23 NOVEMBER 2007. - Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van de vergoedingen van de regeringsafgevaardigden die toezicht uitoefenen bij de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening

De Vlaamse Regering, Gelet op artikel 20 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen;

Gelet op artikel 9, § 6 van de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut;

Gelet op het decreet van 28 juni 1983 houdende oprichting van de instelling Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening, gewijzigd bij het decreet van 10 mei 2006 houdende bepalingen inzake leefmilieu en energie, meer bepaald artikel 13, 2° lid;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 27 januari 1988 houdende sommige maatregelen tot harmonisatie van de toelagen en presentiegelden aan commissarissen, gemachtigden van financiën, afgevaardigden van de Vlaamse Regering, voorzitters en leden van niet-adviserende bijzondere commissies of van raden van bestuur van instellingen en ondernemingen die onder de Vlaamse Regering behoren;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 1988 tot uitvoering van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 januari 1988 houdende sommige maatregelen tot harmonisatie van de toelagen en presentiegelden aan commissarissen, gemachtigden van financiën, afgevaardigden van de Vlaamse Regering, voorzitters en leden van niet-adviserende bijzondere commissies of van raden van bestuur van instellingen en ondernemingen die onder de Vlaamse Regering behoren;

Gelet op de statuten van de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening, goedgekeurd door de Vlaamse Regering op 6 oktober 2006, in het bijzonder op artikel 23;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister bevoegd voor de Begroting, gegeven op 31 augustus 2007;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 25 september 2007 met nummer 43.599/3 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Overwegende dat conform de statuten van de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening de Algemene Vergadering van de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening bevoegd is om de vergoeding van de leden van de raad van bestuur vast te stellen;

Overwegende dat ingevolge deze statutaire bepaling het bestaande besluit van de Vlaamse Regering dat de momenteel de vergoedingen regelt voor de bestuurders van de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening dient opgeheven te worden;

Overwegende dat de bestaande regeling ook van toepassing is op de commissarissen, gemachtigden van financiën en afgevaardigden van de Vlaamse Regering en dat ingevolge de opheffing van deze regeling, het noodzakelijk is dat een nieuwe regeling uitgevaardigd wordt voor de regeringsafgevaardigden die toezicht uitoefenen op de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de regeringsafgevaardigden van de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening, zoals voorzien in artikel 9 van de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut

Art. 2.Het besluit van de Vlaamse Regering van 9 maart 2007 tot regeling van de vergoedingen van de bestuurders van de publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschappen van de Vlaamse Overheid, en van de regeringsafgevaardigden die toezicht uitoefenen bij deze agentschappen is van toepassing op de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening wat betreft de regeringsafgevaardigden die toezicht uitoefenen bij de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening.

Art. 3.Voor de toepassing van artikel 2 wordt de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening gelijkgesteld met een publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap ingedeeld in categorie 1, zoals voorzien in artikel 3 van het voormelde besluit van 9 maart 2007.

Art. 4.De vergoedingen van de regeringsafgevaardigden zijn ten laste van de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening.

Art. 5.Het besluit van de Vlaamse Regering van 27 januari 1988 houdende sommige maatregelen tot harmonisatie van de toelagen en presentiegelden aan commissarissen, gemachtigden van financiën, afgevaardigden van de Vlaamse Regering, voorzitters en leden van niet-adviserende bijzondere commissies of van raden van bestuur van instellingen en ondernemingen die onder de Vlaamse Regering behoren, wordt opgeheven voor wat betreft de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening.

Het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 1988 tot uitvoering van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 januari 1988 houdende sommige maatregelen tot harmonisatie van de toelagen en presentiegelden aan commissarissen, gemachtigden van financiën, afgevaardigden van de Vlaamse Regering, voorzitters en leden van niet-adviserende bijzondere commissies of van raden van bestuur van instellingen en ondernemingen die onder de Vlaamse Regering behoren, wordt opgeheven voor wat betreft de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening.

Art. 6.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 8 juni 2007.

Art. 7.De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 23 november 2007.

De Minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, Mevr. H. CREVITS