van bestuur van een agentschap in een bepaald jaar meer dan vijftien vergaderingen houdt, wordt het bedrag van het presentiegeld vanaf de zestiende vergadering gehalveerd.
Art. 11.§ 1. Als binnen de raad van bestuur een auditcomité wordt opgericht, kan de raad van bestuur beslissen voor de prestaties van de bestuurders als lid van het auditcomité een vergoeding toe te kennen.
De vergoeding wordt toegekend in de vorm van een presentiegeld per bijgewoonde vergadering van het auditcomité.
Het bedrag van het presentiegeld kan maximaal gelijk zijn aan het presentiegeld voor de deelname aan een vergadering van de raad van bestuur.
Aan de bestuurder die voorzitter is van het auditcomité kan een dubbel presentiegeld worden toegekend. § 2. Als binnen de raad van bestuur een comité wordt opgericht met een andere opdracht dan een auditcomité, kan voor de prestaties van bestuurders als lid van een dergelijk comité geen extra vergoeding worden toegekend. De vergoeding daarvoor wordt geacht begrepen te zijn in de vergoedingen die worden toegekend als lid van de raad van bestuur.
Art. 12.Aan de bestuurders worden geen andere financiële voordelen toegekend dan de vergoedingen, vermeld in artikel 2 en in artikel 11, § 1.
Aan de bestuurders worden geen voordelen in natura toegekend.
Aan de bestuurders wordt een vergoeding toegekend voor reiskosten die verbonden zijn aan de uitvoering van het mandaat, overeenkomstig de regeling die geldt voor de vergoeding van reiskosten van personeelsleden van de Vlaamse overheid.
Art. 13.De vaste vergoeding op jaarbasis wordt betaald in schijven, telkens na afloop van een trimester. Als het mandaat van een bestuurder in een bepaald jaar minder dan twaalf maanden bestrijkt, wordt het bedrag van de vaste vergoeding pro rata berekend, in maanden. Bij die berekening wordt de maand meegerekend waarin het mandaat begonnen of beëindigd werd.
Het presentiegeld wordt betaald binnen een termijn van dertig dagen die volgt op de desbetreffende vergadering.
Art. 14.De vergoedingen zijn ten laste van het desbetreffende publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap.
Art. 15.De bedragen, vermeld in artikel 3, volgen de evolutie van het gezondheidsindexcijfer overeenkomstig de wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het rijk worden gekoppeld. Ze zijn gekoppeld aan het spilindexcijfer 104,14 (basis 2004).
Art. 16.§ 1. De vergoedingen van de regeringsafgevaardigden die toezicht uitoefenen bij een publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap bestaan uit : 1° een vaste vergoeding op jaarbasis;2° een presentiegeld per vergadering van de raad van bestuur, waaraan de regeringsafgevaardigde heeft deelgenomen. § 2. De regeringsafgevaardigde bij een publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap ontvangt de vergoedingen die overeenstemmen met de categorie waarin het desbetreffende agentschap is ingedeeld, overeenkomstig de indeling, vermeld in artikelen 5 tot 8. § 3. Artikelen 3, 10, 11, 12, 13, 14 en 15 zijn van overeenkomstige toepassing op de regeringsafgevaardigden bij een publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap.
Art. 17.Het besluit van de Vlaamse Regering van 27 januari 1988 houdende sommige maatregelen tot harmonisatie van de toelagen en presentiegelden aan commissarissen, gemachtigden van financiën, afgevaardigden van de Vlaamse Regering, voorzitters en leden van niet-adviserende bijzondere commissies of van raden van bestuur van instellingen en ondernemingen die onder de Vlaamse Regering behoren, wordt opgeheven, voor wat betreft de publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschappen.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 1988 tot uitvoering van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 januari 1988 houdende sommige maatregelen tot harmonisatie van de toelagen en presentiegelden aan commissarissen, gemachtigden van financiën, afgevaardigden van de Vlaamse Regering, voorzitters en leden van niet-adviserende bijzondere commissies of van raden van bestuur van instellingen en ondernemingen die onder de Vlaamse Regering behoren, wordt opgeheven, voor wat betreft de publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschappen.
Art. 18.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 9 maart 2007.
Art. 19.De leden van de Vlaamse Regering zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 9 maart 2007.
De minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Institutionele Hervormingen, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, Y. LETERME De Vlaamse minister van Economie, Ondernemen, Wetenschap, Innovatie en Buitenlandse Handel, F. MOERMAN De Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming, F. VANDENBROUCKE De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, I. VERVOTTE De Vlaamse minister van Financiën en Begroting en Ruimtelijke Ordening, D. VAN MECHELEN De Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel, B. ANCIAUX De Vlaamse minister van Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media en Toerisme, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, K. PEETERS De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering, M. KEULEN De Vlaamse minister van Mobiliteit, Sociale Economie en Gelijke Kansen, K. VAN BREMPT